Tonio van Vugt
Een nabeschouwing...
...en een IFFR Toptien

Langzaam zijn we weer aan daglicht gewend, alsook aan de alcoholvrije avonden en verantwoord eten op verantwoorde tijden. Velen van ons zijn zelfs weer aan het werk gegaan. Het gewone leven, ook wel bekend als die ondraaglijk saaie periode tussen twee IFFR’s in, is kortom weer begonnen. Vooruit dan, nog even een kleine terugblik op de afgelopen weken…

Het is godsonmogelijk dat een mens een compleet beeld krijgt van het IFFR of het perfecte festival meemaakt, dus het is niet met zekerheid te zeggen of deze editie beter, slechter of net zo goed was als voorgaande jaren. In elk geval heeft het Zone 5300-team een goed festival gehad met vele hoogtepunten (Breathless, Awaydays, The Chaser, Louise-Michel, Telstar, waarover hieronder meer), die natuurlijk geen hoogtepunten zouden zijn als daar niet wat bonafide dieptepunten tegenover zouden staan (Exhausted, Kikoe).
Een eervolle vermelding gaat in dit verband naar regisseur Khavn De La Cruz, die dit jaar de laagste en de op twee na laagste plaats in de publiekspoll bereikte met respectievelijk Three Days of Darkness en The Middle Mystery of Kristo Negro, een kunstje dat hij in een voorgaand jaar ook al eens flikte met twee films (de laatste en een-na-laatste plaats). Waarom zijn kunstwerkjes iedere keer weer geprogrammeerd worden? Waarschijnlijk omdat deze Filippijn een erg aardige vent is die het goed doet op feestjes, en bovendien moet íémand die laatste plaats bezet houden.

De KPN Publieksprijs ging dit jaar zeer verdiend (en dat is naar onze bescheiden mening in het verleden wel eens anders geweest) naar Slumdog Millionaire van Danny Boyle, een onvervalste feelgoodmovie vol actie, drama en romantiek en alle klassieke Boyle-ingrediënten -stadsachtervolgingen, treinen, smerige toiletscènes- maar dan in India. Inderdaad: Boylywood. Met fantastisch dansje op het treinperron in de slotscène. Die vier Golden Globes en tien Oscarnominaties gunnen we Boyle ook.

Dan was er nog het Hungry Ghosts-programma, dat op enkele aangename verrassingen na (Nightmare Detective 2 , Yes, I Can See Dead People, The Coffin) teleurstelde en eigenlijk vijf tot tien jaar te laat na de J-Horror-golf kwam (meer over de films in dit programma in het eerstvolgende nummer van Schokkend Nieuws). Het Haunted House in het voormalig Fortomuseum aan de Witte de Withstraat (zeer toepasselijk gelegen tegenover Spooky Belegde Broodjes) was daarentegen wél een geslaagd onderdeel. Op de laatste dag van het festival hadden we de tijd om er een kijkje te nemen en bezochten diverse door Aziatische regisseurs ingerichte ruimtes. Een onvervalste schrikervaring en een fraai boekje over de Maleisische geestenwereld rijker verlieten we het pand.

Tot slot: welke zijn de films die u volgens ons móét gaan zien (vooropgesteld dat ze gaan draaien of op dvd uitkomen)? Hier is onze toptien:

