Stripmakersgala met ambitie
Natastique doet een gooi naar de titel Best Dressed Lady...


Ze hadden het Gala van het Stripboek graag het Stripboekenbal gedoopt, zo vertelde directeur Maartje de Haan van het Meermanno Museum in haar openingsspeech. Maar dat mocht niet van het CPNB, dat het Boekenbal organiseert. Maar of het nu Gala van het Stripboek of Stripboekenbal heet, het zegt hoe dan ook alles over de ambities die de organisatie heeft voor de jaarlijkse viering van de negende kunst, die afgelopen zaterdag zijn eerste editie beleefde. Omdat er op last van de brandweer maar 150 mensen in het statige Haagse museum mochten, werd het Gala van het Stripboek uiteindelijk exclusiever dan het Boekenbal. Er moesten volgens De Haan dan ook heel wat mensen teleurgesteld worden. Gelukkig voor iedereen die buiten de boot gevallen was, kondigde ze aan dat het uitnodigingsbeleid voor de volgende edities ruimer wordt. De directeur, een elegant geklede blondine wier geringe lengte ruimschoots gecompenseerd werd door het tomeloze enthousiasme dat ze uitstraalde, had namelijk meer verheugend nieuws: er wordt hard gewerkt aan een groot stripmuseum in de Randstad dat straks nog véél meer mensen onderdak kan bieden. En meer strips natuurlijk, want er hangen nooit genoeg strips in musea.

Tot zover het journalistieke deel van dit verslag. Want jawel, uw Zone 5300-societyreporter Natastique is weer even terug van weggeweest, en dit soort details kunt u ook wel in andere media lezen. Okee, vooruit, misschien moet ik ook nog melden dat er op het Gala prijzen werden uitgereikt. Cok Jouvenaar, mede-initiator en verslaggever bij Stripnieuws, eerde Rob van Eijck met de naar hem vernoemde strippromotieprijs. Rob was er erg blij mee, maar hoopte ook dat hij nog heel veel nieuwe winnaars van zijn prijs bekroond mocht zien worden. Want, zo zei hij, de meeste mensen naar wie een prijs vernoemd is zijn immers al dood. De andere initiator Caroline van der Lee, voor veel striptekenaars ook bekend van Kasteel Groeneveld, reikte de Striptalentprijs uit aan Marissa Delbressine, die afgelopen jaar bewees dat ze niet alleen een groot tekentalent is, maar ook het talent bezit om strips op te stuwen in de vaart der volkeren met het nieuwe stripblad Strips2Go. De laatste lauwerkrans van de avond ging naar Dick Matena, die de titel Levend Erfgoeddrager ontving uit handen van Jos van Waterschoot. Matena, boegbeeld van de vaderlandse strip, arriveerde met een vloot literaire slagschepen die uw societyreporter nog uit een ander leven kent, toen haar dagen nog niet gevuld waren met stripfeestjes en ze haar loze uren doorbracht in schrijverscafé De Zwart.



Misschien wel even leuk om even wat namen te noemen, want een societyverslag is immers niet compleet zonder een flinke dosis namedropping. Zo was A.F.Th. van der Heijden een van de prominentste aanwezigen, hetgeen nogal wat opwinding veroorzaakte onder de stripmakers die zich maar wat graag op de verstripping van zijn imposante oeuvre zouden werpen. Maar ook present waren filmmaker Pieter Verhoeff, schrijver Allard Schröder, schrijfster (en vrouw van A.F.Th.) Mirjam Rötenstreich, collega-societyreporter Jan Zandbergen en filosoof André Klukhuhn, voor wie ik graag een extra titel in het leven zou roepen: naast filosoof is André, met zijn terugkerende rol in de fotostrips van Ype Driessen, namelijk ook de enige Levende Stripfiguur die ik ken. En er is meer namedropping, want ook van de plaatjesmakerskant waren de eminenties uiteraard in grote getale aanwezig. Ik noem een Martin Lodewijk, een Daan Jippes, een Gerard Leever - er waren zelfs drié Leevers, want Gerards vrouw Wilma was er natuurlijk ook en hun zoon speelde die avond in de band Soular - een Hanco Kolk, een Kees de Boer, een Hans van Oudenaarden, een Maaike Hartjes, een Aimée de Jongh, een Milan Hulsing, een Michiel de Jong, een Eric Heuvel, een Remco Polman, een… En waar ik ‘een’ schrijf, mag je gerust ‘dé’ lezen, want van al die talenten is er maar één. Dé Tonio van Vugt, hoofdredacteur van uw lijfblad was er natuurlijk ook, evenals dé Robert van der Kroft. En ik was er. Omdat ik geen prijs kreeg, had ik mijn zinnen op een andere titel gezet. Maar daarover leest u hieronder meer.

