Donkersloot en Vandervelden nemen de jonge Stef mee op, wat op het eerste gezicht, een simpele missie lijkt te zijn. Ze kopen een Rietaak in Klindert die als schuilplaats moet gaan dienen voor onderduikers. Wanneer ze op de terugreis voor de tweede keer die dag dezelfde Duitse patrouille tegen het lijf lopen en de Duitsers Stef willen meenemen om in het Duitse leger te laten dienen, loopt de boel uit de hand en zijn Donkersloot en Vandervelden genoodzaakt geweld te gebruiken. Deze actie lokt natuurlijk een represaille uit en al snel bezoeken de Duitsers het dorp Klindert om wat bewoners tegen de muur te zetten.
Hoe dat afloopt moet je zelf maar lezen in Haas #4, het gaat mij nu even om Stef, want die lijkt met zijn plusfour, blauwe trui en sprietjes op zijn hoofd, toch verdacht veel op een zekere creatie van Hergé. En dat was ook de bedoeling.
Tekenaar Fred de Heij gaf de jongen naar eigen inzicht het uiterlijk mee van Kuifje. Het stond niet in het script van Rob van Bavel geschreven. Dat Stef op Kuifje lijkt maakt het des te grappiger dat hij een scène ervoor nog erg bang is voor de hond van de verkoopster. Deze versie van Kuifje is allesbehalve de heldhaftige droogkloot uit de strips van Hergé. Een leuke visuele grap voor degene die oplet, want naar verluidt heeft niemand er Fred nog naar gevraagd. Tenminste, dat liet hij me des gevraagd via de mail weten.
Jij bent de eerste die me erop wijst dat ik Kuifje in Haas getekend heb. Ik kan me in ieder geval niet een andere reactie herinneren, ook niet van Rob. Ik hou altijd wel van dergelijke toevoegingen. Laatst zag ik in een strip opeens kasteel Molensloot. Ook leuk.
Rob van Bavel, Fred de Heij. Haas #4: Vergelding.
Don Lawrence Collection, € 8,95
Meer over Haas lees je in deze recensie.
Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage thematisch dicht op de sfeer van het origineel te blijven.
Het is leuk om te zien hoe andere stripmakers omgaan met de terugkerende thema's die het Bunbun-universum uitmaken: de zucht naar wortels, seks en grote pikken. Baay heeft er een handje van om eindeloos te variëren op deze thema's. Zo nu en dan mixt hij er een sprookjes- of filmparodie doorheen. Soms doet hij dat door een visuele grap en een knipoog naar het medium, maar dikwijls doet hij dat ook lekker plat.
Bunbun blijkt ook zijn eigen gasttekenaar.
Objectief kan ik niet over Bunbun oordelen, daarvoor ken ik de geestelijk vader en het konijn te goed. Ik ben al jaren fan van de strip. Toen ik redacteur was van de site IntermediairForward, een plek waar starters op de arbeidsmarkt terecht konden voor informatie over solliciteren en vacatures, wilde ik de site aantrekkelijk maken door ook iets met strips te doen. Ik heb toen Baay gevraagd om een reeks animaties te maken over Bunbun in een arbeidssituatie. Op een speelse manier konden we zo sollicitatietips kwijt. Bunbun vond het prima om te doen alsof hij solliciteerde, zolang het honorarium maar uit een flinke berg wortels en enkele bereidwillige groupies bestond. Verder niets te klagen over deze acteur.
Ravijn
Al snel schreven Matt en ik de serie samen. Met plezier denk ik terug aan onze plotsessies, die vaak plaatsvonden in een Utrechts restaurant. 'Kunnen we niet een bus vol met marketeers een ravijn in laten rijden?' vroeg ik Matt. Dat leek me wel passend aangezien marketeers mij het leven erg zuur maakten indertijd. 'Natuurlijk kan dat!' zei Matt opgewekt. En zo bedachten we dan een verhaaltje rondom deze scène dat ook nog eens Intermediair genoeg was om op de site gepubliceerd te worden.
Ik ben wat dat betreft Hille van der Kaa, die toen chef online was bij Intermediair, nog steeds dankbaar dat ook zij de humor van Baays konijn inzag.
Maar goed, ancient history.
Oh no, not again? Jazeker wel. Van Bunbun krijg ik nooit genoeg.
Matt Baay en anderen. Bunbun #2 - Oh no, not again
Uitgeverij Syndikaat, € 14,95
Wat zijn je plannen precies?
Ik vertrek 29 april voor 7 tot 10 dagen naar Kabul waar ik het Sound Central Festival zal bezoeken als verslaggever: ik ga ter plekke schetsen, interviews houden en een reportage over maken in de vorm van een journalistieke strip. Zeer waarschijnlijk heb ik al een Nederlandse krant bereidt gevonden om het te publiceren.
Waarom wil je dit project uitvoeren?
Ik kwam via de Facebookpagina van ISAF bij een bericht van de BBC over het South Central Festival 2012. Het festival werd toen voor de tweede keer georganiseerd. Na wat verder erover te lezen kwam ik erachter dat de Nederlandse ambassade in Kabul ook dit festival financieel steunt. Maar ik kon geen enkel bericht erover vinden in de Nederlandse media, behalve een NOSop3 bericht uit 2011 (waarschijnlijk aangeleverd door een persbureau). Voor mij zijn er twee dingen die een rol spelen: voorop staat het verhaal en het evenement en op de tweede plaats het medium de journalistieke strip. Ik vind het een erg bijzonder en moedig evenement en ook in Nederland zou ik het graag in de media willen zien. En als niemand anders het doet, dan doe ik het.
Ik zou ook graag tussen alle ellende en negatieve berichtgeving wat meer positieve berichtgeving en tekenen van hoop willen zien/lezen. Dit soort berichtgeving blijft vaak in de kranten beperkt tot een foto of een heel kort bericht.
Wat hoop je ermee te bereiken?
Ik hoop ten eerste op een verruiming van de blik van lezers. Dat men ziet dat het daar niet alleen maar oorlog en ellende is en dat er mensen en initiatieven zijn die ondanks moeilijkheden toch dingen doen waar ze in geloven. Sowieso ben ik gefascineerd door hoe mensen omgaan met intense situaties en hoe sommigen proberen een verschil te maken. Het uitgangspunt van de reportage is mensgericht. Er zullen vragen naar voren komen als: Wat beweegt mensen om dit festival te organiseren? Wat betekent het voor de bezoekers? Wat is het belang van het festival? En nog belangrijker: Wat betekent het voor de toekomst van Afghanistan?
Waarom wil je dit in stripvorm doen?
Ik heb een fascinatie voor strips en in het bijzonder journalistieke strips. Ik ben er voorstander van dat journalistieke strips uiteindelijk ook daadwerkelijk als journalistiek medium ingezet gaan worden (wat gelukkig ook langzaam maar zeker gebeurt, alleen in Nederland gaat het wel erg langzaam!). Ook dit heb ik nog in geen enkele krant eerder gezien. Daarnaast zijn in Nederland nu ook veranderingen en experimenten gaande in de journalistiek dus lijkt het me ook een prima tijdstip om de journalistieke strip in de kranten, ook eventueel digitaal, te presenteren.
Is strip maken niet een heel trage vorm van journalistiek bedrijven?
Het is zeker een trage vorm van journalistiek. Nieuwsberichten middels journalistieke strips zouden bijvoorbeeld niet haalbaar zijn, maar voor reportages en achtergrondverhalen vind ik het ideaal. Ik ben ook niet goed in artikelen schrijven, maar ik heb wel al behoorlijk wat pagina's ervaring met journalistieke strips. Maar voor een bijzonder verhaal wil ik ook een bijzondere vorm gebruiken die in eerste instantie niet zo voor de hand ligt. Daarom dus de journalistieke strip.
Heb je de ambitie om de Joe Sacco van de Lage Landen te worden?
Mijn inspiratievoorbeelden zijn zeker tekenaars als Joe Sacco, maar ook Patrick Chappatte, Ted Rall, David Axe, Dan Archer, Susie Cagle, om er maar wat te noemen. Zij die het ook echt met eigen ogen willen zien, tekenen dingen waarvan ze vinden dat mensen het moeten weten en het ook daadwerkelijk doen. Tuurlijk laten we eerlijk zijn, ik heb wel ambitie om naam te maken in de stripwereld en eventueel ook in de journalistiek. Vanaf dat ik 4 was wilde ik al striptekenaar worden, uiteindelijk ging ik geschiedenis studeren (niet afgemaakt overigens, ik was het op veel vlakken niet eens met de manier van lesgeven en innovatie in het middelbaar onderwijs vond ik achterlopen of te langzaam gaan), daarna naar de kunstacademie waar ik uiteindelijk toch weer terugkwam op strips. Alleen dan wel strips over wat er speelt in de wereld en die een bepaalde impact op mensen kunnen hebben.
Ik heb altijd al interesse gehad voor oorlogen, conflicten en andere heftige situaties, maar als er andere verhalen zijn waarvan ik vind dat ze verteld moeten worden, zou ik dat ook maar wat graag aangrijpen.
Wat is je doelgroep?
Eigenlijk het grote publiek, dus zo ruim en breed mogelijk en niet alleen stripliefhebbers. Mensen zullen niet zo snel een strip kopen, maar let maar eens op hoeveel jonge Metro- en Spits-lezers meteen de strips erbij pakken. Ik ben erg benieuwd wat voor reacties hier straks op komen als het uiteindelijk ook in een Nederlandse krant komt en dat er eventueel ook meer striptekenaars of journalisten mee aan de slag gaan.
Wil je Jules helpen met zijn project? Check dan hier hoe je dat kunt doen. En bekijk de facebookpagina om op de hoogte te blijven.
Dit prachtige groene monster hangt tegenover mijn bureau, tussen twee ramen in. Als ik van mijn werk opkijk, zie ik hem dus hangen. Daarmee is mijn toch al aardige uitzicht, ik woon aan een mooi park, er nog eens op vooruitgegaan. Deze prachtige prent van Serge 'tekenbeest' Baeken, deed hij mij cadeau voor een vriendendienst.
Hellboy. Illustratie: Serge Baeken
Dat ik een fan ben van Serges tekenwerk is geen groot geheim. Ik heb al een paar keer over hem geschreven en enkele video's met hem gemaakt. (Zie dit interview uit 2009, een reportage over zijn expo in Lambiek en deze studie van een recente tekening.) Ik hou van zijn robuuste handschrift en zijn voorkeur voor het tekenen van mooie vrouwen, maar bovenal bewonder ik de snelheid en trefzekerheid waarmee hij zijn lijnen aan het papier toevertrouwd.
Baeken maakt illustraties voor verschillende kranten en tijdschriften, waaronder De Tijd, Humo en MoneyTalk. Wie boeken- en stripbeurzen bezoekt ziet Serge daar ook wel eens portretten van bezoekers tekenen. En als het papier op is gaat hij gewoon op hun lichaam verder. Tijdens zijn expositie in Lambiek een paar jaar geleden gebruikte hij mijn gezicht als canvas:
Lekker veel
Recent verscheen bij Uitgeverij Xtra alweer de vierde vuistdikke bundel van zijn hand: Fast Forward geheten. Een verzameling vrij werk en opdrachttekeningen, waaronder dus de illustraties die hij bij artikelen in De Tijd en Humo maakt, en ook de ontwerpen voor de covers van het Nederlandse Mad magazine dat inmiddels alweer is opgehouden te bestaan.
Leuk dat deze bundel ook foto's opgenomen zijn van Baekens speciale projecten: hij maakte eens een hele reeks muurschilderingen van huizen op stenen formaties en ook de beursportretten staan erin. Wel jammer dat niet alle foto's scherp zijn.
Ook spijtig is dat de artboeken in grijstinten worden afgedrukt. Veel illustraties maakt Baeken namelijk in kleur, vaak met een zeer oogstrelend resultaat. Ik snap heel goed dat kleurendruk een veel te kostbare aangelegenheid wordt, maar spijtig is het wel. Daar staat tegenover dat je nu wel 400 pagina's Baeken-illustraties hebt in één bundel, waar we weer een tijdje mee vooruit kunnen.
Bekijk hier een preview van de bundel (link onderaan de cover). En check vooral ook Serge's Facebookpagina, waar hij geregeld nieuw werk publiceert.
Serge Baeken: Fast Forward, 400 Family Friendly Files.
Uitgeverij Xtra. € 29,00
ISBN 9789490759490
Ook uitgegeven als Leporella.
Hoe hij daar gekomen is blijft een raadsel dat stripmaker en geestelijk vader Frodo de Decker verder niet onthult. Het gaat dan ook niet zo zeer om een verhaal met een diepere betekenis in Blijven roeien!, het eerste Otto-album van uitgeverij Syndikaat: in deze luchtige situatiecomedy verzeilt de hoofdfiguur van de ene situatie in de andere en leiden zijn daden tot grappige momenten. En dat alles tekstloos.
Zo ontmoet hij Noach en zijn ark, buitenaardse wezens, groene kabouters, wordt hij verliefd en in de ruimte geslingerd - maar niet per se in die volgorde. Uiteindelijk vindt hij een zeemeermin, maar of dat nu naar wens uitpakt... Nou ja, je moet het zelf maar lezen.
Leuk aan deze strip is dat hij zowel voor de kids als volwassenen geschikt is. Op de site van De Decker staat een preview van het nieuwe album dat vers van de pers is gerold. Ik heb in ieder geval al zin in Op hete kolen.
Frodo de Decker. Otto 1: Blijven roeien!
Uitgeverij Syndikaat, € 16,95
ISBN 978-90-78403-13-5
Dit is een van mijn favoriete cartoons uit de bundel:
Het is een mooi voorbeeld van de sterke beeldgrappen die Duchateau maakt, waarbij hij tot clichés verworden beelden een grappige draai geeft.
Erg leuk zijn de vele verwijzingen naar het beeldverhaal en de grammatica van de strip. Bekende stripfiguren zijn het doelwit van spot. Hierbij heeft Kim vooral een voorkeur voor Disney-figuren, Smurfen en klassieke Vlaamse striphelden als Suske & Wiske.
In zijn overwegend absurdistische cartoons schroomt Kim er niet voor om grof en wrang uit de hoek te komen. Hij varieert dan ook graag op thema's als kindermishandeling en huiselijk geweld. Ook sociale media als Facebook worden op de hak genomen (gelukkig! laten we dat verschijnsel vooral niet te serieus nemen.)
Soms maakt Kim zich schuldig aan wat flauwe woordgrapjes als een kip die jurylid is van een soort Idols en beweert 'kippenvel' te krijgen. Maar die zijn duidelijk in de minderheid.
Om even in Facebook-termen te blijven: Alles komt los, vind ik leuk.
Kim. Alles komt los
Uitgeverij Oogachtend, € 19,00
ISBN 9789077549759
Het tweede gedeelte van het gesprek wordt de toon persoonlijker als Peter vertelt over de kuur die hij moet gaan volgen om de hepatitis-c waar hij aan lijdt, te bestrijden. Door deze kuur loopt zijn huidige stripproject, een groot boek over de dood, waarschijnlijk vertraging op. Bij deze wens ik Peter van harte beterschap!
De expositie is tot en met 16 maart te bezichtigen op de eerste anjeliersdwarsstraat 36 te Amsterdam.
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.
Meer afleveringen van de videoreeks Daily Webhead zijn hier te bekijken.
De tekening is uiteraard in het jubileumnummer geplaatst. Wat mij betreft had de tekening een van de mooiste Zone-covers ooit kunnen zijn. Ik weet zeker dat met deze dame op het omslag dit honderdste nummer goed zou opvallen in het tijdschriftenschap.
Ik vind het zo'n mooie prent dat ik een video maakte om de sexy dame die Baeken getekend heeft, eens nader te aanschouwen.
Muziek in deze Daily Webhead is gecomponeerd en uitgevoerd door Marco Raaphorst.
Syd gaat bij een hoer op bezoek terwijl zijn vriend Roger met een eikel op zijn hoofd buiten blijft wachten. De Engelse jongens zijn op bezoek in Amsterdam voor een voetbalwedstrijd en daar hoort een bezoek aan de rosse buurt en het eten van paddo's bij. Tot zover de clichés, want Guido van Driels Gasten gaat dieper dan het doorgaans oppervlakkige gedrag van voetbalsupporters in de openbare ruimte.
Syd is namelijk niet alleen naar Amsterdam gekomen om een wedstrijd bij te wonen, maar ook om de laatste dag van zijn tweelingbroer, die in het IJ verdronken is, na te lopen. Hun relatie was niet geheel vlekkeloos. Zijn maatje Roger is steenrijk, want hij heeft net de loterij gewonnen. Maar hij gaat gebukt onder een schuldgevoel.
Tijdens het lezen van deze knappe striproman kon ik me niet aan het idee ontrekken dat ik naar een storyboard voor een nog niet gemaakte film zat te kijken: Van Driel gebruikt, op een enkele uitzondering na, constant kaders van dezelfde grootte in de beeldverhouding van het filmkader. De bladspiegel lijkt zo veel op dat van een storyboard.
Misschien moest Gasten ook ooit een film worden, net als Van Driels Ommekaar in Dokkum die de strip- en filmmaker recent verfilmde als De wederopstanding van den klootzak. De film ging in première op het 42ste International Film Festival Rotterdam.
Van Driel heeft veel aandacht besteed aan het getrouw weergeven van het decor: je zou de route van Syd en Roger door Amsterdam makkelijk in het echt kunnen volgen.
Guido van Driel. Gasten
Oog & Blik/De Bezige Bij € 19,90
ISBN 9789054923169
Twee jaar geleden sprak ik Argibald (ook wel bekend als Willem Bentvelzen, maar alleen zijn moeder schijnt hem zo te noemen) uitgebreid voor Het Parool toen zijn bundel Ik vond de site beter uitkwam bij uitgeverij Xtra. Momenteel verschijnen zijn cartoons met enige regelmaat in o.a. Propria Cures, Van Speijk en Bionieuws. Online is hij aanwezig op o.a. De Speld, FOK! en Studio Noord.
Naar aanleiding van de expositie publiceert de cartoonist in eigen beheer een boekje met teksten: De theezakjes van de ziel. Meer nieuws hierover op zijn facebookpagina.
Argibalds werk is te bewonderen tot 17 Maart aan Lijsterstraat 49 te Utrecht. Het perfecte excuus om wat beeldende kunst te aanschouwen terwijl je een biertje drinkt.
Deze week heb ik het hele hoofdstuk over Jim Shooter gelezen. Shooter was in de jaren tachtig editor-in-chief bij Marvel, oftewel: de hoofdredacteur van alle titels die uitkwamen. Ik heb altijd veel bewondering voor Shooter gehad, niet in de laatste plaats omdat ik als kind en later de strips die onder zijn supervisie uitkwamen erg goed vond, maar Howe schroomt niet om de minder goede kanten van Shooters perfectionistische karakter te beschrijven. Goh, die man heeft wel een paar rare fratsen uitgehaald zeg. Hij liet professionele tekenaars, mensen die echt wel weten hoe je en scène moet visualiseren, vaak pagina's overdoen. Zoals ik het begrijp, werd hij door een groot deel van de staf gehaat.
Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.
Marvel Comics: The Untold Story is op vele momenten smullen maar voor een fanboy als ik ook erg ontluisterend: levende en dode striplegendes worden weer gewoon feilbare mensen. Des te meer wordt duidelijk dat de uitgeverij jarenlang gerund werd door directeuren die de ballen verstand van strips hebben. Marvel is namelijk jarenlang van het ene conglomeraat naar het andere doorverkocht en zeker in de periode dat het bedrijf naar de beurs ging, moesten aandeelhouders tevreden worden gehouden. Meer winst was het credo en dat ging altijd ten koste van de kwaliteit van het product en vooral ten koste van het werkplezier van de creatieven die het product maken.
Jack Kirby in zijn tekenstudio thuis. Bron: seanhowe.tumblr.com
Chris Claremont, de schrijver die zestien jaar lang van X-Men een succesvolle serie maakte, werd op een gegeven moment zonder bedankje aan de kant geschoven. De Amerikaanse stripgeschiedenis zit vol met dat soort nare voorbeelden, met als grootste voorbeeld wellicht wel Jack Kirby die jarenlang streed met Marvel om zijn originele tekeningen terug te krijgen. Goed, Kirby draaide op een gegeven moment wel door en claimde dat hij zo'n beetje het hele Marvel universum in zijn eentje had bedacht en dat Stan Lee's rol nihil was in de creatie van Spider-Man, Fantastic Four en De Hulk. Wanneer er tegenstrijdige berichten zijn over hoe iets heeft plaatsgevonden, meldt Howe beide versies van de geschiedenis.
Sean Howe en zijn boek. Foto: Stefano Giovannini. Bron: www.brooklyndaily.com
Vroeger verdienden de stripmakers die interessante personages bedachten nooit het geld dat die personages opbrachten. Alles viel contractueel onder 'work for hire' dus de uitgeverij bezat de copyrights. Stan Lee bedacht veel van zijn superhelden in samenwerking met mensen als Kirby en Steve Ditko, maar de rechten van al die superhelden liggen bij Marvel. Mensen als Kirby en Ditko verdienden dus niets aan de mega-opbrengsten van de Marvel-films bijvoorbeeld.
Dankzij alle vunzige details die Howe bovenhaalt, gaat de glans wel een beetje van Marvel af.
Natuurlijk: de comicsindustrie is een commerciële onderneming. Tegenwoordig wordt er veel meer geld binnengehaald met licenties en films over de superhelden dan de strips zelf. Wie ook nu nog Marvel Comics leest, krijgt door de vele crossovers, herstarts van series en ander stuntwerk het idee dat de marketingafdeling van de uitgeverij de strips schrijft.
Zo is men nu weer eens aan het stunten met Spider-Man. Na Amazing Spider-Man #700 zullen ze de serie stoppen en met Superior Spider-Man beginnen. En er wordt gehint dat Peter Parker de overgang misschien niet overleeft. Alweer. Scribent Dan Slott promoot zijn verhalen flink op Twitter, maar ondertussen zijn de fans onrustig en angstig over wat de marketingmensen nu weer hebben bedacht. Want, dat het hier vooral om marketing gaat mag duidelijk zijn. (Ook al beweert Slott in een interview met Newsarama.com - spoilers! - dat de veranderingen in Amazing Spider-Man niet plotseling uit de lucht komen vallen en dat dit event al lang geleden gepland is.) Alle eventcomics, iets waar Shooter wel zo'n beetje mee begonnen is trouwens, hebben maar een doel voor ogen: meer boekjes verkopen.
X-Men rond 1977.
Illustratie: Dave Cockrum. Bron: seanhowe.tumblr.com.
Marvel NOW!
De veranderingen in Spider-Man zijn onderdeel van de Marvel NOW!-Campagne: schrijvers en tekenaars van de ene serie worden opeens op een andere serie gezet. Superheldenteams worden lekker door elkaar gehusseld om een nieuwe dynamiek in de verhalen te brengen. Zo bevat het nieuwe team van The Avengers enkele X-Men, terwijl in X-Men er een tienerversie van Jean Grey rondloopt. (Grey stierf eerder in 2004 en schijnbaar ook in de jaren tachtig). Series worden stopgezet en krijgen een doorstart zoals Superior Spider-Man.
Het lijkt allemaal wat op naar wat DC Comics een jaar geleden heeft gedaan: alle bestaande series stopzetten en met nieuwe 52 series bij nummer 1 beginnen. Een nieuw instapmoment om de mythe van hun superheldenstal te volgen. Nu zou dat ook meteen wat aanpassingen van deze helden betekenen, een soort van modernisatie waardoor de personages meer van deze tijd zijn.
Hoewel ik niet voor alle 52 nieuwe series kan spreken, viel de vernieuwing in Batman mij behoorlijk tegen. Deze week las ik de eerste bundel nieuwe Batman-verhalen The Court of Owls. Afgezien van een paar aanpassingen van zijn kostuum, dat nu wat meer lijkt op het pak uit de films van Christopher Nolan, zie ik weinig vernieuwing in de wereld van Bruce Wayne.
Spoilers!
Toch is het volgen van dergelijke verhaallijnen het leukst als je de comics per deeltje koopt. Dat doe ik al jaren niet meer: ik lees altijd trades die een paar maanden later uitkomen. Verzamelde comics zijn goedkoper dan ieder deeltje los kopen. Maar je betaalt daar als fan wel een prijs voor: over veel van de belangrijke plotpunten in Spider-Man hoor ik al via het web. Dat hoort nu eenmaal bij deze tijd en bovendien is het niet zo'n ramp: wat er gaat gebeuren zegt nog niets over hoe het gaat gebeuren.
Het spijtige aan die grote events is dat ze meestal op de lange duur niet goed uitpakken. Ik schreef er deze zomer nog een heel artikel over voor Stripgids. Ik hoop dan ook van harte dat ze Peter Parker weer niet gaan vervangen voor een ander, want dat trucje hebben ze recent nog uitgehaald in Ultimate Spider-Man.
Of Spider-Man nu sterft en hoe je de strip ook noemt waarin hij de hoofdrol speelt: uiteindelijk worden de ergste fouten, euh veranderingen, toch wel weer teruggedraaid, dus ik maak me er nog niet heel druk om.
Sommige fans wel trouwens: ik vind het altijd een genot om boze, verbaasde en andersoortige reacties online te lezen. De vele haatvideo's over Brand New Day waren indertijd zeer vermakelijk en ook SevenWebheads maakte een onderhoude vlog over het laatste nummer van Spider-Man. Wie niet wil weten wat voor twists Dan Slott heeft bedacht, moet vooral de video niet kijken. Voor de rest: enjoy!
Ode aan stripmakers
Nog even terugkomend op het boek van Sean Howe: ik vind Marvel Comics: The Untold Story voor fanboys en stripliefhebbers zeker een aanrader. Ondanks alle nagerigheid is het boek toch vooral het verhaal van de stripmakers die de superhelden van Marvel al jaren tot boeiende personages maken. Het is een ode aan hun bloed, zweet, tranen en geniale uitspattingen.
Een nadeel van het boek is wel dat er geen illustratiemateriaal in staat. Dat heeft van alles met copyrights te maken. Gelukkig heeft Howe een zeer levendig Tumblr-blog en Facebook-pagina waarop allerlei juweeltjes uit de archieven van Marvel te zien zijn.
Sean Howe. Marvel Comics: The Untold Story
Harper Collins.
SBN: 9780061992100; ISBN10: 0061992100
Avonturenstrip, meidenverhaal, porno of sociale satire zoals in 't Landje: De Heij draait zijn hand er niet voor om. Een zoveelzijdig stripmaker mag best eens in het zonnetje worden gezet. Ook al weet ik dat De Heij niet maalt om prijzen, ik heb het idee dat hij allang aan de beurt had moeten zijn wat de Stripschapprijs betreft.
Jammer dat het alweer een tijdje stil is op zijn blog. Fred deelde daar zijn visie op de strip, toonde tekeningen en schetsen. Ik vernam laatst van Ger van Wulften dat Fred binnenkort op het blog van uitgeverij Xtra verder zal gaan schrijven.
In deze video zie je De Heij aan het werk. Tijdens de Stripdagen Haarlem dit jaar zat hij twee dagen druk te tekenen en signeren voor zijn fans. Dit is een van de tekeningen die hij daar maakte, een scène uit het eerder dit jaar verschenen De Schuilplaats. Ik heb het beeld niet versneld om tijd te winnen: ik wilde juist de verschillende fasen van die tekening duidelijk laten zien. Kijk hoe De Heij met een paar lijnen uit zijn kroontjespen een hele setting suggereert.
Bekijk de HD versie op Vimeo.
Pulman #15
Ondertussen is recent ook Pulpman #15 uitgekomen. We hebben er wat langer op moeten wachten dan normaal, maar hij is dan ook extra dik. Fred verdiept zich dit keer in de hentai - Japanse stripporno - en poogt in die stijl zijn eigen verhaal te vertellen. Ook interessant is het korte stripverhaal dat Willem Ritstier schreef: Who is afraid of black? Ik hoop dat Ritstier en De Heij deze zes pagina's zullen gebruiken als springplank voor een heel album, want volgens mij valt er nog veel meer over dit schilderij te vertellen.
Ook zien we in deze Pulpman het eerste deel van Ezra: Duivel baart duivel van Luke Zwanziger (scenario) en Shanna Paulissen (tekeningen). Een occulte western, doorspekt met demonen, exorcisme en visioenen. Zie voor meer informatie de site van Uitgeverij Xtra.
De muziek in deze Daily Webhead is als vanouds door Marco Raaphorst gecomponeerd en uitgevoerd.
Maar hoe zit het nu precies met de vrouwen van Agent 327? Waar komen ze vandaan? Naar wie zijn ze gemodelleerd? De antwoorden op deze kwesties en nog veel meer vragen staan in het net uitgekomen The Making of - De vrouwen van Agent 327. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat de vrouwen van het strippersonage tegelijkertijd een rol hebben gespeeld in het leven Martin Lodewijk (Rotterdam, 1939), geestelijk vader, schrijver en tekenaar van de avonturen van de geheim agent. In dit album vinden we dus onder andere zijn vrouw, zijn moeder en zijn oma die een avontuurlijk leven leidde.
Tevens ligt in de schappen de zevende druk van Dossier Stemkwadrater, het eerste lange avontuur van Agent 327 dat oorspronkelijk in 1970 uitkwam. De pagina's zijn opnieuw ingescand, ingekleurd en geletterd, daarom spreekt stripmaker Martin Lodewijk liever over een gerestaureerde versie. Hij vertelt in deze aflevering van Daily Webhead over het album en de Vrouwen van Agent 327 en de vrouwen in zijn leven.
Martin Lodewijk: Dossier Stemkwadrater
ISBN 9789024558391
Hardcover € 16,95
Softcover € 8,95
Stef Habraken: The Making of - De vrouwen van Agent 327
Hardcover € 19,95
Er is ook een luxe editie van € 49,95: gelimiteerde oplage, genummerd, gesigneerd met originele ets.
Uitgeverij L
In 2009 is uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij begonnen met de integrale heruitgave van de Heinz-strips. In de serie Heinz van H tot Z zullen uiteindelijk vijf delen uitkomen. Deel drie, deeltje I, ligt vanaf november in de winkels. Net als zijn voorgangers is het een mooi uitgegeven boek. Dik met een harde kaft met noten achterin. Maar daar moet dan ook wel een flinke prijs voor worden betaald, namelijk 45 euro. Ik vermoed dat de uitgever voornamelijk de nostalgische lezer voor ogen heeft die alle Heinz-strips compleet wil hebben.
Leuk aan de geschiedenis van Heinz is dat deze kat zijn striploopbaan begon als bijfiguur in de strip Rocking Belly. De titelfiguur van deze strip was een bestaande punker en leadzanger van de Rockin' Belly Bende, waar stripmaker Windig ook lid van was. De verhalen speelden zich deels af in een kraakpand waar de kat Heinz woont. Eerst verscheen de kat geregeld op de Goochem-pagina van Het Parool om later op de strippagina zijn eigen strip te krijgen. En niet alleen in Het Parool: jarenlang zijn de avonturen van Heinz in tientallen kranten, ook buiten de landsgrenzen, te lezen.
Deel i
Wat vooral opvalt als je de strookjes weer leest is hoe goed deze de tand des tijds hebben doorstaan. Het merendeel van de avonturen van deze stripkat zouden nu nog heel goed gepubliceerd kunnen worden. Niet zo gek dus dat forensenkrant Metro de strips opnieuw publiceert.
Waar de stripjes wel gedateerd zijn, bijvoorbeeld omdat ze refereren naar de Teenage Mutant Ninja Turtles of carpoolstroken, biedt het notenapparaat achter in het boek uitkomst. Sowieso worden daar de vele intertekstuele verwijzingen die de strip rijk is uit de doeken gedaan, wat de heruitgave in het bijzonder de moeite waard maakt.
Heinz op herhaling is prima te verteren. Het mag dan oude wijn in nieuwe zakken zijn, de wijn is goed geconserveerd.
Windig & De Jong. Heinz van H tot Z: Deel Drie (november 1992 - december 1994)
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN 978 90 5492 327 5, € 45
Twee recente, prachtige afleveringen uit de stripserie S1ngle van Hanco Kolk en Peter de Wit. Ik lees de gagstrip over drie vrijgezelle vriendinnen al jaren met veel plezier, en ben soms toch weer blij verrast door scènes als deze waarin de heren in één plaatje en woordeloos een heel verhaal vertellen. En bovendien een zeer herkenbaar verhaal. Vakwerk.
Dit jaar kwam S1ngle XL uit bij uitgeverij de Harmonie. Uiteraard zijn Fatima, Stella en Nienke nog steeds op zoek naar de Ware liefde, maar ook naar de Ware paar schoenen. Hopeloze romanticus Fatima (hoofdrolspeelster in de hier gepubliceerde strookjes) is mijn favoriet van de drie, ook al tekent Kolk steevast maar een oog van haar. In S1ngle XL schrijft ze haar naam in het zand van het strand. Een golf gaat eroverheen en er blijft alleen Tim staan, waardoor de blondine ervan overtuigd is dat dit de naam van de Ware zal zijn. Ze gaat hierin zo ver dat als ze eens een leuke vent tegenkomt, ze niets met hem wil beginnen omdat hij Harold heet. Het Tim-project loopt als een losse rode draad door het album dat met een cliffhanger eindigt als Fatima eindelijk oog in oog met een Tim staat. Tussendoor leveren de seksistische fratsen van chirurgen Van Swieten en Bernard, de dates van Nienke en de onenightstands van Stella, aardige lachmomenten op.
Hanco Kolk en Peter de Wit. S1ngle XL
Uitgeverij de Harmonie
ISBN: 9789076168296, € 12,50
Ik vind dat Valkema prachtige Toonder pastiches tekent en heb hem daar het een en ander over gevraagd na de presentatie van het honderdste nummer van Eppo. Die vond plaats in Paradiso, vandaar dat je in de video op de achtergrond opeens een soundcheck van het een of ander hoort.
Functioneel naakt in Jodocus 2.
Bovenstaande prent is afkomstig uit het tweede album van Jodocus de barbaar dat net is verschenen. In deze stripreeks neemt Marq van Broekhoven de fantasystrip op de hak. Ik schreef al eerder een recensie van het eerste deel. Jodocus heeft soms last van visioenen. In de tekening komen dat talent en Jodocus' verlangen voor prinses Yazine samen in een 'natte droom'.
In De blauwe wijven zijn Jodocus en zijn geliefde prinses Yazine nog steeds op de vlucht voor de soldaten van haar vader, de verschrikkelijke magiër Azaroth. Yazine denkt dat Jodocus haar geliefde prins Folio is, en de verliefde barbaar laat haar in die waan. Ondertussen wordt de echte Folio gevangengehouden door Azaroth en duiken de legendarische blauwe wijven opeens op in het dorp van Jodocus.
Het is geen groot geheim dat ik het werk van Van Broekhoven met plezier lees. Ik ben fan van zijn autobiografische reeks Marq denkt en ook Jodocus kan ik zeer waarderen, niet in de laatste plaats omdat het plezier dat Marq in het strip maken heeft van de pagina's valt af te lezen. Hij neemt dan ook de tijd om zijn verhaal te vertellen: voor de openingsscène uit Jodocus de Barbaar #2: De blauwe wijven, die bestaat uit een melige dialoog tussen een postbezorger en een broeder van het klooster der Kabrijnen, trekt hij gerust zes pagina's uit. En dat allemaal om broeder Marcus bij de lezer te introduceren. De broeder die stiekem verhaaltjes over barbaren, prinsessen en magiërs zit te pennen in plaats van de heilige schrift te kopiëren. Deze broeder Marcus lijkt opvallend veel op hoe Van Broekhoven zichzelf in zijn autobiografische strip neerzet. Oplettende lezers snappen dat de stripmaker op sluwe wijze zichzelf in het verhaal introduceert.
Marq van Broekhoven. Jodocus 2: De blauwe wijven
Uitgeverij Strip 2000
ISBN 978907060251 €8,95
Bij Strip2000 is tevens het vierde album van Peer de Plintkabouter verschenen, Een toffe Peer! geheten en ook door Van Broekhoven vervaardigd. Over deze strip staat een recensie geschreven door Jos van Waterschoot op de site van Het Stripschap.
Wat deze webwinkel ook onderscheidt van zijn concurrenten is dat je er fysiek doorheen kunt lopen. De mannen van Lambiek hebben namelijk de galerieruimte vol gezet met de voorraad van de webwinkel. Voor zover ik weet is dit dus de enige online winkel die je fysiek kunt bezoeken, namelijk op Kerkstraat 132 te Amsterdam.
Met het verdwijnen van de galerie is er wel een mooie plek verloren gegaan waar het werk van stripmakers aan de muur geëxposeerd kan worden en dat is jammer. Overigens betekent dit niet meteen dat er geen boekpresentaties meer in het stripantiquariaat plaatsvinden.
Boekpresentaties
Donderdag 15 november wordt om 17 uur het nieuwe album van Agent Orange gepresenteerd. Dit is natuurlijk de satirische stripbiografie van wijlen Prins Bernard, de schavuit van Oranje die meer buitenechtelijke kinderen op de wereld schijnt rond te hebben lopen dan het aantal olifanten dat hij heeft neergeschoten. Het vijfde album heet Affaire King Kong, dus wellicht dat Bernard dit keer zijn geweer op de bekende filmaap richt en het andere wild even met rust laat.
Stripmakers Erik Varekamp & Mick Peet zullen daar ook bij aanwezig zijn en eventueel een krabbel zetten. Ze zijn 1 december trouwens ook om 15:00 in selexyz scheltema te Amsterdam om dit nieuwe album te signeren.
Vrijdag 16 november wordt het nieuwe Heinz-album in de reeks Heinz van H tot Z, gepresenteerd in Lambiek. Van 17-19 uur, wat mooi samenvalt met de wekelijkse stripborrel waar Heinz-vaders Windig & De Jong meestal wel te vinden zijn.