Zone 5300’s IFFR-toptien 2009
1. The Chaser
Een snoeiharde, retespannende seriemoordenaarsfilm met meer onverwachte plotwendingen dan je met een stok kunt aanwijzen. In Korea kan het nog, anno 2009! Heftige emoties, komische uitglijers, veel bloederig hamerzwaaien en volstrekt incompetente agenten, dat zijn de ingrediënten. Benieuwd wat daarvan overblijft in de geplande Amerikaanse remake met Leonardo DiCaprio… (Te zien vanaf 25 juni)
2. Louise-Michel
De nurkse dikke Louise en haar collega’s worden ontslagen. Samen besluiten ze met hun oprotpremie de baas om te laten leggen door een pro. Louise zal het wel even regelen. Want zo moeilijk kan dat toch niet zijn, een hitman vinden in Wallonië? Connaisseurs van de Waalse absurdistische cinema (C’est arrivé près de chez vous, Les convoyeurs attendent) weten wat ze kunnen verwachten: alles, maar dan ook álles, is mogelijk. Van de makers van Aaltra, met glansbijrol voor Benoît Poelvoorde.
3. Breathless
Nóg meer Koreaans geweld: gangsters slaan gangsters in elkaar, cops slaan vreedzaam protesterende studenten in elkaar, gangster slaat studenten én cops in elkaar, en dat in de eerste vijf minuten. De vuilbekkende, gewelddadige, mensenhatende gangster/afperser Song-Hoon en het schoolmeisje Han sluiten een onwaarschijnlijke maar oprechte vriendschap, tussen alle rospartijen door. Dit debuut is een film over schuld en boete en het belang van (surrogaat-)familie en zindert door zijn slotscènes nog lang na. Kreeg terecht een Tiger Award.
4. Awaydays
Hooligans in het Liverpool van 1979 (lees: het begin van het voor velen uitzichtloze Thatcher-tijdperk). Ofwel de gedoemde vriendschap tussen de upperclass Carty en de working class Elvis, die van een gezamenlijke toekomst in Berlijn droomt, tegen de achtergrond van de indringende (al dan niet Liverpudlian) postpunkklanken van Joy Division, Echo & The Bunnymen en Magazine, waarbij de greatest hits-valkuil plezierig omzeild wordt. De Quadrophenia van het new wave-tijdperk, met Engelse ondertiteling vertoond opdat koosnaampjes als ‘Owlroodidoodicartykins’ de kijker niet zouden ontgaan.
5. Il Divo
Een swingend gestyleerde en gedetailleerde biopic over het leven van de Italiaanse politieke mastodont Guilio Andreotti die 60 jaar politiek, 25 ministerschappen, 8 premierschappen en 3 vrijspraken achter de rug heeft. Als meester van het politieke spel tussen kerk, staat en mafia is hij de overlever, zelfs als begin jaren negentig de operatie Schone Handen uitbreekt. Quote: ‘Moro en al die anderen moesten zonodig geloven in de waarheid. En nu zijn ze allemaal dood.’
NB Na het zien van deze film komen associaties met Balkenende onwillekeurig naar boven. (Te zien vanaf 26 februari)
6. J.C.V.D.
Jean Claude Van Damme speelt zichzelf, en doet dit beter dan vriend of vijand voor mogelijk hielden. Spannend en hilarisch vanwege het schrandere script van regisseur Mabrouk El Mechri, dat perfect het midden houdt tussen het blockbustergenre dat Van Damme tot een knokbegrip maakte en de Waalse tragikomedie á la Aaltra of Eldorado. Te veel verraden gaan we hier niet doen.
7. A Country Teacher
Een aangename verrassing op het festival, deze Tsjechische film over een bangige, met zijn homoseksualiteit worstelende leraar die een betrekking neemt in een boerendorp. De door het leven getekende boerin Marie vindt hem een stuk interessanter dan de drankorgels die het mannenaanbod in het dorp bepalen, maar hij wordt verliefd op haar lastige puberzoon Lada. Een zeer goed afgewogen scenario van regisseur Bohdan Slama, een aangename verteltempo en sterke vertolkingen. Een film die je in je hart sluit door zijn bescheidenheid en oog voor detail. Het gegroefde smoelwerk van Zuzana Bydzovska (Marie) is onvergetelijk.
8. Unspoken
Geen lichte kost, dit drama over de verwerking van het verlies van een kind. Dicht op de huid volgen we de ouders, in extreme closeups waarin de buitenwereld geen rol speelt, in hun wanhoop en in hun onvermogen om met elkaar te praten en hun gevoelens te verwoorden. In de expressieve gezichten van acteurs Emmanuelle Devos en Bruno Todeschini valt in de lichtste plooiing een ondragelijk leed te lezen. Er zijn echo’s van Lodge Kerrigan en de Dardenne-broers, maar Fien Trochs tweede film staat volledig op eigen benen. (Te zien vanaf 21 mei)
9. Telstar
Biopic van het leven van Joe Meek, legendarische Engelse producer van veel hitwerk eind jaren ’50, begin jaren ’60. In de studio gevestigd in een woning boven een winkel wordt de ene rock-’n-rollhit na de andere opgenomen, met de zangeres in de badkamer, de strijkers in het opslaghok en de band in de voorkamer. En altijd: a nice cuppa. Een desastreus opvliegend karakter, de weigering om met zijn tijd mee te gaan (Beatles? Hup, in de vuilnisbak ermee!) en een fascinatie voor de verkeerde protégé’s leidt tot de onvermijdelijke onttakeling van Joe’s imperium en de dramatische ontknoping voor de ogen van de theejongen. Feelgoodmovie waarvan het onderwerp al zo mooi is en sommig acteerwerk (Con O’Neill in de hoofdrol) zo prachtig, dat de soms wat fladderige filmische afwerking niet ergert.
NB Telstar is het favoriete nummer van Margaret Thatcher.
10. Morphia
1917, een jonge dokter wordt op het Russische platteland in het diepe geworpen. Onder primitieve omstandigheden moet hij amputaties en andere bloederige operaties uitvoeren en kinderen ter wereld brengen. Hiervoor moet hij toch af en toe even het medisch handboek ter hand nemen. En het potje morfine, dat helpt ook tegen de zenuwen. Seks, intriges, wodka, bloed en revolutie en -troika hier, troika daar- zelfs een dollemansrit per slee achtervolgd door wolven. Het slotakkoord is gewelddadig en buitengewoon sardonisch, maar dat zal niet verbazen van de maker van de inktzwarte komedies Of Freaks and Men en Zone 5300-favoriet Cargo 200.
Bonusfilm:. I Sell The Dead
Deze ode aan de horrorfilms van Hammer en Amicus is een plezier voor de kenners, maar niet alleen voor hen. Sfeervolle openingstitels, Angus Scrimm, Ron Perlman en Larry Fessenden teamen met Lost-acteur Dominic Monaghan in een nimmer vervelend verhaal over ‘happy-go-lucky’ grafschenners die te maken krijgen met onrustige doden. Onvergetelijk zijn de scènes met de bange, walgende zombie, de opgraving van het ‘bevroren lijk’ en het ‘vampiertje pesten’. Met een klein budget gemaakt door SFX-specialist Glenn McQuaid. Sfeervol, humoristisch en met een fraaie stripestethiek.