Best dressed
‘Gala’ stond er op de uitnodiging. Ik geloof niet dat ik ooit een uitnodiging voor een stripfeestje heb ontvangen waar dat woord op stond. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat we kort voor het feest een vertwijfelde Ype Driessen op Den Haag CS aantroffen: ‘Ik dacht, dat zal dan wel een truienfeestje worden, want zo gaat dat meestal bij striptekenaars. Maar ik had misschien beter tóch mijn rokkostuum kunnen aantrekken.’ De discussie die er in de Facebook-stripgemeenschap was ontstaan over welke dresscode er bij een gala hoort, had Ype duidelijk gemist. Maar één ding is zeker: dat rokkostuum van Ype komt volgend jaar die kast wél uit.
Als je gala zegt, dan kríjg je gala chez Natastique, was mijn eerste gedachte. Er hebben in mijn kast met jurken nog té veel pronkstukken het daglicht niet aanschouwd, en omdat ik toen ik de uitnodiging kreeg nog niet wist hoe ver de ambitie voor het Gala van het Stripboek reikte, schatte ik de kans dat mijn avondjurken dat licht nog zouden zien aanvankelijk niet hoog in.
Elders in Nederland worstelde Eric Heuvel met vergelijkbare keuzes. Hij hád dat rokkostuum, het paste nog, en wanneer zou hij anders gelegenheid krijgen om het te dragen? De druk van buitenaf (lees: Facebook-vrienden) om de lat laag te houden was groot, maar het kostte me weinig moeite om Eric over de streep te trekken.
Uiteindelijk besloot ik om zelf in full Gilda-‘Put the blame on Mame’-modus te gaan: een zwarte satijnen strapless jurk tot op de vloer met net zulke lange handschoenen als die Rita Hayward draagt tijdens haar bijna-stripact in de film Gilda. Grappen over ‘strippen op stripfeestjes’ onder mijn Facebook-foto waarop ik de jurk alvast toonde nam ik maar voor lief, want ik wist natuurlijk ook wel dat ik onder de filmgekken die stripmakers óók zijn, succes zou boeken met alleen al de imitatie van Gilda’s introductiescène. ‘Gilda? Are you decent,’ vraagt haar man, waarop ze een iconische hair flip doet en ‘Sure… I’m decent’ antwoordt, terwijl ze het afgezakte schouderbandje van haar jurk omhoog trekt.



Eenmaal in het Meermanno wachtte er een onwerkelijke aanblik. Ook al verkeerde Erics rokkostuum dit jaar nog op eenzame hoogte, vrijwel elke stripmaker was in elk geval in pak. Ook de meeste dames hadden flink uitgepakt. Zo kwam Maaike Hartjes in een Mad Men-jurk die bombshell schreeuwde; Merel Barends bood me stevige competitie in de categorie Best Pop Culture Reference met haar spierballen-met-tattoo-imitatie van feministisch icoon Rosie The Riveter; en Sarina Vergeer, metgezellin van Mooves’ Wilfred Ottenheijm, was een droom in een Roberto Cavalli van zijden panterstof, die haar op het frêle lijf geschreven was. Kortom: Eric had de titel Best Dressed Gentleman al binnen voor het feest goed en wel begonnen was, maar bij de dames wachtte er nog een zware strijd.
Ik denk dat ik won dankzij de directeur van het Meermanno, die me na afloop van de opening complimenteerde met mijn keus. Het zal in elk geval niet door de foto komen die bovenaan dit Natastique-verslag staat: in een mislukte Gilda-pose die er nu uitziet alsof ik, à la Miley Cyrus, Eric Heuvel aan het twerken ben in een Old Hollywood-glamourdress. Gelukkig heeft de jury daar niks van gezien en nu is het oordeel toch al gevallen. Ha! Want gisteren, de dag na het feest, riep Caroline van der Lee Eric en mij uit tot Best Dressed Gentleman en Best Dressed Lady. De standaard voor het Gala van het Stripboek is gezet.
Op naar volgend jaar!

Noot: goed nieuws voor alle dames die samen met mij vernikkelden in hun blote feestkledij: volgend jaar is het Gala van het Stripboek in de zomer, liet Maartje de Haan weten. Eindelijk iemand die begrijpt hoe onnatuurlijk de Nederlandse gewoonte is om gala’s in de winter te plannen.