In Buffy the Vampire Slayer #39 draait Angel, onder invloed van een boosaardige entiteit, Giles de nek om. Het is een offer van de leermeester die Buffy al die jaren heeft bijgestaan. De schok van de dood van Giles brengt Buffy ertoe om de Seed of Wonder te vernietigen. Het voordeel hiervan is dat de toegang tot heldimensies is afgesloten. Het grote nadeel is dat alle magie uit de wereld zal verdwijnen.
Het hoe en waarom is eigenlijk niet wat mij schokte: het feit dat Giles stierf wel. Giles (gestalte gegeven door Anthony Stewart Head) is al sinds seizoen 1 de Watcher van Buffy. De echte vader van Buffy was voor het merendeel afwezig in de serie, dat maakte Giles tevens Buffy's alternatieve vaderfiguur. Ik vond het altijd een sympathieke gast, juist omdat Giles zoals iedere ouder feilbaar bleek te zijn. Hij heeft zelfs in zijn jeugd gestoeid met zwarte magie, wat hem alles behalve een vlekkenloze reputatie gaf en bovenal tot een gelaagd en uitgediept personage maakte. We kenden hem niet alleen als de wijze man die alles weet over magie en de heldimensies (altijd handig als je een Vampire Slayer traint), maar ook als een volwassene die zijn rol in de wereld moest vinden toen Buffy steeds meer op eigen benen ging staan. Bovendien kon hij heel aardig zingen. Ik kende Giles al zo lang, het is alsof er een vriend is heengegaan.
Te cartoonesk
Ik zal hem zeker gaan missen, ook al werd de moord enigszins afgezwakt door het tekenwerk van Georges Jeanty. De kracht van de continuering van de televisieserie in stripvorm zit hem deels in het feit dat de acteurs goed zijn nagetekend. De stijl van Jeanty schommelt tussen realisme en een wat meer cartooneske tekenstijl, en juist daar wringt de schoen. Doordat Giles wat meer cartoonesk is getekend op het vierde plaatje (linksonder) wordt voor mij de afstand tussen realisme en hetgeen wordt afgebeeld groter, waardoor de impact van de daad minder hard aankomt.
Dat kan een bewuste keuze zijn geweest van de tekenaar, maar ik vind het vooral jammer, omdat Giles hierdoor meer een stripfiguur wordt en minder een mens van vlees en bloed. De stripversie komt daardoor verderaf te staan van het personage dat ik al jaren ken en waar ik me verbonden mee voel.
Mijn gevoel spreekt wat dat betreft stripgoeroe Scott McCloud tegen. Die beweert in Understanding comics dat een meer abstractere tekenstijl identificatie bevordert. De cartoonstijl heeft volgens McCloud twee interessante effecten. Ten eerste wordt een gezicht naarmate deze abstracter wordt uitgebeeld universeler. De realistische weergave kan maar een specifiek individu zijn terwijl de meer abstractere weergave lijkt op veel meer verschillende mensen. Ten tweede bevordert een gesimplificeerde weergave, waarbij vele kleine details niet getoond worden, de identificatie tussen de lezer en het getekende gezicht. Dit komt omdat we in ons hoofd van het eigen gezicht ook maar een schetsmatige weergave hebben. Ik ben het in dat geval dus niet met McCLoud eens. Identificatie gaat veel verder dan de vorm van een personage en in dit specifieke geval moet het personage juist zoveel mogelijk lijken op de acteur die al jaren Rupert Giles gestalte geeft.
De dood van Giles is door de geestelijk vader van het Buffy universum goedgepraat. Joss Whedon legde zijn daad aan Entertainment Weekly als volgt uit:
I have several reasons for that, some of which I can’t reveal because ripples from that event are going to be a part of both [the Buffy "Season 9" comic and the new Angel comic]. Part of it was really just feeling that Giles’ place in the comic book did not sit the way it did in the show. To have this paternal, expositional guy there — it wasn’t really something that played in the comics the way it did when Tony Head [i.e. actor Anthony Stewart Head] does it. I wanted to make all this matter and have something that would send emotional ripples through all the characters. Also, I’m a prick. But I did tell Tony it was going to happen before it did. At first he said, “Oooh,” a little worried. Then I said, “Angel’s gonna kill you.” He said, all excited, “Oooh! That’s great!” [Laughs]Vanuit het perspectief van de schrijver komt Whedon met allemaal legitieme redenen voor zijn beslissing, daar niet van, maar hoe je het ook wendt of keert: Rupert Giles is dood. En dat vind ik zeer spijtig. Ik ga de beste man, zijn zangpartijen, gestotter en wijsheid missen, zo veel is zeker. Moge hij in vrede rusten en niet terugkomen als vampier of zombie.
De expositie in het Musée d’Art Moderne van Parijs liep tot 19 augustus, dus helaas bent u te laat om te gaan kijken. Gelukkig had ik een videocamera bij me en heb ik er - speciaal voor u - een impressie van geschoten. Enjoy!
De muziek in deze video is deels gecomponeerd door de immer muzikale Marco Raaphorst.
Het jonge meisje Addidas helpt haar vader met schoorsteenvegen. Soms krijgt ze toevallen en droomt ze van een wereld onder de stad, waarin monsterachtige wezens machines bedienen. Al snel komt ze erachter dat die onderwereld echt bestaat en dat er een verband is tussen de machines en de mensen in de stad. Ze sluit vriendschap met het wezen dat haar machine bedient en samen willen ze de vader van Addidas bevrijden die door de overheid in een strafkamp aan het werk is gezet.
Koma is een wonderlijk verhaal, dat ik tot de laatste bladzijde geboeid heb zitten lezen. In het begin lijkt het allemaal nog zachtaardig, maar in de scène waarin twee mannen van de overheid duidelijk uitleggen hoe ze Addidas' vriend levend zullen gaan villen om informatie over de onderwereld uit hem te krijgen, is duidelijk dat dit geen strip is voor te jonge lezers. Toch wordt de sfeer in Koma nergens echt grimmig, wat mede te danken is aan de fijne, levendige tekenstijl die Peeters hanteert.
Koma werd oorspronkelijk in zes delen uitgegeven. Uitgeverij Sherpa heeft het verhaal in een graphic novel gegoten. Nu kun je in één keer van het verhaal genieten. Een aanrader.
Bekijk hier een preview van de strip.
Koma. Uitgeverij Sherpa.
280 pagina's kleur
ISBN 978-90-8988-036-9
€ 19,95
De muziek in deze Daily Webhead is weer als vanouds van Marco Raaphorst.
In deze graphic novel staan de getuigenissen opgetekend van de eerste en tweede generatie Marokkaanse migranten die in Frankrijk zijn gaan wonen om een beter bestaan op te bouwen. Aan bod komen bijvoorbeeld de onmogelijkheid om hogerop te komen in een autofabriek en de problemen van kinderen die opgroeien als tweede generatie arbeidsmigranten. Allemaal goed bedoeld en het is interessant om de verhalen van migranten te vernemen, maar het tekenwerk is van zulke matige kwaliteit dat ik er niet doorheen kom.
Ruillier geeft de sprekers dierkoppen (Beren? Katten?) in plaats van gewone hoofden, net als Art Spiegelman die in de klassieke graphic novel Maus het overlevingsverhaal van zijn Poolse vader optekende en daarmee een prachtige striproman maakte over de ontberingen die de joden tijdens de holocaust moesten doorstaan. Spiegelman gebruikte diersoorten om de verschillende afkomst van mensen aan te geven. Hij tekende de Joden als muizen, de Duitsers als katten, de Amerikanen als honden en de Polen als varkens.
Waarom ik Maus noem in het kader van Ze heten allemaal Mohammed? De Marokkaanse auteur Abdelkader Benali vergelijkt in zijn voorwoord het boek van Ruillier zonder blikken of blozen met Maus en noemt Ze heten allemaal Mohammed: 'een vertelling die in ambitie en opzet veel weg heeft van het beroemde Maus van Spiegelman en die het wat mij betreft qua uitvoering en intensiteit naar de kroon steekt.' Ik vraag me af of Benali Maus goed gelezen heeft, want waar Spiegelman een tekenaar is die weet hoe hij visueel een verhaal moet vertellen, tekent Ruillier voornamelijk talking heads in een naïeve stijl die wegheeft van een driejarige die met zijn ogen dicht Nijntje probeert na te tekenen. De vertelling in Ze heten allemaal Mohammed wordt gedragen door de handgeschreven tekst die in het boek overheerst, niet door de tekeningen.
Ik denk dat Benali goede intenties verwart met vakmanschap.
Ruillier baseerde zijn boek op het werk van filmregisseur en politica Yamina Benguigui die vele immigranten interviewde voor haar film Mémoires d'immigrés. Ook zij is vol lof over Ruillier in haar voorwoord: 'Omdat ik de capaciteiten van de graphic novel volledig serieus neem ben ik ervan overtuigd dat dit boek een stap in de goede richting is om dit fundamentele aspect van de Franse samenleving, de allochtonen, op een nieuwe manier een plaats te geven in het Franse bewustzijn.' Fijn dat Benguigui de capaciteiten van de graphic novel serieus neemt, jammer alleen dat ik in de pagina's die volgen nergens iets zie wat op een goede graphic novel lijkt. Na alle lofuitingen van Benali en Benguigui zijn de verwachtingen hooggespannen, maar wacht de lezer alleen nog maar teleurstelling.
Iemand die wel heel goed de menselijke ervaring in erbarmelijke omstandigheden weet te visualiseren is Joe Sacco die een reeks journalistieke strips maakte over oorlogsgebieden als de Gazastrook, Bosnië en Irak. Ik raad de lezer die geïnteresseerd is in dit genre strips dan ook van harte de boeken van Sacco en Spiegelman aan. Laat het broddelwerk van Ruillier maar links liggen.
ISBN: 978 90 549 2357 2
Prijs: €29,90
Deze striproman werd 2 juni gespresenteerd, dus ik heb nog geen tijd heb gehad om hem te lezen, maar aangezien Terug naar Johan, Michiels vorige boek, een prachtig verhaal is, was ik erg benieuwd naar waar zijn nieuwe striproman over gaat. Dus dat heb ik even aan de sympathieke stripmaker gevraagd.
De muziek in deze Daily Webhead is weer als vanouds van Marco Raaphorst.
Meer Daily Webhead-video's ziet u hier.
De deelnemende uitgevers Silvester, Oogachtend, Daedalus en Don Lawrence Collection hebben een aantal titels geselecteerd die zij op de Free Comic Book Day onder de aandacht brengen. In Nederland en België is er bijvoorbeeld keuze uit een deel Storm, De zeven van Aromater, of een deel van de serie The Walking Dead. Klanten hoeven niet eerst geld uit te geven in een winkel. Maar de aanbieding geldt wel zolang de voorraad strekt.
Bekijk hier welke strips er gratis worden aangeboden.
Free Comic Book Day is een traditie die in de Verenigde Staten tien jaar geleden is ingezet. Het is geen actie die per se door grote winkels wordt gedragen, maar juist de kleine gespecialseerde stripzaken. Op de gratisstripboekendag organiseren winkels signeersessies en presentaties met tekenaars.
De volgende stripspeciaalzaken in Vlaanderen en Nederland doen dit jaar mee met Free Comic Book Day:
Het beeldverhaal, Go-Joker, Lambiek in Amsterdam
Silvester in Den Bosch, Haarlem en Tilburg
Het gele teken, Hoorn
Het beeldverhaal Almere
Blunder, Utrecht
Dumpie en Mevrouw Kern, Leiden
Eppo, Eindhoven
Akim, Groningen
Yendor, Rotterdam
Sjors, Dordrecht
Fantast, Kampen
Atomik, Sittard
De Stripspecialist, Breda
Barabas, 's-Gravesande
Senor Hernandez, Nijmegen
In Filmfanfare verbeelden eenenvijftig striptekenaars net zoveel Nederlandse films. Drieëntwintig filmexperts kozen hun twintig favorieten. Uit de daaruit resulterende lijst van 83 kozen de stripmakers de documentaire, speelfilm of korte film uit die ze wilden verstrippen. Ook hebben de tekenaars een bijbehorend affiche getekend.
Sequel
Om in filmvaktermen te blijven: Filmfanfare is een sequel van het boek Mooi is dat!, waarin 57 literaire klassiekers in één pagina werden verstript. Voor sequels geldt dat ze meer van hetzelfde bieden en het meestal niet halen bij het origineel. Een paar uitzonderingen daargelaten natuurlijk, ik heb ook Spider-Man 2 en The Empire Strikes Back gezien. Twee voorbeelden van de uitzondering op de regel.
Origineel kunnen we het uitgangspunt van Filmfanfare niet noemen. Hoe zit het met de inhoud van het boek?
Als sequel biedt deze verzameling meer van hetzelfde als zijn voorganger. Van iedere film is er een beschrijving opgenomen van filmcriticus en filosoof Dana Linssen. Linssen legt bondig uit waar de film over gaat en geeft ook de nodige achtergrondinformatie. Je steekt er als liefhebber en passant aardig wat op van de Nederlandse film(industrie). Haar teksten zullen Filmfanfare voor de filmliefhebbers de moeite waard maken. Ze zijn soms ook geen overbodige luxe: sommige strippagina's zijn niet te volgen zonder de beschrijvingen van Linssen.
Wat betreft de strippagina's zitten er een paar heel mooie bijdragen bij. Bijvoorbeeld die van Bas Köhler, die een grappige en treffende interpretatie maakte van Zij gelooft in mij. De documentaire van John Appel blies indertijd de carrière van André Hazes nieuw leven in. Dace Sietina, die op dezelfde Kunststripbeurs de StripGrafiekPrijs in de wacht sleepte, maakte een sfeervolle impressie van de documentaire Het is een schone dag geweest. Filmmaker Jos de Putter richtte de camera op zijn ouders en hun Zeeuws-Vlaamse boerenbedrijf, dat plaats moet maken voor het moderne leven. Sietina's pagina is ook heel goed los van de film te genieten en overigens een van haar meest toegankelijke werken.
Een van de mooiste bijdragen is van Gerben Valkema (Elsje) die de film Als je begrijpt wat ik bedoel uitkoos. Deze avondvullende tekenfilm is natuurlijk gebaseerd op de verhalen van Marten Toonder. Valkema maakte een prachtige pastiche van de tekeningen uit de Toonderstudio's.
Geen punk
Jean-Paul Arends (Scribbly) maakte een verhalende stripversie van Ciske de Rat op rijm en geeft een originele en bovenal leuke samenvatting van de film. Oorspronkelijk zou Peter van Dongen De rat voor zijn rekening nemen, maar zijn interpretatie werd te eigenzinnig bevonden door de samenstellers. Kennelijk kon Van Dongens punkparodie op de film hen niet bekoren.
Jeroen Funke weet met zijn pagina de sfeer van New Kids Turbo goed over te brengen en laat een van de New Kids het volgende uitspreken: 'Da's toch 'n strip of nie dan?! Betalen, jonguh, kut!' Hiermee verwijst hij ook met een dikke knipoog naar de filmmakers die voor de publicatie van Filmfanfare stampij maakten. Er is namelijk veel gedoe geweest rondom dit boek. Enkele filmmakers voelden zich gepasseerd omdat de samenstellers Gert Jan Pos en Willem Thijssen, respectievelijk de voormalig stripintendant en de huidige animatie-intendant, noch het Eye Instituut of de uitgever hen op voorhand om toestemming hadden gevraagd. Dick Maas was een van die boze filmmakers. Zijn films Flodder en De lift zijn in het boek opgenomen. Maas kan rustig ademhalen: beide films zijn verbeeld zonder dialoog, waarmee meteen een van de zwakke punten uit zijn oeuvre is omzeild.
Nu weten we het wel
Bij het lezen van Filmfanfare bekroop mij hetzelfde gevoel als Mooi is dat!: het is allemaal sympathiek bedoeld, maar wat moet ik hier als striplezer mee? Wat heb je aan een boek vol één-pagina verstrippingen? Eigenlijk niet zo gek veel. Deze prestigeprojecten zijn grotendeels bedoeld ter promotie van het medium en de stripmakers die erin staan. Hoewel ze een aardig beeld geven van het tekentalent in de Nederlandse strip, ontbreken er enkele oudgedienden in het lijstje, waardoor er geen sprake is van een volledig beeld. Hetzelfde gold overigens voor Mooi is dat!
Maar wat promoten we eigenlijk met dit soort boeken? Dat strip een goed medium is om verhalen uit andere media te verbeelden? Ik hoef niemand uit te leggen dat je daar het medium schromelijk tekort mee doet. Ik ben niet per definitie tegen stripadaptaties. Erik Kriek liet recent nog zien hoe je met veel passie en talent een zeer boeiende stripbewerking kunt maken van de verhalen van H.P. Lovecraft. (Ook zijn interpretatie van Spetters in Filmfanfare is een lust voor het oog overigens.)
De stripliefhebber in mij heeft het wel gehad met die één-pagina verstrippingen. Mijn koffietafel ligt vol met deze prestigeboeken, maar ik betwijfel of ik ze ooit nog inkijk. Ik lees liever een stripverhaal. Ik mag dan ook hopen dat Filmfanfare geen sequel krijgt en dat we over twee jaar niet opeens een boek met, ik noem maar wat, toneelverstrippingen krijgen. Of poëzie-verstrippingen. Want, waar eindigt het dan? Verstrippingen van strips?
Foto boekpresentatie: Rolf en Nicole Kruger.
Filmfanfare. Oog & Blik/De bezige bij. €29,90
De Canvasconnectie, Canvas, zondag 25 maart 20.15 - 20.45
Lees hier een interview met Enthoven over deze uitzending en zijn werk.
In deze video alvast een voorproefje. Kriek vertelt hoe hij een strippagina maakt en waarom strips maken significant moeilijker is dan illustreren.
De video werd gemaakt door Michael Minneboo. Marco Raaphorst componeerde de muziek.
Het onzienbare, en andere verhalen van H.P. Lovecraft is al voor verschijnen aan Spaanse en Duitse uitgevers verkocht. Het boek verschijnt op 15 maart 2012, de vijfenzeventigste sterfdag van H.P. Lovercraft. Vanaf 22 maart ligt het boek ook in de reguliere boekhandels.
Erik Kriek is ook in 'the flesh' te bewonderen. Hij signeert:
Zaterdag 24 maart bij Lambiek Galerie, Stripwinkel & Stripantiquariaat, Kerkstraat 132 te Amsterdam, tussen 15 en 17 uur.
Zaterdag 21 april signeersessie op het IMAGINE Film Festival in Kriterion te Amsterdam.
Zondag 6 mei signeersessie op de Antwerp Convention, tussen 13 en 16 uur.
Wie niet meer in staat is om zijn indringende tekenwerk van dicht bij te gaan zien, kan gelukkig ook de bijbehorende catalogus aanschaffen die is verschenen.
Recent sprak ik Burns voor de VPRO Gids over zijn meesterwerk Black Hole, de expositie en zijn huidige project X'ed Out. Dat interview is hier te lezen.
Naast de dagelijks verschijnende strip S1ngle, die hij samen met Peter de Wit maakt, produceert Kolk hoogst divers werk, zoals de grafische roman Van Istanbul naar Bagdad met Arnon Grunberg, de meermalen bekroonde serie Meccano en Tot Ziens, Justine Keller met de muzikant Spinvis.
Sinds dit jaar experimenteert Kolk met driedimensionale toepassingen van zijn stijl in de vorm van levensgrote draadfiguren waarin de kenmerkende soepele lijn duidelijk te herkennen is.
Voor Galerie De Etage in Gorinchem heeft Kolk een selectie gemaakt uit zijn vrije en toegepaste werk. Ook zal op de expositie een voorproefje te zien zijn van zijn nieuwe prentenserie rond Casanova, die in juni als printcollectie zal verschijnen.
5348 lijnen van Hanco Kolk is een eerbetoon aan het vakmanschap van Hanco Kolk.
De tentoonstelling wordt op zaterdag 3 maart om 16.00 uur (inloop vanaf 15.30 uur) geopend met een soort getekende speech van de kunstenaar/stripmaker zelf.
Galerie De Etage is gevestigd boven Boekhandel Cursief, Kruisstraat 4, 4201 GE Gorinchem.
De expositie van Hanco Kolk is nog te zien tot en met woensdag 28 maart, en geopend op maandag, dinsdag en vrijdag van 9.00-17.30 uur, donderdag van 9.00-21.00 uur en zaterdag van 9.00-17.00 uur.
Zie hier de meester aan het werk tijdens Manuscripta 2010:
Daily Webhead: Hanco Kolk Live from Michael Minneboo on Vimeo.
Gratis strips? Hoezo dat? Nou, die periode zijn de Stripboekgeschenkdagen die dit jaar voor de zevende keer worden georganiseerd. Eerdere geschenken besteedden aandacht aan Henk Kuijpers, Jan Kruis, Peter de Wit, Gerrit de Jager, Don Lawrence en Studio Vandersteen. Het is een initiatief van Stichting Stripboekgeschenk. Het doel is om de Nederlandstalige strip te promoten en klanten van stripspeciaalzaken een extraatje te geven.
Maar goed, Gleevers dagboek.
Leever begon met zijn dagboeken in dummy’s te tekenen toen hij zijn dienstplicht moest vervullen. ‘Uit verveling,’ zegt de stripmaker. ‘Het waren in eerste instanties meer cartoons dan strips waarin ik de gebeurtenissen van mijn diensttijd optekende.’ Toen hij dit werk liet zien aan de redactie van het stripblad Stripofiel, mocht Leever zijn belevenissen daarin verstrippen. ‘Het idee was om eerst iets te gaan ondernemen en er daarna een strip over te maken. Ik heb bijvoorbeeld een nacht bij het Leger des Heils geslapen en heb met een vriend uit dienst allerlei homobars bezocht.’ Toch bleek deze journalistiek in stripvorm niet helemaal zijn ding te zijn en al snel ging Leever strips maken over zijn eigen gevoelens en problemen. Deze strips, die vaak uit twee pagina’s bestaan, verschenen later ook in Stripschrift en tegenwoordig in de Eppo. Sterker nog, ik vind het een van de leukste strips in dat blad.
In dit Stripboekgeschenk worden de dagboeken aangevuld met een uitgebreid dossier boordevol achtergrondinformatie. Er is ook een uitgebreide hardcover editie beschikbaar, Deze luxe uitgave heeft een andere omslag met daarop het echte dagboek van Gerard Leever, een prent en is gesigneerd door de auteur. De hardcover heeft een winkelwaarde van €19,95.
Jodocus is de sukkel van het dorp: klein van stuk komt de jonge barbaar net met zijn neus boven de rand van de bar uit, raakschieten met pijl en boog ligt niet in zijn vermogen. Als zijn ouders door zijn onhandigheid hun veestapel kwijtraken aan het dorpshoofd, vlucht hij uit schaamte het bos in. Ondertussen ontsnapt prinses Yazine uit het kasteel van koning Azaroth, die haar gevangen houdt in een torenkamertje. Al tijden correspondeert ze met prins Folio. Ze hoopt haar geliefde bij de waterval te treffen, zodat ze hem voor het eerst in de armen kan sluiten. Als ze daar kennismaakt met onze barbaar, denkt ze dat hij Folio is. Jodocus laat haar graag in die waan. Ondertussen trekt Folio eropuit om zijn prinsesje te gaan bevrijden, stuurt de koning zijn leger op pad om zijn dochter terug te vinden en wordt het dorp waaruit Jodocus is verbannen opgeschrikt door een geheimzinnig geluid.
Prinses met ballen
Van Broekhovens held mag dan een sukkel zijn, de andere personages zijn niet veel intelligenter dan Jodocus. Van Broekhoven schetst een vreemd universum, met barbaren, prinsen, koningen en magiërs en neemt met zijn strip een loopje met de conventies van het Sword & Sorcery-genre. Maar ook een sprookjesconventie als de prinses die gevangen wordt gehouden in de kasteeltoren, wordt in een bizar daglicht gesteld, als Yazine hint naar een incestueuze relatie met haar vader. Door de wol geverfd, is de soms vlijmscherpe Yazine geen prinsesje om zonder handschoenen aan te raken. Deze dame wacht niet tot de prins haar redt, maar bevrijdt zichzelf wel.
Purno de purno
De oorsprong van Jodocus ligt bij een hoorspel dat Van Broekhoven met een vriend maakte voor een radiopiraat. Jodocus was een tegenhanger van Conan de Barbaar, maar dan met een stemgeluid dat het meest in de richting kwam van Purno de Purno. Uiterlijk heeft hij nog het meeste weg van een speelgoedversie van Rambo.
In een interview vertelde Van Broekhoven mij dat dit de strip is die hij al jaren wilde tekenen. Het plezier van het strip maken straalt dan ook van de pagina's af en werkt bij deze lezer enthousiasmerend.
Van Broekhoven hanteert een losse narratieve structuur: de scènes draaien vooral om droge, soms wat flauwe, soms wat ondeugende grappen. Qua humor op en top Marq van Broekhoven dus, de stripmaker die jarenlang Plint de Plintkabouter tekende. Van Broekhoven speelt met de scèneovergangen, waar hij vaak tekstrijm en soms beeldrijm voor gebruikt. Wel spijtig dat de stripmaker de chronologie op een gegeven moment een beetje kwijtraakt: hij snijdt heen en weer tussen dag- en nachtscènes die duidelijk tegelijkertijd spelen.
Strip 2000
Jodocus de Barbaar: Een prinses ontsnapt is in 2010 als vervolgstrip is voorgepubliceerd in de Eppo. Het album wordt echter niet uitgegeven door de Don Lawrence Collection, maar door Strip 2000. Een jonge uitgeverij die zich vooral richt op humorstrips. Plunk en Tom Carbon worden ook door Strip 2000 op de markt gebracht. Binnenkort mogen we er ook een album van Jeroen Funke verwachten en het derde deel van Van Broekhovens autobiografische reeks Marq Denkt.
Op dit moment is Van Broekhoven druk bezig met het tweede avontuur van Jodocus: De blauwe wijven. Ik ben benieuwd!
Marq van Broekhoven - Jodocus de Barbaar #1: Een prinses ontsnapt
Strip 2000, €8,95
De overzichtstentoonstelling van Hoogerbrugge is een goede reden om toch naar de Maasstad af te reizen. Ik volg zijn werk al een paar jaar, sinds ik hem uitgebreid sprak voor de VPRO Gids. Later spraken we elkaar nog voor Het Parool over zijn webproject Pro Stress 2.0, waar hij dagelijks een webcomic publiceert.
Al bijna vijftien jaar tekent Hoogerbrugge zijn alter ego, een einzelgänger in zwart pak die met (zwarte) humor de wereld om zich heen beziet. In 2011 was zijn animatie Quatrosopus te zien in het Deens paviljoen op de Biënnale van Venetië. De animatiegame FLX is onlangs verworven door Stedelijk Museum Amsterdam. Ook draaide Hoogerbrugge's korte animatiefilm Overlast als voorfilm in de bioscoop vorig jaar. De film was onderdeel van het programma Ultrakort.
Grensoverschrijdend
Hoogerbrugge is uitgegroeid tot een prominent voorbeeld van een hedendaagse crossmediale kunstenaarspraktijk, waarin de grenzen tussen virtueel en reëel, tussen droom en nachtmerrie, tussen high en low art, niet bestaan. Met grote regelmaat zijn de tekeningen en animaties van Hoogerbrugge te zien op festivals, popconcerten, in kranten en magazines, maar ook in musea, expositieruimtes en galeries.
In La Grande Fête des Voyeurs transformeert TENT tot het universum van kunstenaar. Diaprojecties, tekeningen, videomonitoren en projecties tonen werk van de afgelopen vijftien jaar, van het pioniersstadium waarin Hoogerbrugge met eenvoudige computerprogrammatuur bewegende animaties maakte, tot de verfijnde computertechniek die het publiek in beweging brengt om de Hoogerbrugge-games te spelen.
Twistgesprek
Momenteel werkt Hoogerbrugge aan een nieuwe video-installatie waarin de verschillende personages uit zijn comics met elkaar in een visueel twistgesprek worden gebracht. De video-installatie gaat op de opening van de tentoonstelling in première.
TENT is een platform voor 100% hedendaagse kunst dat zijn wortels heeft in Rotterdam. TENT richt zich via haar uiteenlopende programmering op relevante ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst, waarbij er speciale aandacht is voor actuele thematiek. Sinds 2008 programmeert TENT solotentoonstellingen van beeldbepalende Rotterdamse kunstenaars, gericht op het bekendmaken van het werk aan een breder publiek. TENT presenteerde solotentoonstellingen van Wendelien van Oldenborgh, Katarina Zdjelar en Lara Almarcegui.
TENT
Witte de Withstraat 50
3012 BR Rotterdam
The People's Literature Publishing House in Peking gaat het boek uitgeven. De focus van deze uitgeverij ligt bij het uitbrengen van buitenlandse literatuur. Ze geven ook Multatuli, Bernlef, Anne Frank, Leonard Blussé en Lotte van de Pol uit.
Het Letterenfonds levert een bijdrage aan de kosten voor vertaling.
Esther Gasseling van uitgeverij Xtra is al sinds 2007 in gesprek met de Chinese uitgeverij om deze uitgave te regelen. Nu gaat het er dus toch van komen.
Hieronder de cover van 'Herinneringen' in het Chinees. De uitgever had deze voor de grap al eens laten vertalen.
In de anekdotische smallpress-uitgave Mijn eerste keer vertelt de stripmaakster met humor hoeveel moeite ze had met het tekenen van haar eerste mannelijke naaktmodel - haar eerste confrontatie met het naakte mannenlichaam. De cover maakt meteen de oorzaak van haar probleem duidelijk: Aimée staart met het schaamrood op de kaken naar het geslachtsdeel van het model. Subtiel laat ze in de eerste schetsen de plek tussen zijn benen geheel leeg: de zestienjarige tekenares kan er in eerste instantie nog niet goed mee omgaan.
De Jongh tekent de strip in haar bekende snelle lijnvoering die ieder plaatje een levendige dynamiek geeft. Mijn eerste keer is een fijn tussendoortje. Het wachten is nu op De Jonghs eerste serieuze striproman.
Mijn eerste keer en andere smallpress-boekjes van Aimée de Jongh zijn te bestellen bij Amazing & Uncanny Comics. Daar zijn ook de smallpress-uitgaven van Kenny Rubenis te bestellen. Amazing & Uncanny comics is een initiatief van De Jongh en Rubenis. Ze geven samen hun werk uit.
Het derde album heet De Plunk Generatie en wordt uitgegeven door het jonge Strip 2000. Gelijktijdig met Plunk! #3 verschijnt bij deze uitgeverij ook de herdruk van Tom Carbon deel 2. Naast een nieuwe cover heeft het album een compleet nieuwe inkleuring gekregen.
Luc Cromheecke en Laurent Letzer, de bedenkers van Plunk, zijn ook bekend van de strip Tom Carbon. Beide strips verschenen jarenlang in het weekblad Robbedoes/Spirou. Plunk, het grappige buitenaardse wezentje verscheen voor het eerst als bijfiguur in Taco Zip, de strip die in de jaren tachtig dagelijks verscheen in de Volkskrant. Vandaag de dag verschijnt Plunk in het stripblad Eppo. Meer over de geschiedenis van Plunk en de samenwerking tussen Cromheecke en Letzer kun je in dit interview lezen.
Wie vrijdag naar Lambiek komt krijgt bij aanschaf van het nieuwe album 'een leuke verrassing' aldus de medewerkers van Lambiek. Ik ben benieuwd.
Het Heinz museum opende in 2009 de deuren aan de Nieuwe Amstelstraat. Per 1 januari 2012 gaan ze weer dicht. Maar gelukkig niet voordat er nog een feestje wordt gegeven.
Het was er altijd gezellig, tijdens officiële presentaties, maar ook gewoon door de weeks, als je even kwam kijken hoe de twee stripmakers het maakte.
In deze video van de Amsterdamse zender AT5 een gesprek met René Windig.
Gelukkig is er ook nog vrolijk nieuws over Neerlands een na beroemdste stripkat te melden, want binnenkort verschijnen er namelijk twee nieuwe Heinz boeken: Niks mis met golfen en Niks mis met kinderen.
'Als ik nu terugkijk, waren het de heerlijkste maanden van mijn reis... De eenzaamheid maakte me zielsgelukkig en ik besefte dat er een uitzonderlijk leven voor me was weggelegd. Wat een verrassing! Opgesloten in dit altijd al verstikkende lichaam had ik mij neergelegd bij een bestaan van zelfverloochening. En toen die Blast... die ongekende euforie.. Het was een nieuwe kans, onverwacht en overduidelijk... En dat leven in de open lucht! Wat een avontuur, wat een openbaring! Als er ooit een plaats voor mij in het universum was, dan kon het niet anders dan deze zijn! Ha,ha! Ik leefde zo dronken als u nog nooit geweest bent, zo smerig als u nooit zult zijn! Om mijn afzichtelijkheid niet door stand te verergeren heb ik mezelf altijd brandschoon gehouden. Twee keer douchen per dag, onberispelijke mondhygiëne, geparfumeerde zeep, crèmes, deodorant. Net als u, zonder twijfel. De waarheid is dat ik, net als u, riekte naar werknemer van de maand... U weet wel, dat hoerige industriële luchtje dat je overal tegenkomt. Metro, kantoren, liften... De uniforme geur van de massa...'
Aan het woord is Polza Mancini: clochard en voormalig culinair schrijver die nu alleen nog maar het leven wil proeven op een voor hem zo puur mogelijke manier. Ik wilde je dit citaat niet onthouden omdat het een goed beeld geeft van de zienswijze van Mancini, de hoofdpersoon uit de stripreeks Blast. Mancini wordt verhoord omdat hij verdacht wordt van de moord op Carole Oudinot.
Tijdens het politieverhoor doet hij zijn verhaal, vertelt in flashbacks. Na de traumatische dood van zijn vader ervaart Mancini voor het eerst 'de blast': een openbaring, een euforische ervaring die zijn gelijke niet kent. Hij keert de maatschappij de rug toe. Een maatschappij waar er nooit echt een plek was voor de corpulente en eigenaardige Mancini. Een man waar volgens de norm een steekje bij los zit. Een psychotische zwerver met het hart van een poëet die opzoek gaat naar de blast.
Slow reading
Blast is een wonderschoon beeldverhaal van de hand van de Fransman Manu Larcenet, waarin de stripmaker zijn eigen donkere kant exploreert, maar middels Mancini ook zijn gal lijkt te spuien over de westerse samenleving. Larcenet, bekend van autobiografische strip De dagelijkse worsteling, trakteert de lezer op prachtige en sfeervolle zwart-wit tekeningen waarin werkelijkheid en Polzas subjectieve ervaringen door elkaar vloeien. Wat hij precies met het slachtoffer heeft uitgespookt en of hij het ook daadwerkelijk gedaan heeft, wordt gaandeweg steeds onduidelijker. Het uitgangspunt lijkt ook meer een McGuffin te zijn; het verhaal gaat vooral om de reis die de hoofdpersoon en de lezer meemaken.
Larcenet neemt zijn tijd: er staan vijf delen van 200 pagina's gepland. Recent verscheen bij Oog & Blik/De bezige bij deel 2: De openbaring van Sint-Jacky. De lezer adviseer ik om de boeken langzaam te lezen. Om te genieten van de details, het taalgebruik en het grafische werk. En om zich mee te laten voeren in Mancini's wereld en zijn zoektocht naar de Blast. Dit is een beeldverhaal dat je moet ervaren. Je zult niet teleurgesteld worden.
Tot slot nog een aardige video die een impressie geeft van het art work in Blast. Mocht je net als ik geen Frans spreken, gewoon negeren en genieten van de tekeningen.
Manu Larcenet - Blast !: Vette bast & Blast 2: De openbaring van Sint-Jacky
Vertaling: Pieter van Oudheusden
Oog & Blik/De Bezige Bij, €24,90
ISBN: 978 90 549 2289 6
ISBN: 978 90 549 2319 0
Zaterdagmiddag bezocht ik de tien stripmakers die daar de race tegen de klok waren begonnen. Maia Machen had het evenement in Studio/K georganiseerd toen bleek dat Lambiek dit jaar voor het eerst 24 Hour Comics Day niet zo hosten.
Een sfeerimpressie van zaterdagmiddag:
En een fotoserie die ik in Studio/K maakte.
De joodse arbeider Joanovici heeft geen stuiver op zak als hij aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk binnenkomt. Al snel weet hij directeur te worden van een schrootbedrijf dat oude metalen terugwint. Maar het leven is zwaar en om zijn vrouw en twee dochters te beschermen moet hij zich inlaten met zowel de nazi's, het Franse verzet en met criminelen.
Het ingenieuze script van Fabien Nury laat zien hoe Joanavici zich manoeuvreert tussen de verschillende partijen en steeds weer voor morele keuzes komt te staan. Langzamerhand worden zijn handen vuiler en vuiler. Uiteindelijk vervreemd Joanavici zich niet alleen van zijn gezin maar ook van zichzelf.
Nury baseert zich op ware feiten, maar schrijft in een voorwoord dat het hier fictie betreft waarin authentieke gebeurtenissen, veronderstellingen en verbeelding naar goeddunken met elkaar zijn vermengd. Het mengsel levert boeiende strips op die ondanks de vele dialoogscènes een behoorlijke vaart hebben. Maar het is vooral het prachtige tekenwerk van Sylvain Vallée dat de serie zeer genietbaar maakt. De oud-student van Sint-Lukas in Brussel trakteert de lezer op gedetailleerde platen en benut iedere millimeter van de pagina om het verhaal te visualiseren.
Recent verscheen bij Standaard uitgeverij 'Eer en geweten', het derde deel van de reeks Er was eens.
Het zijn over het algemeen verzorgde albums met een harde kaft. Alleen spijtig dat deel 2 opvallend veel typefouten bevat.