Tot volgend jaar op het 39e International Film Festival Rotterdam, dat van 27 januari t/m 7 februari zal gaan plaatsvinden.

Met dank aan Sandra de Haan, Robert van Raffe, Marcel Ruijters, Jaap Verhoeven en het IFFR.

Meer IFFR op Jigsaw Lounge van Zone 5300-correspondent Neil Young (UK).

Tonio van Vugt
Gran Torino info
*****
Clint Eastwood
30-01-2009 21:30 Pathé 1
De surprisefilm was inderdaad een verrassing: ik vermoed dat slechts weinigen op de nieuwe Clint Eastwood hadden gerekend. De hint die het IFFR zelf gaf, ‘bouwjaar 1972, slaat op de klassieke auto uit de titel die in een aantal scènes een sleutelrol speelt. Over naar Clint, die een van de beste regisseurs/acteurs van zijn generatie is en blijft, zelfs in een film die een beetje als een ‘tussendoortje’ voelt. Maar een 78-jarige Clint, in zijn eerste filmrol sinds Million Dollar Baby, daar kunnen we uren naar kijken. En niemand die zo heerlijk tussen de tanden kan grommen als Clint.

Walt Kowalski, Korea-veteraan en kersverse weduwnaar, is een vuilbekkende, racistische redneck met een drankprobleem en een hekel aan iedereen, en dan vooral zichzelf. Zijn familie ziet hem het liefst zo snel mogelijk in een bejaardentehuis verdwijnen en kan niet wachten op de dag dat de erfenis wordt verdeeld. Dan komen de nieuwe buren: een Aziatische familie, door Walt wisselend met ‘gooks’ en ‘chinks’ aangesproken. Dat ze maar vooral van zijn mooie gazon wegblijven. Een filmwet dicteert dat het ijs tussen Walt en zijn buren uiteindelijk zal breken, met dank aan een straatbende die een van de tienerkinderen, Thao (door Walt steevast Toad genoemd), met geweld probeert in te lijven; Walt is niet van plan om dát zomaar te laten gebeuren...

Eastwood kiest voor een overwegend lichte toon; de tegenstellingen tussen beide culturen zorgen voor de nodige humor, en een van de leukste scènes is die waarin Thao een cursus ‘manly conversation’ krijgt van Walt en diens kapper aka ‘Italian prick’.
Geriatrische grapjes blijven gelukkig achterwege, en Clint laat zien dat hij zijn wilde haren nog lang niet kwijt is als hij een heuse Dirty Harry doet bij een straatbende; Walts karakter laveert meerdere malen tussen de oude Clint-de-vergelder en de Clint-de-prediker-van-vrede van de laatste decennia. Maar een uitmuntend slotakkoord zet de film op een logische plaats in Clints recente oeuvre. Ultimo is Gran Torino een feelgoodfilm met een attitude.

In de afgelopen vijf jaar heeft Clint evenzovele films geregisseerd, en hij is nog lang niet van plan met pensioen te gaan: zijn volgende project staat alweer in de steigers.