Voor Ron Poland en Jantiene de Kroon, die door omstandigheden het Gala van het Stripboek aan zich voorbij moesten laten gaan. Ron en Jantiene, jullie werden gemist!
Een verslag in de schaduw van een regeerakkoord
02-10-2010 11:00 Stripantiquariaat Lambiek, Amsterdam
Glamour is een lastige kwestie in tijden van recessie. Nu is 24 Hour Comics Day bij Lambiek meestal niet het meest glamoureuze feestje op de stripkalender, striptekenaars die 24 pagina’s in 24 uur getekend moeten hebben, letten doorgaans niet bijster goed op hun omgeving. Maar als societyreporter ben je het aan je stand verplicht. Handige tip 1: val daarom terug op oudere nummers in je garderobe, aangevuld met hippe accessoires. Handige tip 2: breng daarvoor een bezoek aan de Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf, dat altijd voorafgaand en gelijktijdig met 24 Hour Comics Day plaatsheeft. Handige tip 3: laat je dan door geen verkoopster wijsmaken dat je maat medium nodig hebt omdat het eigen merk panty’s zo klein valt, terwijl je intussen formaat Duimelot hebt.
De keus viel op een zwart, mouwloos jurkje met gebreid lijfje en een grijs geruit plooirokje, met daaronder zwarte overknee laarzen, die zilveren Bijenkorfpanty’s (hoog opgetrokken onder dat jurkje) en een doorschijnend zilveren bloesje met rozen op mijn armen dat al elf jaar oud is maar nu weer helemaal trendy. Niet dat ik het lang aanhield - maar dat is een verhaal voor later. 24 Hour Comics Day ging om elf uur ’s ochtends op 2 oktober uit de startblokken, een druilerige zaterdag. Toen was ik er zelf nog niet. Een rechtgeaarde feestverslaggever komt immers niet voor twaalven uit haar nest.

16:00 uur: uw reporter arriveert ter plaatse, met een kilo biologische sinaasappels en een pak Zone 5300’s in haar fietstas. Niet dat die informatie er ook maar iets toedoet, maar hee, dit is C’est Natastique dat wel vaker bol staat van de onnodige details. De Zones zijn bedoeld voor The American Bookcenter dat na afloop van het eerste Lambiekbezoek op de agenda staat, de sinaasappels voor mezelf. Want je moet wel een béétje compenseren voor het harde leven in het partycircuit. Binnen wordt al driftig getekend, de meeste stripmakers liggen op schema. Ik loop wat rond, bekijk wat werk, maak wat foto’s, registreer wat saillante quotes - die helaas niet allemaal blijven hangen. ‘Hee meissie! Tex Willer-tijd?’: die echter wel. Want dat is de standaardbegroeting van Klaas Knol.
En misschien moet ik dat even uitleggen. Want ‘Tex Willer’ is Lambiekjargon voor ‘wil je alsjeblieft een jointje draaien?’ Naast de deuropening van Europa’s oudste stripantiquariaat staat namelijk een grote bak tweedehands Tex Willer-strips, die door Klaas zijn uitgeroepen tot de ideale draai-een-joint-ondergrond. Het draaiproces zelf voltrekt zich meestal buiten. De meestal lukraak uit de bak getrokken Tex Willer-titels bevatten, voor wie er gevoelig voor is, dikwijls subliminale boodschappen. Ditmaal echter wordt de titel zorgvuldig gekozen, want we krijgen gezelschap van twee uitersten op de 24 Hour Comics schaal: Menno Kooistra, 24 Hour’s meest beruchte onepager, en Hallie Lama, die zo snel tekent dat hij zijn strips elk jaar in de helft van de tijd voltooid heeft. Daarom krijgt Hallie altijd een extra handicap: joints, in de hoop dat dit zijn tekenproces vertraagt. Hij regelt de titel ditmaal: Mitla, heerseres over de wolven.
Interpretatie laat ik in handen van de lezer.

The following takes places between 17:00 and somewhere in the evening

17:00 uur. 24 Hour Comics Day, dat dit jaar in 51 landen op dezelfde tijd gehouden wordt, wordt bij Lambiek altijd druk bezocht. Talloze stripcoryfeeën en aanverwanten brengen een bezoek. Ik raak in gesprek met het uitgeversechtpaar Griffioen, tevens voogden van een van de mooiste boeken ooit van een Nederlandse striptekenares: Horizon van Liang Ong. Ong was de eerste, de wegbereider voor alle vrouwelijke stripmakers die Nederland nu kent (alsook een van de grote inspirators van mijn eigen tekenpartner Merel Barends). Horizon is bovendien een boek dat het autobiografische ontstijgt. Arthur Griffioen wil Horizon graag in het Engels uitbrengen, alleen wil Ong zich liever buiten de publiciteit houden. Ik merk op dat dat elkaar niet in de weg hoeft te staan. ‘Kijk maar naar J.D. Salinger. Vaak spreekt dat zelfs nog meer tot de verbeelding.’ Ong heeft daarnaast ook uit journalistiek oogpunt een interessant verhaal, omdat ze tegenwoordig volledig is gestopt met tekenen - de strijd met het materiaal werd haar teveel - om zich aan Tai Chi te kunnen wijden.
Griffioen Grafiek is niet de enige uitgever die vandaag de tocht naar Lambiek maakt, ook Frankfurther prijswinnaar Ger van Wulften maakt zijn opwachting. Net als de intendant strips bij het Fonds BKVB, Gert Jan Pos, die me meteen vraagt of ik Eeuwige Adolescentie al heb, de publicatie van de lezing van Arnon Grunberg op de Haarlemse Stripdagen. Die heeft hij namelijk net bij Lambiek neergelegd. Drie stuks al, antwoord ik. Een voor mezelf, een voor de Zone-redactie en een voor mijn tekenpartner Merel die de lezing indertijd misliep. Ik raak in gesprek met Wasco, wiens 24 Hour-bijdrage van vorig jaar dit jaar de Stripschapprijs voor het beste literaire boek won. ‘Je bent op 24 Hour Comics Day nooit zo gezellig als je wel zou willen, omdat het werk aan zo’n verhaal toch concentratie vergt,’ zegt hij, ‘luidruchtig wordt het dan ook meestal niet. Hoogstens wat muziek.’ Even verderop draait Jeroen Funke rustige muziek van Spinvis terwijl hij werkt.

