Twintig jaar later
	
	
	Twintig jaar later
	Méér dan de meesterlijk opgebouwde onthulling van een 
	misdaad
	
Minette Walters
De vorm van slangen
(De Boekerij, fl.36,50)
De vorm van slangen
(De Boekerij, fl.36,50)
Een verteller mag op de onverdeelde aandacht en de goede wil van de 
	lezer rekenen. Maar wie zegt dat hij of zij dat vertrouwen niet zal 
	beschamen? Over de ik-figuur van een roman weten we niet meer dan de 
	schrijver aan ons kwijt wil. We hebben geen enkele garantie dat we 
	niet bedrogen worden waar we bij staan. 'De vorm van slangen', het 
	nieuwste boek van de Britse misdaadschrijfster Minette Walters, wordt 
	verteld vanuit het standpunt van de hoofdpersoon, in de ik-vorm. Deze 
	mevrouw Ranelagh keert terug naar de omgeving waar ze twintig jaar 
	daarvoor heeft gewoond. Ze is vastbesloten de dood van een vroegere 
	buurvrouw op te helderen. Het sterfgeval is destijds als een ongeluk 
	afgedaan, maar de verteller is ervan overtuigd dat de vrouw door buurtbewoners
	is vermoord. Aan 'Gekke Annie', zoals de dode in de buurt bekend stond, 
	was namelijk niets mis behalve dat ze aan het syndroom van Tourette 
	leed en zwart was. Is gerechtigheid de enige drijfveer van de hoofdpersoon?
	Minette Walters brengt de lezer aan het twijfelen door de hoofdstukken 
	van het verhaal af te wisselen met brieven en documenten, waaruit onder 
	meer valt op te maken dat haar hoofdpersoon een psychiatrische behandeling 
	heeft afgebroken. Ook blijkt dat de vrouw er niet tegenop ziet de mensen 
	in haar omgeving te manipuleren. Veel van wat aanvankelijk toeval schijnt, 
	is opzet en past in het plan dat ze rücksichtslos ten uitvoer 
	brengt. Door de lezer voortdurend in onzekerheid te laten, bouwt Minette 
	Walters de spanning op naar een finale waarin tenslotte alle vragen 
	worden beantwoord. Dan wordt ook duidelijk dat 'De vorm van slangen' 
	meer behelst dan de meesterlijk opgebouwde onthulling van een misdaad: 
	het is een indrukwekkend verhaal over onbegrip, onvermogen en compassie, 
	over de verschrikkelijke dingen die mensen elkaar aandoen en de onzichtbare
	littekens die dat achterlaat. (Pieter van Oudheusden)