Fabien Nury en Sylvain Vallée - Er was eens
Standaard Uitgeverij, € 12,95
Oosterveer werd bekend door zijn krantenstrips voor De Telegraaf (Zodiak en Nicky Saxx) en maakte de afgelopen drie jaar nieuwe avonturenverhalen voor Eppo. Samen met zijn vaste scenarist Willem Ritstier maakte hij Ronson Inc. en De kronieken van de Buitenring, een spin-off van de populaire reeks Storm.
Ik heb Minck in de laatste anderhalf jaar een paar keer beroepsmatig gesproken. Vorig jaar zaten we boven stripwinkel Sjors in Dordrecht om te praten over de western Ronson Inc. Het was een boeiend gesprek waarin van alles ter sprake kwam en waarin we ook gelachen hebben. Tijdens die gesprekken kwam zijn passie voor het stripmaken duidelijk naar voren. Minck was mijns inziens echt een rastekenaar. Op Facebook plaatste hij vaak schetsen en tekeningen in opdracht, zoals vorige week nog een reeks prachtige Batman-prenten. Altijd leuk om te zien en te volgen.
Dit jaar kreeg Minck de stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre. Vanwege zijn staat van dienst als krantenstripmaker, maar ook omdat Minck een van de weinige stripmakers in Nederland was die een realistische stijl hanteerde. Hij had een tekenhand die je goed herkende, een unieke eigen stijl.
Eerder dit jaar bleek dat Minck steeds meer vastere voet aan de grond kreeg in de Amerikaanse comicswereld. Hij had natuurlijk met Mark Waid al een paar delen van The Unknown voor Boom! gemaakt, maar nu maakten ze samen ook de Victoriaanse detectivestrip Ruse voor Marvel. En, iets wat ik zelf erg bewonderenswaardig vond, Minck tekende een deel van het Spider-Island verhaal dat deze zomer gepubliceerd wordt. Een Nederlandse stripmaker die kan werken in de Amerikaanse comicsindustrie is net zo zeldzaam als een Nederlands acteur die het maakt in Hollywood. En dan nog Spider-Man tekenen ook. Erg bijzonder vond ik dat.
Kort geleden vertelde hij nog vol plezier over de tour die hij maakte langs de Amerikaanse uitgevers. Voor Minck was het grote avontuur net begonnen. Ook op Stripfestival Breda dit jaar stond er een lange rij fans te wachten om een tekening van Minck te bemachtigen.
Ik vind het een groot gemis voor de Nederlandse en Amerikaanse strip dat we deze vakman moeten missen. Vanaf deze plek wens ik zijn vrouw en dochters, en andere nabestaanden heel veel sterkte.
Een David Lynch van de strip, de man die het alledaagse zo weet te belichten dat je er koude rillingen van op je rug krijgt, is Campbell evenmin. Heel jammer dus dat hij bij het duiden van zijn verhaal naar Twin Peaks refereert, want wie met dat idee in zijn achterhoofd de eerste hoofdstukken leest, komt van een koude kermis thuis. En dat terwijl Wet Moon, of Natte maan zoals de strip bij Uitgeverij Xtra is verschenen, een onderhoudend beeldverhaal is. Recent verscheen Onzichtbare voeten, het tweede deel in de reeks.
'Schijt aan Cleo'
Natte maan is de naam van een fictief studentenstadje in Zuid-Californië, waar Cleo Lovedrop woont in een groezelig studentenhuis. Ze is een ietwat neurotische eerstejaars literatuurstudent die samen met haar vriendinnen een liefde deelt voor gothic/emocultuur en cultfilms en -boeken. Nu is er van enig mysterie wel sprake: geregeld vindt ze briefjes met daarop 'Schijt aan Cleo' geschreven; het meisje dat eerst in haar kamer woonde is op een dag plotseling verdwenen, de grote vlek op de vloer het enige bewijs dat ze er ooit gewoond heeft. Ook heeft de mysterieuze fetisjkoningin Fern een bijzondere en nog niet verder verklaarde interesse in Cleo. Deze zaken sudderen vooral op de achtergrond terwijl Campbell zich concentreert op het dagelijks leven van deze jongvolwassenen. De hoofdmoot wordt bepaald door onderlinge relaties en afspraakjes, het uitvinden van seksuele identiteit en het volgen van colleges. In de alternatieve levensstijl van deze kids is homoseksualiteit net zo normaal als een koffieverkeerd bestellen. Campbell flirt met de gothic scene in zijn strip: ieder hoofdstuk begint met liedteksten van bands als Bella Morte, Azure Ray en The Birthday Massacre.
Vakwerk
Ross Campbell schrijft levensechte dialogen en wisselt scènes boordevol gesprekken af met tekstloze sequenties. De lieflijke scène waarin de stoere Trilby haar nieuwbakken vriendje voorzichtig probeert duidelijk te maken dat hij tijdens het vrijen ook zijn handen mag gebruiken, toont niet alleen aan dat deze stripmaker zijn personages en de wereld van de jongvolwassenen goed kent, maar ook dat hij weet hoe hij op naturalistische wijze een verhaal moet vertellen. Hij laat de lezer letterlijk dicht tot op de huid van de personages komen en brengt het geheel zonder sensatiezucht in beeld.
Campbell hanteert een strakke lijnvoering. Hij maakt aantrekkelijke tekeningen die uitnodigen tot lezen. Veel actie kent de serie niet, wel een aangenaam kabbelend tempo. Opvallend genoeg bedient Campbell zich niet van gedachteballons. Om ons toegang tot de gedachtewereld van Cleo te verschaffen laat hij ons soms in haar dagboek lezen. Zoals het een goed soapschrijver betaamt, eindigt hij ieder deel met een flinke cliffhanger.
In 2006 verscheen het eerste deel Vage omzwervingen bij Uitgeverij Xtra. Waarom het vijf jaar geduurd heeft voordat het tweede deel van de pers rolde is me niet bekend. Het is te hopen dat ze met het derde deel niet zo lang zullen wachten, want ik ben nieuwsgierig naar de verdere ontwikkelingen in het leven van Cleo en de rest van de cast.
Ross Campbell - Natte maan 2: Onzichtbare voeten
Uitgeverij Xtra
ISBN 9789077766514
Ik was het hele weekend op het stripfestival in Breda omdat we een speciale Pulpman-stand hadden. De stand zag er mooi uit met posters en originele omslagen, de sfeer op de beurs was prima, en Phinny en Haas werden goed verkocht. Maar bijna geen Pulpmannen, misschien 5 of 6. Zondagavond was ik weer thuis en de twijfel sloeg toe: waarom zouden we al die Pulpman moeite doen als het blijkbaar niemand interesseert?Hoogste tijd om even met Fred te bellen om te horen of het doek voor Pulpman daadwerkelijk gaat vallen.
'Ik ga er in ieder geval nog wel een tijdje mee door,' vertelt De Heij. 'Er staan een paar vervolgverhalen in die gewoon afgemaakt moeten worden. Dat gaat sowieso gebeuren. En dan zien we wel hoe het gaat.' Toch zit het de stripmaker dwars dat er weinig belangstelling voor Pulpman is.
[/caption]
'Ik moet er met Ger en Esther van Uitgeverij Xtra binnenkort eens over praten, maar zoals het nu gaat is het niet de moeite waard. Er zit heel veel werk in Pulpman en als men het niet de moeite waard vindt om daar negen euro voor te betalen, zijn we kennelijk niet goed bezig. Dan kan ik beter iets anders verzinnen, iets wat wel opgepikt wordt.'
Toen Pulpman net uitkwam, is er redelijk wat aandacht aan besteed. De pers heeft er over geschreven en een week lang was de etalage van Atheneum Boekhandel in Amsterdam ingericht met het werk van De Heij. Desondanks is het geen bestseller, aldus Esther Gasseling van uitgeverij Xtra. Ook in Vlaanderen niet. Wellicht heeft dat te maken met de expliciete seks die er in voorkomt, dat ligt toch nog steeds gevoelig bij veel verkopers. Wel is Xtra aan het kijken of er met een Engelstalige versie ook een plekje voor het blad in het buitenland is.
Buitenland
Het afgelopen week uitgekomen album Phinny zou een aardige introductie zijn van Freds werk en is daarom ook in het Engels vertaald. Maar wellicht zou Pulpmania, het album waarin enkele Pulpman-strips gebundeld zijn, daar ook een goede kandidaat voor zijn.
Mocht Pulpman toch verdwijnen, dan betekent dit natuurlijk niet dat de liefhebbers van Freds werk zijn strips nooit meer kunnen lezen: 'Ik heb altijd strips gemaakt en ze komen altijd wel ergens terecht. Daar maak ik me geen zorgen over. Er zullen altijd nieuwe initiatieven genomen worden en er blijft altijd interesse in het soort strips dat ik maak.' Er komt ook weer een nieuw verhaal van Haas in Eppo te staan.
Persoonlijk zou ik het heel jammer vinden als Pulpman zou verdwijnen. Het blad biedt een uniek geluid in de kleine markt van striptijdschriften die Nederland kent. Vanaf de eerste bladzijde ben ik al fan van dit stripblad dat door een heel klein team gemaakt wordt, maar vooral door De Heij wordt gedragen. Fred tekent het merendeel van de strips en schrijft daarnaast korte artikelen over strips die hij interessant vindt.
Underground
Voor mij is Pulpman echt een undergroundstrip en daar zijn er bijna geen van in Nederland. Fred doet hierin zijn eigen ding en laat zich leiden door zijn eigen interesses en onderwerpen waar hij graag strips over maakt, net zoals de Amerikaanse undergroundtekenaars dat in de jaren zestig en zeventig deden. Wars van opgelegde regels gebruikten die tekenaars de strip om hun eigen geluid te laten horen, om hun persoonlijke verhalen te vertellen en kritiek te uiten op de maatschappij. Dat laatste doet De Heij met de satirische dierenstrip 't Landje die in Pulpman staat.
En Fred is, laten we dat vooral niet vergeten, een fantastische tekenaar. Één van de weinige stripmakers die een realistische tekenstijl hanteert.
Pulpman is een blad dat gemaakt wordt omdat de makers vinden dat het iets toevoegt aan het aanbod. Het enthousiasme van het Pulpman-team is van de bladzijden af te lezen. Dat mag eigenlijk niet verloren gaan, dus als u ook fan bent van dit stripblad laat dat dan merken. Blog over Pulpman, geef potentiële geïnteresseerden in je vriendengroep een exemplaar cadeau en neem een abonnement.
Wordt hopelijk vervolgd...
De expositie bestaat uit vrij werk, illustraties, originele strippagina’s, schetsen en gesigneerde prenten. Wielaert is beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker en publiceert sinds 1996 in verschillende smallpress uitgaven, zoals Incognito. Zijn werk staat ook geregeld in onze eigen Zone 5300. Hij is één van de stuwende krachten achter het Gronings striptijdschrift Gr’nn, dat dit jaar zijn 15de verjaardag viert. (Zie voor meer informatie over Gr'nn dit artikel op de site Stripster.nl.)
De expositie opende afgelopen donderdag en is de rest van de maand te zien in het kader van het eerste stripfestival van Amsterdam. Zie hier het volledige programma.
Vandaag staat er een interview met Wielaert in Het Parool over de expositie en zijn werk.
Lambiek: Kerkstraat 132 - 1017 GP Amsterdam
Het van oorsprong Franse volksverhaal werd in 1697 door Charles Perrault op papier gezet. Hierin wordt het meisje met het rode kapje nog gewoon opgevreten door de grote boze wolf, om zo alle meisjes te waarschuwen voor vreemde, charmante wolven. Het zou maar slecht met ze aflopen als ze zich door de eerste de beste laten inpakken. In de versie van de gebroeders Grimm loopt het beter af en worden Roodkapje en grootmoeder gered door de jager.
In de komische animatiefilm Hoodwinked! uit 2005 begint zo'n beetje waar het sprookje traditioneel eindigt, waarna Roodkapje en de wolf de spil vormen in een politieonderzoek dat elementen uit Agatha Christie, Rashomon en The Usual Suspects verenigt.
In de korte strip Rood staat u erg goed van Lucie Durbiano & Charles Perrault (gepubliceerd in Eisner #5) loopt een dialoog tussen de wolf en Roodkapje uit in een onenightstand. Roodkapje geeft haar lichaam nadat de wolf heeft bekend ook van haar te houden, maar na de daad blijken dit holle woorden te zijn geweest. Arme Roodkapje.
En nu is er Roodkapje Redux uitgegeven door Bries.
Illustrator en filmmaker Nora Krug is sinds geruime tijd gefascineerd door het potentieel van bestaande verhalen. In haar werk brengt ze historische personages weer tot leven en haalt ze verborgen verhaallijnen tussen de bekende regels vandaan. Krug vertelt in Roodkapje Redux het oude verhaal in vijf kleine boekjes. Ieder boekje biedt het perspectief van een van de personages: Roodkapje, de wolf, grootmoeder, moeder en de jager. Krug gebruikt alleen maar point-of-view shots. Wie de boekjes na elkaar leest, krijgt dus telkens een ander perspectief op dezelfde scènes.
Het geheel hangt aardig samen in deze in naïeve stijl getekende, tekstloze prentenboekjes.
Het interessants vond ik de elementen die Krug aan het verhaal toevoegt. Roodkapje eet onderweg een stukje paddenstoel waar ze van gaat hallucineren. Als de wolf wordt doodgeschoten is dat nog niet einde verhaal: we zien hoe hij naar de hemel vaart en daar door de wolfgod een stel engelenvleugels krijgt aangereikt. En ik had nooit gedacht dat de jager en de moeder van Roodkapje een geheime relatie hadden. Dit is meteen de reden waarom moeder haar dochter alleen naar oma laat afreizen door het gevaarlijke donkere bos: ze wil immers in alle rust haar geliefde kunnen ontvangen.
Het geheel is leuk verpakt in een geïllustreerd doosje, wat Roodkopje Redux uitermate geschikt maakt als cadeautje. Vooral bedoeld voor volwassen lezers.
Nora Krug - Roodkapje Redux
ISBN 978-90-76708-89-8
Bries, €25,-
Ook te koop in de Zone 5300 Webshop
Wat maakt Dr. Sketchy's dan zo anders dan normaal modeltekenen? Het is een combinatie van burlesque en een tekensessie. Prachtige femmes fatales, maar ook oudere burlesque dames en aparte mannelijke performers geven een optreden, waarna zij met een aantal korte poses het publiek de gelegenheid geven hen te tekenen.
Allerlei genres passeren - letterlijk - de revue: Pin-up, can-can, roaring twenties, gothic, fifties, fetish en fantasy. Ervaren kunstenaars en enthousiaste amateurs, iedereen is welkom met zijn eigen tekenspullen in de feestelijke, informele sfeer van Dr. Sketchy's Modeltekensessies. En, misschien niet onbelangrijk, de bar is open.
Crabapple
Dr. Sketchy's Anti-Art School is begonnen in 2005 in New York door de toen 22-jarige kunstenares Molly Crabapple, speciaal voor creatievelingen die zich, net als zij, niet thuis voelden in de gevestigde kunstwereld. Zij organiseerde een mix van theater, cabaret, kunst, alternative lifestyle, verkleedpartijtje en tekenklas, die onmiddellijk aansloeg. Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan honderd Dr. Sketchy's filialen.
Dr. Sketchy's Amsterdam wordt gerund vanuit de levendige burlesque-scene, waarin organisator Marco 'Charley' Buschman al jarenlang actief is. Hij werkt samen met striptekenares Margreet de Heer van Lambiek, de oudste stripwinkel ter wereld, en Charlotte Wessels, de bekende gothic zangeres van de band Delain.
Vrijdag 16 September 2011 18:00-21:00
Club-8 Admiraal de Ruyterweg 56 Amsterdam
10,- euro entree
Live optredens van:
La Cholita (USA)
The Diamond Bettys (USA)
Nachtclub zangeres Lady Balladyna
Holland's First 'Burlesque gal': 'Spanish Anna'
Robin The Boy Wonder.
Tekenles hoeft dus niet saai te zijn. Dat je het even weet.
The Beatles waren al zo'n acht jaar uit elkaar toen ik geboren werd, toch is het mijn favoriete band aller tijden. Dat John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr nog steeds aandacht generen blijkt wel uit de hoeveelheid boeken er nog steeds over hen verschijnen.
Wat het boekje van Bourhis bijzonder maakt, zijn de illustraties. Bourhis tekent in een ontspannen lijn sleutelmomenten uit de Beatlegeschiedenis. Hij baseert zich vaak op bestaande foto's en albumhoezen, maar door de tekeningen zien die overbekende platen er weer fris uit. Doorgewinterde fans zullen weinig nieuws lezen in dit boekje, maar dankzij de tekeningen krijgen ze dus wel een kans om de geschiedenis van hun favoriete band op een andere manier door te nemen.
Veel Beatle-boeken eindigen op het moment dat de band uit elkaar gaat. Bourhis behandelt ook de solojaren en gaat door tot 2009, het moment dat hij een concert van Paul McCartney bijwoont.
Door de speelse lay-out is het soms niet helemaal duidelijk in welke volgorde de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Ook had ik een index en paginanummering wel fijn gevonden.
Hervé Bourhis woont in Bordeaux en werkt als illustrator en cartoonist voor een aantal bladen. Hij heeft verschillende titels op zijn naam staan, waaronder Le Petit Livre Rock dat qua aanpak veel wegheeft van het Beatle-boekje.
Recensent
In zijn verhaal schuift de stripmaker zijn eigen mening niet onder stoelen of banken. Hij recenseert de Beatle-platen en voorziet deze van een score. Zo omschrijft hij Rubber Soul - een van de beste platen van het viertal - als volgt: 'Warm en melancholisch als knappend houtvuur op een zondagmiddag is dit het herfstalbum bij uitstek, en ook van alle andere seizoenen sinds1965.' Daarentegen is Bourhis minder lovend over de single All you need is love/Baby you're a rich man: 'Een lofzang op de universele liefde, irriterend en zo koel als de hel. (...) De b-kant is onverdraaglijk.' Nou ja, je hoeft het niet met de tekenaar eens te zijn om toch van het boek te kunnen genieten.
Wat ik ook sympathiek vind is dat personages al worden geïntroduceerd voordat ze iets met de band te maken krijgen. Zo geeft de auteur wat achtergrondinformatie over hun latere manager Brian Epstein en Yoko Ono, die enkele jaren later een symbiotische relatie aangaat met John Lennon.
Het kleine boek van de Beatles is fijn leesvoer voor de fans en een ieder die op speelse wijze iets meer willen weten over het legendarische viertal uit Liverpool.
Hervé Bourhis , Het kleine boek van de Beatles
ISBN: 978 90 549 2322 0
Oog & Blik/De Bezige Bij, €24,90
Een leuk concept, dat zeker, maar niet altijd even geslaagd uitgevoerd. Soms wijkt de Poortere zodanig af van de oorspronkelijke film dat deze moeilijk herkenbaar is. Zijn versie van A Few Dollars More had eigenlijk over iedere willekeurige Western kunnen gaan.
De grap draait ook vaak uit op de dood van Boerke of een of andere seksuele twist. Zo kiest de Prins op het Witte Paard ervoor het bed te delen met de zeven dwergen als blijkt dat Sneeuwwitje dood is. Boerke als Robin Hood verkiest het bezoek aan een hoer boven het bevrijden van Lady Marian als blijkt dat een kuisheidsgordel hem de toegang tot haar schoot ontzegt.
Soms maakt De Poortere het zichzelf wel heel makkelijk door bij herhaling terug te vallen op opblaaspoppen en poepende vogels.
Daarentegen komt de stripmaker in sommige strips juist erg sterk uit de hoek. Hij weet de scène uit The Shining waarin Jack Nicholson zijn vrouw met een bijl belaagt, tot een aardige anticlimax te brengen.
In de parodie op Cocktail probeert Boerke indruk te maken op de schoonmaakster door flink te schudden met een cocktailbeker. Dit blijkt uiteindelijk een urn vol as te zijn die de zuurkijkende nabestaanden komen ophalen.
En in Kill Bill, de leukste visuele grap van het album, gaat de stripmaker speels met het medium om:
Een decennium Boerke
De Poortere debuteerde tien jaar geleden met Boerke. Hij won toen meteen de Stripschapspenning voor het beste Nederlandstalige album van het jaar. Het zwijgzame mannetje, Dickie in het Engels, kent een internationale carrière en is onder andere in Tsjechië, Amerika, Zweden, Slovenië en Taiwan verschenen. Boerke in Hollywood is een aardig album om tien jaar Boerke mee te vieren, al is het album van wisselende kwaliteit.
Pieter de Poortere - Boerke in Hollywood
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN978-90-549-2318-3
De Engelse Posy Simmonds (1945), is in december 2011 eregast van het Strip Turnhout-festival: een van de leukste stripfestivals in de lage landen, al moet je daar wel even de grens voor over.
Simmonds maakt al decennia strips voor de krant The Guardian, waarvoor ze ook feuilletons als Gemma Bovery en Tamara Drewe tekende. De albumversies daarvan maakten furore op de internationale boekenmarkt. Tamara Drewe werd in 2010 ook verfilmd door Stephen Frears. De film heb ik tot mijn spijt nog niet gezien, maar de graphic novel vond ik indertijd een fijn boek.
Simmonds illustreert overigens ook kinderboeken.
(Zie hier een interview met Simmonds en regisseur Stephen Frears. Weet je meteen hoe Posy eruit ziet.)
Britse invasie
De organisatie laat weten dat de komst van Posy Simmonds een gevolg is van een intensieve samenwerking tussen Strip Turnhout en The British Council, die maakt dat Groot-Brittannië dit jaar het gastland is van het festival. Nog tal van andere Britse stripmakers zullen hun opwachting maken in Turnhout. Strippublicist Paul Gravett, ook organisator van het Londense Comica-festival, treedt op als curator.
Strip Turnhout had eerder de Amerikaan Scott McCloud te gast.
Allure
Ik vind dat een serieuze stripbeurs enkele internationale stripmakers als gast moet hebben. We moeten verder kijken dan alleen de Nederlandse strip. Daarbij denk ik dat een gast van allure ervoor kan zorgen dat een grotere groep stripliefhebbers de beurs bezoekt. Vorig jaar stond bijvoorbeeld tijdens de Stripdagen Haarlem de Oost-Europese strip centraal en in Breda liep Mike Mignola rond om de Nederlandse editie van Hellboy onder de aandacht te brengen.
Strip Turnhout is op 9, 10 en 11 december in Turnhout.
De verjaardag van Tom Poes zal niet geruisloos aan ons voorbijgaan. De Bezige Bij presenteert bijvoorbeeld twee speciale uitgaven: een piëzografie van de eerste Tom Poes-tekening en een herdruk van het allereerste Tom Poes-avontuur: Tom Poes ontdekt het geheim der blauwe aarde. De herduk is een exacte replica van de oorspronkelijke uitgave. Heer Bommel komt daar overigens niet in voor, die maakte zijn opwachting in in het verhaal Tom Poes in de tovertuin dat op 12 juli 1941 in De Telegraaf begon.
De Bezige Bij werkt overigens samen met de Toonder Stichting en NRC Handelblad aan de complete uitgave van de verhalen Olivier B. Bommel. Tot 2018 zullen alle Bommelavonturen in een blauwe linnen band op oblong-formaat verschijnen. Tot slot wordt er ook nog een luxe verzameldoos uitgegeven met twinig prentenbriefkaarten van Bommel en Tom Poes. Dit is een selectie van de oorspronkelijke briefkaarten die zorgvuldig gereproduceerd zijn.
Stripdagen in Gorinchem in teken van Toonder
Daar is het verhaal van het Bommeljaar nog niet mee klaar. Vandaag kondigen Stichting De Stripdagen en Toonder Compagnie BV aan dat De Stripdagen op 10 en 11 maart 2012 geheel in het teken zullen staan van Marten Toonder. Dit naar aanleiding van de 100ste geboortejaar van de stripmaker. Dit zal worden gevierd met drie overzichtsexposities en een musical. (Hoewel dat laatste natuurlijk weer heel jammer is, want musicals zijn verschrikkelijk, en wie zit er nu te wachten op een zingende Heer Bommel? Maar dat terzijde.)
Stichting De Stripdagen laat weten dat het werk van Toonder zo breed mogelijk over het voetlicht wordt gebracht.
Dus niet alleen de overbekende strips van Heer Bommel en Tom Poes zullen in het zonnetje worden gezet, maar ook Toonders andere grote stripseries als Panda, Kappie, Koning Hollewijn, alsmede kleinere producties uit de Toonder Studio's. Thema-exposities, boekpresentaties, filmvertoningen, ontmoetingen met medewerkers van de Toonder Studio's... het is nog maar het topje van de ijsberg van alle plannen. Diverse activiteiten zullen expliciet op de nieuwe generatie, de jonge lezers, gericht zijn.Tot zover de promopraat. Wat mij betreft mag Toonder alle aandacht krijgen, want dat verdient een van Neerlands boeiendste verhalenvertellers. Zodra ik Tom Poes ontdekt het geheim der blauwe aarde heb gelezen, die in een flinke stapel strips op me ligt te wachten, kom ik er vast nog wel op terug.
Het eigenzinnige, vreemde konijn van Matt Baay bestaat reeds zeven jaar. Hoewel Bunbun al vaak in smallpress-uitgaven verscheen, bleef een echt stripalbum uit. Tot nu dan. Carrots included heet het stijlvolle Bunbun-album van uitgeverij Syndikaat.
Wanneer een stripmaker zijn creatie voor het eerst in albumvorm ziet, is dat toch een bijzonder moment. Een moment dat gevierd moet worden!
Ik ken Matt al een aantal jaar en lees zijn Bunbun-strips graag. In 2007 interviewde ik hem voor Intermediair over Bunbun - we maakten toen voor de site van het blad samen animaties over het witte konijn en de arbeidsmarkt. In het interview gaf Matt aan met Bunbun de wereld te willen veroveren. De boekpresentatie bood een mooi moment om hem te vragen hoe het met die plannen staat. En wat is er nu zo typisch aan een Bunbun-strip?
Daily Webhead: Bunbuns albumdebuut from Michael Minneboo on Vimeo.
Wat?, geen interview met Rob van Barneveld, vraag je je wellicht af. Dit keer niet, maar ik sprak hem wel in 2008 toen zijn Rood Gras debuut uitkwam.
Zie ook deze fotoreeks over de boekpresentatie.
De stripmaker toont ons namelijk een surrealistisch universum waarin van alles mogelijk is: een eenzame rotonde belt een datingbureau; Rob knipt een stukje Ierse lucht uit en zet dit thuis op een kastje; als hij een dag geen zin heeft stuurt Rob zijn schaduw naar zijn werk. En inderdaad, in een van de strookjes verandert zijn vriendin 's nachts in een ijsje. Het zijn bevreemdende, soms ontroerende, maar bovenal grappige strookjes die mij een goedgemutste dag bezorgde - en in de strips van Rood Gras zou dat gemakkelijk letterlijk opgevat kunnen worden. Moeder Dag mag alvast een goede muts gaan breien.
Hoewel niet letterlijk autobiografisch, zijn Van Barnevelds stripjes ongetwijfeld wel geïnspireerd door dingen die hij heeft meegemaakt of heeft gedroomd. Van Barneveld toont ons met zijn stripjes dat je ook anders tegen de wereld aan kunt kijken. De ondertitel van zijn site is niet voor niets dat de realiteit altijd beter kan. Wanneer Rob het as van zijn opa uitstrooit, blijken de stofjes allemaal kleine versies van zijn opa te zijn die hun kleinzoon vaarwel zeggen. Ook van iets alledaags als het aansluiten van internet weet Van Barneveld iets absurds te maken. Zo moet volgens de gebruiksaanwijzing de modem bij het uitpakken worden toegezongen en kan het apparaat pas aan als het acht minuten in de frituur is gezet.
Niet alle strookjes zijn even schattig natuurlijk. Sommige grapjes zijn wat flauw, zoals de ruimtevaarder wiens hond bij het uitlaten gewichtloos een bruine ster aan de hemel toevoegt. Misschien is de humor van Rob niet aan iedereen besteed, Rood Gras is wel een uniek geluid in de Nederlandse stripwereld en dat moeten we koesteren.
Rob tekent in een eenvoudige, wat naïeve stijl die prima aansluit bij het door hem gepresenteerde wereldbeeld. Lezers van het magazine Zone 5300 en de site van RoodGras.nl kennen Robs werk natuurlijk allang. Het wordt tijd dat een groter publiek ook gaat inzien dat het gras aan de andere kant van de heuvel niet per se groen hoeft te zijn.
Bezoekers kunnen originele strips zien en via een scherm praten met de rechter himself die enkele nijpende kwesties voorlegt. Een audiovisueel extraatje dat doet denken aan het consult bij Sigmund dat vorig jaar bij de expositie over Neerlands beroemdste strippsychiater was opgenomen.
De aanleiding voor de expo is tweeledig: Jesse van Muylwijck won vorig jaar de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre. Ook wordt 200 jaar rechtspraak in Nederland gevierd. 'Het is vooral een tentoonstelling over de strip De rechter, legt Hans Le Roux, samensteller van de expositie, uit. 'Maar, als enorme bonus krijgen de mensen echt veel te weten over de rechtspraak in Nederland.'
RTV Noord maakte onderstaande impressie van de expositie.
Dit jaar werd er voor het eerst een prijs uitgereikt voor een media-essay. Dankzij inspanningen van Gert Jan Pos, intendant van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst, ging het om een essay in stripvorm. Maar liefst 42 stripmakers stuurden een strip in rond het thema zintuigen, afgeleid van een uitspraak van Hanlo:
'De mensen van vandaag zijn nu eenmaal vooral op het 'zien' ingesteld. Ik wil de wereld alleen maar een goede raad geven: vergeet de andere zintuigen niet. Afgesproken?! O.K.'Jeroen Funke won de prijs van 1.500 euro voor zijn strip Spruitjes, bier en leverworst, waarin hij zijn helden Victor en Vishnu laat optreden. In de video legt de stripmaker uit waar het essay over gaat en of hij de smaak van het stripessay te pakken heeft.
De tien beste inzendingen zijn gebundeld in een boek dat in 500 exemplaren is gedrukt maar helaas niet in de winkel verkrijgbaar is. Het werd wel uitgedeeld aan de aanwezigen. Behalve die van Funke staan er strips in van Bas Köhler, Gerrie Hondius, Albo Helm, Jeroen de Leijer, Sam Peeters, Wouter Gresnigt & Kasper Peters, Milan Hulsing en Margreet de Heer.
De Jan Hanlo Essayprijs Klein, voor een niet eerder gepubliceerd essay, ging dit jaar naar Mirjam Hommes voor haar essay Brein. Joke J. Hermsen mocht voor haar essaybundel Stil de tijd de Essayprijs Groot mee naar huis nemen.
In 1999 werd na de dertigste sterfdag van schrijver Jan Hanlo de eerste Jan Hanlo Essayprijs uitgereikt.
Minck is gevraagd om een deel te tekenen van de miniserie Spider-Island: Deadly Foes. Giuseppe Camuncoli is de andere tekenaar van de reeks, die vooral draait om de nieuwe Hobgoblin en The Jackal, een oude vijand van Spider-Man.
De cover Amazing Spider-Man #149 waar Oosterveer naar zal verwijzen.
The Jackal, in het dagelijks leven professor Miles Warren, is geobsedeerd door Gwen Stacy, Peter Parkers overleden geliefde. Hij heeft haar al meerdere malen gekloond, evenals het webhoofd zelf. The Jackal is een van de schurken van Marvel die doodgewaand wordt, maar toch altijd weer zijn gezicht laat zien. Klonen zijn nu eenmaal niet te vertrouwen wat dat betreft.
De aflevering die Oosterveer gaat tekenen is geschreven door Fred Van Lente en zal vooral over The Jackal gaan. 'Het is wel een Spider-Man-verhaal maar het verhaal gaat voornamelijk over The Jackal en zijn klonen. Spider-Man komt er in een of twee plaatjes in voor, waarvan er eentje een kloon is,' laat de tekenaar telefonisch weten. In het verhaal zal The Jackal Kaine, een van de klonen van Peter Parker, weer tot leven wekken. Kaine liet kort geleden het leven in het verhaal The Grim Hunt. Oosterveer is in zijn nopjes met het script: 'Ik vind het een leuk verhaal, het is heel duister en een beetje gruwelijk.
'Ik ga er een de cover van Amazing Spider-Man #149 in verwerken. Hierop is Spider-Man met een van zijn klonen in gevecht. In plaats van Ned Leeds in de oorspronkelijke cover zal de kloon van Gwen Stacy aan de muur hangen.'
Minck was druk bezig met de strip Ruse, geschreven door Mark Waid, toen hij een mailtje kreeg met het verzoek een one shot voor Spider-Man te maken. Uiteraard hoefde hij hier niet lang over na te denken. 'Spider-Man is het vlaggenschip van Marvel en daaraan werken vestigt je naam. Dus ik zei meteen "ja".'
Gevraagd naar welk personage van de Spider-Man cast hij het liefste zou tekenen, antwoordt Minck: 'The Black Cat! Catwoman van Batman, The Black Widow, Black Cat dat soort figuren vind ik erg aantrekkelijk om te tekenen. De wat donkere dames, ik zou niet zo snel voor een Emma Frost kiezen. Mary Jane Watson is altijd wel leuk om te tekenen, maar ik vind haar verder niet zo'n interessant figuur.'
Op Facebook publiceerde Minck een smakelijk voorstudie van Spider-Man en The Black Cat.
Mincks comic zal in augustus in de winkels liggen. Ondertussen is hij ook in gesprek over een Frans stripproject. Eerder tekende Minck al voor Boom! uitgevers de strip The Unknown, geschreven door Mark Waid. In Nederland maakte hij samen met Willem Ritstier de western Ronson Inc. voor Eppo. Voorlopig lijkt het de tekenaar, die recent nog de Stripschapprijs in ontvangst mocht nemen, voor de wind te gaan. Ik gun hem het succes van harte.
Martin Terrier, de sluipschutter waar de titel naar verwijst, is een onsympathiek personage met een behoorlijk bord voor zijn kop. Op achttienjarige leeftijd wordt hij verliefd op de beeldschone Alice, een meisje met rijke ouders. Martin besluit huurmoordenaar te worden om zo genoeg geld te kunnen verdienen om ooit haar hand te kunnen vragen. Dat hij verwacht dat ze braaf tien jaar op zijn terugkomst wacht, verraadt zijn naïviteit. Hetzelfde geldt voor zijn hoop dat hij de onderwereld en opdrachtgever zonder kleerscheuren de rug toe kan keren. De huurmoordenaar die na een laatste klus zijn pistool aan de wilgen hangt, maar teruggezogen wordt in het misdaadmilieu is een beproefd cliché binnen het thrillergenre.
Thrillerschrijver Jean-Patrick Manchette blijft keurig binnen de kaders van het genre en levert een onderhoudende, zij het inktzwarte thriller af. Hij schetst een wereld zonder hoop of humor, volgepropt met gewelddadige uitbarstingen. In een scène rukt Terrier zelfs bij iemand een oor af om aan informatie te komen.
De stripbewerking van Manchettes roman krijgt wat mij betreft vooral een meerwaarde door de pakkende tekenhand van Jacques Tardi. Dit is een van de betere boekverstrippingen die ik heb gelezen. In tegenstelling tot de slaafse stripversies die Dick Matena maakte van Nederlandse literaire klassiekers als De Avonden en Kort Amerikaans, waarbij de tekenaar letterlijk verbeeldt wat we ook in de integraal opgenomen tekst kunnen lezen, laat Tardi beeld en tekst een symbiotische relatie aangaan. Hij kiest zorgvuldig wat hij wel en niet uitbeeldt, waardoor de platen en proza elkaar in veel gevallen aanvullen. Al overheersen de grote lappen tekst soms wel het beeld.
Stripmaker Jacques Tardi is met name bekend van zijn verhalen over de Eerste Wereldoorlog, zoals de stripromans Loopgravenoorlog en Isabelle Avondrood. Eerder maakte hij verstrippingen van het werk van Louis-Ferdinand Céline en Kleine West Coast blues van Manchette. In De Sluipschutter zet Tardi het Parijs van de jaren zeventig gedetailleerd en sfeervol op het papier. Het is een genot om zijn realistische decors te bestuderen.
Tardi, Jacques en Manchette, Jean Patrick - De sluipschutter
Oog&Blik/De Bezige Bij, € 17,90
ISBN: 9789054923121
Na het verhaal One More Day, werd Peter Parker wakker in het huis van tante May terwijl ze het ontbijt aan het maken was. Van de een op de andere bladzijde was het huwelijk dus ongedaan gemaakt en zag Peters leven er weer uit als de jaren voor voordat hij getrouwd was. Terug naar de basis was nodig vond Marvel, omdat de jonge lezers zich niet zouden kunnen identificeren met een getrouwde Peter Parker.
In One Moment in Time (dat als acroniem heel slim OMIT spelt) wordt duidelijk dat er wel degelijk tijd is verstreken en hoe het huwelijk werd ontbonden.
Mislukte bruiloft
Peter Parker kwam nooit opdagen voor de ceremonie, want hij lag bewusteloos onder het lijf van een schurk die hij probeerde te redden toen die van het dak afviel. Een nogal klungelig handelende Spiderman wist op die manier de val van de man te breken, maar raakte zelf buiten bewustzijn. Dit is het zwakste punt uit het verhaal van Quesada, dat verder redelijk goed in elkaar steekt.
Wat ik er vooral goed aan vind is dat Quesada de gebruikelijke thema's die bij Spiderman horen gebruikt om de grote veranderingen in het leven van Peter te motiveren, namelijk zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid en de prijs die hij daar op persoonlijk vlak voor moet betalen. Mary Jane wil eerst niets meer van Peter weten nadat hij niet op kwam dagen voor het huwelijk, maar besluit later dat ze toch met hem samen wil leven, ook al wil ze niet meer met hem trouwen. Ooit wilde ze kinderen, maar het ouderschap combineren met het gevaarlijke leven dat Peter leidt ziet ze niet zitten. Dat ze uiteindelijk toch een punt zet achter de relatie heeft alles met dat gevaarlijke leven te maken.