17:30 uur. Eeuwig Weekend-auteur Peter Schuite (alsook berucht kompaan van onepager Menno Kooistra) is gekomen en gegaan en van schrik verlies ik én mijn bril én gooi ik weer eens een glas om. Waarna ik vertel over de twee glazen die ik gisteren al brak, en mijn spiegel die vannacht aan diggelen ging. Dat die twee glazen dus geen compensatie zijn voor die zeven jaren ongeluk, zegt Arthur Griffioen. ‘Je moet zout over je linkerschouder gooien.’ Al geloof ik er niet in, in de keuken van Lambiek smijt ik een handvol zout over mijn schouder. Voor de zekerheid.

18:00 uur: Bunbun-tekenaar Matt Baay föhnt zijn tekeningen droog, Hallie Lama heeft net een personage getorpedeerd en een overkoepelende verhaallijn ontdekt, in de winkel zijn alle nieuwe Zones uitverkocht. Dat ik straks wel weer wat nieuwe exemplaren meebreng, zeg ik. ‘Oh, slaan ze die dingen tegenwoordig bij jou op’, zegt Boris van Lambiek. Blijkbaar, zeg ik. Ik raak in gesprek met Sandra Kleine Staarman die een erotische strip heeft gemaakt waarbij ze bij het inkten op een obstakel stuitte. ‘Ik plaatste wat platen met de schetsen erbij op het stripmakersforum voor feedback. En ik wist het al wel: dat de schetsen eigenlijk beter waren dan de geïnkte versies, die ik in zwaar clair-obscur geïnkt heb. Maar om daar ook meteen zo veel bevestiging van te krijgen…’ Ze toont me het gewraakte werk op haar computer. ‘Toch vind ik dat grote zwart/wit contrast ook wel fijn,’ voegt ze eraan toe, ‘omdat het ook wel iets film-noirachtigs heeft én omdat ik niet altijd in dezelfde stijl wil werken. Maar mijn arcering maakt het beeld zo rommelig.’
Dat haar clair-obscur in de grote panels heel goed werkt, merk ik op, maar dat ik de kritiek van haar collega’s ook begrijp. ‘Ik denk dat je je probleem oplost als je de arcering in handen, borsten, gezichten, kortom: alles waar huid in beeld komt, zachter maakt. Lichamen zijn rond en plastisch, hoekige schaduwen heeft het niet. En op die manier kun je toch die nieuwe stijl blijven hanteren.’
Ze bedankt me, dat is fijn.
Het bier is op, maar er komt hulp van Hopman Hallie (red. Op de Houtense Stripdagen ging Hallie Lama - geheel in stijl met het thema 100 jaar Scouting - gekleed als padvindershopman): ‘Want er is hop nodig.’
Is it a plane, is it a bird? No, it’s Superhopman to the rescue!

18:30 uur. Tijd om het pakket Zones in mijn tas naar The American Bookcenter te brengen voordat die winkel sluit, nieuwe Zones voor Lambiek te halen, te eten, en wat tussentijds te chillen. Tenslotte wacht er nog een lange nacht. Bij thuiskomst is 24 Hour Comics Day ook al uitgebreid live op Facebook te volgen, zie ik: met foto’s, werk en filmpjes van tekenaars. Ook in België, waar Serge Baeken gastheer is. Facebook is al bijna een must aan het worden voor de hedendaagse tekenaar die op de hoogte wil blijven.

19:30 uur. Ik drink een glas verse jus d’orange en constateer dat het zout niet hielp, want ik gooi ook een glas smoothie over mijn zo zorgvuldig samengestelde outfit. Ergo: omkleden noodzakelijk. Zelfde panty (nog altijd hoog opgetrokken), zelfde laarzen, alleen de bovenkant wordt vervangen. Grijzig topje met lange mouwen (gecompenseerd in de lage halsopening), zwart plooirokje, strak zwart satijnen jasje. Bier moest ik meenemen als ik terugging. Dat heb ik niet, constateer ik tegen negenen. Ik facebook Lambiek of koude witte wijn ook mag. ‘Ja lekker Natas, tot zo,’ volgt er meteen.
21:00 uur: ik pak de fles wijn in, wat extra handicap voor Hallie én een aansteker omdat ik die van hem heb kwijt gemaakt, en drie extra Zones voor Lambiek. Het nieuwe nummer (dat een aanklacht tegen de devaluatie van de graphic novel bevat) is té populair. Ik vertrek om 21:15 uur en arriveer om 21:30 uur bij Lambiek voor 24 Hour ronde nummer 2. Het is zacht, maar regenachtig. Ergens elders in Nederland is het CDA-congres over het nieuwe regeerakkoord afgerond. Kabinet Bruin 1 is een feit. Maar in de straten lopen nog geen gezagsbewaarders en om Lambiek staat nog geen hek met prikkeldraad.