Tonio van Vugt
Tony Manero info
*****
Pablo Larraín
26-01-2009 22:15 Cinerama 3
Klootzakken zijn er in soorten en maten. De een wordt dictator van een land, de ander beperkt zich tot zijn directe omgeving. Vergeleken bij Raul, een hufter van het zuiverste water, is de Chileense dictator Pinochet (ten tijde van wiens regime deze film speelt) bijna een lieverdje. Dat maakt een scène vroeg in de film, waarin Raul een oud vrouwtje ‘te hulp schiet’, al snel duidelijk. Raul, behept met een voor de kijker onzichtbaar charisma waar zijn naasten onvoorwaardelijk voor blijken te vallen, heeft maar één doel: de Chileense Tony Manero worden in een contest. Wee degene die hem daarbij voor de voeten loopt, zoals de plaatselijke bioscoopeigenaar die het gore lef heeft om de versleten kopie van Saturday Night Fever te vervangen door een fonkelnieuwe Grease.

Als het niet zo in-en intriest was zou het hilarisch zijn: Rauls zelfgemaakte ‘discovloer’ en dito discobol, een voetbal beplakt met stukjes gebroken spiegel, de schofterige manier waarop Raul zijn mededansers behandelt, zijn knoestige danspasjes. Maar het is niet de bedoeling van regisseur Pablo Larraín dat we ook maar één moment sympathie voelen voor deze loser. Wanneer Rauls vriendin en diens dochter door de geheime politie aan een verhoor worden onderworpen bereikt zijn gedrag een nieuw dieptepunt. Love it or hate it, maar wanneer Larraíns aanklacht tegen een verrotte maatschappij is bezonken, blijft dit portret van een klootzak langer bij dan je eigenlijk zou willen. En uiteindelijk is dat geen slecht resultaat.

Tonio van Vugt
Dogging: A Love Story info
*****
Simon Ellis
27-01-2009 13:15 Pathé 5
‘I don’t know what it means exactly - but I’ve seen it,’ aldus een keurige dame van middelbare leeftijd, wanneer een straatinterviewer haar vraagt of ze weet wat ‘dogging’ betekent. ‘Dogging’ is een Engels fenomeen: seks in auto’s op openbare plekken, al dan niet met publieksparticipatie. De levens van de werkeloze journalist Dan, zijn eikelige neef Rob, het bakvisje dat op het doggingforum post als ‘Horny Geordie Girl’ en de stalkende-maar-in-wezen-o-zo-romantische Jim zullen nooit meer hetzelfde zijn na een nachtje Carry On Dogging in het Lake District.

Wat een edgy document had kunnen zijn over (het gevaar van) seks met onbekenden (een resultaat van de eeuwenlange Engelse seksuele onderdrukking), is nu eerder Sleepless In Seattle voor de internetgeneratie; een romantische komedie met een sentimentele/moralistische ondertoon die gul op de lach mikt. Niet slecht, bij vlagen zelfs hilarisch, maar het gevoel dat de film nooit echt uit de startblokken komt beklijft. En wat de film in de Tiger-competitie doet, is ons eerlijk gezegd een beetje een raadsel...

Tonio van Vugt
Unspoken info
*****
Fien Troch
24-01-2009 12:00 Cinerama 1
Op de vraag of ze Keane heeft gezien, reageert regisseuse Fien Troch een beetje verschrikt. Ik haast me eraan toe te voegen dat ik haar allerminst van plagiaat beschuldig en dat haar film me op een heel goede manier aan Lodge Kerrigans indringende drama doet denken. ‘Het script had ik al geschreven voor ik Keane zag, maar toen een goede vriend me er na lezing op wees dat er veel overeenkomsten waren, heb ik de film toch willen zien. Op sommige momenten heb ik me laten inspireren door de vorm die Kerrigan heeft gekozen, maar ik denk dat ik uiteindelijk toch mijn eigen film heb gemaakt.’

Naast sporen van Keane zijn ook de invloeden van de Dardenne-broers voelbaar, maar dat neemt niet weg dat Unspoken inderdaad een eigen film is geworden over omgaan met verlies van een kind. Dicht op de huid volgen we de personages, in extreme closeups waarin de buitenwereld geen rol speelt, in hun wanhoop en in hun onvermogen om met elkaar te praten of hun gevoelens onder woorden te brengen, sinds hun dochter vier jaar terug plotseeling verdween. Dan is het natuurlijk mooi meegenomen dat je over twee zeer expressieve acteurs beschikt, in wier gezichten in de lichtste plooiing een ondragelijk leed te lezen valt. Die acteurs zijn Emmanuelle Devos en Bruno Todeschini, die ook al intens mag kijken in Sois Sage. Indringendste scène is die waarin een man ’s avonds laat op straat de moeder aanrandt en haar gebiedt om hem, terwijl hij zich aftrekt, aan te kijken; de leegheid in haar blik blijkt voldoende om zelfs hem van zijn stuk te brengen, en onder het mompelen van een ontgoocheld ‘Shit’ verdwijnt de man in de nacht…

Tonio van Vugt
The Housemaid info
*****
Kim Ki-young
25-01-2009 19:15 Schouwburg Grote Zaal
Cinema Regained: vergeten parels en moeilijk vindbare meesterwerken worden in al dan niet gerestaureerde vorm vertoond. The Housemaid is volgens het IFFR een klassieker uit de Koreaanse cinema en ‘staat naar verluidt in Martin Scorsese’s top 3 aller tijden’. Fluks naar de Schouwburg dus, want klassieke Aziatische cinema, daar lusten we wel pap van.