Ontmaskering
Tante May werd geraakt toen misdaadbaas Wilson Fisk opdracht gaf om Parker te vermoorden. Parker was zo dom om tijdens Civil War zijn identiteit aan de gehele natie te tonen. Vanaf dat moment zat iedere vijand achter hem aan. In OMIT is ook Mary Jane doelwit van een huurmoordenaar. Hoewel Peter haar weet te redden, beseft ze dat haar hele familie gevaar loopt omdat ze Spidermans liefje is. Het is een last die ze niet langer wenst te dragen. Daarom zet ze uiteindelijk een punt achter hun relatie - ook al heeft Doctor Strange er op magische wijze voor gezorgd dat niemand anders dan zij weet wie Spiderman is.
(Ook een slimme zet van Marvel, want hoewel de publieke ontmaskering van Spiderman enkele interessante verhalen in de persoonlijke sfeer opleverden, uiteindelijk bleek het een doodlopende weg te zijn.)
De ontbinding van Spidermans huwelijk ligt dus wat ingewikkelder dan één vingerknip van de duivel.
Het thema dat de geheime identiteit van de held een gevaar is voor zijn naasten is een rode draad in de verhalen van Spiderman. Quesada maakt hier goed gebruik van. Ook schrijft hij natuurgetrouwe dialogen. Het is fijn om te lezen dat Peter en Mary Jane hun koude oorlog hebben beslecht door de dialoog met elkaar aan te gaan en dat ze na dit verhaal weer op goede voet met elkaar staan. Dat biedt hoop voor de toekomst.
Hoewel ik als Spiderman-fan nog steeds niet echt blij ben met de redactionele veranderingen die er door Brand New Day zijn doorgevoerd, vind ik dat editor-in-chief Quesada zich hier goed heeft uit geschreven. Al is de algemene tendens van de fans anders, maar goed het merendeel kon zijn bloed toch al drinken sinds Brand New Day.
Wat minder goed werkt in OMIT zijn de verschillende tekenstijlen die door elkaar gebruikt worden. Marvel herprintte oude scènes uit Amazing Spider-Man annual #21 uit 1987 getekend door Paul Ryan en geschreven door David Michelinie. Dit zijn de scènes voorafgaand aan het huwelijk. Ze worden afgewisseld met de herschreven geschiedenis getekend door Paolo Rivera en Joe Quasada.
Quasada tekende de scènes die zich in het heden afspelen, waarin Mary Jane en Peter met elkaar praten over het misgaan van de huwelijksdag en de tijd erna. Rivera tekent de flashbackscènes. De drie stijlen mengen niet lekker met elkaar. Dat is prima zolang het om Ryans werk versus dat van Rivera gaat, want zo zijn de aanpassingen in Spidermans geschiedenis duidelijk zichtbaar. Maar waarom Rivera niet gewoon de rest heeft getekend is me niet duidelijk. Het was de homogeniteit zeker ten goede gekomen.
Spider-Man: One Moment in Time is een tradepaperback waarin Amazing Spider-Man #638 tot en met #641 gebundeld zijn.
Ignite is overgewaaid uit Seattle: mensen uit allerlei verschillende disciplines (kunst, video, muziek, strips, online media) presenteren een project. Dat doen ze in maximaal 5 minuten en met de hulp van 20 slides. Of je nu klaar bent of niet: na 5 minuten word je afgekapt.
Stripmaker en grafisch vormgever De Graaf zal spreken over zijn boek Scherven, een striproman over verlies en de Tweede Wereldoorlog. In Scherven verliezen de geliefden Victor en Esther elkaar aan het begin van de Tweede Wereldoorlog uit het oog en ontmoeten elkaar weer in mei 1946. De oorlog heeft hen onherroepelijk veranderd. De Graaf baseerde zijn verhaal deels op oorlogsherinneringen van zijn oom, die voor en tijdens de eerste dagen van de oorlog als soldaat van de 4e Batterij Luchtdoelartillerie op de boerderij van de grootouders van de auteur verbleef.
Wat gaat De Graaf in zijn 5 minuten behandelen? 'Het thema, hoe ik tot het verhaal geïnspireerd ben, hoe ik het heb aangepakt, de verhaalopbouw, de grafische opbouw, dat soort dingen,' vertelt De Graaf.
Hij is ook enthousiast over het idee van Ignite. 'Ik vind het goed dat de graphic Novel aandacht krijgt van een publiek dat niet of minder bekend is met dit type beeldverhaal. Ik ben nog steeds van mening dat onbekend onbemind maakt en dat graphic novels juist het type strips zijn dat een nieuw en groter publiek kan bereiken dan de meer traditionele strips. En daar wil ik graag aan meehelpen.'
Behalve De Graaf spreken er nog 11 anderen, waaronder videokunstenaar Jasper van den Brink, Guy Königstein en filmmakers Niels van Koevorden & Sabine Lubbe Bakker die een film maken over het einde van België.
De deuren gaan open om 20.00 uur. De eerste spreker begint om 20.30. Locatie: Mediamatic Bank, Vijzelstraat 68 Amsterdam. Kaartjes €7.-
Meer over Scherven kun je lezen in het interview met Erik dat ik eerder schreef en check natuurlijk zijn eigen site.
50/50 verwijst naar de inhoud van het boek: voor de helft zijn de opgenomen tekeningen in schetsvorm, de andere helft is afgewerkt.
Onderstaande Daily Webhead is een impressie van de expositie, inclusief een gesprek met het tekenbeest zelf. Baeken tekende tijdens ons gesprek heel ontspannen mijn portret, waar ik erg mee in mijn nopjes ben.
Ga na het zien van de video vooral de kunstwerken zelf live bekijken in galerie Lambiek op de Kerkstraat 132.
Daily Webhead: Serge Baeken exposeert in Lambiek from Michael Minneboo on Vimeo.
De titel Wat zien ik? verwijst naar de film van Paul Verhoeven uit 1971. Het boek zal éénpagina-verstrippingen bevatten van Nederlandse speelfilms. Net als bij Mooi is dat! mogen de stripmakers kiezen uit een lijst met honderd titels. Deze lijst is samengesteld uit de favorietenlijstjes van vijfentwintig filmkenners. Verschil met de vorige keer: dit keer doen er geen Vlaamse stripmakers mee.
Pos, stripintendant bij het Fonds BKVB, werkt voor dit project samen met de animatie-intendant van het Filmfonds, het Nederlands Filmfestival en Eye Film Instituut.
Aan Jos van der Burg in de Filmkrant laat Pos weten dat we het boek niet voor het Nederlands Film Festival in september mogen verwachten. Zelf zwaait hij in oktober af als intendant.
Auteur Tommy Wieringa was erg te spreken over de verstripping van Joe Speedboot in Mooi is dat!. Hieronder een video van zijn speech tijdens de opening van de expositie over Mooi is dat! in de OBA.
Daily Webhead: Tommy Wieringa spreekt op expositie "Mooi is dat!" from Michael Minneboo on Vimeo.
De winnaars worden in juli op het Comic-Con International in San Diego bekendgemaakt.
Eerder viel de stripmaker al in de prijzen voor Ergens waar je niet wilt zijn. Op het stripfestival van Angoulême won het boek de Prix de l’Audace, een onderscheiding voor een beeldverhaal waar veel lef en experiment in steekt. In eigen land won Evens eerder de Vlaams-Nederlandse Willy Vandersteenprijs. Van deze graphic novel verschijnt binnenkort overigens een derde druk.
Evens is niet de eerste Vlaamse stripmaker die genomineerd is voor een Eisner. Vorig jaar werd Willy Linthout genomineerd in twee categorieën voor Jaren van de olifant. Ook Eric Heuvel was toen genomineerd voor de Engelse versie van De Ontdekking. Beide stripmakers wonnen toen de prijs niet.
De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieën en worden ze jaarlijks uitgereikt. Zie hier de lijst van alle nominaties dit jaar.
Bas van der Schot, Aaargh, Nozzman, Peter van Straaten, Paul Faassen, Lectrr, Argibald, Hallie Lama, Paul Stellingwerf, Reid, Geleijnse en Van Tol - werk van deze cartoonisten en anderen hangt tot en met 7 mei in Horizontaalverticaal op de Houtmarkt 7 te Haarlem. In de prenten wordt literatuur in al haar facetten op de hak genomen.
Aanwezig bij de opening waren een aantal van de cartoonisten wiens werk geëxposeerd wordt. Ook was Ger van Wulften, uitgever van onder andere Kito, Argibald en Hallie Lama, aanwezig.
Samensteller en cartoonist Robert Schuit, ook wel bekend onder de naam Bandirah, legt in de video uit waarom hij voor dit thema heeft gekozen en hoe de selectie is bepaald. Saillant detail: Schuit heeft zelf het maken van cartoons min of meer achter zich gelaten en richt zich tegenwoordig onder meer op het schrijven van proza. Ook daar vertelt hij het een en ander over.
Daily Webhead: Expo cartoons over literatuur from Michael Minneboo on Vimeo.
De muziek in deze reportage is gemaakt door Marco Raaphorst.
Bij DWDD kennen we Hans Aarsman die vanuit expertise foto's analyseert. Ook Joost Zwagerman mag een keer per maand een interessant verhaal houden over een bepaald kunstwerk. Eric Corton besprak een tijd lang via videocolumns cd's voor de NRC.
In de stripwereld hebben we Jean-Marc van Tol, de stripmaker van Fokke & Sukke, uitgever en de nieuwe presentator van het stripprogramma Beeldverhaal dat in oktober bij de VPRO op de buis komt.
Van Tol zet sinds deze week stripbesprekingen op YouTube. Erg leuk, ontspannen en interessant. Hieronder Van Tols bespreking van Rabatés Een tweede jeugd. Ik kreeg na het zien meteen zin om het album bij de stripwinkel te halen.
Wat mij betreft zien we Van Tol binnenkort aan tafel bij Matthijs van Nieuwkerk.
Eerder besprak Van Tol Ghost World van Daniel Clowes en de Vlaamse stripmaker Willy Linthout, waar hij zelf ook een album van uitgaf.
De 8-delige tv-serie zal thematische afleveringen bevatten. Telkens zal er een stripfiguur als uitgangspunt genomen om een specifiek onderwerp te behandelen. Middels Superman zullen de superhelden aan bod komen. De aflevering over Olivier B. Bommel zal gaan over de Nederlandse strip en fabeldieren in de strip. Verder zullen onder meer manga en de undergroundstrip worden uitgelicht.
Gert Jan Pos, stripintendant bij het Fonds BKVB schreef de scenario's. De redactie bestaat verder uit Jean-Marc van Tol en Pieter Klok.
De eerste aflevering wordt 30 oktober om 22.55 bij de VPRO. Afleveringen duren ongeveer 25 minuten. Human Factor TV produceert het programma.
Sinds Jean-Marc van Tol Prelude: Opkomst en ondergang van Fokke & Sukke aankondigde, nu alweer zo'n anderhalf jaar geleden, heb ik er reikhalzend naar uitgekeken. Ik ben namelijk een ontzettende fan van Fokke & Sukke. Omdat Van Tol doorgaans druk is met het maken van cartoons en nog wel eens een strip uitgeeft van andere stripmakers, duurde het even voordat het album af was. Het was het wachten waard.
Herpublicaties
Van Tol vertelt in Prelude de ontstaansgeschiedenis van het beroemde stripduo. Van het moment in de pilsenerclub 'De Engelse reet' dat Bastiaan Geleijnse aan Van Tol opperde dat ze samen een strip moeten gaan maken tot en met de eerste publicatie van een Fokke & Sukke cartoon. Tussen deze momenten zitten verschillende fasen waarin het duo langzaam uitgevonden werd, want studiegenoten Geleijnse, John Stuart Reid en Van Tol kwamen niet zo maar op de succesvolle cartoonreeks.
Het leuke is dat in Prelude de strippogingen die Fokke & Sukke voorgingen er ook in staan. Evenals de allereerste Fokke & Sukke cartoons, fotomateriaal en achtergrondinformatie.
Het is interessant om de tekenstijl die Van Tol toen hanteerde te vergelijken met hoe hij de rest van Prelude heeft getekend. Nu zet hij zijn tekeningen met een schijnbaar nonchalance op het papier met een fineliner (zoals we iedere avond in DWDD kunnen zien). Toen tekende hij gedetailleerder in meer klassieke mainstream stijl.
Feest der herkenning
Amsterdam, de stad waar de drie heren studeerden, speelt een belangrijke rol in het verhaal. Van Tol zet de locaties rondom het Spui en de gebouwen van de UvA herkenbaar neer. Sowieso is de strip voor een UvA alumni als ik een feest van herkenning, maar voelt extra vertrouwd omdat er bekende figuren een rol vervullen: zoals Ronald Giphart, aan wie Van Tol ooit een boze brief schreef omdat diens tweede roman hem zo tegenviel. Ook Erik Noomen, toen redacteur bij het studentenweekblad Propria Cures, Mark Burema (tegenwoordig hoofdredacteur van GeenStijl) en Maarten Moll, recensent en journalist bij Het Parool. Zelfs culinair journalist Johannes van Dam heeft een cameo.
Saillant detail: de meeste mensen die erin voorkomen hebben de strip gelezen. Hun reactie erop is ook in het album te lezen.
Prelude eindigt op het moment dat de eerste cartoon van Fokke en Sukke gepubliceerd wordt. Volgens de overlevering was dit in Propria Cures. Dankzij Prelude weten we dat de waarheid genuanceerder en ingewikkelder is. Tenminste, Van Tols waarheid op de gebeurtenissen.
Tekenplezier
Biografische strips zijn doorgaans niet erg fijn leesvoer. Ze zijn vaak erg serieus van toon, hypercorrect en behoorlijk droog. Denk maar aan de stripbiografie van Anne Frank, Nelson Mandela en dat soort boeken. Bij Prelude straalt de lol die Van Tol ongetwijfeld had bij het tekenen, van het papier en werkt aanstekelijk. De stripmaker heeft aangegeven inmiddels met deel 2 van deze geschiedenis bezig te zijn. Eind dit jaar mogen we die in de boekhandel verwachten. Een boek waar ik wederom naar uitkijk.
Jean-Marc van Tol - Prelude: Opkomst en ondergang van Fokke & Sukke
Uitgeverij Catullus, €11,95
ISBN 9789078753292
Een groot deel van de bundel staat vol met de verhalen over Pulpman zelf: een vreemde figuur met een clownesk uiterlijk, een opportunistische antiheld. De wereld van de pulp bevat personages met een dubieuze moraal - ze vormen in dat opzicht een spiegel van de mensheid.
De Heij tekent in een realistische stijl. Hij dient zijn verhalen sappig op met een dosis geweld en de nodige seks. Zoals bekend, schroomt De Heij in zijn verhalen niet om, vaak prachtig getekende vrouwen, te pas te laten penetreren. Ook hebben veel verhalen een bovennatuurlijk tintje. Ze zijn een interessante combinatie tussen aardse handelingen (seks) en fantastische transformaties en gebeurtenissen.
In Pulpmania zijn de vervolgverhalen 'Kapitein Pulp' (Pulpman als piraat) en 'Biechten' opgenomen. Het feit dat je de verhalen nu in een ruk uit kunt lezen, geeft de bundel een meerwaarde. Zelf hou ik er niet zo van om strips in afleveringen te lezen.Hopelijk mogen we in Pulpmania #2 meer lange verhalen verwachten.
In 'Biechten' weet Alice op slinkse wijze uiteindelijk de familieranch van haar pleegvader te bemachtigen. Door alle familieleden af te werken, weet ze de concurrentie stuk voor stuk uit te schakelen. Als toetje lukt het haar zelfs om de priester bij wie ze haar zonden opbiecht, op seksueel vlak te corrumperen. (Niet dat dit gezien de huidige misbruikschandalen in de katholieke kerk echt een prestatie is natuurlijk, maar dat terzijde).
Tot mijn grote plezier staat het verhaal 'Zingeving', dat ik voor Pulpman heb geschreven, er ook in. Hierin draait het allemaal om Dante die door een demon bezeten raakt. Dit stelt hem in staat om wraak te nemen op iedereen die hem recent heeft benadeeld. De samenwerking met Fred beviel goed en ik hoop binnenkort een vervolg te schrijven.
Commentaar in stripvorm
In het korte verhaal 'Sigmund' neemt Pulpman de praktijk over van Neerlands bekendste strippsychiater. Fatima van de strip S1ngle is een van de patiënten. Ze beklaagt zich over het feit dat ze nog steeds vrijgezel is. 'Ja. Hè. Hè. Tuurlijk ben je single. Je ziet er toch ook niet uit.' Pulpman vindt het maar niets dat ze maar met één oog getekend wordt. Haar uiterlijk zou irritatie opwekken. 'Aanstellerig gedoe,' vindt hij dat. Later komt Maaike Hartjes de praktijk binnenlopen, Fred heeft haar getekend in de simpele stijl waarin de stripmaakster zichzelf jaren tekende in haar dagboekstrip. Pulpman denkt dat het kleine poppetje een beestje is en stampt erop.
Toen deze strip in Pulpman #7 stond, vroeg ik De Heij op de Stripdagen Haarlem wat hij precies met deze strip wilde uitdragen. 'Die heb ik gemaakt omdat het leuk is,' zei de stripmaker in de stand van uitgeverij Xtra. Wilde hij misschien commentaar geven op de strips die hij aanhaalt? 'Niet op Maaike Hartjes en Sigmund, maar wel op S1ngle. Dat vind ik geen leuke strip. Die lijnvoering, daar hou ik gewoon niet van.' Fred pakte de betreffende strip er nog even bij. 'Nou, dat is toch grappig. Een andere reden is er niet, hoor. Ik hoef niet een of andere onbekende fluttekenaar aan te pakken. Deze mensen zijn zo bekend, die kunnen er ook wel tegen. Ik denk dat ze er ook om kunnen gniffelen.' En daar draait het in de meeste strips van Pulpman om: absurde, overdreven pulpverhalen vol seks en geweld die vooral bedoeld zijn om een glimlach los te maken bij de lezer. Dat is met Pulpmania bij mij zeker weer gelukt.
Toen ik in oktober 2008 Jean-Marc van Tol en uitgever Joost Nijsen interviewde over de komst van Eisner zei Van Tol het volgende: 'Het uitgeven van strips en graphic novels is in Nederland een hels karwei. Dat moet je als je een normale uitgever bent natuurlijk niet doen. Je weet van tevoren dat het een verliesgevende zaak is, want strips zie je bijna niet meer in boekwinkels.'
Je kunt wel stellen dat Van Tols woorden profetisch waren. Uitgever Joost Nijsen geeft ruimhartig toe dat Eisner zakelijk gezien geen succes was. 'Zelfs met de subsidie die we ervoor kregen was Eisner niet kostendekkend. We kregen voor de eerste drie nummers 10.000 euro per deeltje, maar de verkoop was te laag.' Volgens Nijsen had het blad ongeveer 250 abonnees. Hetzelfde aantal exemplaren kon Podium kwijt in de boekhandels, verder nog enkele honderden aan stripwinkels en verkooppunten in België. In totaal werden er 1000 exemplaren in de markt gezet, maar lang niet alles werd verkocht. 'De boekhandels bleven er veel mee zitten,' zegt Nijsen. 'Ze begonnen er ook steeds minder in te geloven. Boekhandels hebben tegenwoordig sowieso moeite met de niet- fast moving products en dan vooral literaire tijdschriften.'
'De markt voor graphic novels is ook overschat,' vindt Nijsen. 'Die markt is onvoorstelbaar lastig. Neem bijvoorbeeld Van Istanbul naar Bagdad: zelfs als er Grunberg en Kolk op het omslag staat, toch twee bekende merken, dan loopt zo'n boek matig. We hebben daar de hulp van de boekhandel bij nodig en die weet er geen raad mee.'
Wisseling van de wacht
Ward Wijndelts was de eerste hoofdredacteur van Eisner. Hij werd bijgestaan door ondere Jean-Marc van Tol. Na twee nummers nam Erik Noomen het over. In december stopte Noomen echter als redacteur bij Podium om als samensteller bij de Madiwodovrijdagshow aan de slag te gaan. Nu zat Eisner zonder redactie. Nijsen: 'Toen Erik vertrok, stond ik voor de keuze wie nu Eisner moest gaan leiden. Toen ben ik eens goed gaan nadenken of het blad wel voldeed aan de verwachtingen.'
Het grootste probleem van Eisner was misschien wel dat de doelgroep voor de uitgever nooit concreet is geworden. 'Het was onduidelijk voor ons bij wie het tijdschrift nu eigenlijk aansloeg. Als er nu een duidelijk publiek was geweest dat gemotiveerd was, dan zou ik als uitgever denken dat je tenminste iets heel zinvols doet.' Nijsen geeft toe dat ze voortdurend zaten te aarzelen tussen de stripliefhebber als doelgroep of de literatuurminnende lezer.
Zonder een specifieke lezer voor ogen te hebben is het ook lastig om een blad te promoten. 'Behalve de geijkte promotiemiddelen als de literaire pers, kranten- en tv-redacties aan te spreken, gaf Erik ook acte de presence op stripbeurzen. Toch is het ons niet gelukt om flink publiciteit voor Eisner te krijgen.'
Het probleem met korte verhalen
Daarbij kun je je afvragen of van korte literaire verhalen wel een goede strip te maken is van pakweg tien pagina's. 'Dat is eigenlijk een heel ingewikkelde opgave. Ik dacht daar in het begin wat lichtzinnig over,' bekent Nijsen. 'Vanuit artistiek oogpunt twijfelden we ook over wat er logisch was. Klopte de vorm van ongeveer zes verhalen in een blad van 80 pagina's wel? Stripliefhebbers willen ook een ander soort blad volgens mij. Met rubrieken, tips en artikelen. Maar met die elementen zou Eisner veelzijdiger en actueler geweest, maar dan was het blad weer te veel gericht zijn op de stripliefhebber terwijl wij meer lonkten naar de literaire lezer.'
Toch is de uitgever wel trots op de vijf nummers: 'Het was een mooi laboratorium waarin het aangenaam toeven was.' Het verdwijnen van Eisner betekent ook dat Podium zich minder met strips gaat bezighouden. 'Het is het einde van een periode waarin ik het beeldverhaal echt naar voren trok,' zegt Nijsen. 'Maar,' vervolgd de uitgever, 'ik heb geleerd dat je nooit heel stellig moet zijn. Je zult zien dat er over een halfjaar iemand langskomt met zo'n fantastische graphic novel, dat alle aarzelingen die we bij het genre hebben, opslag vervallen en we dat het met groot enthousiasme uitgeven.'
Ook gloort er nog enige hoop aan de horizon: 'Het heeft iets heel frustrerends om zoiets moois te stoppen. We brengen het blad niet meer uit, maar ik heb het merk Eisner nog niet opgeheven. Het is denkbaar dat ik op een gegeven moment met een nieuwe vorm terugkom. Misschien dat ik over anderhalf jaar denk dat we als App terug moeten komen.'
Wat vind jij van het verdwijnen van de Eisner? Is het jammer of missen we er niet veel aan?
In 2008 begonnen Joost Nijsen en Jean-Marc van Tol hoopvol aan het Eisner-avontuur:
McKeans Celluloid wordt een erotische grafische roman genoemd. Het boek gaat over een vrouw die het maar niet lukt om een afspraak te maken met haar minnaar. Ze ontdekt een oude projector die geladen is met een erotische film. Ze raakt in de ban van deze film en tijdens het kijken opent een portaal naar een wereld vol met hitsige dromen en fantasieën. Ze wordt als het ware door de pornografische wereld van het celluloid opgeslokt. Wat volgt is een reeks seksscènes waarin de vrouw aan haar gerief komt. McKean citeert stijlen van verschillende kunstenaars. Van Gustav Klimt, Picasso en Salvador Dali. Iedere keer wanneer de vrouw een orgasme beleeft, schakelt McKean over in een andere stijl.
Celluloid is ook geen strip, maar eerder een kunstboek waarin de kunstenaar zijn spierballen laat zien.
Celluloid is geen porno: de platen van McKean mogen oogstrelend zijn, opwindend zijn ze niet. Als porno is dit dus een glas spa blauw: geen prikkels. Voor wat een grafische roman genoemd wordt is het verhaaltje overigens behoorlijk mager. In dat opzicht lijkt Celluloid wel weer op porno. Misschien moet McKean de volgende keer weer samenwerken met een goede scenarist, want dat zou het leesgenot ten goede komen.
Uitgeverij Silvester heeft een mooie hardcover uitgebracht, maar aangezien het verhaal tekstloos is, mag je je afvragen waarom er een Nederlandse editie van nodig was.
Celluloid raad ik vooral aan voor de McKean-fans. Liefhebbers van pornografie of graphic novels komen met andere uitgaven beter aan hun trekken.
Dave McKean - Celluloid
Uitgeverij Silvester, € 24,95
SBN: 9789058855558 (hardcover)
Zoals altijd was het een gezellige boel bij Lambiek, waar ook geregeld boekpresentaties worden gehouden en iedere vrijdag een ontspannen borrel is. Je weet nooit met welke stripgrootheden je daar een biertje kunt drinken.
De Hal Foster Award is in het leven geroepen om mensen te eren die in de periferie van het beeldverhaal opereren. Schifferstein vertelde me na de ceremonie dat hij de grootste moeite heeft om zijn boeken in de boekhandel te krijgen. Iets wat helaas voor meer stripuitgevers geldt. In zijn speech benadrukte de gewaardeerde uitgever dat de aandacht voor naturalistische tekenaars de laatste jaren mager is in de stripwereld. Vooral de humorstrip krijgt naar zijn mening aandacht:
'In Nederland is vanaf het begin een cultuur geweest van humorstrips. Er zijn bijna geen naturalistische avonturenverhalen gemaakt in stripvorm. Tien, twintig jaar geleden was dit nog wel het geval. Toen had je nog bijzondere auteurs als Hans Kresse en Thé Tjong-Khing die met vakmanschap langere verhalen maakten die ook door een groot publiek gelezen werden. Maar inmiddels is de tendens zo veranderd dat mensen strips eigenlijk alleen maar kennen van humor in de krant of eventueel van de jeugdbladen.'Misschien dus maar goed dat Minck Oosterveer binnenkort de Stripschapprijs krijgt uitgereikt. Hij is een van de weinige Nederlandse stripmakers die een realistische stijl hanteert. Al mogen we stripmakers als Fred de Heij en Dick Matena natuurlijk niet vergeten.
Onderstaande video is een impressie van de prijsuitreiking. Schiffersteins pleidooi voor meer aandacht voor realistische strips is er vrijwel in zijn geheel in opgenomen.
Daily Webhead: Hal Foster Award 2011 from Michael Minneboo on Vimeo.
De jury wil met de toekenning van de Hal Foster Award aan Mat Schifferstein haar waardering uitspreken voor het nimmer aflatende enthousiasme waarmee deze uitgever onbekende strips en stripartiesten voor een Nederlands publiek bereikbaar maakt.
'Al meer dan 25 jaar brengt Mat Schifferstein met zijn uitgeverij Sherpa de mooiste parels uit de internationale stripwereld naar stripminnend Nederland. Hij heeft de moed om tekenaars te presenteren waar andere uitgeverijen zich niet aan wagen, zoals Baudoin, Toppi, Munoz en Baru. Hij heeft ook een scherpe neus voor nieuw talent,' aldus de jury.
Schifferstein bracht in de jaren negentig de verhalen van Alan Moore (Watchmen) en Neil Gaiman (Sandman) uit. En zo volgden er nog velen in de loop der jaren, zoals Van der Mey, Andreas en Mezzo & Pirus. En onlangs bracht hij Nate Powell en Mariko en Jillian Tamaki naar Nederland voor de boekpresentaties van respectievelijk Verzwelg me en Skim.
'Mat Schifferstein volgt altijd zijn smaak. Terwijl in Angoulême of de Frankfurter Buchmesse stripuitgeverijen elkaar de zaal uitvechten om beroemde auteurs vast te leggen, heeft Mat ondertussen contracten op zak van boeken, waarvan we nog niet wisten dat ze niet mogen ontbreken in onze boekenkast. Maar hij denkt ook aan mensen die wèl weten wat ze in hun boekenkast willen. Het prachtige Arma en Ilva van Thé Tjong-Khing, een van de beroemdste tekenaars/illustratoren van Nederland, wordt door hem opnieuw gepresenteerd in een werkelijk prachtige editie. Mat Schifferstein is een ware ambassadeur van de strip,' aldus de jury van de Hal Foster Award.
Deze jury bestaat dit jaar uit Klaas Knol, Aloys Oosterwijk, Ben Westervoorde, Floris Oudshoorn en Peter de Wit. De Hal Foster Award is ingesteld door Studio Arnhem om mensen te huldigen die zich bijzonder verdienstelijk maken in de periferie van het beeldverhaal. De prestigieuze bokaal werd in 1982 voor de eerste maal uitgereikt aan René Meulenbroek voor zijn ridderspel in een special over de Middeleeuwen van het stripblad Eppo. Andere winnaars zijn o.a. Peter de Wit, Frits Jonker, Pieter M. Dorrenboom, Shamrock, Vince en Klaas Knol.
Wat mij betreft is de prijs Minck van harte gegund. Krantenstrips Nikki Saxx en Zodiak zijn enkele titels die Oosterveer samen met Willem Ritstier maakte. Recent werd in Eppo de eerste aflevering van een spin-off van Storm, gemaakt door dit duo, gepubliceerd.
Oosterveer is een van de weinige Nederlandse stripmakers die ook in de Amerikaanse comicsindustrie wist door te breken. Zijn realistische stijl sluit ook goed aan in die markt. Zo tekent hij The Unknown naar een scenario van Mark Waid. Niet de minste schrijver op comicsgebied.
Maar het is het stripschap natuurlijk vooral te doen om zijn werk voor de Nederlandse strip en roemt de stripmaker om zijn realistische tekenstijl.
'Belangrijk in de keuze van Minck Oosterveer is ook het feit dat hij langzamerhand één van de weinige realistische striptekenaars van Nederland is. Om een goede realistische strip te tekenen, heb je een gedegen opleiding nodig en je moet de kunst verstaan om veel pagina's te kunnen maken in de altijd te krappe tijd. Het is niet voor niets dat er zo weinig van dat soort tekenaars zijn in Nederland, en als ze er al zijn, dan werken ze voor het buitenland of in de reclame,' laat de jury middels een persbericht weten.Samen met Ritstier maakte Oosterveer ook twee albums van de westernstrip Ronson Inc. (Zie hier een uitgebreid artikel over de ontstaansgeschiedenis van deze strip.) Recent liet Oosterveer weten te stoppen met het tekenen van deze strip die in afleveringen in de Eppo verscheen. Oosterveer wil zich meer gaan toeleggen op de buitenlandse markt.
In de versie van het Vlaams Belang kijken Suske en Wiske verschrikt op naar de Gentse socialistische burgemeester Daniël Termont, die vanuit een helikopter muntstukken in het rond strooit naar allochtonen.
Het Vlaams Belang is een Vlaams-nationalistische en rechts-conservatieve politieke partij. Logisch dat Standaard Uitgeverij//WPG Uitgevers België nv, de erven Vandersteen en Studio Vandersteen niet blij zijn met deze herbewerking en de associatie tussen Suske en Wiske en het Vlaams Belang die ermee gesuggereerd wordt.
'Het testament van de geestelijke vader Willy Vandersteen bepaalt dat de stripfiguren Suske en Wiske niet voor politieke doeleinden mogen worden gebruikt,' laat de uitgeverij middels een persbericht weten. Tevens onderzoekt de uitgeverij welke juridische stappen zij kan ondernemen tegen deze publicatie.
Wordt ongetwijfeld vervolgd...
Behalve superkrachten gaf Stan Lee zijn helden de sores van alledag mee. Hij creëerde daarmee meer realistischer en aansprekender helden dan de comiclezers tot dan toe gewend waren.
Je zou misschien zeggen dat het opmerkelijk is dat een stripscenarist een ster krijgt op de Walk of Fame, aangezien deze alleen wordt toegewezen aan vijf categorieën media, namelijk: film, tv, theater, audio-opnames en radio. Geen strips dus, maar het bereik van de creaties van Lee & co. is al sinds jaar en dag veel groter dan alleen de strippagina. Films, animatieseries, computergames - een miljardenindustrie bestaat rondom de superhelden.
De organisatie achter de Walk of Fame laat via een persbericht het volgende weten:
In 1981 Stan Lee transformed his Spider-Man and Hulk creations into Saturday morning and syndicated television cartoons. When Marvel Comics and Marvel Productions were acquired by New World Entertainment in 1986, Stan’s horizons expanded even further, giving him the opportunity to become more deeply involved in the creation and development of filmed projects for both the big and small screen. He supervised such diverse animated series as X-Men, Spider-Man and The Hulk. To date, Stan’s characters have populated over 24 separate television series, all of which continue in syndication around the world.Stan Lee is altijd een van mijn helden geweest. Spiderman is een van mijn favoriete stripfiguren, maar ook de andere helden van Lee kunnen mij zeer bekoren. Op hoge leeftijd is hij nog steeds actief als schrijver en spreker. Ik vind het altijd een genot om deze immer enthousiaste man te horen praten. Terecht dus dat de 2,428ste ster op de beroemde straat in Hollywood ter ere van deze levende legende wordt neergelegd.
Hieronder een interview van CNN met Stan the Man.
Vanaf 15 uur signeren daar: Peter van Straaten, Theo van den Boogaard & Wim T. Schippers (van o.a. Sjef van Oekel), Peter de Wit (van o.a. Sigmund en S!ngle), Rene Windig (van Heinz), Michiel van de Pol (Cartoon Diarree en Terug naar Johan) en Sam Peeters (Lamelos en In de schaduw van mijn lul) signeren hun stripboeken komende zondag bij Selexyz Scheltema in Amsterdam.
Wat mij betreft een goede reden om het winterweer te trotseren en een bezoekje te brengen aan de boekwinkel op het Koningsplein.
Op het moment dat Pilgrim aan het einde van de strip op het podium staat en een optreden geeft met zijn band, die natuurlijk voor geen meter kunnen spelen, en de eerste kwaadaardige ex richting het podium vliegt om de strijd aan te gaan, barst het absurdisme echt los. De ex wordt bijgestaan door een leger vechtmariekes, maar Pilgrim blijkt plotseling de beste vechter uit de streek te zijn. Ook zijn vrienden blijken magische vechttechnieken te beheersen. Eigenlijk is het volgende gevecht een stijlbreuk met de rest van het verhaal dat zich laat lezen als een tienersoap en binnen de conventies van dat genre redelijk realistisch in elkaar steekt.
Canadese Stripmaker Bryan Lee O'Malley liet zich duidelijk door de Japanse strip inspireren en tekende zijn reeks in een afgeleide Manga-stijl: veel grote, ronde ogen en dito expressieve stijlvormen. In de bovengenoemde gevechtscene krijgen de manga-invloeden de overhand. En daar moet je van houden.
Toch heeft Scott Pilgrims geweldige leventje ook zijn charme, wat soms wordt geuit in leuke tekeningen als deze:
Sitcom De cast van vrienden zijn uitvergrootte typen zoals we die kennen uit de sitcom. Wallace Wells is een assertieve homo, die er niet voor terugdeinst om de vriendjes van Scotts zusje in te pikken. Het zusje is erg bijdehand en weet het allemaal beter dan haar oudere broer. Ook de gevatte dialogen in Scott Pilgrim lezen alsof ze uit een sitcom afkomstig zijn. En net zoals bij Amerikaanse komedies die op de Nederlandse buis ondertiteld worden, gaat er veel in de vertaling verloren. Sommige grappen slaan hierdoor dood, al kan je wel aan de tekst aflezen hoe deze in het Engels zou klinken om toch nog een indruk te krijgen van wat O'Malley bedoelde.
De personages worden geintroduceerd met tussentitels. Bijvoorbeeld: 'Stacy Pilgrim. 19 jaar Jongere zus: Oordeel: een 10 voor tiener.' Andere tussentitels zijn bewust nonchalant: 'De volgende dag.... of zo.' Het is allemaal wat te geforceerd hip naar mijn smaak. Maar goed, deze recensent behoort ook niet tot de doelgroep. Pilgrim is duidelijk leesvoer voor tieners en die zullen zich er vast wel mee vermaken.
Mocht je trouwens denken dat dit soort stijlmiddelen zich prima voor een film zouden lenen, dan zit je er niet ver naast. Scott Pilgrim versus the world kwam eerder dit jaar uit. Aan de trailer te zien hebben ze er een aardig trouwe adaptatie van gemaakt. De strip maakt zeker nieuwsgierig naar de filmversie.
Bryan Lee O'Malley - Scott Pilgrims geweldige leventje
Oog & Blik/De Bezige Bij, 12,50
ISBN: 9789054929918
Deze week komt de bundel binnen op plaats 17 in de CPNB Top60 van best verkochte boeken. Deze lijst publiceert de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek elke week online. Saillant detail: in aanmerking komen ‘algemene’ boeken (bijvoorbeeld geen strips) van meer dan € 2,50, die bij meer dan één verkooppunt verkrijgbaar zijn.
De twee satirische vogels van Reid, Geleijnse & Van Tol zijn vaak geziene gasten op de lijsten van het CPNB. In de top5 van best verkochte bundels 2009 stonden ze op nummer 4 met hun Afzien, en in de Top100 op nummer 76, omdat er toen tussen de 30.000 en 40.000 exemplaren van verkocht zijn. Volgens mij de enige strip/cartoonbundel in de top100.
Het afzien van 2010 is alweer de elfde editie, de bundeling verschijnt sinds 2000. Dit jaar verscheen het boekje een week eerder dan normaal om lang genoeg mee te kunnen doen als Sinterklaascadeautje.