The following takes places between 22:00 and somewhere the next morning

22:00 uur. Ook ditmaal wordt de Tex Willer-titel met zorg gekozen. Door mezelf dit keer. Mateloze haat. ‘Vond ik wel passen tegen de achtergrond van het regeerakkoord’, zeg ik. Een trieste dag voor alle linkse hobby’s, merkt Menno droevig op. Een Duitse 24 Hour-deelnemer komt ons gezelschap houden bij de joint. Dat hij van de vrijheid moet genieten zolang die nog duurt, krijgt hij te horen. ‘Want spoedig is het allemaal verboden.’ Menno heeft het intussen opgegeven. Hij heeft één pagina getekend en wijdt zich verder aan het bier. Hallie en Wasco zijn al bijna klaar. Hallie heeft een verhaallijn met een persoonverwisseling en Wasco geen idee waar hij moet eindigen.

23:00 uur. Het gesprek is natuurlijk bij Geert Wilders blijven hangen. Dat ik al zo worstelde met mijn Oostenrijkse erfenis, beken ik, ‘nu moet ik me ook al schamen voor mijn Indische afkomst.’ Dat die combinatie wel frappant is, wordt er opgemerkt (niet al mijn herinneringen aan 24 Hour zijn nog even helder, vandaar dat ik niet meer weet wie de repliekgever is), omdat het in beide gevallen een demagoog betreft die moeite heeft met zijn eigen etnische afkomst. ‘Al mag je die vergelijking natuurlijk niet maken.’
‘Op straffe van een Godwin-beschuldiging,’ zeg ik net iets te luid als Typex en de intendant aan komen lopen; ze komen van een heavymetalconcert. ‘Al geloof ik niet dat Gert Jan er écht in meeging,’ lacht Typex. Gert Jan kijkt alsof zijn trommelvliezen tuiten. Typex raakt meteen in discussie met Boris van Lambiek over Boris van Lamelos en blaasmondjes. En misschien moet ik dit óók even uitleggen…
Blaasmondjes stammen uit de bus met stripmakers richting Barcelona voor het Ficomic Festival. Met blaasmondjes kun je de hoeveelheid ventilatie in de bus individueel bepalen. Maar blaasmondjes zijn ook iets wat alleen Boris van Lamelos kan. ‘You’ve got the looks, but he’s got the lips,’ roept Typex naar Boris van Lambiek. We wagen ons terstond naar binnen om Boris Lamelos tot een demonstratie aan te zetten. Tja. Hoe lang nog tot deze creatieve gekte ook verboden wordt? (Of die dubbele Borissen die zo verwarrend werken, for that matter.)

23:30 uur. Samenscholing in de keuken. Boris van Lamelos demonstreert tot groot vermaak zijn blaasmondje (onomatopoëtisch: pff, pff, pff), in de galerie tekent het merendeel van de tekenaars nog steeds stug door en ik schiet het wc-hokje in, ‘Typex vond het wel goed voor mijn opvoeding als ik dat concert bezocht,’ hoor ik Gert Jan nog net zeggen. Hij klinkt nog steeds alsof zijn trommelvliezen tuiten. Als ik de deur weer openduw, smijt ik bijna een intendant in de dozen aan de overkant van de wc. Typex duwt meteen de deur weer dicht. ‘Dat is wreed: kleine meisjes opsluiten in de wc,’ roep ik. Dat je daar trauma’s aan kunt overhouden, merkt Gert Jan op. ‘Zullen we jou zo anders eens in die wc opsluiten?’ Dat dát pas wreed is, omdat híj dan zo een trauma heeft, grijnst Typex terug. De biervoorraad nadert een kritiek niveau, Hallie doet inmiddels dubbele handicaps (hasj én wiet) maar gaat er alleen maar sneller door tekenen, en buiten staat er nog altijd geen hek met prikkeldraad rondom Lambiek.