De blurb doet een Kurosawa-achtig drama vermoeden (welgestelde man met status raakt in moeilijk parket in strak geregisseerde Oosterse maatsschappij, met alle gevolgen vandien - een beetje dat idee), maar deze - zonder meer prachtig gefilmde - overspeltragedie blijkt van een iets andere orde. Zoals de bloedserieus bedoelde drugsvoorlichtingsfilms van de Amerikaans overheid uit de jaren ‘60 anno 2009 een heel ander effect hebben, zo werkt deze cautionary tale tegen overspel met de huishoudster (blijkbaar een groot maatschapplijk probleem in het Zuid-Korea van toen) in toenemende mate op de lachspieren; wat als gegeneerd gegniffel onder het publiek begint, slaat tegen het einde van de film om in volle lachsalvo’s. Het melodramatisch overacteren, de idiote plotwendingen, de hilarische stoelendans rond een flesje rattengif; de film heeft de tand des tijds niet eh… helemaal doorstaan. Het slotakkoord is er een om nooit maar dan ook nooit meer te vergeten.

Dat de vertoning van de film regelmatig wordt stopgezet om een nieuwe spoel op te zetten, draagt (onbedoeld) bij aan het effect. Een cultfilm dus van hebikjoudaar, al durven we dat natuurlijk niet echt hardop te zeggen. En: Don’t try this at home, old chap!

Tonio van Vugt
Sois Sage info
*****
Juliette Garcias
25-01-2009 13:15 Pathé 5
Leuk, zo’n onverwacht voorfilmpje bij Left Handed, een film over het Japanse fenomeen hikikomori, in Pathé 6. Maar wanneer het voorfilmpje de twintig minuten overschrijdt en Mutsje Behang nog stééds brood rondbrengt op het Franse platteland, zonder dat er uitzicht komt op enige ontknoping, wordt het tijd om het programma te raadplegen. Zijn mijn metgezel en ik het slachtoffer van een programmawijziging? Nee, wij zijn het slachtoffer van onze eigen stommiteit (we zitten in Pathé 5) en de onoplettendheid van de kaartjesscheurders. Er zit maar één ding op: ons overgeven aan de film en er het beste van hopen.

Geen idee welk meesterwerk we in de andere zaal hebben gemist, maar verdomd, dit valt toch niet tegen. Mutsje Behang intrigeert: niet alleen om ze geen pijn aan de ogen doet, maar bovenal omdat ze haar leven bijelkaar liegt, en je voelt aan je theewater dat ze dat niet doet omdat ze een levendige fantasie heeft. Een scène waarin ze haar nagels tot bloedens toe knipt (aieee! even wegkijken! ook geharde horrorliefhebbers hebben hun zwakke plek) bevestigt het vermoeden van een pijnlijk geheim. Wat is de relatie die ze heeft met de oudere, getrouwde man in dat jaloersmakend mooie huis? Wat is de betekenis van de vreemd gearrangeerde kussens op het bed (zie de filmposter die op het festival hangt), waar de man zo vreselijk van schrikt? Regisseuse Juliette Garcias past de verschillende stukjes op intelligente wijze aan elkaar, waarbij er voor de kijker de nodige vragen ook onbeantwoord blijven. Intens, intrigerend debuut met prachtige landschappen als bonus en sterk spel van Anaïs Demoustier en Bruno Todeschini (die ook al te zien is in het magistrale Unspoken)

Een niet geplande ontmoeting met een indrukwekkende film; ook dat hoort bij het IFFR.
Tonio van Vugt
Breathless info
*****
Yang Ik-June
22-01-2009 14:00 Doelen Jurriaanse Zaal
Gangsters slaan gangsters in elkaar, cops slaan vreedzaam protesterende studenten in elkaar, gangster slaat studenten én cops in elkaar, just for the fun of it, om met Tom van Doorn te spreken, en dat in de eerste vijf minuten. Kortom, we zijn weer in vertrouwd Zuid-Korea. Centraal in al dit geweld staat de vuilbekkende, gewelddadige, mensen(en vooral vader-)hatende gangster/afperser Song-Hoon. Dat er duidelijke oorzaken zijn voor ’s mans gedrag heeft wordt met enkele flashbacks verklaard. Wanneer hij een schoolmeisje ontmoet die niet onder de indruk is van zijn hufterige gedrag maar hem met gelijke munt terugbetaalt, ontstaat een onwaarschijnlijke vriendschap. Deze jongedame heeft zo haar eigen problemen (paranoïde pa, hufterige broer) en de twee hebben meer gemeen hebben dan op het eerste gezicht lijkt (cue volgende flashback).