Heinz van H tot Z omvat de complete verzameling van dagstroken van de eigenwijze en volstrekt onvoorspelbare rode kater gecreëerd door René Windig en Eddy de Jong. Het zijn stuk voor stuk mooie, dikke albums. Prachtig uitgegeven met geïllustreerde noten achterin waarin de wereld van Heinz en de makers verder wordt uitgediept.
Vrijdag wordt dus het tweede deel uit de reeks, deel E gepresenteerd in Lambiek. De uitgave van 272 pagina's bevat alle krantenstrips van mei 1989 tot en met december 1991 in chronologische volgorde. Hennie de Brandweerman brengt zijn koffergrammofoon mee en zal de avond opfleuren met goeie ouwe jaren 50 rock-‘n-roll. Windig zal zonder morren - neem ik aan - exemplaren signeren. De Jong is er helaas niet bij want die verblijft nog in het buitenland.
Liefhebbers van katten, strips en Heinz in het bijzonder zijn welkom vanaf 16.30 in Galerie Lambiek op de Kerkstraat 132 in Amsterdam.
Daily Webhead: Tommy Wieringa spreekt op expositie "Mooi is dat!" from Michael Minneboo on Vimeo.
De tentoonstelling blijft tot 16 januari 2011 in de Amsterdamse bibliotheek te zien en zal daarna langs meerdere plekken reizen, waaronder het Stripmuseum in Brussel.
De kunststripbeurs werd in samenwerking met het Holland Animation Film Festival georganiseerd.
Ik was aanwezig en schoot met mijn cybershotje de onderstaande Daily Webhead:
Daily Webhead: KunstStripbeurs 2010 from Michael Minneboo on Vimeo.
Tijdens de beurs werden er meerdere boeken gepresenteerd. Namelijk Mooi is dat!, Van Istanbul naar Bagdad van Grunberg en Kolk en Verzwelg me vanNate Powell.
In tegenstelling tot de gemiddelde stripbeurs bestond het publiek zaterdag in de Janskerk ook uit dagje mensen, gezinnen en nieuwsgierige lui die normaliter wellicht niet zo snel een strip openslaan. Misschien kwam het door de locatie, maar er heerste ook een andere sfeer dan bijvoorbeeld op de Stripdagen.
De stripmakers hadden posters, schilderijen, kaarten en natuurlijk boeken te koop. Ik vond het leuk om te zien dat sommige stripmakers speciaal voor de beurs een small-pressboekje hadden gemaakt. Saillant detail: de boekjes van Matt Baay en Aimée de Jongh hadden allebei Oh my God als titel. Beide stripmakers nemen het christelijke geloof op de hak. De Jongh middels 24 cartoons waarin ze sprookjesfiguur Jezus centraal stelt, Baay laat zijn vaste figuur Bunbun in aanmerking komen met diverse uitwassen van het geloof.
Overigens vond er eerder dit jaar ook een KunstStripbeurs in Groningen plaats. Vorig jaar was de eerste editie in Utrecht, ook tijdens het HAFF.
Ik was erbij met mijn cybershotje en maakte de volgende video:
Daily Webhead: Horrorportretten from Mike's Webs on Vimeo.
Stripmaker Menno Kooistra was een paar jaar geleden de drijvende kracht achter het album Bloeddorst waarin verschillende stripmakers een kort horrorverhaal publiceerden. Voorlopig zit er nog geen vervolg in, maar er zijn wel plannen om ooit een Bloeddorst op magazine formaat uit te brengen.
Ook was er deze week een voorpublicatie van het boek in de NRC Next, dezelfde krant waar eerder ook de finalisten van de Benelux Beeldverhalen Prijs werden tentoongesteld. De prijs is in het leven geroepen door Pos, uitgeverij De Vliegende Hollander en nrc.next. Eerder dit jaar was er ook aardig wat media-aandacht voor het feit dat Nederland gastland was op FICOMIC, de grote stripbeurs in Barcelona, waar een delegatie stripmakers naar afreisde. In dat opzicht kun je stellen dat Pos met zijn stripprojecten aardig wat aandacht weet te generen, een van de taken die hij meekreeg bij zijn aanstelling als intendant in mei vorig jaar.
Ik ben benieuwd of alle media-aandacht voor Mooi is dat ook daadwerkelijk tot een goede verkoop gaan leiden. Dat moeten we nog even afwachten. In ieder geval liggen er 6.000 exemplaren klaar.
Por Dios is een nieuw glossy stripblad uit de koker van de Don Lawrence Collection. De strips die erin staan zijn bedoeld voor het hele gezin. De nadruk ligt op klassieke strips die vroeger in Eppo stonden, zoals Storm, De Generaal, Agent 327, Lucky Luke en Blueberry. Anders dan in de Eppo staan er complete verhalen in, aangevuld met korte verhalen en gagstrips van onder meer Elsje, De Stamgasten en de Familie Fortuin.
De redactie van de moderne Eppo richt zich natuurlijk al op de nostalgische striplezer. Met Por Dios gaan ze nog een stapje verder, door dit keer eerder verschenen strips digitaal te restaureren en opnieuw in te kleuren. De redactie van Por Dios kan namelijk gebruik maken van het Eppo-archief dat een paar jaar geleden letterlijk en figuurlijk werd gered door het Stripdocumentatiecentrum Nederland en Het Stripschap, Nederlands centrum voor belangstellenden in strips. Hierdoor is het werk van o.a. Peter de Smet, Dick Briel, Erik Heuvel, Peter de Wit en al die andere stripmakers weer beschikbaar.
In de striptrein kunnen stripliefhebbers aanschuiven bij een grote groep stripmakers die meereizen voor krabbels, tekeningen en een gratis exemplaar van Por Dios.
De striptrein is natuurlijk een slimme publiciteitsstunt om het nieuwe blad onder de aandacht te brengen. Sowieso weten hoofdredacteur Rob van Bavel en publiciteitsagent Mourice Plusquin goede persmomenten te bedenken om aandacht te genereren. Begin dit jaar werd in het Amsterdamse Paradiso bekendgemaakt dat Franka - volgens de Eppo-lezers - de grootste stripheld van Nederland is. Dat beslisten de Eppo-lezers via een enquête. De show was tevens een slimme manier om aan de pers duidelijk te maken dat Eppo zijn tweede jaargang inging. Een paar maanden later werd het eerste album van de avonturenstrip Haas gepresenteerd in het Verzetsmuseum. En nu dus een opvallend ritje met de trein. Prima pr, hoewel niet iedereen zich kan vinden in de reclametekening waarin de rondborstige stripheldin Olga Lawina de komst van Por Dios aankondigt.
Wie zin heeft om met de striptrein mee te reizen, zie de site van Por Dios voor meer informatie.
Uit angst jonge lezers te verliezen heeft de directie van de Yomiuri Shimbun uit Tokio besloten dat er naast de gewone krant ook een mangaversie komt. In deze stripkrant worden de belangrijkste nieuwsberichten uitgetekend in een korte strip van zes tot twaalf tekeningen. Meer dan 100 tekenaars werken aan de strips.
Dit doen ze online al een jaar. Een Engelse, Franse en Koreaanse versie zijn in de maak.
Criticasters beweren dat je in stripvorm niet echt diep op het nieuws kunt ingaan. De strips bevatten immers korte dialogen. Meer dan een aanstipfunctie heeft het dan ook niet.
Wat denk jij? Zou een stripkrant ook in Nederland kunnen werken?
Cooper verwerkte gebeurtenissen uit zijn jeugd in een surrealistische, vervreemdende dierenstrip, waarin de personages ondanks hun vreemde voorkomen, zeer inleefbaar zijn. In de aansprekende expressies van het hoofdpersonage, ziet men het vakmanschap van de stripmeester. En omdat we met deze eend meevoelen, komt wat hem overkomt hard aan.
De twaalfjarige eend Dan werkt als inkter voor de zesentwintig jarige stripmaker Larry. Wanneer Larry opeens op Dan kruipt en aan hem zit, weet de arme eend zich even geen raad. De handelingen van de aanrander worden door een oplettende buurtbewoner verstoord. Als Dan later vraagt wat zijn leermeester bezielde, ontkent hij de gehele gebeurtenis.
Het verhaal heeft zijn wortels in de werkelijkheid. Cooper was als groentje de inkter van wijlen Barry Blair. Deze stripmaker en hoofdredacteur van uitgeverij Aircel Comics is bekend door zijn werk Elflord, Dragonring en de erotisch getinte strip Sapphire. Blair had echter een duistere passie voor prepubers, waarvan zijn shotacon-werk getuigt, waarin jonge pubers het lijdend voorwerp zijn van seksuele handelingen. Hoewel Cooper nooit letterlijk heeft gezegd dat hij gemolesteerd is door Blair, noemde hij hun relatie in een interview met The Comics Journal 'ongepast'. Cooper noemt deze relatie de inspiratiebron voor de strip Dan & Larry. Zoals een oude schoolvriend van de stripmaker in het voorwoord zegt: 'Nou jongens en meisjes: het is allemaal ontegenzeggelijk waar... voor zover er over iemand een waarheid bestaat.'
Puberen
Eigenlijk is de mate van autobiografie ook niet waar de kracht van deze strip ligt, die zeer waarachtig overkomt. Cooper slaagt er namelijk in om het ontheemde gevoel van er-niet-bij-horen dat pubers ervaren, perfect over te brengen. Dan is letterlijk de vreemde eend in de bijt en voelt nergens aansluiting. Niet bij zijn familie, maar ook niet bij leeftijdsgenoten die hem toch maar pesten. Hij voelt tot zekere hoogte wel een verwantschap met Larry, ondanks diens handtastelijkheden en nukkige, bazige manier van doen.
Dave Cooper - Dan & Larry in 'Niet doen!'
Uitgeverij Xtra (2010)
ISBN 978-90-77766-46-0
Dit jaar wordt het evenement voor de zesde keer gehouden in 's werelds oudste stripwinkel. Een kleine dertig stripmakers krijgen 24 uur de tijd om evenzoveel strippagina's te tekenen. Ze mogen van tevoren geen verhaal bedenken. Koffie en maaltijden worden belangeloos gedoneerd door verschillende sponsoren. Lambiek zorgt voor de rest.
Wie zo gek was om dit evenement te bedenken? Scott McCloud bedacht en organiseerde de eerste editie in 1990. Het begon allemaal met een weddenschap tussen McCloud en vriend Steve Bissette. Inmiddels is het een wereldwijd fenomeen. Dit jaar doen er al meer dan 1500 tekenaars op 105 locaties in 14 landen mee. Maar wie weet zijn het zaterdag wel meer, als het feest begint.
Het is natuurlijk leuk als je even langskomt in de winkel om de kunstenaars een hart onder de riem te steken of goede ideeën te opperen als ze even vastzitten met hun verhaal.
De thuisblijvers kunnen het geheel volgen op Lambiek.net waar een speciale 24 Hours pagina te vinden is: www.lambiek.net/24hourcomics/index.htm.
Voor de rest van de wereld checkt u: http://www.24hourcomicsday.com/sites.html
In Amerika worden de 24-uurs strips uitgegeven in bundels. In Nederland gebeurt dit niet altijd, maar duiken de snelgetekende beelverhalen wel soms op in boekvorm. Hallie Lama's Koning van de uien is te bewonderen in de Pulpman en de strips van Jeroen Funke werden gebundeld in Victor & Vishnu: Text Free.
Bij Lambiek beginnen de tekenaars op zaterdagochtend 11:00 uur en sluiten op zondag 3 oktober om 11:00 af met een champagneontbijt. Lambiek blijft natuurlijk tijdens ‘24 Hour Comics Day’ 24 uur open.
Deze video maakte ik in 2008 van het evenement:
Daarom hoop ik van harte dat er nieuw cartoontalent gehoor zal geven aan de oproep van de beste krant van Amsterdam en omstreken. Stuur je werk naar stripvrijplaats@parool.nl.
StripSter bevat nieuwsberichten over de Nederlandse en Vlaamse strip. Ook biedt men tekentalent een podium. De site wordt gecoördineerd door Henk Schouten. 1 augustus 2000 ging StripSter officieel online.
De meest recente special gaat over strips in Spanje. De Spaanse pepers zitten kennelijk nog in de lucht van het schoolreisje van intendant Gert Jan Pos naar FICOMIC eerder dit jaar.
Voor de special hebben 14 grote Spaanse striptekenaars werk ingestuurd, zoals José Luis Munuera, Paco Roca, Bartolomé Seguí, Jaime Martín. Volgens StripSter is het werk nog nergens anders verschenen. Wie meer wil weten over de strip in Spanje, leest het artikel 'Striptekenaar in Spanje' van Santiago Martin. Martin is een van de redacteuren van de site en tekenaar. Tot slot hebben enkele Nederlandse tekenaars impressies van Spanje getekend.
De geestelijk vader van Suske & Wiske deed dit onder het pseudoniem Kaproen. De prenten werden gepubliceerd in het dagblad Volk en Staat, gelieerd aan de Vlaams-nationalistische politieke partij het Vlaams Nationaal Verbond. Een door zijn familie gefinancierd onderzoek, heeft het gerucht dat al jaren gonsde daarmee bevestigd.
De man die de teksten schreef is na de oorlog veroordeeld voor collaboratie. Over een jaar verschijnt er een boek over het oorlogsverleden van Vandersteen.
Als zodanig heeft hij hele generaties (strip)tekenaars beïnvloed en geïnspireerd. Zo spoorde hij Peter Pontiac aan om autobiografisch getinte strips te gaan maken en gaf hij de jeugdherinneringen van Rudolf Kahl uit. Maar ook andere grote talenten als Dick Matena, Evert Geradts, Eric Schreurs, Gerrit de Jager, Wim Stevenhagen en Hein de Kort bood hij een podium. Strips als Joop Klepzeiker en De familie Doorzon introduceerde hij bij een groot publiek. Hij was ook actief in de muziekwereld, bijvoorbeeld als de manager van Bram Vermeulen. Als de man achter uitgeverij Espee gaf hij eind jaren zeventig het stripblad Gummi uit, met literaire strips van Dick Matena, Will Eisner, Claire Bretécher, Georges Pichard, Richard Corben, Jacques Tardi en Marcel Gotlib. Onder zijn vleugels maakten bladen als De Vrije Balloen en Stripkoerier een doorstart. De Balloen was onder zijn redactie in samenwerking met Aart Clerkx, Willem Vleeschouwer, Peti Buchel, René Windig en Eddie de Jong als het ware het visitekaartje van de nieuwe Nederlandse strip. Ook bedacht hij als één van de eersten hele evenementen rondom strips, met optredens en prijsuitreikingen.
Van begin af aan maakt hij zich hard voor wat hij kwalitatief hoogstaande beeldverhalen vindt en durft gevoelig en gewaagd materiaal uit te brengen waar andere uitgevers hun vingers niet aan durven te branden. Zo geeft hij sinds 2005 onder de vlag van zijn nieuwe uitgeverij Xtra de cartoons van Gregorius Nekschot uit, en ook wijlen Theo van Gogh heeft een plaatsje in zijn fonds. Een fonds vol indrukwekkende namen en uitgaven van talent uit binnen- en buitenland.
Samen met stripmaker Fred de Heij is hij de drijvende kracht achter het magazine Pulpman, toch wel het opmerkelijkste en meest uitgesproken nieuwe striptijdschrift van de laatste jaren. In dergelijke uitgaven stoppen hij en de zijnen meer tijd dan economisch rendabel is. Kees Kousemaker, de Nederlandse stripheld die in april van dit jaar het leven liet, zei al jarenlang dat Van Wulften de P. Hans Frankfurtherprijs moest krijgen. En wie is het Stripschap om Kousemaker tegen te spreken? Daarom hulde aan Ger van Wulften. Op zaterdag 25 september ontvangt hij de P. Hans Frankfurtherprijs 2010 uit handen van Tamar en Guido Frankfurther tijdens De Stripdagen in Houten. Op de foto wordt van Wulften geflankeerd door Hallie Lama en Fred de Heij.
Barbara Stok presenteerde haar nieuwe boek, Jan Kruis werd op het podium geïnterviewd over zijn tweede album over Woutertje Pieterse. Uitgeverij de Harmonie pakte uit met enkele prima acties. Tekenaar Gummbah deed iets met net niet verschenen boeken. Buiten bij de gashouder stond een EHBO-tent waar bezoekers een quiz konden doen bij dr. Van Swieten en dr. Bernard, gespeeld door twee jonge studenten waarvan er eentje in ieder geval een arts in opleiding is. De twee jonge mannen in witte jassen trokken een publiek dat voornamelijk uit vrouwen en meisjes bestond. Dat kan geen toeval zijn geweest. Na het beantwoorden van enkele vragen mochten de bezoeksters van de EHBO-tent teksten verzinnen bij een strookje van de strip S1ngle, waar de handzame dokter Van Swieten en plastisch chirurg dokter Bernard een bijrol spelen. Hun escapades zijn recent gebundeld in een boekje met de illustere titel: Handjes thuis, dokter Van Swieten!
De twee stripmakers van S1ngle, Kolk en De Wit waren ook aanwezig op Manuscripta. 's Middags bracht Kolk zijn nieuwe stripproject, Van Istanboel naar Bagdad onder de aandacht door op een podium in de Gashouder live te tekenen. Voor dit album gebruikt de tekenaar artikelen van Arnon Grunberg als basis. Het album komt in november uit bij uitgeverij Podium. Tijdens Kolks optreden nodigde gelegenheidspresentator en illustrator Kees de Boer leden van het publiek uit om op het podium een krabbel op het papier te zetten. Hanco maakte er dan een mooie tekening van. Hanco maakte er dan een mooie tekening van. Kijk maar hoe soepel de stripmaker van de meest vreemde kronkels iets wist te maken:
Jesse van Muylwijck (Groningen, 19 maart 1961) is een eigenzinnige stripmaker, die desondanks geheel in de mainstream werkt. Zijn komische krantenstrip De Rechter verschijnt al 17 jaar in 14 kranten. Dit jaar tekende hij de 5000e aflevering. Hij geeft zijn strips zelf uit. Na de publicatie van zijn strip in de krant bundelt hij ieder jaar zijn beste afleveringen. Van De Rechter verschijnt het achttiende deel in september.
De commissie van de Stripschapprijzen laat weten dat Van Muylwijck niet alleen gehuldigd wordt vanwege de duur of het succes van zijn strip: 'Het maken van een krantenstrip is een eenzame bezigheid, waarbij het vaak lijkt alsof je buiten alle clubs en stromingen valt. Toch is wat Van Muylwijck doet een typische uiting van de mogelijkheden van de strip. Terwijl andere tekenaars moeten worstelen om een platform te vinden voor hun talent, of via de graphic novel proberen nieuwe vormen te creëren om het publiek mee te vinden heeft Jesse van Muylwijck een vorm gevonden waarmee hij dagelijks meer dan drie en een half miljoen lezers van alle leeftijden bereikt. Daarmee houdt hij de strip levend, dus hulde voor hem en voor alle kranten die hem die gelegenheid geven.'
Het persbericht is afkomstig van de mensen van Catawiki, een website voor verzamelaars waar ze hun kleinoden op kunnen neerzetten en kunnen verhandelen. De strip De vrolijke avonturen van Doris Dobbel wordt op de site voor 14.000 euro te koop aangeboden.
Saillant detail: de strip werd door de aanbieder enkele weken geleden bij toeval ontdekt in een tweedehands winkel voor de prijs van één euro. Doris Dobbel is een strip van de Vlaamse auteur Marc Sleen, bekend van de stripreeks Nero. Het album verscheen in 1952 en was alleen te winnen als prijs bij een wedstrijd. Vermoedelijk zijn er honderd stuks gedrukt. Daarvan zijn nog slechts zes complete exemplaren bekend, inclusief het nu gevonden album dat in bijzonder mooie conditie verkeert. Aldus het bericht.
Ongetwijfeld zal Doris Dobbel binnenkort van eigenaar verwisselen en verdwijnt de strip in een kluis, daar iedere leesbeurt de waarde doet verminderen. Die laat je dus niet even aan je kind lezen. Toch jammer.
Jaspers kennen we natuurlijk van het populaire Boer zoekt vrouw. Een programma dat nog jaren door kan gaan daar er plenty boeren zijn die een vrouw nodig hebben. Daar hoeven we ons verder niet over uit te wijden. De Heij is een zeer actief kunstenaar: hij produceert iedere editie van Pulpman een paar strips, zoals de satirische dierenstrip 't Landje. Deze is recent nog in bundel verschenen bij uitgeverij Xtra trouwens, evenals het artboek Vintage. Ook tekent De Heij de oorlogstrip Haas voor de Eppo naar een scenario van Rob van Bavel. Daarnaast schildert hij portretten en stillevens.
In Sterren op het Doek geven bekende Nederlanders zich over aan de doorgrondende blikken van drie kunstenaars en de prikkelende vragen van presentatrice Hanneke Groenteman. De ster mag één van de schilderijen kiezen en mee naar huis. De overige schilderijen worden na iedere aflevering geveild voor het goede doel.
De dames doken voor het eerst op in de strip Sigmund en komen nog regelmatig langs in de populaire gagstrip. Het bundelen van de strookjes met de moslima's in hoofdrol heeft uitgeverij de Harmonie geen windeieren gelegd. Van het eerste deel Burka Babes, dat ook in een internationale editie verscheen, werden meer dan 20.000 exemplaren verkocht. Ook over de grens leest men de zwarte humor van De Wit graag. De Spaanse editie werd gepresenteerd tijdens het Ficomic Festival in Barcelona, dat tussen 6 en 9 mei plaats vond. De Franse editie verscheen in mei onder de titel Burqa fashionista.
Doodswens
Polderburka's is net als het eerste deel uit 2007 uitgegeven in een horizontaal hardcover boekje. Wederom gaat De Wit op speelse wijze om met de uitwassen van de islam. De Wit houdt het op het eerste gezicht luchtig. Grapjes over een burka die in de zon ligt om bruin te worden, een fles sunfactor 0 staat naast haar. Een cartoon waarin twee dames poseren voor de Eiffeltoren, terwijl de fotografe hen vraagt om te glimlachen - alsof je door die dunne kijkspleet van de burka ooit een mond zou kunnen zien. Maar vergis je niet: er is duidelijk een kritische noot in De Wits grollen te vinden. Het is voor de dametjes in zwart geen pretje om er als levensgrote tampon door het leven te moeten. 'Ik wou dat ik dood was!' schreeuwt het meisje Nilgüm het uit, als haar gevraagd wordt hoe haar eerste dag in burka bevalt. Ook de moslimman komt er niet goed van af: een paar cartoons refereren naar de ondergeschikte positie van de vrouw en mishandeling binnen het moslimhuwelijk. Het is te hopen dat fundamentalisten ook de humor van de burka babes inzien.
Niemand
Dat de burka symbool staat voor onderdrukking, wordt nog eens in de laatste strook door de stripmaker onderstreept, wanneer een burka babe op aanraden van Sigmund zich van haar alles bedekkende gevangenis moet ontdoen, blijkt eronder de burka toch nog een onzichtbare vrouw schuil te gaan. Een wezen zonder identiteit. 'Ja, dat is de kracht van de onderdrukking, ' verzucht Sigmund. Best schrijnend als je erover nadenkt.
Peter de Wit - Polderburka's
De Harmonie, € 9,90
ISBN: 9789061699422
Leuk detail: Maaike heeft meegeschreven aan Siglo XXV verhaaltjes en Ben heeft Maaike destijds een beetje op sleeptouw genomen in Afrika. In Donker brengt Hartjes brengt met haar eigen kijk op de wereld onderwerpen uit het dagelijkse Zuid-Afrikaanse leven in beeld. Het boekje is een persoonlijk reisverslag in een land vol extremen.
In Siglo XXV verlaten Toby en zijn familie de drukbevolkte aardkloot om te emigreren naar een ruimtestation tussen Saturnus en Uranus. Op dit station wonen aliens uit het hele universum. Toby houdt zijn vrienden op aarde op de hoogte via intergalactic email. Deze ervaringen worden verteld in 1-pagina verhaaltjes.
Galerie Lambiek
Kerkstraat 132
1017 GP Amsterdam
Het was vorig jaar eind augustus toen we in stripwinkel Lambiek Hallie's eerste kindje presenteerden. Een gezellige boekpresentatie waar ik de eer had om het geheel in te leiden. Wat ik met plezier deed: niet alleen leid ik graag in, ik ben ook een grote fan van Hallie's werk. En nu, ongeveer negen maanden, is er de Moeilijke Tweede.
Niet dat de grappen van Lama nu zo moeilijk zijn, maar het is een bekend fenomeen dat de follow-up na een debuut wat problematisch kan zijn. Of het nu gaat om de tweede cd, de tweede roman of het tweede kind. Hoewel dat soms ook wel goed uitpakt: Led Zeppelin II is een klassiek album. In het geval van Lama's tweede is eerder sprake van een dubbelalbum: het kleinood telt maar liefst 200 pagina's. Die overigens niet allemaal gevuld zijn met cartoons, want er staan ook strips in. Zoals het verslag van het Imagine filmfestival die Hallie dit jaar voor de site van Zone 5300 maakte. Ook De Olijke Paling, een 24 Hour Comic die Hallie in 2007 ruimschoots binnen de tijd op papier zette, is te vinden in de bundel.
Meer Hallie
Hallie komt er zelf ook veelvuldig in voor. Als stripfiguurtje praat hij de lezer door de bundel heen. Dat geeft een extra persoonlijk tintje aan het geheel en wijst ook op het gegeven dat de stripmaker zelf meer op de voorgrond van zijn werk treedt. Misschien dat hij zich in de toekomst meer gaat toeleggen op dagboekstrips en dat de grappen en grollen over rare kroegmannetjes wat op de achtergrond raakt. In ieder geval zullen we op de site van Zone 5300 meer van hem gaan zien, want Hallie gaat daar binnenkort geregeld beeldbloggen.
In Hallie Lama's Moeilijke Tweede staan ook een paar cartoons in die ondergetekende bedacht heeft, daarom is dit ook geen recensie, maar meer een algemeen stukje om de geïnteresseerde lezer te attenderen op het uitkomen van Hallie's bundel. Je kunt toch moeilijk een boek recenseren waarin ook werk van jezelf in staat, ook al zijn het maar vijf cartoons van de grote hoeveelheid materiaal dat in de bundel staat. Hallie staat nu eenmaal bekend om zijn werklust. (Qua hoge productie mag je hem vergelijken met een auteur als Stephen King, die ook hele telefoonboeken aan proza produceert, ware het niet dat je om Hallie's werk kan lachen en King toch vooral uit het horrorvaatje tapt.)
Een leger cartoonisten
Wie trouwens na het lezen van de Moeilijke Tweede meer trek heeft in Lama's grappen, kan behalve dagelijks zijn site bezoeken, ook met zijn neus diep in het Cartoonblogboek duiken dat onder redactie van Robert Schuit, die ook het cartoonblog beheert, in het leven is geroepen. Andere stamgasten van die site staan er ook in, zoals Argibald, De rustende jager, Kito en Schuit zelf.
Tijdens de Stripdagen was er ook een heuse expositie rondom deze groep cartoonisten te zien in de Vishal. De expo liep tot 13 juni. Op de Stripdagen kreeg Hallie ook een Clickie, een prijs voor webcomics, uitgereikt. Maar dat feit vond de organisatie van die prijs kennelijk zelf niet belangrijk genoeg om daar op haar eigen site over te berichten. Tot op heden wordt er geen woord over de winnaars gerept. Hallie deed dit gelukkig wel.
Alle hierboven besproken boeken zijn uitgegeven door Xtra, een van de uitgeverijen in Nederland waar nog aandacht is voor nieuw en eigenzinnig talent.
Hallie Lama - Hallie Lama's moeilijke tweede
Uitgeverij Xtra, € 17,90
ISBN 978-94-90759063
Cartoonblogboek
Uitgeverij Xtra, € 16,90
ISBN 978-94-90759-04-9
Dat hebben de vertalers, Peter de Bruin en Olav Beemer, zondag bekendgemaakt aan NRC Handelsblad. Marvel superhelden worden al jaren in het Nederlands uitgegeven. Vroeger onder de vlag van Hip Comics en Classics. In 1979 begon uitgeverij Juniorpress met het uitgeven van Marvel comics.
Nostalgie
Ik koester nostalgische gevoelens wat betreft de uitgaven van Juniorpress. Ik las ze in de tijd toen ik geïnteresseerd raakte in strips en superhelden. De brievenrubriek en redactionele teksten van Ger Apeldoorn, die de X-Men vertaalde, zijn legendarisch. Ook leek de redactie van Juniorpress zeer betrokken bij de strips en haar lezers. Juniorpress stopte drie jaar geleden met het uitbrengen van Marvel Comics. Toen werden de licenties te duur en de opbrengst te laag. Zelfs tijdens de hoogtijdagen in de jaren negentig verkocht Juniorpress zo'n 5000 exemplaren per uitgebracht deeltje.
Z-press nam het over, maar ook dat was geen succes. Vorig jaar november verschenen de laatste deeltjes van Spider-Man en X-men bij Z-press. Gemiddeld verkochten ze 1000 exemplaren per nummer per maand. Geen vetpot dus.
Het is lastig om een nieuwe lezer in de wereld van Marvel te introduceren. Het universum is in de vroege jaren zestig bedacht en nieuwe verhalen bouwen voort op wat eraan voorafging. 'De drempel is erg hoog voor een nieuwe lezer,' vertelt Ger Apeldoorn, 'daarom zijn ze bij Marvel tien jaar geleden begonnen met het Ultimate universum, om mensen een nieuwe ingang te bieden.' In het ultimate universum wordt de oorsprong van de helden op een nieuwe manier verteld en geüpdatet naar de moderne tijd.
Zombies
De aankomende uitgaven zijn vertaalde tradepaperbacks, waarin min of meer complete verhalen samengebundeld zijn. De selectie van de eerste tien bundels is opmerkelijk te noemen. Het spits wordt in september afgebeten door Marvel zombies, een smakeloos verhaal waarin de Marvel-helden veranderd zijn in levende doden. De NRC meldt verder de volgende titels die verspreid tot eind volgend jaar zullen verschijnen:
- Twee delen van New Avengers
- House of M, een groot avontuur waarin alle belangrijke Marvel- helden voorkomen;
- Thor, over een held gebaseerd op de god uit de Noorse mythologie, een personage dat in 2011 zijn eigen film krijgt, geregisseerd door Kenneth Branagh;
- Twee delen van Punisher: Welcome Back, Frank, over de gewelddadige antiheld Punisher.
Daarnaast worden klassieke verhalen als Kraven's Last Hunt uitgegeven. In dit verhaal neemt de schurk Kraven op sublieme wijze wraak op Spiderman. Het verscheen in 1987 door de drie Spiderman-series heen. Born Again, een Daredevil-verhaal geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, komt ook uit in Nederlandse vertaling. Dat ze Thor uitgeven is op zich niet verwonderlijk, want er zit een film aan te komen van deze held. Net als de Avengers.
De Vliegende Hollander
Een Nederlandse uitgeverij die zich sinds een tijdje bezighoudt met het uitgeven van vertaalde comics is De Vliegende Hollander. Daar verschijnen trades van onder meer Hellboy en Sin City. Ook is daar net het eerste deel van From Hell en twee delen van Y:The last man verschenen. Allemaal geen Marvel Comics, maar misschien dat de mensen van Nano Arte het kunstje van De Vliegende Hollander hebben afgekeken.
Of de verkoop van Nederlandse Marvel Comics nu wel een succes gaat worden, moet nog blijken. Aan de vertalingen van Peter de Bruin en Olav Beemer zal het niet liggen. Die zitten goed in de materie. Maar ik vraag me af of de superheldenliefhebbers zitten te wachten op Nederlandse versies van strips die ze waarschijnlijk al in huis hebben. 'Ik denk dat je de fans alleen kunt paaien als je met mooie uitgaven op de proppen komt,' zegt Apeldoorn. 'Ik heb zelf mijn oude versie van Watchmen weggedaan toen de nieuwe versie uitkwam.' Of de comics van Nano Arte inderdaad bijzonder mooi zullen worden, gaan we vanaf september zien.
Dat De Heij een productief tekenaar is, staat buiten kijf. Hij is de tekenaar van de oorlogsstrip Haas die ieder nummer in Eppo verschijnt. Daarnaast is hij, samen met Ger van Wulften, de drijvende kracht achter het magazine Pulpman, dat zes keer per jaar boordevol pulpstrips in de winkel ligt. Ook schildert hij portretten en stillevens. Dat Vintage een behoorlijke omvang heeft, verbaast me dan ook niet.
Compulsief
Het realistische tekenwerk van De Heij wordt gekenmerkt door een trefzekere compositie. De inktlijnen verraden een zekere haast, alsof de tekenaar zijn vertreldrang maar net zelf kan bijbenen. Net als bijvoorbeeld collega Baeken, lijkt De Heij een compulsief tekenaar, iemand die altijd aan het tekenen is en schijnbaar zonder moeite de ene prachtige prent na de andere produceert.
Bladeren door het boek is alsof je door de creatieve geest van de stripmaker loopt. Vintage begint met een reeks illustraties en schetsen die zwaar gearceerd zijn en als magisch-realistisch bestempeld mogen worden. Een jongen die zichzelf een spiegel voor houdt, maar niet zichzelf maar de kop van een uil weerspiegeld ziet; een faustiaans tafereel waarbij iemand een contract ondertekend, terwijl de duivel over zijn schouders mee kijkt. Een vrouw die zwaar gebukt gaat onder het reusachtige rotsblok dat ze op haar rug torst.
Geile olifant
In principe loopt van alles door elkaar: sprookjesachtige kinderboekillustraties, beestenboel en naakte dames. De omslagillustratie spreekt in dat opzicht boekdelen: een verschrikte De Heij wiens hoofd overspoeld wordt door allerlei beelden uit zijn eigen strips. Dat drie van de zes afbeeldingen een naakte vrouw laten zien, is geen toeval. De Heij tekent graag de vrouw in haar naakte vorm, van klassieke portretposes tot en met hardcore porno. Seksualiteit speelt een grote rol in het werk van De Heij. Zijn strips draaien vaak uit op flinke sekspartijen die niet zelden een komische noot als einddoel hebben.
Bladerend door Vintage steken al snel de eerste penissen hun kop op en wordt er volop en veelvuldig gepenetreerd, gepijpt en gespoten. In het universum van De Heij steken zelfs olifanten graag hun slurf in gewillige vulva's. En weten sneeuwpoppen, met hun ijzig geslacht, menig hitsig meisje wat verkoeling te brengen.
Geen achtergrond
Ik ben een fan van De Heij's strips en wat betreft de seksuele uitspattingen in zijn werk dus wel wat gewend. Voor mensen die met Vintage voor het eerst met de tekenaar kennismaken, of alleen bekend zijn met de strip Haas, moet het boek een nogal overdonderende indruk maken. Een interview met de stripmaker of een beschouwende inleiding hadden het werk kunnen duiden.
Wat dat betreft ben ik het met mijn Zone-collega Marcel Ruijters eens, die eerder de artbooks van Serge Baeken besprak, dat enige toelichting bij het tekenwerk, bijvoorbeeld voor welke publicatie de tekeningen zijn gemaakt, veel had kunnen verduidelijken. Nu moeten we maar naar het hoe en waarom raden. Aan de andere kant kan de liefhebber ongestoord van het strakke tekenwerk genieten zonder afgeleid te worden door allerlei feitjes.
Jammer dat de schilderijen van Fred in zwart-wit zijn afgedrukt. Zoals de mooie, geschilderde covers van Pulpman laten zien, komen Freds penseelstreken beter tot hun recht in kleur. Toch, zodra ik de laatste bladzijde heb bereikt, voel ik geenszins de behoefte het boek terug in de kast te stoppen, maar heb ik zin om vanaf het begin weer aan de visuele reis door het hoofd van Fred te beginnen.
Fred de Heij - Vintage
Uitgeverij Xtra
ISBN 978-94-90759-01-8
Stripmakers Sandra de Haan en Floris Oudshoorn, stripgebruiker Stijn Schenk en ondergetekende stripjournalist maakten onder leiding van stripmaker Thomas Langedijk, ook wel bekend als Tommy A., een keuze uit de debuten van de afgelopen twee jaar.
De jury oordeelde dat Van Santen 'een sterk gevoel voor timing, intellectuele diepgang en grappige situaties tot één vloeiend geheel weet te smeden. Zo wordt een dialoog over ethiek in reclame feilloos versneden met een hilarische scène waarin Eitje het opneemt tegen een reus van een buffel.'
Van Santen krijgt de geldprijs van 2500 euro overhandigd tijdens de opening van de Stripdagen Haarlem.
Lees hier het interview met de gelukkige winnaar.
In de twee verhalen waar De Leveling uit bestaat ontmoet Germonprez verpleegster Florentine die hij nog van vroeger kent. Het gehandicapte dochtertje van Florentine is gestorven. Ze heeft net als Germonprez, wiens zoon in de vorige strip zelfmoord heeft gepleegd, veel verdriet te verwerken. Florentine kan zich er dan ook niet toebrengen om de rolstoel van haar dochtertje weg te doen. Daarvan afscheid nemen betekent voor haar accepteren dat Roosje er niet meer is.
Semi-autobiografisch
Het eerste deel van Jaren van de olifant was semi-autobiografisch. De Vlaamse Linthout verloor net als de hoofdpersoon een zoon aan zelfmoord. 'De gebeurtenissen in Jaren van de olifant zijn weliswaar verzonnen, maar de gevoelens zijn echt,' vertelde de stripmaker in een interview met ZozoLala. Interessant gegeven van de strip was dat Linthout deze in zijn bekende Urbanus-stijl tekende. Niet een stijl die je direct associeert met zware onderwerpen als zelfmoord en het omgaan met verdriet, hoewel het in het genre van autobiografische strip niet ongebruikelijk is om in een niet-realistische stijl te tekenen. Gerard Leever tekent bijvoorbeeld zijn Gleevers Dagboek ook in een mainstream stijl.