Middernacht. Dankzij de toewijding van Lot van Lambiek is er weer bier. We staan weer buiten. We, dat wil zeggen: de niet-tekenaars, de sneltekenaars en eeuwige onepager Menno. ‘Menno is altijd zó goed voor je zelfvertrouwen,’ merkt Sandra Kleine Staarman op die een snelle pauze neemt. Wasco geeft Menno een gouden tip voor 24 Hour Comics Day volgend jaar: ‘Je maakt gewoon één pagina met 24 plaatjes die je daarna in stukken knipt en opblaast. Want de techniek staat voor niks.’
Sandra doet mij een gouden tip van de hand voor 24 Hour Comics Day volgend jaar. ‘Je maakt gewoon een fotostrip van 24 pagina’s.’ Wat een geweldig idee, kraai ik, ‘want wie niet kan tekenen, gaat fotograferen - en dan kan ik er meteen een registratie van 24 Hour Comics van maken. Kwestie van tekstballonnetjes erbij en klaar.’ Helemaal coherent ben ik niet meer, dus haar suggestie om er dit jaar meteen al mee te beginnen, wijs ik van de hand. ‘Want heb én geen computer bij me én ik moet morgen ook het feestverslag van de afgelopen uren nog schrijven…’

01:00 uur. Ondanks de heersende biernorm is mijn wijn gelukkig ook welkom. Vooral bij Wasco en Joost Pollman die in de afgelopen uren ook gearriveerd is. Ik raak in gesprek met Joost over het boek Een tweede huid dat we beiden prachtig vinden en waarvan we ons dan ook afvragen waarom het in Nederland zo geruisloos gepasseerd is. ‘Ik heb het veel bij mijn vriendinnen gepromoot omdat het thema ook zo geschikt is voor vrouwelijke lezers: symbiose in relaties.’ En we raken in gesprek over de mogelijkheden en grenzen van internet en social networks. Dat ik naast een nicotineverslaving ook een digitale verslaving heb, merkt Joost namelijk op. Waar ik hem ruiterlijk gelijk in geef, ‘het liefst wil ik een infuus,’ maar waarop ik ook de onverwachte mogelijkheden van het medium opnoem. ‘Mijn lezing in België over strips voor vrouwen heb ik bijvoorbeeld aan Facebook overgehouden.’ En passant neem ik me voor in mijn eerstvolgende internetcommunicatie meteen - ter demonstratie - Een Tweede Huid nogmaals te promoten (bij deze, Joost).
Tegenover me vertelt Gert Jan over de tv-registratie van het CDA-congres die de rest gemist heeft. ‘Maxime Verhagen won de zaal toen hij zijn speech met tranen in zijn ogen deed. Dat was geweldige tv. De camera stond tijdens een groot deel van het congres natuurlijk vooral op de gezichten van de tegenstanders gericht, en bij die tranen kon je zien dat ze wisten dat ze de strijd verloren hadden.’
Ik moet denken aan de persreis die mijn vriendin (die een tijdlang politiek verslaggever voor HP/De Tijd was) met Maxime Verhagen maakte. En vooral aan hoe gecharmeerd ze van hem was. ‘Zou zo’n man nou ’s nachts wakker liggen na zo’n congres,’ vraagt Klaas zich af. Ik schud mijn hoofd. ‘Maar hij moet toch wel iéts van gewetensbezwaren koesteren,’ vervolgt Klaas.
Ik schud mijn hoofd. ‘Macht corrumpeert altijd.’

01:30 uur. Klaas heeft een blowverbod gekregen. (Nog) niet van kabinet Bruin 1, maar van de intendant en mijzelf. Omdat hij teveel hoest. ‘Er ligt voor jou een belangrijke taak nadat ik straks weg ben,’ zeg ik tegen Hallie.
‘Ik mag ook niet meer blowen?,’ vraagt Hallie beduusd.
‘Nee, jij mag dubbel blowen, alles wat Klaas niet rookt in feite. Zolang je er maar voor zorgt dat Klaas niet meer blowt.’
‘Ik stop op 9 oktober ook met roken,’ zegt Klaas.
‘En jij?,’ vraagt Gert Jan me. ‘Wanneer stop jij met roken?’
‘Ik heb nog geen datum,’ zeg ik.
‘Onder het nieuwe kabinet mag er in kleine cafés wel weer gerookt worden. En onder een klein café wordt dan een café verstaan waarvan de eigenaar ook rookt én zelf achter de tap staat,’ vervolgt Gert Jan. ‘Maar wat ik mij dan afvraag: is een café als De Zwart dan ook zo’n klein café?’
‘In De Zwart wordt al jaren weer gerookt. Na zessen komen daar gewoon de asbakken weer op tafel. Maar de eigenaar rookt zelf als een ketter én staat ook zelf achter de bar.’
‘Maar niet altijd.’
Dat het rookbeleid best ingewikkeld is, denk ik. ‘Natasja? Bier?,’ vraagt Typex.
Ik kijk omhoog, naar Typex die plots boven me uittorent. ‘Nee joh, ik drink toch geen bier.’
‘Dat weet ik, daarom vraag ik het ook,’ grijnst Typex.
‘Net als in Barcelona,’ zeg ik, ‘in die absintbar. Wat wil je drinken, vroeg je, bier of absint. Water, zei ik. Wat wil je drinken, herhaalde jij toen, bier of absint. Absint, zei ik toen - ik had in de taxi al hoofdpijn. Dus doe mij dit keer maar niks.’
Gert Jan krijgt de joint aangeboden die ooit van Klaas was. ‘Nee dank je, ik blow niet. Kan ik niet tegen.’
‘Ieder zijn drug of choice. Want dat heb ik nou met alcohol,’ zeg ik.
‘Alcohol is eigenlijk ook heel slecht,’ zegt Gert Jan.
‘Wat gebeurt er als je alcohol drinkt?,’ vraagt Menno (die eigenlijk al twee uur op het punt staat om naar huis te gaan) me nieuwsgierig terwijl hij nog maar een biertje van Typex aanpakt.
‘Dan val ik om. Na een halve Breezer lig ik gillend van de lach naast mijn stoel.’
‘Een halve Breezer: dat is nog niet zo erg,’ zegt Gert Jan.
Door de straat raast een politiewagen met gillende sirenes. Daar zul je ze hebben, denk ik. ‘Wie heeft er nu weer homo tegen een politieagent gezegd,’ zegt iemand. Maar er worden nog altijd geen hekken met prikkeldraad om ons heen gezet.