Breathless is een film over schuld en boete, het belang van (surrogaat-)familie, die tussen alle rospartijen (en dat zijn er nogal wat, maar dat is nu eenmaal Song-Hoons leven) door de gevoelige snaar weet te raken en door zijn slotscènes nog lang zal nazinderen. Yang Ik-June schreef, regisseerde, produceerde en acteerde dit alles met een intensiteit waar een zekere navelstaarderige Japanse superster, ook op dit festival aanwezig met een nieuw egodocument, nog een puntje aan kan zuigen. Ook Yang baseerde zijn film op zijn eigen leven. Dat u het maar weet.
Tonio van Vugt
I Sell The Dead info
*****
Glenn McQuaid
22-01-2009 21:30 Pathé 4
Deze ode aan de horrorfilms van Hammer en Amicus is een plezier voor de kenners, maar aan de reacties in de zaal te horen, niet alleen voor hen. De toon wordt gezet met de sfeervolle, klassieke openingscredits; de voortekenen zijn gunstig en het moet wel gek lopen als deze film zijn belofte niet nakomt. Kijk! Daar duikt de naam van Angus Scrimm op, die naam (nou ja, naam) maakte als The Tall Man in de Phantasm-films van Don Coscarelli (die overigens een vierde deel op stapel heeft staan, maar dat terzijde). Ron ‘Hellboy’ Perlman, ook nooit verkeerd. En hoewel de aanwezigheid van regisseur/acteur Larry Fessenden even het ergste doet vermoeden (kan iemand zich The Last Winter op het IFFR nog voor de geest halen? Brrr!), is hij alleen vóór de camera aanwezig als grafrover Willie Grimes, en dan is hij stukken beter te genieten. Willie heeft een hulpje, Arthur, en in hem herkennen we Lost-acteur Dominic Monaghan.

Willie en Arthur zijn in hun eigen woorden ‘happy-go-lucky’ grafschenners, héél anders dan die gevreesde Murphy’s, waar ze nogal wat problemen mee hebben. En de doden, die zijn ook een beetje onrustig. Zo weet zelfs een kind dat je een lijk dat búíten een kerkhof ligt begraven, met knoflook om de nek en een staak door het hart, beter kunt laten liggen. Zoniet onze helden. De scènes die volgen op het opgraven van dát lijk zullen, net zoals het ‘bevroren lijk, nog lang heugen. En ooit een bange, walgende zombie gezien? Dít is uw kans!

I Sell The Dead, losjes gebaseerd op het korte verhaal The Bodysnatchers van R.L. Stevenson en de de legende van Burke en Hare, is met zichtbaar plezier en een (onzichtbaar) laag budget gemaakt door SFX-specialist McQuaid. Sfeervol, humoristisch en met een fraaie stripestethiek; een aanrader.

Tonio van Vugt
Service info
*****
Brillante Mendoza
23-01-2009 13:00 Pathé 1
Service was een van de meest veelbesproken films in Cannes, aldus programmeur Gertjan Zuilhof, die hem aankondigt, maar dat zegt misschien meer over Cannes dan over de film. Toegegeven, de film kent behoorlijk expliciete seksscènes en een voyeuristische camera die vaak erg ongemakkelijk dicht op de huid van de acteurs kruipt, maar als je de shockvalue wegdenkt verschilt de film in weinig van andere Filippijnse sociale drama’s uit de afgelopen jaren; maar misschien is dat slechts in mijn (westerse) beleving. Over die shockvalue, of zo u wilt rauwe realiteit, zal het publiek straks vermoedelijk nog wel wat vragen stellen, want de regisseur zwerft ergens op het festival rond en zal na afloop een Q&A doen.
Maar eerst de film dus.