Onafgemaakt
Net als het eerste deel is deze strip niet geïnkt. Toen had Linthout daar een duidelijke reden voor: 'Sams leven was niet af, dus is de strip over hem dat ook niet.' Kennelijk is die werkwijze hem bevallen of wenst Linthout de eenheid tussen de verschillende delen te bewaren. Het ongeïnkte tekenwerk maakt tevens in een oogopslag duidelijk dat dit album weer heel anders is dan zijn Urbanus-strips. Maar een artieske of inhoudelijke reden kan ik er niet voor verzinnen.
De groezelige potloodtekeningen bewijzen het verhaal echter geen dienst en hadden naar mijn smaak beter strak geïnkt kunnen worden. Dat past beter bij de friovole tekenstijl die an sich prima aansluit bij de plot, want hoewel het verhaal op het eerste gehoor ernstig klinkt, lardeert de tekenaar de vertelling met humoristische overdrijving. Als Flo's dochtertje vlak na de bevalling niet blijkt te reageren op haar omgeving en geen geluid maakt, wordt ze aangesloten op onomatopeeënmachine die haar de juiste dosis geluidseffecten toedient. Zo bevat de strip nog meer grappige vondsten die je van de maker van de Urbanus-strips kunt verwachten.
Het album is vanaf 5 juni te koop.
Willy Linthout - Jaren van de olifant 2: De leveling
Catullus, €11.95
ISBN: 9789078753353
***
In de strip van vijftien pagina’s heeft de ‘stripversie’ van Grunberg een bizarre ontmoeting met een journalist van het gezaghebbende dagblad The Guardian, die echter alleen over naakt dansende vrouwen wil praten. Pas veel later blijkt het om een geldbeluste oplichter te gaan, of een moordenaar.
Eisner #4, die op 2 juni verschijnt, bevat naast ‘Paranaoia in Bagdad’ ook verstrippingen van Robert Vuijsjes Alleen maar nette mensen door Bart Nijstad, van een gedicht van Menno Wigman (door Roel Smit) en van een autobiografisch verhaal van Herman Brusselmans, dat is bewerkt door Caryl Strzelecki.
Deze Eisner zit dus bordevol met literaire inspiratiebronnen. Of die allemaal leesbare en leuke strips opleveren is dus vanaf volgende week te lezen.
Op 4 juni wordt in Het Patronaat in Haarlem van 12.00 tot 16.00 de Creatieve Marktplaats georganiseerd. De plek waar beginnende tekenaars en professionals van bureau’s, agentschappen, bedrijven en instellingen elkaar kunnen ontmoeten.
Onderdeel van de Creatieve Marktplaats is de opdrachtenwedstrijd. Tekenaars kunnen proberen om een van de zes opdrachten binnen te halen. Onder meer een exclusieve expositie in de Sugar Factory, een poster voor Het Patronaat en een logo voor Hogeschool Inholland. De deadline is 1 juni aanstaande. De briefing kunt u vinden via http://www.stripdagenhaarlem.nl/2010/opdrachtenwedstrijd/.
Meer weten over de Creatieve Marktplaats? Ik schreef er in 2008 dit verslag over.
Helen Potter, seksueel misbruikt door haar vader en verwaarloosd door haar moeder, verlaat op jonge leven het ouderlijk huis. In het spoor van haar grote voorbeeld Beatrix Potter reist ze van Londen naar het Lake District, waar ze uiteindelijk de confrontatie met haar demonen aandurft.
De stripmaker baseerde al zijn personages op bestaande mensen en dat is aan de gedetailleerde tekeningen en natuurgetrouwe acteursregie af te zien. De strip is visueel zeer toegankelijk. Door de prachtige inkleuring komt het Lake District als decor extra indrukwekkend uit de verf.
Willekeurig
Dat het Lake District een speciale rol in de strip speelt is geen toeval. Achterin vertelt Talbot over de ontstaansgeschiedenis van zijn strip. Hij wilde al jaren een verhaal over het Engelse Lake District schrijven en tekenen, de streek waar hij sinds zijn veertiende verliefd op is. Omdat hij een reden nodig had om het personage Helen het huis uit te laten vluchten koos hij lukraak het onderwerp seksueel misbruik.
Zoals hij zelf schrijft:
'Het was nogal willekeurig, maar als motief goed genoeg. Het is immers een van de belangrijkste oorzaken van dakloosheid onder tieners. En het leek goed aan te sluiten bij het verlegen karakter van de hoofdpersoon.'Gelukkig zag Talbot zelf ook in dat dit toch vaak onbespreekbare onderwerp het epicentrum van zijn vertelling diende te worden.
Schoolvoorbeeld
Talbot las als research veel boeken over seksueel misbruik van kinderen en het is te merken dat hij zich goed in dit thema verdiept heeft. Het moment dat Helen haar gevoelens uit en midden in het natuurschoon van het Lake District denkbeeldig haar vader toeschreeuwt, doet enigszins gekunsteld aan. De dialoog had zo uit een voorlichtingsboekje kunnen komen. Naar ik vernomen heb wordt Het verhaal van een slechte rat tegenwoordig ook in de voorlichting gebruikt.
Ook had ik de uiteindelijke confrontatie met de vader heftiger voorgesteld. De boosdoener komt er mijns inziens te makkelijk van af. Maar dat zijn slechts enkele vlekjes in een verder zeer interessante striproman waarin een gevoelig onderwerp op stijlvolle wijze behandeld wordt.
Bryan Talbot - Het verhaal van een slechte rat
De Vliegende Hollander € 19,95
ISBN 978 90 495 0046 7
Deze nieuwe Vlaams-Nederlandse prijs bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. De prijs is in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis de Buren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Strip Turnhout en wordt voortaan afwisselend uitgereikt op de stripfestivals van Haarlem en Turnhout. Er is een geldbedrag van 5.000 euro aan verbonden; bovendien wordt over het winnende album een tentoonstelling gemaakt die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.
Het bekroonde boek, Ergens waar je niet wil zijn (uitgeverij Oogachtend, 2009), werd uit een 300-tal titels geselecteerd, en is ondertussen aan een internationale carrière begonnen. De Franse editie verscheen onlangs bij Actes Sud, en kreeg laaiend enthousiaste kritieken, volgende maand verschijnt de Engelstalige uitgave bij Drawn & Quarterly, de Amerikaans-Canadese graphic novel-uitgever.
De jury had het volgende over de striproman van Evens te zeggen:
Ergens waar je niet wil zijn is een boek dat op zoek gaat naar nieuwe mogelijkheden voor het medium strip. Evens laat beproefde technieken als het gebruik van kaders en tekstballonnen achter zich, en werkt zijn tekeningen uit zonder (contour)lijnen. Zijn bijzonder dynamische manier van tekenen draait volledig op het al schilderend op de pagina plaatsen van verschillende kleurschakeringen. Een album lang laat hij decor en personages een subtiel spel met elkaar spelen, waarbij sobere en drukke pagina’s mekaar in een zeer variabele maar desondanks erg consistente beeldcompositie afwisselen. Toch staat deze zoektocht naar grafische vernieuwing, de drang om te experimenteren met alternatieve technieken, nergens de leesbaarheid in de weg.
Ergens waar je niet wil zijn is bijzonder goed verteld en kan bogen op erg sterke dialogen. De tekst heeft maturiteit, en spitst de aandacht toe op de zoektocht van de belangrijkste personages naar een beter leven.
Op vrijdag 4 juni bij de opening van Stripdagen Haarlem ontvangt Evens de prijs, die de naam draagt van Willy Vandersteen (1913-1990), de geestelijke vader van onder meer Suske en Wiske, uit handen van Leen Vandersteen, de dochter van de tekenaar. De Vlaams-Nederlandse jury voor de nieuwe prijs bestond uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Ineke Horst (uitbaatster stripwinkel Sjors Dordrecht) Noël Slangen (communicatiespecialist, stripliefhebber), Jan Smet (stichter Bronzen Adhemar, Stripgids en stripfestival Turnhout), Frank Van Leemput (advocaat, stripliefhebber) en Hein Van Putten (art director De Volkskrant, stripliefhebber).
Typex was een van de vijftig stripmakers die begin mei te gast was op stripbeurs Ficomic in Barcelona. Nederland was dit jaar eregast op het stripfestival dankzij de inspanningen van stripintendant Gert Jan Pos. Typex exposeerde er een reeks nieuwe, indrukwekkende tekeningen.
'Barcelona was echt geweldig, een natte droom voor striptekenaars,' zegt Typex. 'Wij stripmakers zitten eigenlijk altijd in ons uppie op ons spreekwoordelijke zolderkamertje te tekenen. Ik ben er nooit bij als mensen mijn werk zien, maar nu dus wel. We hadden ook meteen een erg leuk contact met de Spaanse stripmakers die we daar tegenkwamen. Je bent meteen vrienden, je merkt meteen een geestverwantschap. Ik spreek drie woorden Spaans en zij drie woorden Engels, dus dat zijn in totaal zes woorden die je over en weer gooit. (lacht) En het was in Barcelona, wat voor mij toch een van de mooiste steden ter wereld is.'
Ga je dan nooit naar Nederlandse stripbeurzen?
'Bijna nooit. Ik word altijd een beetje droevig van de Nederlandse beurzen. Ik heb wel eens achter zo'n tafeltje gezeten, maar mijn strips zijn geen Fokke & Sukke, daar komen geen drieduizend mensen op af. Anderhalve gek komt dan bij mijn tafeltje staan. Al zijn dat dan vaak wel de leuke mensen. Bovendien vind ik het lastig tekenen met publiek erbij.'
Lees maandag het volledige interview met Typex in Het Parool.
Meer over stripmakers in Barcelona:
- Maaike Hartjes maakte een leuk stripdagboek over haar avonturen in Barcelona.
- Het officiële blog over dit onderwerp
- De foto's van Martijn van Santen op Flickr
- De foto's van Matt Baay op Flickr
- De foto's van Rob van Barneveld op Flickr
Foto: Tonio van Vugt.
Dat doet hij dagelijks in Het Parool, maar ook verschijnt zijn werk in Vrij Nederland en vele regionale dagbladen.
Recent verscheen bij De Harmonie Weet mama hiervan?, de vierde thematische bundel van eerder gepubliceerd werk. Centraal staat het leven van pubers en de moeizame relatie met hun ouders. En waar houdt een puber zich het meeste mee bezig? Precies: seks en verliefdheid. Het aantal cartoons over deze onderwerpen heeft dan ook de overhand. Van de te natte eerste kus tot de eerste keer. Van het niet durven benaderen van je droomvrouw tot dat nachtmerrie-achtige momente waarop je je verse vriendin aan je ouders moet voorstellen.
Verder toont Van Straaten in verschillende facetten de universele generatiekloof tussen pubers en hun ouders. Van Straaten houdt ons een tragikomische lachspiegel voor en doet dit in prachtige, rake pentekeningen.
Verhalend verband
In de bundel zijn de cartoons vaak op basis van visuele overeenkomsten naast elkaar gezet. Dit levert interessante spreads op, zoals twee bedscènes met vrijwel dezelfde uitsnede en donkere achtergrond. Op de linkerpagina lopen een jongen en een onzeker meisje - beide halfnaakt - naar het bed, terwijl de jongen zegt: 'Zullen we dan maar?' Op de rechterpagina zien we een iets ouder stel, waarvan de man te enthousiast op het meisje duikt. Ze vraagt hem: 'Ga je dan later wel met me trouwen?'. Door deze twee cartoons naast elkaar te plaatsen is er niet alleen sprake van vormrijm op de bladspiegel. Er ontstaat ook een verhalend verband tussen beide prenten. Misschien gaan de scènes over hetzelfde meisje en heeft ze op de rechterbladzijde wat betreft de liefde nog steeds niet haar draai gevonden?
Overigens valt door de vormrijm nu wel sneller op dat Van Straaten dikwijls varieert op dezelfde lichaamshoudingen. Een mogelijke verklaring voor deze herhaling in zijn werk gaf de tekenaar in een interview in de PS van 27 maart, waarin Van Straaten aangeeft dat de 50 jaar ervaring ook remmend kan werken:
'Ik wéét nu te veel. Toen had ik meer spontaniteit en brutaliteit. Je wordt onzekerder, omdat je beter weet wat er mis kan gaan. Vroeger zette ik alles direct in inkt. Nu durf ik dat niet meer. Ik maak eerst een potloodschets.'Maar zelfs als hij op safe speelt, dan nog blijft Van Straaten een van de beste vertolkers van menselijke tekortkomingen in cartoonvorm.
Van Straaten, Peter - Weet mama hiervan?
De Harmonie, € 14,90
ISBN 978 90 6169 939 2
Spiegelman werd wereldberoemd met zijn schepping MAUS, een stripverhaal waarin hij vertelt hoe zijn ouders de Holocaust overleefden. Spiegelman zet in dit stripverhaal de nazi's neer als katten en de joden als muizen. Daarmee maakte hij een boeiende parabel. Hij won er de Pullitzer Prize mee. Spiegelman (1948) is een striptekenaar die pas aan het werk gaat als er iets naars gebeurt: 'Als ik aan de slag ga, dan is dat omdat ik het niet kan vermijden, (…) omdat ik iets moet verwerken door het concreet te maken in een stripverhaal.'
Maar al lang voor MAUS was Spiegelman een voorvechter van de strip als medium om mensen wakker te schudden. Zijn hartstochtelijke liefde voor de strip begon toen hij als jongetje een nummer van het alternatieve stripblad MAD in handen kreeg: 'MAD' leerde me te lezen, te kijken, en stimuleerde me om ook zo’n rebelse striptekenaar te willen worden.'
Spiegelman gaf zelf ook stripbladen uit waarin hij een podium bood aan striptekenaars die vernieuwend werk maakten. In 1980 begon hij samen met zijn vrouw Françoise Mouly het magazine RAW. In de jaren negentig deed hij de redactie van Little Lit, een stripanthologie in drie delen gericht op kinderen. Daarnaast tekende hij covers voor The New Yorker. Zijn covers waren vaak spraakmakend, zoals de cover waarmee hij reageerde op de vernietiging van de Twin Towers in New York, soms ook controversieel, zoals de tekeningen waarmee hij commentaar gaf op het Monica Lewinsky schandaal.
In de documentaire laat Spiegelman weten het moeilijk te vinden aan het werk te gaan: 'Ik ben iedere ochtend bang dat ik niks heb om aan te werken. (…) Maar zo is mijn creatieve proces nou eenmaal: ik moet sterven en opnieuw geboren worden voor iedere pagina die ik teken.’
Zet in uw agenda, blackberry, telefoon of schrijf het op uw hand: AVRO Close Up ‘The Art of Spiegelman: zondag 25 april om 18.15 uur bij de AVRO op Nederland 2.
Meer over Art Spiegelman, zie Lambiek.net en deze biografie.
Op 4 juni wordt, tijdens Stripdagen Haarlem, de eerste Willy Vandersteenprijs uitgereikt. Een nieuwe prijs in het leven geroepen door het Vlaams-Nederlandse Huis de Buren in Brussel, in samenwerking met Strip Turnhout en Stripdagen Haarlem, respectievelijk de grootste stripfestivals van Vlaanderen en Nederland.
De prijs is vernoemd naar Willy Vandersteen (1913-1990), de geestelijk vader van onder andere Suske & Wiske, en bekroont volgens de jury het beste Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. De prijs zal afwisselend worden uitgereikt in Haarlem en Turnhout. De winnaar krijgt 5.000 euro, en een tentoonstelling over het boek die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn. De nieuwe prijs vervangt de Grand Prix van de Stripdagen Haarlem en de debuutprijs van de stad Turnhout.
Leen Vandersteen, dochter van de tekenaar, is de voorzitter van de jury. Verder zal de jury bestaan uit Hein Van Putten (artdirector van de Volkskrant), Ineke Horst (uitbaatster Stripwinkel Sjors Dordrecht), Noël Slangen (communicatiespecialist en stripkenner), Jan Smet (stichter Bronzen Adhemar, Stripgids en het Turnhoutse stripfestival) en Frank Van Leemput (advocaat en stripkenner). De voorzitter van de jury leidt de debatten, maar is zelf niet stemgerechtigd.
Maar de Willy - zullen we hem zo maar noemen? - zal niet de enige prijs zijn die wordt uitgereikt tijdens de Stripdagen Haarlem. Ook de VPRO Debuutprijs, voor het beste Nederlandstalige stripdebuut van de afgelopen twee jaar, en de Clickie Awards, voor de beste webcomics in de categorieën Epic, Gag en Medium.
En nu we het toch over prijzen hebben: dit weekend wordt de Benelux Beeldverhalen Prijs uitgereikt in Scryption te Tilburg aan de twee beste inzendingen. De prijs is een initiatief van de intendant strips van het Fonds BKVB, NRC Next en uitgeverij De Vliegende Hollander. Zaterdag wordt tevens een tentoonstelling geopend waarin de volledige longlist van veertig inzendingen te zien is. Verder worden van vrijwel alle 121 inzendingen digitale versies vertoond. De prijs bestaat uit een geldbedrag, en de beste vijf strips worden in de week van 19-23 april in de NRC Next afgedrukt. De tentoonstelling loopt tot eind augustus.
De Vlaamse stripmaker Willy Linthout is met zijn striproman Jaren van de Olifant in twee categorieen genomineerd voor een Eisner Award. Zowel in de categorie 'Beste buitenlandse werk' en 'Beste auteur non-fictie' staat Years of the Elephant op de shortlist. De Graphic Novel vertelt het verhaal van Karel Germonprez die worstelt met zijn gevoelens na de zelfdoding van zijn zoon. Willy Linthout verwierf vooral bekendheid met zijn reeks Urbanus. Jaren van de Olifant is een autobiografische striproman, getekend in potlood.
Eric Heuvel is met de educatieve strip A Family Secret (in 2003 als De Ontdekking uitgebracht door de Anne Frank Stichting) genomineerd in de categorie 'Beste publicatie voor tieners.
Tot zover de berichtgeving vanuit trots Nederlandstalig oogpunt. Andere interessante genomineerden zijn Robert Crumb met The book of Genesis in verschillende categorieen, waaronder 'Beste nieuwe album' en 'Beste tekenaar'. Asterios Polyp van David Mazzucchelli is ook genomineerd voor 'Beste nieuwe album' en andere categorieen. Een opmerkelijke nominatie is de middelmatige anthologie Bob Dylan revisited, die vorig jaar in het Nederlands uitkwam bij Silvester.
Hier kun je de rest van de nominaties lezen.
De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieen en worden ze jaarlijks uitgereikt.
Met welke stripprojecten ben je op dit moment allemaal bezig?
'Jeetje, even denken. Ik ben momenteel druk bezig mijn volgende boek samen te stellen en mijn hoofd aan het breken over een gepaste titel. Tevens doe ik een bijdrage aan een te verschijnen cartoon.blog-bundel. Dit staat allemaal voor de Stripdagen in Haarlem in de planning, waar ik rond die tijd ook werk heb hangen in de Vishal. Daar is dan de expositie De nieuwe generatie cartoonisten en die belooft erg leuk te worden. Niet zomaar een verzameling lijstjes in een hal, zeg maar. Verder teken ik nog steeds de kattenstrip Joop en Harrie voor kattenblad Majesteit en lever ik bijdrages aan Pulpman en Van Speijk.'
En je bent online ook veelvuldig aanwezig.
'Op het internet ben ook nog steeds te vinden op mijn blog en op Eeuwig Weekend en Cartoon.blog.nl. Tevens wil ik ook nog wel eens opduiken op Frontaal Naakt. En dan zijn er nog twee 'geheime' (gag)stripprojectjes, maar die staan beide nog in de startblokken. Een goede reeks valt of staat met een goed doordacht concept en leuke, al dan niet sympathieke, personages.'
Natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar die stripprojectjes. Wat kun je me er nu al over vertellen?
'Eentje speelt zich af op een camping en die andere gaat over een cakebakker. Maar dat laatste wist je al want die maken we samen.'
Helemaal waar. Daar komen we later dus nog wel eens op terug. Vorig jaar september verscheen je eerste officiële boekje bij uitgeverij Xtra. Hoe gaat het daarmee, verkoop je een beetje?
'Ik heb eerlijk gezegd de precieze cijfers niet gezien, maar volgens mij gaat het wel lekker. Heb er ook wel wat sympathieke dingen online over gelezen, dus ik mag niet klagen.'
Hoe was dat, om voor het eerst een echt boekje in de winkel te hebben liggen?
'Te gek! Het begon al met een drukbezochte boekpresentatie in het altijd gezellige Lambiek. Leuk dat er zoveel mensen kwamen opdagen. Ook voor mijn signeersessie in de Hilversumse Boekhandel was heel wat belangstelling. Gelukkig vind ik signeren ook leuk. Vooral als men tevreden is met het resultaat natuurlijk.'
Wat is het gekste dat je tijdens een signeersessie hebt meegemaakt?
'Dat was vast iets tijdens mijn signeersessie in mijn stamkroeg, maar daar weet ik niet zoveel meer van.' Hallie lacht en vervolgt: 'Zonder gekheid, wat ik wel vaker heb gehad is dat mensen niet eens doorhadden dat ik er een echt tekeningetje bij gezet had. Ze dachten dat het een gedrukt plaatje was waar ik alleen een handtekeningetje bij had gezet. Gelukkig kwamen de meeste kopers wel terug om me alsnog te bedanken.'
Stond je niet op de bestsellerslijst in Hilversum? Kun je daar nog rustig over straat zonder belaagd te worden door fans en cartoongroupies?
'Walhallie was het afgelopen jaar het best verkochte stripboek bij de Hilversumse Boekhandel. Natuurlijk zal mijn signeersessie daar een aardige 'boost' aan gegeven hebben. Maar ik kan daar nog wel rustig over straat, hoor. Al weten mensen me wel te vinden voor een krabbeltje in hun boekje.'
Ik zag op de Stripbeurs Breda dat je een smallpress had gemaakt van je laatste 24 Hour Comic, Koning van de Uien. Waar gaat die strip over?
'Haha, weet jij het? Het verhaal is inderdaad van origine een 24 Hour Comic, dus daar ben ik blanco aan begonnen. De plot schiet zodoende alle kanten op, met veel rare wendingen en flauwiteiten. Maar ik ben er wel tevreden mee, hij "leest lekker". En er zitten veel uien in.'
Waarom heb je eigenlijk nog een smallpress uitgegeven, je hebt nu toch een echte uitgever?
'Ik had online wat vragen over nieuw werk gehad naar aanleiding van mijn aanwezigheid in Breda. Toen heb ik dus maar besloten om voor de liefhebbers een limited versie van De koning van de uien te maken. Zie het maar als een bootleg. Ik vind smallpress boekjes sowieso wel rock-'n-roll. Ik ben fan van de DIY-mentaliteit.'
'Ook was dit de enige kans om De koning van de uien te presenteren zoals hij gemaakt is, in een kleine 20 uur. De koning van de uien zal in Pulpman verspreid over een paar nummers geplaatst worden. Daarom kleur ik het verhaal nu in grijstinten in. Ook zal ik hier en daar wat aan de tekst rommelen, vooral omdat mijn handschrift door het tempo waarin ik heb getekend ietwat onleesbaar uitvalt en dat is zonde.'
Wanneer komt je volgende boekje uit en wat gaat daar allemaal in staan?
'Ik gok op de Stripdagen in Haarlem, dus in juni kan je weer een nieuw boekje verwachten. Uiteraard zitten er weer een hele bak cartoons in, maar deze keer iets meer dingen van 1 pagina of meer. Ik ben momenteel nog op zoek naar de juiste verhouding tussen strips en cartoons. Wel heb ik al een - veel te ruime - voorselectie gemaakt.'
Je maakt ook zoveel cartoons. Dat loopt dan aardig in de papieren. Ik heb de indruk dat je je de laatste tijd wel meer concentreert op verhalende strips tekenen in plaats van cartoons. Hoe gaat dat?
'Ik teken al jaren en deed eigenlijk altijd wel paginaatjes en verhaaltjes tussendoor. Alleen heb ik me de laatste jaren vooral op cartoons toegelegd, want ik maak graag snelle grappen. Sinds ik de afgelopen jaren aan de 24 Hour Comics Day meedoe is het me weer duidelijk geworden dat grappen maken ook makkelijk in langere verhalen kan. Ik zie een verhaallijntje dan ook als niet veel meer dan een goede kapstok voor grappen.'
Welke strips lees je zelf met veel plezier?
'Wat strips betreft ben ik echt een alleseter. Ik lees net zo lief een goeie Spider-man als een Spekkie Big. In m'n boekenkast hebben boeken van Windig & De Jong, Kamagurka, Peter van Straaten en Luc Cromheecke wel de overhand.
Bij Kama is het vooral de humor die me aanspreekt en inspireert. Luc Cromheecke vind ik een toffe tekenaar die zonder woorden ook nog steeds erg grappig is.
Peter van Straaten is een vakman en een begenadigd tekenaar. En z'n werk is vaak pijnlijk herkenbaar. Humor is lijden en vice versa.'
En Windig en De Jong?
'Dat vind ik gewoon geniaal, dat is cultureel erfgoed. Verder vind je in mijn kast de complete Asterix-reeks, al koop ik de latere albums eigenlijk alleen om de boel compleet te houden. De oude Asterix-albums vind ik zo sterk omdat ze daar het kapstokprincipe tot in de puntjes uitvoeren. Goscinny bouwt, met oog voor detail, een prachtige kapstok en hangt daar dan weer sublieme grappen aan. Dat vind ik mooi en dat kan ik dan ook keer op keer herlezen. En Uderzo is natuurlijk een heerlijk tekenaar. Ook heb ik een zwak voor de Peyo-albums van de Smurfen, maar daar speelt vast een stukje jeugdsentiment mee.'
Volg je nabije collega's ook?
'Uiteraard staan er ook veel cartoonboekjes en smallpressjes in de kast. Ik vind het altijd leuk om te kijken wat de nabije collega's allemaal doen, dus ik heb ook veel Nederlands en Vlaams werk.'
Wanneer een populaire televisieserie afloopt, betekent dit nog niet dat het verhaal ook uit is. Joss Whedon, bedenker en creatieve geest achter de serie Buffy the Vampire Slayer, vond dat hij nog meer te vertellen had over de blonde uitverkorene die in de nachtelijke uurtjes op vampiers en demonen jaagt. Het verhaal van Buffy Summers werd daarom voortgezet in stripvorm: Buffy Season 8 wordt sinds 2007 door Dark Horse uitgegeven en is een verdomd boeiende stripserie.
Stripverfilmingen en strips over films zijn niets nieuws. Populaire films en televisieserie krijgen al jaren tie-ins als boeken, poppetjes en strips. (De tv-serie True Blood krijgt bijvoorbeeld nu ook een stripserie.) Toch is een goede stripadaptatie een zeldzaamheid. En dat de bedenker van de serie zelf de comics schrijft komt ook niet vaak voor. Toen ik als Buffy-adept hoorde dat Joss Whedon het achtste seizoen in stripvorm zou uitgeven, was ik tegelijkertijd nieuwsgierig en sceptisch. Een strip zou het toch nooit halen bij de kwaliteit van de serie? Uiteraard won de nieuwsgierigheid.
Waarheidsgetrouw
Mijn sceptische houding was na het lezen van de eerste trade paperbacks compleet verdwenen. De personages die we in zeven seizoenen hebben leren kennen, komen wederom tot leven in de strippagina's. Niet alleen weet tekenaar Georges Jeanty de acteurs feilloos na te tekenen. De personages zijn gewoonweg niets veranderd. Veel is te danken aan de strakke dialogen van Whedon, die de dictie van iedere hoofdfiguur perfect op papier weet te zetten.
Het is merkbaar dat Whedon niet langer de censuurcommissie van de omroep tevreden hoeft te houden. De strips hebben door hun vele verwijzingen naar en woordgrapjes over seks een volwassener karakter. Hoewel de serie controversiële onderwerpen als homoseksualiteit niet uit de weg ging, komen dat soort thema's in de strips meer naar voren.
De serie zou oorspronkelijk 25 comics beslaan, inmiddels is het verhaal in de planning uitgegroeid tot veertig delen. Joss Whedon schreef de eerst vier delen 'The Long Way Home' en pende tussendoor nog wat verhalen. Hij zal tevens dit seizoen afronden. Verder fungeert hij als executive producer van de serie, wat zoveel betekent als dat hij de productie nauwgezet overziet en het creatieve team van schrijvers en tekenaars aanstuurt. Een zelfde rol speelde hij in de televisieserie.
De comicserie wordt geschreven door niet de minste schrijvers. Brian K. Vaughan schreef de tweede verhaalboog die gaat over Faith, de andere slayer die een tijdje de darkside van de force bediende. Jeph Loeb (Batman: The Long Halloween, Smallville) pende aflevering twintig en Brad Meltzer heeft zojuist zijn voorlopig laatste nummer geschreven. Vaste schrijvers van de tv-serie, zoals Jane Espenson en Doug Petrie, schrijven ook mee aan de stripserie. Zij kennen de personages immers door en door.
Dit seizoen komt bijna ten einde. Dark Horse heeft aangekondigd dat er zes maanden na het einde van seizoen 8 met de negende begonnen wordt. Het verhaal zal compacter zijn en minder lang gaan duren.
Ik heb er in ieder geval zin in.
In het komende nummer van Eppo zal Geert zijn intrede maken als stripfiguur. In zijn eerste avontuur, getiteld Geerts geheime missie verlaat Geert tijdelijk de politiek om de gevreesde terrorist Ben Laden te zoeken in Afghanistan waar deze staatsvijand zich al jaren schuilhoudt. In de traditie van James Bond zal hij trachten Ben Laden te overmeesteren en over te dragen aan de autoriteiten. Dat Geert meermalen in aanvaring komt met de cultuur en gewoontes van de Afghaanse bevolking zorgt volgens scenarist Jaap den Havik voor hilarische momenten. De strip wordt getekend door Dick Heins.Tenminste, dat wilde de Eppo-redactie ons middel een persbericht doen geloven. Helaas voor de liefhebber van politieke satire moet ik mededelen dat het hier gaat om een originele 1 aprilgrap. De slimme stripliefhebber had deze grap kunnen doorzien: Jaap den Havik bestaat namelijk niet. Even googlen maakt dit al duidelijk.
Rob van Bavel, hoofdredacteur van de Eppo, liet via de telefoon weten vandaag al leuke reacties te hebben gehad van mensen die deze grap ook doorhadden. Anderen reageerden gepikeerd omdat ze in de maling waren genomen.
Toch leuk geprobeerd en eigenlijk jammer dat het bericht niet waar is: ik was wel benieuwd of het de strip-Wilders zou lukken om Bin Laden in de kladden te krijgen.
De 600 pagina's tellende graphic novel maakte die belofte meer dan waar. Robinson voert een uitgebreide cast van levensechte personages op. Hoofdrolspeler is Sherman Davies die in zijn beleving vastzit in zijn baantje als medewerker in een boekwinkel. Hij haat zijn werk en heeft een grenzeloze minachting voor zijn klanten, maar onderneemt bar weinig om aan het leven van loonslaaf te ontsnappen. Hij ambieert een groot schrijver te worden, maar aan de stukken tekst die Robinson de lezer laat inzien is al snel af te leiden dat Sherman daar eigenlijk het talent voor ontbeert.
Nadat het uit is gegaan met z'n grote liefde betrekt hij een kamer bij Jane Pekar en Stephen Gaedel, een leuk stel met wie het goed toeven is. Als hij op een dag hun oude huisgenoot Dorothy Lestrade tegenkomt, gaat z'n jongens hartje weer sneller kloppen. Tot ergernis van Pekar, die Dorothy niet kan uitstaan.
Stripwereld
De beste vriend van Davies is Ed Velasquez, een stripmaker die nog bij zijn ouders woont en hunkert naar het moment van zijn ontmaagding. Velasquez is assistent van Irving Flavor, een stripmaker op leeftijd die ooit de superheld Nightstalker heeft bedacht en voor een prikkie de rechten verkocht aan zijn uitgever Zoom Comics. Het is een klassiek verhaal dat spijtig genoeg vaker is voorgekomen in de Gouden Dagen van Amerikaanse Comics dan uitgevers als Marvel en DC zouden willen toegeven.
Joe Shuster en Jerry Siegel verkochten bijvoorbeeld de rechten van Superman voor een heel laag bedrag en de belofte dat ze voor DC Comics mochten blijven werken. Ze wisten indertijd niet beter en toen ze dat jaren later wel deden hebben ze een rechtzaak tegen de uitgever aangespannen.
Opmerkelijk detail is dat Velasquez de hoofdrol in het verhaal uiteindelijk overneemt. En gelukkig maar, want het leven van Davies verloopt rap richting volledige verzuring. De boodschap van Box Office Poison is duidelijk (en door deze hier te melden verklap ik verder niets over de plot): Je dromen actief najagen vereist lef en doorzettingsvermogen. Wie dit ontbeert zal nooit echt gelukkig worden. Een levensinstelling waar Alex Robinson mijns inziens zelf naar leeft, want hij nam na zeven jaar in een boekwinkel gewerkt te hebben ontslag om zich volledig op het strip maken te storten. Mazzel voor ons: Robinsons debuut mag dan alweer dateren uit 2001, gedateerd is zijn Box Office Poison zeker niet.
Real life
Robinson toont met deze graphic novel een goede verteller te zijn die de lezer tot op de laatste bladzijde weet te boeien. Zijn kracht ligt in goed uitgewerkte personages en een realistisch plot: je kunt je voorstellen dat de gang van zaken in Box Office Poison echt kunnen gebeuren. Robinsons tekenstijl zit ergens in het midden tussen cartoonesk en realisme en zal niet ieders smaak zijn. Gaandeweg het verhaal gaat de stripmaker op visueel vlak steeds meer experimenteren wat voor een leuke afwisseling zorgt.
Kortom: Aanrader.
Robinson, Alex - Box Office Poison
Top Shelf Productions, (2001) $29.95
ISBN 978-1891830198
NB: Er is ook nog een strip verschenen met korte verhalen over de personages van Box Office Poison. Meer over Alex Robinson is te lezen op zijn site.
'Ik begin altijd met strips, maar op de een of andere manier ontspoor ik altijd en lukt het me nooit om binnen het kader van een verhaal te blijven,' vertelt Wasco in deze webisode waar de stripmaker dieper ingaat op zijn experimenten. Ook spreekt hij over zijn alter ego Wanda Scott onder welke naam hij erotische strips maakt.
Wasco begon in 1989 met zijn tijdschrift Wasco's Weekblad, waarvan 13 nummers verschenen. Hierin stonden de eerste afleveringen van het legendarische Apenootjes, waarvan twee boekjes verschenen. Hierna verscheen deze strip vanaf het allereerste nummer in Zone 5300, waar Wasco's werk nog steeds in te bewonderen is. Verder heeft Wasco illustraties gemaakt voor de VPRO Gids, MUG en Vrij Nederland.
Wasco geeft zijn strips uit via zijn eigen uitgeverijtje.
Expositie
Wie nader kennis wil maken met het werk van Wasco kan tot en met zondag 28 maart terecht in Stripwinkel Lambiek te Amsterdam, waar de expositie 'Uitgeknipte Vormen Tweedehands Daglicht' te zien is.
Speciaal voor deze gelegenheid heeft Wasco de schaar ter hand genomen en heeft een twintigtal knipsels gecreëerd, die het hart vormen van deze expositie. Naast de uitgeknipte kunstwerkjes, zijn er ook tekeningen, collages en objecten te bewonderen.
De video werd gemaakt door Michael Minneboo, freelance journalist en redactielid van Zone 5300. Tonio van Vugt, co-hoofdredacteur van Zone 5300, interviewde Wasco.
Vertel eens Marq, wie is Jodocus?
Jodocus is een jonge barbaar, die echter een stuk minder barbaars is dan zijn dorpsgenoten. Hij kan lezen, maar verder kan hij niet veel: boogschieten, zwaardvechten, jagen, vrouwen - het zegt hem allemaal weinig. Maar gedwongen door een hele reeks toevalligheden (noem het: avontuur) gaat dat veranderen.
Hoe ben je op dit concept gekomen? 'Jodocus ontstond in de jaren 80 van de vorige eeuw, als hoorspel voor de radiopiraat waarvoor ik samen met een vriend en vriendin een bijzonder maf programma maakte. In dit programma staken we de draak met de actualiteit, belden we mensen voor allerlei flauwekul op, draaiden we een enkele plaat en heel veel zelfgemaakte jingles en zonden we dus ook wekelijks een aflevering van ons zelfgemaakte hoorspel uit. Hierin was Jodocus een soort tegenhanger van Conan de Barbaar, met een stemgeluid dat het meest in de richting kwam van Purno de Purno. Als sidekick kreeg hij een zekere Sonya Barbarend naast zich.'
'Ik kan me nog een episode herinneren waarin ze een kasteel vol met Limbo's (met zwaar overdreven Limburgs accent) veroverden. Het programma dat na ons kwam werd geproduceerd door rasechte Limburgers daar staken we graag de draak mee. In diezelfde tijd heb ik samen met Anton Damen (co-scenarist van een aantal van Van Broekhovens strips, red.) twee korte strips en een strook van Jodocus gemaakt voor ons eigen tijdschrift Juttemis. Een heuse Oer-Jodocus.'
Conan is dus een van de inspiratiebronnen voor Jodocus.
'De Oer-Jodocus was een persiflage op Conan (vooral de twee films met Schwarzenegger, die waren ook bekend bij mijn twee mede-hoorspelmakers). Voor de huidige Jodocus laat ik me hooguit inspireren door de oorspronkelijke boeken van Robert E. Howard en verder de strips van Barry Smith en John Buscema. Ik heb Jodocus ontworpen al een soort verkleinde en gedrongen versie van Barry Smiths Conan - maar ik sluit niet uit dat er ook wat restjes Eric de Noorman in het recept geslopen zijn. '
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat Jodocus weer tevoorschijn kwam?