02:00 uur: ik draag mijn taak als blowbeschermingsbewaarder van Klaas over aan Hallie en ga naar huis.

04:30 uur: ik word wakker op de bank, nog deels gekleed (laarzen, panty en jasje zijn uit, de rest zit ergens onder mijn oksels), en verhuis naar bed. Terwijl ik me daar nog eens omdraai, denk ik aan al die moedige tekenaars die nog tot 11:00 uur zondagmorgen 3 oktober moeten doortekenen. En ik neem me heilig voor om bijtijds op te staan zodat ik ze bij de finish kan verwelkomen.

11:11 uur: ik word 11 minuten te laat wakker om de tekenaars bij de finish te verwelkomen. 24 Hour Comics Day is voorbij. (Alleen op Facebook niet, dat staat er vol mee.) Maar terwijl ik met mijn verslag begin, realiseer ik mij wederom hoezeer geluk en genot vergroot worden tegen de achtergrond van het mogelijke verlies ervan. En ik overweeg - ter bescherming - een kring van zout rondom Lambiek te strooien. Voor de zekerheid. Nu dat rechtse regeerakkoord er dan toch gekomen is.
For they shoot comic artists, don’t they?

Dit verslag is voorzien van een link naar de tekst van de lezing van Arnon Grunberg op de website van het Fonds BKVB.

Over de longen: Gainsbourg Week
Een doorrookt en uiterst grondig verslag van een première en soirée
17-03-2010 00:00 Bitterzoet, Amsterdam
Dat het leven van een feestverslaggever niet altijd over rozen gaat, toonde Glamourland destijds al aan. Zeker niet waar het de Gainsbourg Week betreft, zou ik ontdekken. Op maandag was de première van de biopic van Joann Sfar, op dinsdag zou de regisseur interviews geven (waar ik helaas niet bij kon zijn) en op woensdag was de Soiree Gainsbourg. Op de eerste mooie lentedag van het jaar, dus natuurlijk had ik mijn roze Versace maar weer eens ingeboekt voor die dag. Dat dat investering zou vergen (26 euro voor kousen, 37,50 euro om te voorkomen dat ik hakloos op de dansvloer zou eindigen) nam ik voor lief. Ik had de passend charmante feestheren (Bert van der Veer en Tonio van Vugt), ik had de vlucht zuchtmeisjes om ze van passend gezelschap te voorzien. Dat er twee afzeiden, was niet erg, ik had er nog voldoende over. Ik had al-les onder controle.
Maar niet heus.
Misschien had ik meer aandacht moeten besteden aan de vele tweets van organisator Guuz Bourg over de Wet van Murphy. En misschien had ik beter moeten kijken naar alle botsingen en onderdelen die van auto’s afdonderden terwijl ik onderweg naar huis was. Want misschien was ik dan beter voorbereid op die harde knal toen ik van de brug afvloog. Klapband aan mijn fiets. En ik was al laat voor het meeting point at 19:00 bij Café Kobalt. Een fietsenruil bracht uitkomst. Alleen is de fiets van mijn man veel te hoog voor mij en is staand fietsen best lastig in een strakke roze Versace en op hoge hakken. Hijgend, kuchend, hoestend bereikte ik Kobalt om 19:15 uur.
Wat (kucht en hoest en hijgt) op zich natuurlijk best Gainsbourg-waardig is.