De familie Pineda heeft de grootste moeite om hun pornobioscoop draaiende te houden, dus verleent het personeel extra hand-en-spandiensten in de tot darkroom omgetoverde bioscoopzaal. Ondanks alle uitspattingen die daar plaatsvinden, met name tussen mannen, kent men op het seksuele vlak toch grenzen: de geit die in het donker opduikt wordt fluks door de klandizie de zaal uitgejaagd. De film heeft een soort humor die authentiek aanvoelt, en de professionele cast houdt ons mooi voor de gek met hun naturelle spel: het is alsof de camera het leven zelf filmt, zonder script, zonder opsmuk. De prijs voor het smerigste toilet gaat alvast naar deze film. Extra punten voor de vertaler, die enkele filmposters titels meegeeft als Seedling, Frolic In The Water en Young Screwpine (geen idee wat dat laatste betekent). Ook pure poëzie: de tekst BAMAL PUMASOK, die ergens op een deur stta geschreven en zoiet s betkent als ‘geen toegang’.

De film is afgelopen. Ik heb enigszins moeten vechten tegen de slaap, maar ben benieuwd naar wat regisseur Brillante Mendoza te vertellen heeft. Niet veel, naar blijkt, want Medoza zwerft helemaal niet rond op het IFFR, maar is uiteindelijk gelokaliseerd in Manilla en zal overmorgen pas hier arriveren.

Tonio van Vugt
The Higher Force info
*****
Olaf de Fleur Johannesson
16-01-2009 13:00 Venster 1
Het was Twan Huys in het IFFR-journaal van gisterenavond ook al opgevallen: er zijn veel maffiafilms dit jaar. Sopranos-acteur Michael Imperioli, regisseur van openingsfilm The Hungry Ghosts laat zijn niet geringe neus ook al zien in deze tweede film van Olaf de Fleur Johannesson. Imperioli’s rol van Alexander, een ietwat schimmige mafiabaas, is het enige glamoureuze personage dat deze film te bieden heeft - laat het maar aan onze verre noorderburen over, IJslanders in dit geval, om een bende flink sneue criminelen op te voeren.
Centraal staat David, een gangsterhulpje met schrijversambities die door iedereen over zich heen laat lopen. De ongemakkelijke vriendschap met zijn nieuwe huisbaas, wiens connectie met Davids dramatische verleden langzaam ontrafeld wordt, biedt hem een kans op wraak en meer aanzien binnen de bende.
The Higher Force is een comedy of errors, die door zijn excentrieke karakters en plotwendingen meer dan eens aan films als The Big Lebowski of Burn After Reading van de Coen-broers doet denken. Niet iedereen herkent die kwaliteiten blijkbaar: de IMDB-waardering blijft op een magere 5,8 steken, maar trekt u zich daar niks van aan; liefhebbers van droge Scandinavische humor kunnen het slechter treffen.
Tonio van Vugt
The Hungry Ghosts info
*****
Michael Imperioli
16-01-2009 14:45 Venster 1

Even voor alle duidelijkheid: deze film heeft niets te maken met het Hungry Ghosts-programma, dat uit Aziatische horrorfilms bestaat. Is het een grapje van de programmeurs of puur toeval, wie zal het zeggen? Deze debuutfilm van Sopranos-acteur Michael Imperioli (regie, scenario en typecastingomzeilende bijrol) behandelt 36 uur in het leven van mensen zoals u en ik, zij het wat Amerikaanser en behept met iets meer problemen. Deze mensen zijn op zoek naar zichzelf, de ander en een plekje in hun eigen leven. En dat valt, zoals u en ik ook best wel weten, daar hoef je geen filmpersonage voor te zijn, om de donder niet mee.
In de zich te pletter werkende, gokkende en snuivende deejay Frank herkennen we Steve Schirripa, eveneens uit The Sopranos. Hij acteert zich een midlife crisis van jewelste, compleet met verstoorde vader-zoonverhouding, maar hij blijft toch een beetje Bobby ‘Bacala’ Baccalieri.
Enkele van de beste momenten in de film komen van acteur Nick Sandow (voornamelijk tv-series, geen Sopranos-connectie) als de zojuist uit rehab ontslagen Gus (zie foto), die zich zonder drank staande probeert te houden. Intens is hij wanneer hij zonder mededogen zijn nihilistische/realistische wereldbeeld uiteenzet aan een meisje dat zojuist het licht had gezien in een veredelde yoga-cursus, hilarisch wanneer hij een ‘ongelukje’ op een hotelkamer-wc becommentarieert (de smeerboel in kwestie blijft buiten beeld).
Helaas heeft de film ook zijn mindere momenten. We noemen: clichématige dialogen tussen personages die niet uit de verf komen, voorspelbare wendingen die voortkomen uit situaties waarvan je het idee hebt dat ze tot originelere uitwerkingen hadden kunnen leiden, een vlakke fotografie. Niet dat The Hungry Ghosts een slechte film is, maar de catalogus verklapt het zelf al een beetje: ‘De film doet denken aan de beste tv-drama's door de subtiele acteursregie, het snel schetsen van situaties in het leven van een personage, en het creëren van ruimte door uitgekiende momenten van non-activiteit.’
Een goede tv-film, dat is The Hungry Ghosts. Ook al is het dan een wereldpremière, ook al is-ie dan geregisseerd door een Sopranos-ster: van een openingsfilm op het IFFR verwacht je toch een beetje meer cinematografische opschudding.
Tonio van Vugt
En wat vindt ú nou van het nieuwe logo?