'Ik heb een dikke twintig jaar de tijd genomen om allerlei ideeën uit te laten kristalliseren. Om een passende tekenstijl, manier van vertellen en inkleuren te vinden. Maar bovenal heb ik gezocht naar een publicatiemogelijkheid voor de ultieme Sage van Jodocus. Het is dan ook de strip die ik al jarenlang het liefst wil maken. Naast mijn droom een graphic novel te maken, wil ik namelijk al jaren aan een vervolgstrip werken. Bovendien is de Eppo-lezer wat ouder en dan kun je ook gelaagder te werk gaan en je als stripmaker meer experimenten veroorloven.'
Hoe is de strip bij de Eppo terechtgekomen?
'Rob van Bavel (hoofdredacteur van Eppo, red.) heeft een dik jaar geleden bij de start van zijn Eppo-nieuwe stijl gevraagd of ik ook een strip voor het blad wilde gaan maken. Het liefst geen Peer! Daar had ik zelf ook weinig zin in, dus dat kwam goed uit. Aanvankelijk leek het erop dat er alleen nog plaats zou zijn voor korte, afgeronde verhalen, dus daar ben ik me in eerste instantie op gaan richten. Het leek me wel leuk om een strip te gaan maken over een jochie dat geestenstemmen hoort om daarmee in te haken op de vele televisieprogramma's met aanverwante thema's, zoals The Ghost Whisperer in zowel de Derek Ogilvie- als Jennifer Love Hewitt-versie. Ik liep bij De Geestenluisteraar tegen allerlei problemen op en kreeg de strip maar niet van de grond. Weer een doos op zolder gevuld met schetsen, aantekeningen en openingsscènes! Uiteindelijk vielen er allerlei dingen in één klap op hun plaats en ben ik Jodocus gaan uitwerken voor Eppo. In eerste instantie als afgeronde episodes van 6 pagina's, maar al gauw bleek dat Rob er gewoon een vervolgstrip van wilde maken, dus kon ik lekker mijn gang gaan.'
Wanneer mogen we het eerste album verwachten en wie gaat dat uitgeven? 'Als het eerste verhaal van Jodocus ten einde loopt, gaan Rob en ik om de tafel zitten. Het ligt er natuurlijk helemaal aan hoe het publiek reageert op deze strip. Maar een album komt er wat mij betreft hoe dan ook. Eventueel bij Silvester of anders in eigen beheer.'
Je lijkt je bij dit verhaal in het bijzonder toe te leggen op de scèneovergangen. Wilde je wat meer experimenteren met deze strip?
'Ik wil er een eigen strip van maken die wegleest als een redelijk commercieel geval, maar waar de lezer zijn verwachtingen regelmatig bij zal moeten stellen. Zo wordt het niet alleen maar grappig, maar zullen er ook grote dramatische gebeurtenissen voorvallen. Veel clichés van het Sword &Sorcery-genre zullen op onverwachte momenten juist 180 graden omdraaien. En inderdaad: het vertelritme, het kleurgebruik en de 'montage' zijn niet helemaal doorsnee. Qua scèneovergangen wilde ik de strip als een gedicht opbouwen. Dat wil zeggen dat ik vaak tekstrijm gebruik als overgang en soms beeldrijm. Ik wil dat scenes vloeiend in elkaar overvloeien, want ik gebruik geen tekstblokken. Dat past niet bij mijn stijl van vertellen.'
Als voorbeeld van beeldrijm noemt Van Broekhoven een scène waarin een glas melk tegen de muur wordt gegooid. De melkvlek op de muur komt aardig overeen met de wijnvlek op het tafelkleed in het eerste plaatje van de volgende scène.
Kun je een paar van die clichés noemen die je op de hak gaat nemen?
'Bijvoorbeeld de bedreven, aantrekkelijke zwaardvechter/boogschutter als held of het watje als antiheld. Die laatste rol speelt Jodocus nu nog wel, maar hij gaat gaandeweg een hele ontwikkeling doormaken. Een ander cliché is het lieftallige prinsesje dat gered moet worden uit klauwen van de boze macht. In het eerste verhaal blijkt de prinses kanten te hebben die je niet meteen bij een lieftallig prinsesje zou verwachten.'
Verder hoeven we van Van Broekhoven ook geen 'ze leefden nog lang en gelukkig' te verwachten, maar details wil hij daarover nog niet kwijt: 'Een groot deel van mijn plezier in het maken van de strip zit hem in de verrassingen die ik de lezers hoop te gaan geven.'
Hoe zie jij de toekomst van Jodokus? Wordt het een blijvertje waar nog veel albums van gaan uitkomen?
'Jodocus wordt mijn bekendste strip. Elk jaar tot aan mijn voortijdige dood in 2073 verschijnt er een nieuw album, dat eerst voorgepubliceerd is in het snelst groeiende tijdschrift van Nederland, de Eppo, en de Sage van Jodocus groeit in die tijd uit tot een Begrip: merchandise, fanclubs, you name it - maar nooit ofte nimmer een film! Ik heb namelijk nog nooit een stripverfilming gezien die ik de moeite waard vond.'
Lees ook een interview met Marq van Broekhoven over Marq Denkt.
Dit is dinsdag door de Stichting CPNB, initiatiefnemer en organisator, bekendgemaakt. De jaarlijkse prijs voor kwalitatief en inhoudelijk hoogstaande non-fictie wordt toegekend door een vakjury van boekverkopers. 'De tien boeken laten zien dat in Nederland op hoog niveau non-fictie wordt uitgegeven met een grote variatie,' aldus het CPNB. Onder de laureaten bevinden zich kook-, kunst- en geschiedenisboeken. Er is voor een graphic novel gekozen omdat de vakjury de vorm waarin de informatie wordt gebracht interessant vindt. Vanwege de vernieuwing in boekvorm viel ook 'de dwarsligger', waarbij een boek op zijn kant is gedrukt zodat deze makkelijk met een hand gelezen kan worden, in de prijzen.
Marcel Ruijters gaf Logicomix, in het Nederlands uitgegeven door De Vliegende Hollander, een waardering van 5-sterren en schreef in Zone 5300 #87 het volgende over deze graphic novel: 'Logicomix is een hippe biocomic over filosoof Bertrand Russell van het hier volslagen onbekend Griekse auteursteam Apostolos Doxiadis en Alecos Papadatos. Je verwacht een onverteerbare pil van 345 pagina's over filosofie en hogere wiskunde, maar het is juist een heldere, meeslepende raamvertelling met veel relativerende humor, getekend in een opvallend dynamische klare lijn. Leidraad is de speech die de pacifist Russell gaf bij het uitbreken van WO II. Het 'rare jongens, die filosofen'-effect duikt regelmatig op, maar het is bovenal leerzaam.'
Van de lintjes-winnende boeken zijn er zes oorspronkelijk Nederlands en vier zijn vertaald. Alle boeken verschenen in 2009. De Koninklijke Boekverkopersbond zal de Lintjes op vrijdag 23 april officieel opspelden. Zie hier een lijst van alle winnaars.
Sjef van Oekel, het opgewonden standje in smoking, keert binnenkort terug in de Nederlandse stripwereld. Eind mei verschijnt er een eerste bundeling van Van Oekel-strips door Wim T. Schippers en Theo van den Boogaard. Volgend jaar verschijnt er een tweede bundel. Ook zijn er plannen voor een compleet nieuw album.
Schippers en Van den Boogaard maakten in totaal zeven albums rondom het typetje dat Dolf Brouwers op televisie gestalte gaf. Deze zijn onder andere in Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Spanje verschenen. De bundel verschijnt in mei bij uitgeverij De Vliegende Hollander en zal Ik word niet goed gaan heten. Deze omnibus bevat de eerste drie albums en bonusmateriaal dat onder andere verschenen is in de Holland Herald, het inflight-magazine van de KLM, maar ook obscuur materiaal dat nog maar door weinig ogen gezien is. Volgend jaar verschijnt de tweede bundel met bonusmateriaal.
Tegelijkertijd verschijnt ook Serial Tekenaar, een cartoonboek van Van den Boogaard met nieuw materiaal. Ook zijn er plannen voor een nieuw Sjef van Oekel-album dat Van den Boogaard weer samen met Schippers zal maken. Als de productie volgens plan verloopt wordt dat album ergens volgend jaar verwacht.
Sinds vrijdagavond staat er een levensgrote reproductie van deze cartoon van Hallie Lama op mijn schoorsteenmantel. Zó ben ik eraan gekomen.
Lama was een van de tien cartoonisten die een cartoon tentoonstelde in de crossmediale week van de interactieve cartoon: gelijktijdig werden een tiental prenten geëxposeerd in galerie Lambiek en op cartoon.blog.nl. Het was aan de bezoeker om onderschriften bij de plaatjes te bedenken. De winnaar mocht een grote afbeelding van de cartoon met zijn tekst mee naar huis nemen tijdens het finale feestje vrijdagmiddag in stripwinkel Lambiek.
Zes van de tien cartoonisten waren aanwezig, waaronder Robert Schuit (ook wel bekend als Bandirah en andersom ook wel bekend als Robert Schuit) en Guido Bootz (aka De Rustende Jager), de twee cartoonisten achter de week van de interactieve cartoon.
Aan Bootz vroeg ik naar het hoe en waarom van deze crossmediale expositie, dat me toch een ludieke actie leek om het cartoon blog onder de aandacht te brengen: 'Deels om aandcht voor de site te genereren, zeker, maar ook omdat het grappig is dat de cartoons hier echt hangen in lijsten en tegelijkertijd op het internet te zien zijn. Sommige mensen hebben geen zin om hier helemaal naar toe te komen en anderen hebben geen zin om op internet te gaan. En mensen die het hier gezien hebben kunnen ze het op internet nog eens teruglezen en rustig nadenken over dingen. Dat werkte wel goed.'
Volgens Schuit hadden ze in totaal tien A4-tjes vol met onderschriften ontvangen. Het aantal inzendingen vond Guido wel wat tegenvallen. 'Veel mensen hebben bij alle tien iets ingestuurd. Ik denk dat je wel ziet dat er bij de beste inzenders vaak dezelfde namen naar voren kwamen. Op zich hadden we wel iets meer inzenders verwacht.' Toch zijn de heren positief over het resultaat. Bootz: 'De dingen die ingestuurd werden waren kwalitatief wel vaak goed.'
Beetje theater
Het leek soms wel of ter plekke nog een winnaar werd gekozen uit de lijst
van inzendingen. Maar dat was deels theater, geeft Bootz toe: 'Je moet
zoiets wel een beetje leuk brengen, en een rommelige presentatie past wel
in Lambiek (lacht.)
Ach, we moeten het ook allemaal niet te serieus nemen.
Die middag werden per cartoon het winnende onderschrift met de nodige flair voorgelezen. Het publiek in Lambiek was die middag goedlachs. Toch bleek uit de inzendingen vaak dat het bedenken van een grappig onderschrift niet eenvoudig is. Cartoons maken moet men dus maar aan de professionele grappenmakers overlaten.
Stand-ins
Een klein deel van de inzenders was aanwezig. De eega's van de Rustende
Jager en Bandirah hadden onder pseudoniem ook wat ingezonden en tot de
verbazing van de heren nog gewonnen ook. Voor wie niet aanwezig was, werden
ter plekke stand-ins uit het publiek geroepen om de cartoons in ontvangst
te nemen. Boris Kousemaker, de eigenaar van Lambiek, nam dan ook met veel
plezier een prent van Danibal in ontvangst. (Zie onderstaande foto waarin
dit heugelijke moment is vastgelegd:)
Zo kwam het dus dat ik blij met een cartoon van Hallie Lama naar huis ging. Het was de bedoeling dat Hallie ter plekke de dialoog in de tekstballonnen zou opschrijven. Omdat de ingezonden tekst inferieur was aan de oorspronkelijke grap, vroeg ik Hallie of hij deze erin wilde zetten. De cartoon werd daarmee weer in oorspronkelijke staat hersteld. Een stukje esthetische geschiedvervalsing.
Check voor meer over de Week van de interactieve cartoon, cartoon.blog.nl. Daar kun je ook de winnende onderschriften lezen, maar laat vooral je eigen fantasie de loop.
Nieuwsgierig naar de leesvoorkeur van het Nederlands publiek, scande mijn ogen de CPNB Top 100, de lijs van de honderd bestverkochte boeken van het afgelopen jaar. Maar liefst één stripuitgave bevindt zich in deze lijst.
Fokke & Sukke: Het afzien van 2009 (uitgeverij Catullus) staat op nummer 76. Van deze cartoonbundel werden volgens het CPNB tussen de 30.000 tot 40.000 exemplaren verkocht.
De Het afzien-reeks van het team Reid, Geleijnse & Van Tol staat wel vaker in de top 100: vorig jaar stond het jaaroverzicht van Fokke & Sukke op nummer 60. Natuurlijk vind ik het leuk voor de stripmakers, maar het zegt veel dat deze bundel van Fokke & Sukke de bestverkochte strip is van Nederland en het de enige is die in de lijst voorkomt. Er valt voor het beeldverhaal nog een hoop terrein te winnen.
Niet dat ik onrealistische verwachtingen heb dat er ooit meer exemplaren van een strip verkocht zullen worden dan zeg Millennium 1: Mannen die vrouwen haten van Stieg Larsson, die met een verkoopaantal van 456.821 exemplaren de lijst aanvoert. Nu heeft de boeken-reeks van Larsson mede dankzij de verfilmingen van de trilogie, veel aandacht gekregen. Fokke en Sukke zijn in dat opzicht ook echte mediasterren: behalve diverse kranten en tijdschriften waar ze in gepubliceerd worden, zijn ze doordeweeks ook iedere avond te zien in DWDD.
Best verkocht
Jaarlijks rond eind januari presenteert de
CPNB, de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, de
CPNB Top-100: de lijst van de honderd bestverkochte boeken van het
afgelopen jaar. De lijst weerspiegelt de spontane voorkeur van het
Nederlandse boekenkopende publiek in dat jaar. En dat over alle genres
heen: romans naast kinderboeken, thrillers naast kookboeken. En ook over
alle verkoopkanalen heen: boekwinkel naast warenhuis, grootwinkelbedrijf
naast boekenclub.
Overigens zitten bij deze cijfers geen gegevens van stripuitgevers, noch zijn de verkopen in de stripwinkels meegenomen.
Cartoons maken makkelijk? Wellicht denk je dat een goed getekende grap zó gemaakt is. In de week van de interactieve cartoon kun je bewijzen of je het juiste gevoel voor humor hebt om cartoonist te zijn.
Vanaf vrijdag 29 januari tot en met vrijdag 5 februari is de crossmediale expositie ‘De Week van de Interactieve Cartoon’ te zien. In de Amsterdamse stripspeciaalzaak Lambiek en op de website Cartoon.blog.nl wordt gelijktijdig het werk van een tiental cartoonisten tentoongesteld. De bezoeker van de winkel of de site heeft de schone taak om een passende tekst bij de cartoons te verzinnen.
De verzonnen tekst kan naar dwvdic@gmail gestuurd worden. Uit alle inzendingen kiest de jury - bestaande uit Lambiek-eigenaar Boris Kousemaker en cartoonisten Robert Schuit en Guido Bootz - bij iedere cartoon een winnaar. De winnaar wint de cartoon met zijn tekst eronder. De winnaars worden op vrijdag 5 februari bekendgemaakt in Stripwinkel Lambiek dat gehuisd is op Kerkstraat 132 te Amsterdam).
De week van de interactieve cartoon is een initiatief van stripmaker Robert Schuit (aka Bandirah) die zich liet inspireren door de Cartoon Caption Contest van het tijdschrift The New Yorker. De actie zet op ludieke wijze het cartoon.blog dat Schuit sinds mei vorig jaar beheert, in de schijnwerpers. De tentoongestelde cartoonisten publiceren dan ook niet toevallig allemaal op deze site: Bandirah, Kapreles, Argibald, Kito, Danibal, Michiel van de Pol, Roland Conté, Hallie Lama, De Rustende Jager en Humordenar.
Hieronder alvast de cartoon van Argibald om te oefenen:
Maandag 11 januari werd in Paradiso te Amsterdam bekend gemaakt dat Franka tot de Grootste Stripheld van Nederland is verkozen door de lezers van stripblad Eppo. Geestelijk vader Henk Kuijpers nam de prijs van collega Jan Kruis in ontvangst.
Vanaf begin december kon men op de site van Eppo stemmen op een van de vijftig voorgeselecteerde striphelden van Nederlandse origine. Uiteindelijk was volgens de lezers van de Eppo niet Eric de Noorman, noch Sigmund of heer Bommel de grootste stripheld, maar Franka. Storm stond op een tweede plek, gevolgd door Agent 327.
Kuijpers reageerde enthousiast op zijn prijs: "Ik ben er ontzettend blij mee. Het is een echte prijs van een echt blad. Vele duizenden lezers hebben op mij gestemd en daar ben ik trots op." Kuijpers benadrukte het belang van een stripblad als Eppo nog even: "Door de ontwikkeling in de krantenwereld werd het steeds moeilijker voor het grote klassieke avonturenverhaal in feuilletonvorm geplaatst te krijgen. Daar is de Eppo voor opgericht."
Kuijpers tekent zijn heldin alweer sinds 1974: Franka was een van de hoofdpersonen in het verhaal Het misdaadmuseum en stond al snel alleen in de spotlight. Voorlopig is Kuijpers nog niet over haar uit verteld: "Ik heb nog veel te veel verhalen. De lol van dit werk is dat je al je hobby's in één vak kan persen. Als je iets wilt doen met oude auto's, schepen of exotische landen, dan moeten andere mensen dat in hun vrije tijd doen. Ik kan zeggen dat ik aan het werk ben. En al doende bedenk je steeds verhalen." Het kost Kuijpers een week om één pagina te tekenen, maar hij doet dan ook alles zelf: hij schrijft de verhalen, tekent en inkt ze en maakt een opzet voor de inkleuring. "Ik kan dus hooguit vijftig pagina's per jaar maken. Dat betekent dat er altijd meer verhalen zijn dan ik er kan tekenen." Daarnaast is hij samen met zijn vrouw ook uitgever van zijn werk.
Wat is de laatste keer dat Franka jou verrast heeft? "In het vorige verhaal heb ik besloten om haar ouders, een ouderlijk huis, en dat soort dingen te geven. Toen bleek dat ik er weer heel veel van mezelf in kon stoppen. De identificatie met Franka is niet een-op-een, maar ik wilde haar toch een soort huis geven waar ik zelf vroeger in woonde als kind. Op de een of andere manier is er toch een soort binding met haar."
Een kwestie van de grootste
Die middag in Paradiso werd tevens het tweede jaar van Eppo
stripblad ingeluid. Eppo verschijnt tweewekelijks en is
uitgebreid van 36 naar 48 pagina's. Cabaretier Howard Komproe presenteerde
die middag zonder zijn leeuwenpak van de ING, al was aan zijn manier van
presenteren duidelijk te merken dat hij vooral op een jeugdig publiek had
gerekend in plaats van volwassen stripmakers waaruit het publiek
voornamelijk bestond. Aan het begin van de middag verklaarden de mannen van
stripcollectief Lamelos
dat hun personage poephoofd de Grootste stripheld van Nederland moest zijn,
maar dat was puur gebaseerd op de lengte van zijn geslacht. Kaasheld moest
het op dat vlak afleggen aan zijn Lamelos-broertje. Na de uitreiking kwam
Jeroen Funke nog even het podium op om Kuijper de maat te nemen. Toen bleek
hij ook volgens de Lamelos-criteria toch echt de Grootste Stripheld van
Nederland te zijn.
Cowboy John is een Engelssprekende Rotterdammer die in een imaginaire wereld leeft. Hij denkt dat zijn fiets zijn paard is en de stad de prairie. Cowboy John is een creatie van stripmaker Jan Vriends die in deze video vertelt hoe hij dit markante stripfiguur bedacht heeft. Ook vertelt Vriends over de totstandkoming van het eerste Cowboy John-stripalbum.
Vrijdag 4 december presenteerde ArtEZ hogeschool voor de kunsten het eerste nummer van het tijdschrift Oogst, dat de verrichtingen toont van studenten Comic Design, een specialisatie binnen de studie Stories & Design die september dit jaar van start ging en die focust op het maken van strips.
Het eerste nummer werd in het nieuwbakken Heinz-museum te Amsterdam uitgereikt aan Gert Jan Pos, stripintendant van het Fonds BKVB, en aan Ger Strijker, lid van het College van Bestuur van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Aanwezig waren enkele stripmakers: Flo de Goede, Schwantz en Floris Oudshoorn werden onder andere gespot. En docenten Hanco Kolk, Trik en Sytse van der Zee die tevens de redactie voeren van Oogst. Nog belangrijker: enkele studenten waren die middag aanwezig, het tijdschrift Oogst draait immers om hun verrichtingen. De stripmakers in spe hadden wat werk opgehangen en enkele dummies neergelegd, daar lang niet alles in het tijdschrift terecht is gekomen.
Inhoud
Behalve afgeronde verhalen bevat het magazine ook schetsen en grafische
platen. Ook is er nadere uitleg over een uitwisselingsproject tussen
Spaanse en Nederlandse studenten. Zoals te verwachten zijn de bijdragen van
wisselende kwaliteit. Sommige studenten zijn nu eenmaal verder dan andere.
Het wordt interessant om in de loop van de opleiding verschillende nummers
van Oogst naast elkaar te leggen om de ontwikkeling van de
stripmakers te volgen. Wat het magazine mijns inziens ontbeert zijn korte
introducties van de studenten die in het eerste nummer zijn opgenomen. Ik
ben wel benieuwd wie er achter het werk schuilgaan. Maar misschien is het
daarvoor nog te vroeg en is dat soort informatie pas relevant bij de
eindexamenklas, als het kaf van het koren duidelijk van elkaar gescheiden
is.
Het tijdschrift zal twee keer per jaar verschijnen in een oplage van 1000 stuks. Oogst zal te koop zijn in stripspeciaalzaken in Nederland en Vlaanderen. De verkoopprijs is €4,95.
Striptekenaar Jan Kruis, creator van Jan, Jans en de kinderen, krijgt als eerste de Marten Toonderprijs.
Jan Kruis (Rotterdam, 1933) tekende van 1970 tot 1998 vrijwel wekelijks de strip Jan, Jans en de kinderen voor het damesweekblad Libelle. In 2007 verscheen een stripbewerking door Kruis van Multatuli’s Woutertje Pieterse.
De Marten Toonderprijs is een jaarlijkse oeuvreprijs voor de Nederlandse stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de stripcultuur. Aan de prijs is een bedrag van 25.000 euro verbonden. Minister Plasterk van Cultuur zal Kruis de prijs overhandigen in het Stripmuseum in Groningen, aan het begin van het boekenseizoen in 2010.
De prijs is ingesteld door stripintendant Gert Jan Pos van het Fonds BKVB. De oeuvreprijs is vernoemd naar Marten Toonder, de in 2005 overleden stripmaker die zijn stempel op de Nederlandse stripwereld drukte met onvergetelijke figuren als Tom Poes en Olivier B. Bommel. Ook verrijkte Toonder de Nederlandse taal met termen als 'denkraam', 'grootgrutter' en 'zielknijper'.
Het zal sommige mannen misschien als een sprookje in de oren klinken om de laatste man op aarde te zijn. Aan gewillige, geile vrouwen heb je dan immers geen gebrek. Niets is minder waar voor Yorick Brown die in de comic Y:The last man inderdaad het allerlaatste exemplaar van het mannelijk geslacht op aarde is. Zijn metgezel, een mannelijke kapucijnaap, daargelaten.
In de zomer van 2002 vernietigde een plaag van onbekende oorsprong elke zaadcel, foetus en volgroeid zoogdier met het Y-chromosoom. Een wereld zonder mannen blijkt chaotisch en stuurloos waarin vrouwen werken voor voedsel en zich hebben onderverdeeld in verschillende facties. Zoals de Amazones: een groep extreme feministen die net als de amazones wier naam ze hebben overgenomen een borst hebben laten wegbranden en op zijn zachts gezegd geen fan zijn van het mannelijk geslacht. Zodra ze van het bestaan van Yorick horen willen ze er alles aan doen om zijn levensduur zo kort mogelijk te maken.
Nerdy joch
In Y: The last man is de potentiële laatste
redder van de wereld geen Schwarzenegger-achtige held, maar een beetje
nerdy jongen met een voorliefde voor ontsnappingskunstenaars en een
romantische inborst die bereid is om alle boosaardige mannenhaters te
trotseren om naar zijn vriendin in Australië af te reizen. U begrijpt
dat die eigenschappen hem nog ver zullen brengen tijdens zijn
overlevingstocht. En vaak ook problemen veroorzaken, net als de aap die hij
altijd bij zich heeft. Gelukkig wordt het stel bijgestaan door een
geheimagent.
De tekeningen zijn van de hand van Pia Guerra die op vakkundige, doch niet opzienbarende wijze het high concept dat zij samen met Brian K. Vaughan bedacht visualiseerde. Vaughan schreef ook series als Ex Machina, Runaways, en Pride of Baghdad, en was een van de hoofdschrijvers van de tv-serie LOST. Zijn scenario voor Y:The Last man is dan ook een schoolvoorbeeld van hoe men in Hollywood een script dient te schrijven. (Niet zo gek dus dat er plannen zijn voor een verfilming.) Vaughan introduceert in het eerste hoofdstuk zorgvuldig alle belangrijke hoofdpersonages en geeft de nodige informatie alvorens de actie te laten losbarsten. Daarbij wordt de lezer geen detail te veel of te weinig geboden en worden de plotpunten op precies het juiste moment gepresenteerd. Vaughan schrijft dialogen die uit een filmscript gelicht lijken te zijn. Ze zijn herkenbaar, maar werken prima binnen dit verhaal.
Het einde van de rock-'n-roll
Vaughan lardeert de plot met onverwachte vondsten: zoals de scène
waarin een groep vrouwen rondom het Washington Monument de verloren mannen
herdenkt. Yorick ontmoet daar ene Rose die met spijt in haar stem beseft
dat naast haar mannelijke vrienden ook The Rolling Stones niet meer leven.
In één rampzalige dag verloor de wereld de grootste
popartiesten. Fijn dat Vaughan de tijd neemt om op verschillende manieren
te laten zien hoe de ontmande wereld eruitziet. Tegelijkertijd gebruikt hij
dit rustige contemplatieve moment aan om een confrontatie tussen Yorick en
een stel Amazones op te zetten.
In de Nederlandse uitgave zijn de eerste vijf comics opgenomen. Verwacht dus een cliffhanger op de laatste bladzijde: zoals het televisieseries en goede comic-series betaamt blijft de lezer met een hongerig gevoel naar meer achter. Kortom: deze comic is vakwerk. Het eerste deel verscheen in oktober, het tweede zou februari 2010 in de winkels moeten liggen.
Y: The last man #1 Ontmand - Brian K. Vaughan en Pia Guerra
De Vliegende Hollander, € 14,95
ISBN: 9789049500481
Wasco (pseudoniem van Henk Spoel) is een van de meest eigenzinnige stripmakers die Nederland rijk is. Vaste lezers van Zone 5300 zijn z'n werk al geregeld tegengekomen. Recent deed hij mee aan 24 Hour Comics Day, het evenement dat over de gehele wereld plaatsvond en waarin stripmakers binnen 24 uur worden geacht evenzoveel strippagina's te tekenen, zonder dat ze van tevoren een verhaal hebben bedacht.
De kwaliteit van deze 24 Hour Comics verschilt nogal, maar die van Wasco - getiteld Wolken - valt in het bijzonder op door het surrealistische verhaal en de doordachte visualisatie. Hoewel hij bijna uitsluitend gebruikmaakt van een pagina-indeling van acht kaders met een identieke grootte, gebruikt Wasco de strippagina als organisch geheel om zijn verhaal te vertellen. Daarmee toont hij zich een meester van het medium. Het boekje telt overigens maar liefst 38 pagina's, dus veel meer dan het vereiste aantal dat ooit is opgesteld door de bedenker van 24 Hour Comics: stripmaker en -theoreticus Scott McCloud.
Wolken is getekend in ballpoint en uitgegeven op het ouderwetse schriftformaat. Leuk aan de uitgave is dat schoonheidsfoutjes niet zijn weggewerkt: enkele inktvlekken zijn zichtbaar en omdat de originele kleur blauw is aangehouden komt de strip dicht in de buurt van de originele pagina's. Met een oplage van 50 exemplaren heeft de liefhebber dus een zeldzaam boekwerkje in huis.
Overigens zal Wasco aanwezig zijn tijdens de Zone 5300 Wintersale.
Een blik op de Stripdagen in Houten die eind september plaatsvonden. Dat betekent aandacht voor de autobiografische strip: een gesprek met , winnares van de Stripschapprijs en stripduo Ype & Willem. Ook laat Paul Stellingwerf van zich horen. Als bonus analyseren stripkenners Dr. Penseel en Hans B. Potlood de deplorabele staat waarin de stripbeurs in Nederland verkeert.
Tijdens de Stripdagen liep ik de Vlaamse stripmaker Serge Baeken tegen het lijf. Baeken is eigenlijk altijd aan het werk en creëert zoveel tekenmateriaal dat er uiteindelijk hele bibliotheken nodig zullen zijn om zijn gehele oeuvre in te bewaren. Ondanks zijn tekendrift lukte het mij om hem even los van de tekentafel te rukken en hem te ondervragen. Tijdens ons gesprek vertelde hij over zijn vele huidige projecten en hoe zijn fascinatie met pornografie een weg vindt in zijn werk.
Vrijdag 25 september vond voor de vierde maal de Lamelos-veiling plaats in stripwinkel Lambiek.
Belangstellenden kwamen vanuit alle windstreken naar de Kerkstraat in Amsterdam om te bieden op tweedehandsspullen, of om zelf spullen bij te dragen. Oude rolschaatsen, een Rambo-pakketje, ja zelfs een stenen penis verwisselde van eigenaar. De opbrengst van de veiling werd direct uitgegeven aan bier voor de aanwezigen. Zie hieronder de video over deze feestelijke veiling:
Het is inmiddels een aardige jaarlijkse traditie: de 24 Hour Comics Day die dit weekend over de hele wereld plaatsvindt. In Nederland proberen stripmakers in stripwinkel Lambiek te Amsterdam en in het Stripmuseum te Groningen in 24 uur net zoveel strippagina's vol te tekenen.
Vorig jaar ging het er als volgt aan toe bij Lambiek:
Als je in de buurt bent, kom dan even langs op Kerkstraat 132 in Amsterdam of op Westerhaven 71 in Groningen.
Update Een (foto)verslag van 24 Hour Comics Day in Lambiek vind je hier en voor meer informatie over de deelnemende tekenaars kun je ook op de site van Lambiek terecht.
Meer video's van mijn hand, over strips en andere onderwerpen, vind je hier.
Vrijdag 25 september is het vanaf 17:00 uur weer tijd voor de Lamelos-veiling in stripantiquariaat Lambiek te Amsterdam. Er worden dan weer allerlei vreemde spulletjes verkocht waar u op kunt bieden. En bied vooral gul, want met de opbrengst wordt drank aangeschaft die ter plekke genuttigd gaat worden. Want tja, stripmakers en bier - dat gaat goed samen.
Ook presenteert het vierkoppige collectief Lamelos zijn nieuwste boekje Kaasheld #4. Mocht je niet van bier houden (en da's geen schande!) kom dan in ieder geval een boekje scoren. En anders op de Stripdagen die dit weekend plaatsvinden.
Mickey Mouse samen met de Hulk in een strip of tekenfilm? We mogen hopen dat dit nooit zal voorkomen. Disney heeft echter vandaag laten weten Marvel te willen opkopen voor het leuke bedrag van 4 miljard dollar.
'It feels like Christmas morning,' twitterde Joe Quasada, editor in chief bij Marvel, vanmorgen. Kennelijk zijn de mensen bij Marvel blij met de deal. Niet zo gek ook, want Disney opereert over de hele wereld en zou een goede partner zijn voor Marvel wat betreft distributie en infrastructuur. Disney is wat geld en macht betreft immers een grote speler in de wereld van de entertainment. Ook bezit Disney filmmaatschappij Pixar dus wie weet wat dat voor mooie animatiefilms gaat opleveren. Hoewel daar nu nog niet zoveel over te zeggen valt, sprak John Lasseter recent wel met de mensen van Marvel. En volgens de berichten was iedereen 'enthousiast'. Het zou voor de fans van Marvel een verademing zijn, want eerlijk gezegd blinken de animatiefilms die Marvel nu uitbrengt niet uit als het gaat om technisch vernuft en verfijnde animaties.
Dat geldt overigens niet voor alle fans, die toch vooral bang zijn dat Disney zich inhoudelijk met de films en strips gaat bemoeien. Quasada bestrijdt dat idee en zegt dat er Marvel met de comics gewoon de koers blijft varen die nu is uitgestippeld. Niet dat die altijd even kritiekloos ontvangen wordt door de fans, maar dat terzijde. Ik denk niet dat we snel een team-up tussen Spiderman en Donald Duck kunnen verwachten. Ik hoop het in ieder geval niet, want de twee werelden van Marvel Comics en Disney zijn praktisch onverenigbaar. Op inhoudelijk vlak tenminste, vanuit zakelijk oogpunt is het een rooskleuriger verhaal.
Daarom snap ik wel waarom Disney geinteresseerd is in Marvel. Ze krijgen er 5000 nieuwe personages bij, waarvan een aantal zeer populair zijn bij het grote publiek. Zoals Spiderman, X-men, Wolverine en Iron Man. Op dit moment is er een renaissance van superheldenfilms gaande, en niet toevallig zijn dit allemaal Marvel-helden. En het einde hiervan is met Iron Man 2, het aangekondigde Spiderman 4, Deathpool, Wolverine 2, Thor, Captain America en de Avengers-films nog lang niet in zicht. Dat is natuurlijk big business. Marvel verdient veel meer geld met films en gelicenseerde producten als games en speelgoed dan met de strips zelf. Die zijn meer springplank geworden voor een hele diverse reeks nevenproducten. Dat hebben beide bedrijven met elkaar gemeen: ze slagen erin een x-aantal personages door middel van verschillende producten te verkopen: films, strips, speelgoed, games, tot en met badslippers met Spiderman-logo toe.
Voor Disney betekenen al die superhelden het aanboren van een nieuwe doelgroep. Als je kijkt naar de tv-programma's die Disney produceert en het speelgoed dat dit bedrijf op de markt brengt, (vooral veel prinsessen en feeënspul), dan is Disney toch vooral gericht op meisjes - even kort door de bocht gezegd. De superhelden van Marvel spreken traditiegetrouw toch vooral veel jongens aan.
Disney heeft aangekondigd dat ze de bestaande distributie-afspraken die Marvel heeft met filmmaatschappijen zal erkennen, maar dat ze tezijnertijd de films zelf op de markt wil brengen.
Overigens moet de deal nog goedgekeurd worden door de antitrust review en de aandeelhouders van Marvel moeten nog akkoord gaan. Men hoopt voor het einde van het jaar de zaken rond te hebben.
Vanaf vrijdag 28 augustus ligt de eerste officiële uitgave van cartoonist Hallie Lama in de schappen, Walhallie geheten. Wat? Alweer een cartoonbundel, zult u wellicht denken. Ja, maar deze is wél leuk.
Hallie Lama is een van de originelere geesten die er in het Nederlandse cartoonlandschap rondlopen. Zijn prenten zijn schetsmatig en to the point. Wat ze ontberen aan fijnzinnige afwerking wordt door de dynamische lijnvoering ruimschoots gecompenseerd. En niet te vergeten: door de aansprekende humor. Walhallie, het universum van Hallie Lama, wordt bevolkt door vreemde randfiguren voor wie extremiteiten dagelijkse kost zijn. Mannetjes met wie je maar beter niet alleen op een bankje in het park kan gaan zitten, maar om wie je wel lekker kunt lachen.
Enkele maanden geleden maakte ik onderstaande video over Hallie Lama. Hierin spreekt de stripmaker openhartig over zijn inspiratiebronnen, het chronische vrouwentekort in zijn cartoons en zijn voorkeur voor het tekenen van vreemde mannetjes. Met als bonus de creatie van een nieuwe cartoon, gevolgd van schets tot online publicatie. De video werd begin 2009 opgenomen. Inmiddels is Lama's wens om door een echte uitgeverij gepubliceerd te worden verwezenlijkt. Eerder verschenen er al enkele smallpress-boekjes van hem in eigen beheer.
Stok tekent al sinds 1998 aan haar autobiografische oeuvre. 'Het werk van Stok onderscheidt zich van andere autobiografische strips door het gebruik van dit genre voor langere verhalen met een persoonlijke dimensie,' aldus het Stripschap dat dit jaar voor de 36ste maal de prijs toekent. Recent verscheen van Stok Dan maak je maar zin, waarin de stripmaker de twijfels van een dertiger beschrijft die na de dood van haar zwager tussen alle modegrillen en moderne trends op zoek gaat naar de zin van het bestaan. Stok stond ook regelmatig in Zone 5300.
Eerste vrouw
De Stripschapprijs wordt sinds 1974 op
voordracht van een onafhankelijke commissie toegekend aan een stripmaker
die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het (Nederlandse)
beeldverhaal. Saillant detail: Stok is de eerste vrouw die deze oeuvreprijs
krijgt. 'Zij krijgt deze prijs niet vanwege haar geslacht, maar omdat zij
een stripauteur is zonder weerga, met een nog altijd groeiend oeuvre van
topkwaliteit', benadrukt de jury in haar rapport. Enkele eerdere winnaars
van de Stripschapprijs zijn Erik Kriek (2008), Hanco Kolk (1996) en Marten
Toonder (1982).
Zaterdag 26 september wordt de prijs uitgereikt tijdens De Stripdagen in Houten.