Het zal niemand die ook maar enigszins in het IFFR geïnteresseerd is ontgaan zijn: de ‘tijgerbalsemtijger’ is vervangen door een strakke variant, ontworpen door het Rotterdamse collectief 75B.
Uit het persbericht: ‘Het festival wil met een nieuw logo markeren dat het actief reageert op recente ontwikkelingen in de kunstzinnige film en filmgerelateerde beeldende kunst.’ En: ‘De tijger in het nieuwe logo maakt contact, kijkt aan en dwingt tot reactie.’
Dat laatste is zeker waar. Enkele van de reacties die we opvingen:
‘Somebody said it looks like a catfood commercial!’
‘Het is nogal Hello Kitty.’
‘Komt deze tijger straks ook op de vaandels te hangen?’
Dat liegt er niet om, maar de mensch houdt nou eenmaal niet van verandering. Wat we graag willen weten: wat vindt ú nou van het nieuwe logo?
Het 38e International Film Festival Rotterdam gaat van start, en wel aanstaande woensdag, met de openingsfilm The Hungry Ghosts van Sopranos-acteur Michael Imperioli (zie recensie). De kaartverkoop begon -online- in de nacht van vrijdag op zaterdag, en er zijn inmiddels al 90.000 kaartjes verkocht. Dat is niks om je zorgen over te maken, want, zo belooft het festival ons, ‘aan de kassa zijn voor alle festivalfilms in beperkte mate kaarten beschikbaar, ook voor zeer gewilde films als Slumdog Millionaire en Gomorra’. Aanstaande dinsdag, morgen dus, begint om 9.00 uur die verkoop aan de festivalkassa’s, en wel in de Doelen (ingang Kruisplein). Maar voor de avontuurlijker aangelegde filmfan is er op de dag van de voorstellingen zelf altijd nog een prima kans om een pracht van een film mee te pikken, die niet meelift op een of andere hype en aldus onder de radar dreigt te verdwijnen (zo eindigde de vorig jaar vertoonde Zweedse vampierfilm Let The Right One In in menig jaarlijstje, en zeg nu zelf: wie van u heeft hem destijds gezien?).

Overigens hóéf je niet eens naar een film om te genieten van al het moois wat het festival te bieden heeft - buiten het filmprogramma om gebeurt ook veel moois. Zo is ter gelegenheid van het Hungry Ghosts-programma (griezelen op zijn Aziatisch, en het heeft ironisch genoeg niets te maken met de openingsfilm) het voormalige fotomuseum aan de Witte de Withstraat als ‘spookhuis’ ingericht, met kamers die tot spookkamers zijn getransformeerd door Aziatische kunstenaars. Een bezoekje meer dan waard, lijkt ons. (Haunted House, Witte de Withstraat 63, vanaf donderdag 22 januari van 17.00 tot 24.00 uur, toegang gratis).
Daarnaast programmeert Worm vanaf donderdag dagelijks live-optredens in Lantaren/Venster, ook gratis toegankelijk. En wie zijn bril vergeten is kan terecht bij de Urban Screens, ‘een beeldenexplosie in de openbare ruimte’, aldus het IFFR. ‘Nanouk Leopold, Guy Maddin en Carlos Reygadas gebruiken drie gezichtsbepalende gebouwen als ‘projectiedoek’ voor speciaal gemaakte films.’

De komende weken is Zone 5300 dagelijks aanwezig met recensenten en striptekenaars om hier op dit blog verslag te doen. We komen u ongetwijfeld tegen, hier of op het festival zelf. En als u ons niet tegen het lijf loopt, dan wellicht Georgina Verbaan, Egbert-Jan Weeber, Michiel Huisman of Johanna ter Steege (kies zelf uw favoriet), die de premières van ‘hun’ repectievelijke films Oogverblindend, Bollywood Hero, Unmade Beds en Last Conversation zullen bijwonen. En zij zijn slechts 4 van de meer dan 400 gasten uit binnen- en buitenland. Dat wordt druk. Maar in tegenstelling tot wat sommigen u willen doen geloven, is Rotterdam groot genoeg.