Lees ook:
Recensie Je geld of je
leven
Marten Toonder
Prijs aangekondigd
19 juli. Nieuwe ontwikkelingen:
Enkele maanden terug werd Barbara Stok na jarenlang stripbijdragen geleverd te hebben, ontslagen bij het Dagblad van het Noorden. Politiek tekenaar Kees Willemen nam de toekenning van de Stripschapsprijs te baat om voor haar in het geweer te komen en schreef de onderstaande open brief. Wie hem mede wil ondertekenen, sture een mailtje naar: c.j.a.j.m.willemen@hetnet.nl
( 19-08-2009 Nieuwsblad/Barbara Stok, ( Open)Brief aan Hoofdredactie.Kees Willemen) Aan Hoofdredactie Dagblad v/h Noorden t.a.v. Pieter Sijpersma
Geachte Heer,
Toen maandag 17 augustus bekend werd dat onze collega Barbara Stok als eerste vrouwelijke tekenaar van Nederland en eerste Noordelijke tekenaar de Stripschapprijs gewonnen had, was wat wij collega- tekenaars ons afvroegen hoe zal het Dagblad hierover berichten.
Al een flinke tijd heerst er in onze kring enige verbijstering over het feit dat het Dagblad het werk van een zo getalenteerde collega niet meer plaatst om bezuinigingsredenen. Een uiterst arbitraire beslissing vinden wij maar ook een die nou niet bepaald invulling geeft aan de slogan ’Er gaat niets boven Groningen’. Het Dagblad dat zich een monopolie in minimaal twee provincies in het Noorden heeft verworven heeft niet alleen een informatieve functie maar dient alles in het werk te stellen om tekenaars van een dergelijk hoog niveau als Barbara aan zich te kunnen blijven binden. Anders verwatert het medium dat U bestiert tot een waterverfachtig niemendalletje zonder enig karakter. Kunst, cultuur en energie dat zijn de exportproducten van Noord Nederland! Zaken waarin men zich absoluut van de rest van Nederland kan onderscheiden. Alleen dat typerende onderscheid vindt men niet terug in Uw krant . Wij tekenaars zijn binnen de wereld van cultuur en kunst niet de enigen die uiterst ontevreden zijn op de aandacht en de hoeveelheid ruimte die Uw krant aan onze sector besteedt. Tegenwoordig moet je zelfs landelijke kranten als Trouw, de Volkskrant en vooral NRC Handelsblad er op na slaan om uitgebreide verslagen en recensies van allerlei culturele activiteiten in het Noorden te kunnen vinden. Uw krant was weer in geen velden of wegen te zien ! Mogelijk heeft dat te maken met kaalslag binnen de kunstredactie die daardoor verre onder niveau presteert.
Alles in een krant is een kwestie van keuze en visie.
Daarom voelen wij het op Pagina 1 met veel trots vermelden dat Barbara Stok de Stripschapprijs heeft gewonnen en tenslotte op pag.18 uit haar eigen mond te moeten horen dat zij is ontslagen, een staaltje van schaamteloze en cynische berichtgeving die echt een enorme belediging is voor iedereen die zich uitslooft om kunst en cultuur in het Noorden op de kaart te zetten.
Wij verwachten van U niet alleen persoonlijk excuses voor dit soort berichtgeving waarin ook nog haar fijntjes onder de neus wordt gewreven dat zij “de fles champagne die ze bij het cafe de Wolthoorn met haar vriend naar binnen sloeg uit eigen zak moest betalen want de Stripschapsprijs is nu eenmaal geen geldprijs”van een dergelijk laaghartig provincialisme dat dit de verslaggever in deze tot een landelijk risee maakt. Het spijt me wel zoiets kan je echt niet maken. En wij verwachten dat U als Hoofdredacteur nu eens ruggengraat toont, haar wederom in dienst neemt zodat het Dagblad weer om aan te zien is en er reden is je te verheugen wanneer deze in de brievenbus glijdt. Deze brief zal ook naar de Journalist worden gestuurd.
Met collegiale groet, Kees Willemen
Dik als een telefoonboek is Vluchtweg naar de zon van de Franse stripmaker Baru (pseudoniem van Hervé Barulea). Voordat je het weet heb je echter de laatste bladzijde omgeslagen, want deze roadmovie raast door je hoofd met 150 kilometer per uur.
De plot leest als een achtervolgingsfilm. Karim Kemal is tweeëntwintig en berucht. Hij zou dealen, kapitalen verdienen met kaartspelen en met de rijkste vrouwen het bed delen voor geld. Als hij met een van zijn maîtresses betrapt wordt, krijgt hij een gewelddadige en wraaklustige echtgenoot achter zich aan. Samen met nieuwbakken vriend Alexandre, een tiener van zeventien die tegen Karim opkijkt omdat hij in alles zijn tegenpool is, slaat hij op de vlucht om het vege lijf te redden.
Vluchtweg naar de zon werd oorspronkelijk gemaakt voor de Japanse stripmarkt en werd in 1995 al uitgegeven door uitgeverij Kodansha. Voor de Europese markt werd de strip herbewerkt en in hetzelfde jaar uitgegeven. De grote vraag is waarom de strip nu pas in het Nederlands verschijnt, want in 1996 werd Vluchtweg naar de zon al bekroond als Beste Boek op het stripfestival van Angoulême.
Anders dan manga
Baru vertelt zijn verhaal in prachtige zwart-witplaten, getekend in een
snelle en energieke inktlijn. Zoals het manga betaamt gebruikt Baru overdreven expressies om
zijn personages te laten acteren. Mangahaters kunnen de strip met een
gerust hart openslaan, want verder staat het karakterdesign ver af van de
clichématige vormgeving die doorgaans met de Japanse strip
geassocieerd wordt.
Baru staat vooral bekend om zijn maatschappijkritische verhalen. In zijn semi-autobiografische debuutalbum Quéqette Blues schetst hij het alledaagse leven van de Franse arbeidersklasse. In Vluchtweg naar de zon komen Alexandre en Karim ook uit een arbeiderswijk. In de 400plus pagina's zien we vooral hoe Alexandre, zoon van een Italiaanse staalarbeider, zich ontwikkelt en onder invloed van Karim volwassener wordt. De wraaklustige echtgenoot die Karim wil vermoorden is een rechts-extremist verbonden aan de politieke partij 'Élan National Francais': een eendimensionale racist met psychopathische trekjes, die al zijn haat jegens buitenlanders wil botvieren op Karim, die van Algerijnse afkomst is. Het sociaal engagement van de stripmaker is op de achtergrond lichtjes aanwezig en zit met name in bovengenoemde details. Vluchtweg naar de zon moet toch vooral gezien worden als een vakkundig gevisualiseerd en vermakelijk actieverhaal.
Zie hier een preview van de strip.
Vluchtweg naar de zon - Baru
Sherpa, €29.95
ISBN 978-90-8988-006-2
Het lijkt nog ver weg dat 2010, maar voordat je het weet is het weer maart en vindt de tweede editie van de Stripbeurs Breda plaats. De organisatie heeft alvast een paar namen bekend gemaakt van stripmakers die aanwezig zullen zijn. Zet ze alvast in je agenda.
Allereerst is dat de nieuwe tekenaar van Lucky Luke, Achdé, die ook de festivalposter heeft getekend. Op scenario van Laurent Gerra voltooide Achdé onlangs een derde verhaal van Lucky Luke, De man van Washington.
Hellboy
De tweede striplegende die heeft toegezegd naar Breda te komen is Mike Mignola, de tekenaar
van Hellboy. Met zijn creatie Hellboy en zijn minimalistische tekenstijl
heeft hij aan de Amerikaanse comic-scene een geheel nieuwe richting
gegeven. Mignola heeft inmiddels 12 Eisner Awards op zijn naam staan en is
naast striptekenaar en schrijver ook betrokken bij diverse filmprojecten
zoals de film The Hobbit van Guillermo del Toro. Maar dat laatste
zullen we hem maar niet kwalijk nemen.
De Stripbeurs Breda zal plaatsvinden op 6 & 7 maart in het Racketcentrum in Breda. Maar eerst zien we jullie natuurlijk op de Stripdagen in Houten waar de Zone-redactie een feestje gaat bouwen in verband met het 15-jarig bestaan van de Zone 5300, en op Strip Turnhout later dit jaar.
Kijk, dat zien we graag: stripmakers die enthousiast praten over hun werk. Dan Slott is een van de vaste schrijvers van Amazing Spiderman. Hij praat in zijn eerste vlog over de mijlpaal Amazing Spiderman #600 waarvoor hij het hoofdverhaal schreef, dat in beeld werd gebracht door John Romita jr. en inkter Klaus Janson. Romita jr is een van de beste tekenaars die Spidey ooit op papier zette.
Wat zo grappig is aan deze ludieke video is Slotts enthousiasme voor zijn werk en zijn liefde voor het personage. Hij was van kinds af aan al gek op Spiderman en laat in een aandoenlijk moment een paar items uit zijn speelgoedcollectie zien. De nerds nemen de stripindustrie bijkans over.
Amazing Spider-Man #600 ligt reeds in de winkels. Het jubileumnummer staat traditiegetrouw vol met schokkende gebeurtenissen. Behalve de terugkeer van Doc Ock, wiens laatste dagen geteld lijken te zijn is de andere grote gebeurtenis de bruiloft van tante May en de vader van JJ Jameson. (En oh ja: Mary Jane komt terug, maar daar schreef ik al eerder over.) De comic bevat verder nog enkele korte verhalen, waarvan 'Identity crisis' werd geschreven door de geestelijk vader van Spidey, Stan Lee himself.
Wat mij betreft genoeg redenen om de (online) stripwinkel te bezoeken.
Onder: Cover design AMS 600 door John Romita jr.In mei 2002 brachten Frank Miller en Charles Brownstein een weekend door bij Will Eisner in Florida. Brownstein interviewde de twee stripgiganten; de vele uren tape resulteerden in 2005 in het boek Eisner/Miller - het boek kwam een paar maanden na het overlijden van Will Eisner uit. Brownstein schreef de gesprekken op als een dialoog tussen Eisner en Miller. Eisner/Miller is een boek dat iedere stripliefhebber gelezen moet hebben.
Will Eisner is een van de pioniers in de stripwereld en werd beroemd met zijn strip The Spirit (waar Miller overigens vorig jaar een filmversie van maakte). Nadat hij jaren werkte aan instructieboeken in stripvorm, begon hij in de jaren zeventig met het maken van meer persoonlijke verhalen. Volgens de legende zou Eisner de term graphic novel hebben bedacht om zijn strip A Contract with God aan een uitgever te slijten. Geen enkele serieuze uitgever zou immers geïnteresseerd zijn in het uitgeven van een strip, maar hetzelfde werk een grafische roman noemen gaf de uitgave de nodige allure. Naast A Contract with God maakte Eisner nog andere graphic novels als The Plot en The Dreamer, wat gaat over zijn ervaringen in de stripindustrie.
Frank Miller is op zijn eigen manier een grootheid. De laatste jaren staat hij vooral bekend om zijn serie Sin City en het historische epos 300 die allebei verfilmd werden. In de vroege dagen van zijn carrière drukte Miller een nadrukkelijke stempel op superhelden als Daredevil: de reeks die hij schreef en tekende en die geïnkt werd door Klaus Janson is legendarisch. Ook blies hij Batman nieuw leven in met The Dark Knight Returns. Hierin zette Miller een cynische en fascistische versie van Batman op leeftijd neer die perfect paste in de jaren tachtig - een tijd waarin de Koude Oorlog even heel erg heet leek te worden.
Leesgenot
Het is eindeloos fascinerend om de twee grootheden uit de stripwereld met
elkaar te horen converseren - en vooral ook discussiëren - over de
geschiedenis van Amerikaanse comics, de invloed van nieuwe technologie op
het medium en de strijd tegen censuur. Het boek is rijk aan illustraties
van Miller, Eisner en andere stripmakers, bevat een aantal foto's van de
gesprekken en bestaat uit korte hoofdstukken die thematisch zijn
ingedeeld.
Uit de gesprekken komt duidelijk naar voren hoe verschillend de werkwijzen van Eisner en Miller zijn. Waar Eisner eerst de positie van de tekstballonnen bepaalde en, inkte om vervolgens een pagina in potlood te tekenen en te inkten, koos Miller er bijvoorbeeld bij de graphic novel Sin City: Family Values voor om eerst alle pagina's te tekenen, daarna de tekst op de pagina te inkten en dan pas de potloodtekeningen in de inkt te zetten. Het is in de kunst van het weglaten dat beide heren elkaar op het vlak van stijl ontmoetten. Eisner en Miller vinden dat je in een strip lang niet alles hoeft te tekenen - je kunt elementen suggereren, de lezer maakt het plaatje toch zelf in zijn hoofd af. In wezen is de stijl van beide stripmeesters impressionistisch. In Millers Sin City-reeks is dat goed duidelijk. Hij gebruikt een sterk zwart-wit contrast en vol silhouetten en schaduwpartijen. Vaak bevat de achtergrond slechts enkele details.
Guns for hire
Eisner en Miller waren ten tijde van het interview al jaren goed bevriend,
al waren ze het lang niet altijd met elkaar eens. Juist de momenten dat ze
met elkaar in discussie gaan, komt de lezer het meeste te weten over hun
visie op het medium.
Over tekentechnieken kan de aspirant-stripmaker dus veel leren van Miller en Eisner. Wat betreft hun inzichten over de stripindustrie trouwens ook. Ze geven een paar goede tips over hoe je een voet tussen de deur krijgt bij uitgevers en klappen flink uit de school over de stripindustrie. Ze vertellen over hoe bitter Jack Kirby al die jaren was omdat hij vond dat Stan Lee alle credits voor hun creaties kreeg. Volgens Miller wilde Kirby ooit een boek schrijven met de titel: Excelsior, My ass!. Eisner vertelt dat in de begindagen van de comicsindustrie uitgevers oppermachtig waren. Ze wisten makkelijk de rechten te verwerven van personages. Als een stripmaker met een goed idee kwam, was hij verplicht alle rechten ervan over te dragen aan de uitgever, anders kon hij verdere opdrachten wel vergeten. Eisner was bij Bob Kane thuis toen die terugkwam met het contract dat hij had gekregen voor Batman. Het enige wat Kane voor zijn creatie terugkreeg was de belofte van werk en een afgesproken bedrag per afgeleverde pagina. Geen gouden bergen dus. Die kreeg Kane jaren later, toen hij een advocaat inschakelde. Hij kreeg nooit de rechten meer van Batman, maar werd wel financieel gecompenseerd.
De uitgevers lieten merken dat als de stripmaker slechts een gun for hire was en gemakkelijk vervangen kon worden voor een andere werker als hij niet na behoren presteerde. Volgens Eisner en Miller had dit tot gevolg dat de beroepsgroep jarenlang met een minderwaardigheidcomplex kampte. Pas in de jaren tachtig ontstond er een royaltysysteem voor stripmakers. Dit hing samen met de opkomende cultus rondom bepaalde makers zoals Todd McFarlane en Frank Miller.
Eisner/Miller - Brownstein, Charles - .
Dark Horse Books - 19.95 dollar
ISBN 1-56971-755-9
Bob Dylan Revisited bevat dertien verstripte interpretaties van bekende songs van de Amerikaanse singer-songwriter. Striptekenaars als Lorenzo Mattotti, Dave McKean, Zep en Francois Avril tekenden hun eigen versie van een zelfgekozen klassieker. Het resultaat is een interessant album met hoogwaardig grafisch werk, mooi uitgegeven door Silvester strips. Alleen jammer van die vertalingen.
Het is interessant om te zien hoe de liedjes van Dylan de creatieve geest van de stripmakers prikkelden tot deze uiteenlopende bloemlezing. Sommige stripmakers in Bob Dylan Revisited: 13 songteksten in beeld gebracht blijven dicht bij de brontekst, anderen gebruiken het oorspronkelijke nummer slechts als springplank voor een visuele krachttoer. Toch passen mijns inziens de bijdragen die dicht bij de brontekst blijven en een verhaal vertellen het beste bij het oeuvre van Dylan. De Amerikaanse troubadour, wiens carrière begon met het zingen van folkmuziek in de vroege jaren zestig, staat immers vooral bekend als verhalenverteller. Een mooi voorbeeld hiervan is de protestsong 'Hurricane', waarin Dylan verhaalt hoe de zwarte boxer Rubin Carter veroordeeld werd voor een driedubbele moord die hij schijnbaar niet beging. Gradimir Smudja schilderde het stripverhaal in sepiagetinte platen en blijft dicht bij Dylans verhaal. De strip is daarmee een van de meest rechttoe rechtaan interpretaties in het album en werkt daardoor heel goed als visualisatie van Dylans nummer.
Dave McKean gooit het over een andere boeg. Hij gebruikt figuren en elementen uit scènes die voorkomen in de song 'Desolation Road', maar heeft er vooral zijn eigen ding van gemaakt en creëerde een non-narratief relaas met als rode draad de frase "I believe you belong to me". Wie McKeans strip leest en tegelijkertijd Dylans nummer draait merkt dat de duistere en soms spookachtige beelden van McKean een heel andere sfeer oproepen dan het akoestische nummer waarin vooral gitaar en mondharmonica zijn te horen.
Dylans stem
In Bob Dylan Revisited wordt iedere bijdrage ingeleid met een
voorblad met daarop een geïllustreerd portret van Dylan, de songtekst
en Nederlandse vertaling. Handig wellicht voor mensen die de Engelse taal
niet goed beheersen, hoewel ik over het algemeen geen fan ben van het
vertalen van songteksten en in het geval van Dylans poëzie acht ik een
vertaling zelfs onwenselijk. Een deel van de magie van Dylans teksten zit
in het feit dat de betekenis vaak niet eenduidig is. Die ambiguïteit
biedt ruimte voor verschillende interpretaties. Bij een vertaling zit je
aan de uitleg van de vertaler vast. In dit geval is dat de visie van
Robbert-Jan Henkes en Erik Bindervoet. Hun vertalingen, die eerder in twee
dikke boeken bij Nijgh en Van Ditmar verschenen, zijn voor dit album
gebruikt.
Dylan Revisited was oorspronkelijk een Franse uitgave, met Franstalige songteksten in de stripkaders die nu in het Nederlands staan geschreven. De strips zijn op zichzelf al een interpretatie van de songs, en mede door de vertaalde verliezen de adaptaties in het album al snel de connectie met de nummers van Dylan. Zijn stem, het ritme en de sound van de songs gaan als het ware verloren en dat is erg jammer. Om de link met Dylan enigszins te ervaren zit er voor de fan niets anders op dan om tijdens het lezen de songs te luisteren.
Ik ben me er terdege van bewust dat ik het album door de ogen van een Dylan-purist bezie. Hoewel de strips ook los van de brontekst zijn te beoordelen, is het de vraag of dit wenselijk is aangezien het stripalbum zijn bestaansrecht ontleent aan het feit dat stripmakers hun visie geven op de wereldberoemde composities. Daarbij zullen niet-Dylan fans weinig boodschap aan deze uitgave hebben.
Overigens is Bob Dylan Revisited een tweede uitgave in een serie van vier over popmuzikanten die Silvester op de markt brengt. Eerder verscheen een biografie over Johnny Cash die binnenkort op dit blog onder de loep wordt genomen.
Bob Dylan Revisited
Silvester, €24.95
ISBN: 978-90-5885-388-2
Voor meer artikelen van Michael Minneboo zie Mike's Webs.
We berichtten eerder al over Comic Invasion dat eind mei in Sugar Factory plaatsvond. Zie het beeldblogje van Merel Barends en het verslag met foto's.
Recent publiceerde Sugar Factory onderstaande video online. Het geeft een aardig sfeerbeeld en laat zien hoeveel krabbels en tekeningen er in die vier dagen zijn gemaakt. (De compilatie-video laat ook mooi zien hoe graag stripmakers geslachtsdelen en blote vrouwen tekenen als ze niet in de gaten worden gehouden.)
De video werd gemaakt door officemanager Stijn Schenk.
Eindelijk is Black Hole van Charles Burns in Nederlandse vertaling verschenen. Een prachtige grafische roman die tot na de laatste bladzijde blijft boeien.
In Zwart gat raken in de jaren zeventig tieners besmet met een seksueel overdraagbare ziekte die lichamelijke afwijkingen veroorzaakt. De een wordt opgezadeld met een paar bulten, de ander is minder gelukkig en krijgt er gratis een ledemaat of orgaan bij. Bij Rob groeit bijvoorbeeld een tweede mond die praat als hij slaapt; Eliza heeft een staart boven haar kont en Chris heeft vergroeiingen in haar rug en verliest geregeld haar bovenste huidlaag. De meeste besmette tieners leven als verschoppelingen in het bos en proberen er het beste van te maken.
Zwart gat is claustrofobisch en verontrustend, maar tegelijkertijd blijvend fascinerend. De toon is ernstig en gespeend van humor. Burns werkte een decennium aan het verhaal en publiceerde de twaalf afleveringen eerst afzonderlijk voordat in 2005 de graphic novel in zijn geheel werd uitgegeven. Black Hole bleef niet onopgemerkt, en won de Eisner Award, de Harvey Award en de Ignatz Award. Het is opmerkelijk dat deze strip pas na vier jaar eindelijk in het Nederlands is vertaald. Wellicht heeft dit te maken met de aankomende filmadaptatie. Naar verluidt zal regisseur David Fincher (Fight Club, Se7en) de verfilming voor zijn rekening nemen. Een prima keuze, al zou een regisseur als David Cronenberg, met zijn voorliefde voor vreemde lichaamsopeningen, ook zeker raad weten met het rijke materiaal van deze graphic novel.
Puberteit als ziekte
Zwart gat is een complexe vertelling vol flashbacks en
psychedelische dromen, waarin verschillende vertellers afwisselend aan het
woord komen. Wat de belevenissen van al deze personages bindt is de
vreemdsoortige ziekte die wordt doorgegeven als de tieners onbeschermde
seks met elkaar hebben. Toch moeten we Zwart gat niet zien als een
pamflet tegen onbeschermde seks; Burns gebruikt de ziekte en de
vervreemding die deze veroorzaakt tussen de slachtoffers en gezonde mensen
als metafoor voor de puberteit, een periode waarin het lichaam ook allerlei
veranderingen ondergaat en waarin de adolescent zich vaak ook een
buitenbeentje voelt. Burns heeft zelf ooit in een interview gezegd dat hij in Black Hole de
pubertijd voorstelt als een ziekte. De één groeit erover
heen, de ander blijft er eeuwig in hangen. Misschien dat de
geïnfecteerde personages daarom nooit hulp zoeken voor hun
lichamelijke afwijkingen. Ze vluchten liever weg van de maatschappij en het
daarin heersende ouderlijk gezag. Zwart gat is een interessante
studie naar de belevingswereld van adolescenten die, zoals het
clichébeeld over deze periode dicteert, hun dagen vooral slijten met
de speurtocht naar bier, seks en drugs.
Meesterverteller
Burns doet de naam beeldroman, of graphic novel zo je wil, eer aan. Hij
gebruikt de middelen van het medium optimaal. Burns tekent in een
semi-realistische stijl, wat het effect van de horrorelementen vergroot.
Zijn strakke lijnvoering en zwart-wit verdeling zijn formidabel. De
stripmaker gebruikt een scherp licht-donkercontrast. In combinatie met het
strakke lijnperspectief geeft dit de tekeningen veel diepte. Ondanks het
feit dat hij jarenlang aan de strip werkte is zijn stijl consistent. Maar
goed, de hand van Burns is eigenlijk altijd herkenbaar. Dat geldt zowel
voor zijn illustratiewerk voor The New Yorker en The
Believer, als voor zijn andere strips die onder andere in het
experimentele striptijdschrift RAW verschenen.
In Zwart gat zijn subjectieve kaders een belangrijk stijlmiddel. Om te vertellen wat er zich in het hoofd van de personages afspeelt gebruikt Burns innerlijke monologen, maar vooral ook point of view-shots. Hiermee maakte hij een gelaagde en bij vlagen intieme vertelling. Soms is Burns voyeuristisch, zoals bij de seksscène tussen Chris en Rob. We zien vanuit het perspectief van Chris hoe Rob haar penetreert. Het stijlmiddel van de subjectieve camera wordt heel effectief ingezet als Chris halverwege de daad tot haar schrik (en die van de lezer) de extra mond in de hals van Rob ontdekt. In dezelfde scène gebruikt Burns een visuele metafoor om het orgasme van Chris te verbeelden. Binnen een sequentie weet meesterverteller Burns dus verschillende genres te vermengen en diverse beeldmiddelen effectief in te zetten. Moeiteloos laat hij een romantisch samenzijn tussen twee nieuwe geliefden ontaarden in een horrorachtig schrikmoment. De vervreemding die de jongen en het meisje na hun eerste vrijpartij ervaren is dan weer exemplarisch voor de ongemakken die de eerste stappen op het seksuele vlak met zich meebrengen.
Burns, Charles - Zwart gat
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 29,90
ISBN: 9789054922025
Vorig jaar gooide uitgeverij Marvel comics het roer flink om in Spidermans wereld. Het huwelijk tussen Mary Jane en Peter Parker werd door de magische krachten van Mephisto tenietgedaan. In de krantenstrip hebben ze dit nu teruggedraaid.
Nou ja, in de krantenstrip, sinds jaar en dag geschreven door Stan Lee himself, heeft de magische handeling nooit plaatsgevonden, maar begon men simpelweg met een nieuw verhaal waarin Peter Parker weer vrijgezel was en bij zijn tante May woonde. Nu ruim een jaar later, bleek dit bestaan slechts een boze droom te zijn geweest. Een clichématige verhaalwending die in een soap niet zou misstaan. En helaas net zo fantasieloos als hoe de schrijvers bij Marvel het huwelijk in de eerste plaats uit de geschiedenis van Spiderman wisten. Naar verluidt reageren de stripmakers van de krantenstrip hiermee op de vele boze brieven die ze ontvingen nadat Marvel deed alsof het huwelijk tussen Peter en Mary Jane nooit had bestaan.
In de normale stripuitgaven van Spiderman blijft de Brand New Day verhaallijn vooralsnog van kracht. Al zal het mij benieuwen hoe lang dat nog duurt. De reacties waren indertijd heftig van de negatieve soort.
In de verhaallijn van de maandelijkse Spiderman-comics werd tante May dodelijk verwond. De enige manier om haar leven te redden was door een pact met de duivel te sluiten. Tante May zou leven als Mephisto de grootste liefde aller tijden mocht ontbinden. Dit had tot gevolg dat Peter Parker opeens weer bij zijn tante inwoonde, kampte met geldproblemen en vooral veel pech leek te hebben. Het huwelijk tussen Mary Jane en Peter Parker dat in 1987 plaastvond had opeens nooit bestaan. Met deze reboot proberen de schrijvers van Marvel vooral de begindagen van het webhoofd te evenaren om op die manier weer aansluiting te vinden op het jonge publiek.
Bron afbeelding: Mtv Splash Page.
Het heeft iets anarchistisch: lekker op de muur tekenen en alles vol kladderen met stripfiguurtjes. Wat je als kind niet mocht, was dit weekend toegestaan in Sugar Factory Amsterdam. Tenminste, als je een van de uitgenodigde stripmakers was van Comic Invasion.
Van donderdag 21 tot en met zondag 24 mei namen stripmakers de Sugar Factory over. Tijdens het reguliere programma werden muren vol getekend, lichaamsdelen van een krabbel voorzien en waren ook bierviltjes niet veilig. Op sommige avonden werden tijdens dj-sets tekeningen gemaakt en geprojecteerd.
Cartoonjocken
Maar waarom eigenlijk? Stijn Schenk, officemanager bij Sugar Factory, legt
uit: 'We willen de strips uit de stripbeurs halen en op andere plekken
brengen. Strips moeten meer in het straatbeeld zichtbaar zijn.' Het idee
ontstond toen Floor de Goede door een oom, een van de eigenaren van Sugar
Factory, werd gevraagd om de flyer voor het programma van de maand mei te
maken. Flo is samen met Tommy A en andere stripmakers cartoonjocker:
terwijl een dj muziek draait of een band optreedt, maken de tekenaars in
razendsnel tempo tekeningen. Het tekenen wordt vastgelegd door een camera
en meteen geprojecteerd tijdens het optreden. Na de flyer opdracht vroeg de
Sugar Factory de stripmakers om bij het programma deze maand iets met
strips te gaan doen. Dat idee groeide uit tot Comic Invasion, waarbij de
stripmakers 'infiltreren' in de Sugar Factory en met allerlei activiteiten
op een ludieke manier aandacht vragen voor het beeldverhaal.
Zaterdagavond waren stripmakers Jeroen Funke (Lamelos), Dio (John & John), Tommy A (Cutie magazine), Floris Oudshoorn (Swamp Thing) en Merel Barends (Zone 5300, Eisner) in Sugar Factory om daar hun tekenkunst te verspreiden. Tussendoor vertelde Barends waarom ze hieraan participeerde. 'Het is een onconventionele manier om je werk onder de aandacht te brengen. Je bereikt er een heel ander publiek mee,' liet de stripmaakster weten. Toch doet Barends vooral mee voor de gezelligheid: 'Dit heeft natuurlijk een heel andere sfeer dan in je eentje thuis aan de slag gaan. Het is gezellig tekenen met een biertje erbij. Je bent als stripmaker onderdeel van het feest.'
Tommy A vertelde Comic Invasion vooral te zien als iets grappigs. 'Dit heeft geen effect; mensen gaan er niet meer strips door kopen.' De reactie van de bezoekers in de rookruimte, waar de muren zaterdagavond aardig vol zaten, was positief. Men vond de illustraties vooral 'leuk en vrolijk'. Al kwamen de mensen in eerste instantie voor de muziek en was men niet op de hoogte van de aanwezige stripmakers.
Interactie
Nu is een van de uitgangspunten van Comic Invasion dat er interactie
ontstaat tussen de stripmakers en het publiek. Dat dit soms anders uitpakte
dan gepland, bleek toen bezoekers op de eerste avonden zelf een stift ter
hand namen en de wanden als kladblaadje gingen gebruiken. Dat was echter
niet de bedoeling. Mooi illustreren moet je immers aan de professionals
overlaten. Ook vielen twee kunststukjes aan de toiletmuur zo in de smaak
dat ze door bezoekers werden gestolen. Toch smaakt Comic Invasion naar
meer. 'Dit is niet eenmalig, maar een work in progress,' vertelt
Schenk. 'In de toekomst willen we vaker stripmakers uitnodigen.'
Lees ook het beeldblogje van Merel Barends over Comic Invasion.
Stripmakers nemen in de vierde week van mei de Sugar Factory over tijdens Comic Invasion. Nederlandse tekentalenten zullen tijdens live-optredens en clubnachten de interactie opzoeken met de muziek en het publiek. Tekeningen, geïnspireerd door de muziek, worden ter plekke gemaakt en tijdens de optredens geprojecteerd.
De activiteiten van het stripcollectief tijdens Comic Invasion zijn een extensie van de nachtgalerie en gaan de interactie aan met de bestaande programmering. Zowel de striptekenaars als de organisaties van de vier avonden (MIKO loves Barkers, Beyond Rotation, Jesus Loved You en Wicked Jazz Sounds) zullen zich door elkaar laten inspireren. Er zal live getekend worden (het zogenaamde cartoonjocken), gefotografeerd, geprojecteerd, getatoeëerd en stripfiguren worden door Lamelos tijdens live-acts tot leven gebracht.
Behalve stripcollectief Lamelos zullen aanwezig zijn: Floor de Goede, het Horror Collectief, David de Rooij, Aimée de Jongh, Margreet de Heer, Maaike Hartjes en CKoe. Organisator is Tommy A (voormalig hoofdredacteur Cutie magazine en tegenwoordig student aan de Rietveld Academie). Flo maakte de flyer voor deze editie van Comic Invasion.
Comic invasion, 21 t/m 24 mei
Sugar
Factory
Lijnbaansgracht 238, Amsterdam
De Nederlandse stripwereld is vanaf vandaag een serieuze oeuvreprijs rijker. Vanaf 2010 zal de Marten Toonder Prijs jaarlijks worden uitgereikt aan de Nederlandse stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de stripcultuur. Aan de prijs is een bedrag van 25.000 euro verbonden.
Dat maakte minister Ronald Plasterk (Onderwijs, Cultuur & Wetenschap) maandag bekend bij de opening van de expositie ‘Nederland volgens Sigmund’ in het stripmuseum te Groningen. De prijs is een initiatief van de kersverse stripintendant Gert Jan Pos en het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst (BKVB). Pos is per 1 mei door het Fonds BKVB als intendant aangesteld om de Nederlandse strip een extra impuls te geven.
Waarom deze nieuwe prijs? Nederland heeft immers al de Stripschapprijs, de oeuvreprijs die sinds 1974 jaarlijks wordt uitgereikt. 'Er kwam een verzoek vanuit het beroepsveld,' vertelt Pos. 'In het verleden zijn er prijzen geweigerd door stripmakers omdat er geen of een laag geldbedrag aan vastzat.' Vorig jaar weigerden Hanco Kolk en collega Peter de Wit bijvoorbeeld de nominaties voor de Hoogste Prijs van de VPRO. De stripmakers vonden het prijzenbedrag van 1250 niet overeenstemmen met de prestige die de Hoogste Prijs pretendeerde te hebben. Pos: 'Natuurlijk is het een eer om de Stripschapprijs te krijgen, maar bij deze waardering hoort ook een geldbedrag. Schilders, schrijvers en dichters krijgen immers ook prijzen waar een aanzienlijk bedrag aan vastzit.'
Vanaf 2010 zal de Marten Toonder Prijs ieder jaar aan het begin van het boekenseizoen in maart worden uitgereikt. Minister Plasterk zal de eerste Marten Toonder weggeven. Aan wie is nog niet bekend, maar daar het om grote namen gaat die veel voor de Nederlandse stripcultuur betekenen is de kans groot dat stripmakers als Joost Swarte, Dick Matena, Jan Kruis en Hanco Kolk & Peter de Wit op de shortlist staan. Mocht Kolk ooit de prijs krijgen, dan heeft hij geen legitieme reden meer om thuis te blijven.
Marten Toonder drukte zijn stempel op de Nederlandse stripwereld met onvergetelijke figuren als Tom Poes en Olivier B. Bommel en verrijkte de Nederlandse taal met termen als 'denkraam', 'grootgrutter' en 'zielknijper'. Lees hier meer over de in 2005 overleden stripgrootheid.
Etienne is een werkloze privé-detective die een grote geldprijs wint in de lotto. Voordat hij veilig het lot kan inleveren en zijn geld ontvangt is er echter nog van alles mogelijk. Auteur Jean-Claude Denis en stripmakersduo Philippe Dupuy en Charles Berberian laten zien dat de weg naar het geluk vol valkuilen kan zitten. Je lot kan immers gestolen worden wanneer je in de nacht verdwaald rondloopt. Een auto-ongeluk overkomt je ook zomaar. En wie kun je nog vertrouwen met zo'n waardevol stukje papier op zak? Is bijvoorbeeld de interesse die Etienne's ex-vriendin Laetitia toont oprecht of weet ze dat hij een rijk man is geworden?
Jean-Claude Denis heeft zijn sporen als stripauteur ruimschoots verdiend in de Franse stripwereld en heeft met Vlak voor het geluk een luchtig verhaal met goed uitgewerkte personages geschreven. Dat deze levensecht lijken is vooral te danken aan de natuurgetrouwe dialogen die Denis hen laat uitspreken. Vaak zorgen de dialogen ook voor een fijne scèneovergang: de tekst van de nieuwe scène verwijst naar of geeft antwoord op de gestelde vraag in de voorgaande dialoog. Overigens is het vertellen over alledaagse taferelen wel aan Berberian en Dupuy toevertrouwd. Zij behoren immers tot de école Pigalle, een groep tekenaars die op lichtvoetige wijze kleinburgerlijke onderwerpen verstrippen. Het stripfiguurtje Meneer Johan van dit duo is daar een mooi voorbeeld van.
Televisiesoap
De niet-geïnkte potloodtekeningen van Dupuy en Berberian zijn in een
losse stijl getekend en de achtergronden zijn vaak een gedetailleerde, doch
snelle schets. Deze semi-cartoonstijl is expressief, maar sprak mij minder
aan - je houdt ervan of niet. Berberian
en Dupuy hanteren een camerastijl die doet denken aan die
van televisiesoaps. Zo zien we op blz. 50 een medium shot van
Etienne en ene Patricia van de Franse kansspelen die hem psychologische
bijstand komt verlenen. Patricia zit op een stoel en praat met de winnaar
over zijn mogelijke geldbestedingen. De twee daaropvolgende plaatjes zit
Patricia in dezelfde houding, haar hoofd en gezichtsuitdrukking zijn
vrijwel identiek in alle drie de plaatjes. Het tweede plaatje is een
close-up van haar gezicht, maar nog steeds gezien vanuit hetzelfde
perspectief als het eerste en derde plaatje (zie de afbeelding onderaan dit
stuk.) Op de volgende pagina wordt het helemaal wat geforceerd als Etienne
achter haar staat en Patricia nog steeds niet haar hoofd naar hem toedraait
terwijl ze tegen hem praat. Dit maakt de figuurtjes nogal houterig en de
strip op visueel vlak eentonig en beperkt.
Jammer van deze saaie cameravoering, want er valt verder veel te genieten van de kleine beeldgrapjes die Berberian en Dupuy in hun tekeningen stoppen; zoals het zoontje van de vrienden van Etienne die 's ochtends slaapdronken de kamer binnenloopt met de afstandsbediening van de televisie al in de aanslag, en de twee eendjes die vol verbazing zwemmen naar de auto die zojuist te water is geraakt. Voor de gevederde zwemmers letterlijk een vreemde eend in de bijt. Het zijn dit soort humoristische toevoegingen die het verhaal nog leuker maken en de wrange kantjes ervan ietwat maskeren.
Dupuy-Berberian & Jean-C. Denis - Vlak voor
het geluk
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 19,95
ISBN 9789054922483
Voor meer artikelen van Michael Minneboo zie Mike's Webs.