Tonio zat er al. Rond 20:45 arriveerden ook Bert en mijn vriendin en zuchtmeisje Sabine. Net tijd voor koffie (ik niet), drank (ik niet - ben een slechte Gainsbourg-aficionada), een gedeeld rokertje (natuurlijk ik wel) en de overdracht van een Zone 5300 aan Bert en Sabine. Het feestje zelf begon om 21:00 in Bitterzoet. Wat volgens de wet van Fashionably Late betekent dat je er dan zo rond 21:30 naartoe gaat en volgens de wet van Gainsbourg betekent dat je je dan, zodra de eerste begroetingen gedaan zijn (zuchtmeisje Isabelle en haar man, organisatoren Guuz en Natasha Cloutier), meteen in de rokerslounge terugtrekt. En daar blijft totdat het er blauw ziet.
We waren er niet lang voordat Bert alweer een microfoon onder zijn neus kreeg. Een van die onvermijdelijke dingen als je op stap bent met een Bekende Nederlander. Dat ik soms, als ik in een plagerige bui verkeerde, scores bijhield als ik met Bert op stap ging, vertelde ik Tonio terwijl Bert en Sabine hun praatje in de BNN-microfoon deden. Van hoe vaak hij als zichzelf herkend wordt en hoe vaak als Ursul de Geer. ‘Okay, het is nu 2-1 voor Ursul! Of smsen: hé, zie ik jou daar nou net lopen? Oh nee, het is… Heeft-ie een hekel aan’, grijnsde ik. Wass sich liebt, das neckt sich, immers.
And what goes around comes around. Ik was nog niet uitgeanekdotiseerd of ik kreeg zelf de microfoon in mijn neus. En laat ik nu relatief nieuw zijn in de Gainsbourg- liefde… Gelukkig had ik een wandelende muziekencyclopedie naast me, zodat pijnlijke antwoorden me bespaard bleven. Af en toe een aanvulling terwijl Tonio zijn kennis tentoonspreidde was voldoende om mijn reputatie als culturele allesweter in stand te houden. Want eigenlijk is zo’n reputatie heel gemakkelijk te creëren. Gewoon een kwestie van de juiste bronnen hebben en die op het juiste moment aanboren.

Beneden in de zaal waren de openingacts intussen al van start gegaan. Niet dat we veel misliepen, uit betrouwbare bron bleek dat alleen Natasha Cloutier haar zenuwen genoeg onder controle had om Gainsbourg eer aan te doen. Bovendien waren we op tijd voor wat écht goed was (mijn naamgenote uitgezonderd). Een zanger wiens introductie ik misliep, maar die met veel verve een Nederlandstalige ode aan de Franse troubadourprovocateur bracht - en The Spinshots, die het livegedeelte van deze avond besloten en dat ongekend swingend deden.



Daarna werden er alleen nog plaatjes gedraaid, met zorg uitgekozen door dj’s Guuz en Natasha. La Javanaise, Marcia Baila en talloze andere dansbare Franse liedjes hielden ons non-stop op de vloer. Overbodig om te melden, denk ik, dat de rookruimte pas weer interessant werd in het staartje van de avond.

Om 01:30 werd wat nog resteerde van ons gezelschap met het oud vuil Bitterzoet uitgeveegd. De avond was ten einde. En de naam Bitterzoet zelden zo toepasselijk... Want alles dat mooi was maar ten einde komt, heeft die smaak.

Une vie héroique
Kortom: de soiree was magnifique. Maar de première van de biopic op maandag was - weliswaar compleet anders van sfeer en in volstrekt ander gezelschap - ook al behoorlijk fantastique. Al arriveerden alle genodigden die avond half verzopen (vérzopen, niet bézopen, voor de goede orde - hoe Gainsbourg dat laatste ook mag zijn) omdat er juist op dat moment een stortbak openbrak boven Amsterdam. Met bakken kwam het uit de hemel. Dus het was maar goed dat ik die avond voor mijn lieshoge leren laarzen had gekozen onder mijn naar couturier Courreges gemodelleerde zwart-witte jurkje. Hielden in elk geval mijn benen het droog.
Zuchtmeisje van de avond was mijn vriendin Claudia, een nieuwelinge in het stripwereldje. Vandaar waarschijnlijk ook dat ze de opening, de expo met werk van Sfar, Hanco Kolk en Jose Luis Garcia Lechner in District V, aan zich voorbij liet gaan. Dat ik te laat zou zijn, dacht ik, omdat ik natuurlijk was verdwaald op weg naar de Pijp. Bril, regen, fiets (die het toen nog deed), een doorweekte Google-kaart met snel vervagende lijntjes en lettertjes. Behulpzaam was het niet geweest.
Ik was de deur nog niet door, of achter me arriveerde Jean-Marc van Tol. Gelukkig, een bekend gezicht. Want Murphy’s Wet schaduwde al ruimschoots vooruit; beneden bij de garderobe presteerde ik het om de kraag van mijn jas in een waxinelichtje te leggen toen ik me van mijn overgoed trachtte te ontdoen. Gelukkig was hij nat. De schroeilucht was er echter niet minder om.
En boven bleek de vloer van het etablissement nauwelijks geschikt voor naaldhakken. Hout met gleuven ertussen die net genoeg ruimte boden om er voortdurend tussen te zakken. En: wodkacocktails. Terwijl ik a. nooit drink en b. niet gegeten had. Gelukkig was voedsel ruim beschikbaar. Wat in mijn geval echter helaas ook zo zijn nadeel heeft, vooral wanneer gehuld in fraaie jurkjes. Natuurlijk belandde de cranberrysaus die bij de paté hoorde vrijwel direct in mijn mouw. Mijn telefoon ging tijdens de speech van Guuz, de stamper in mijn drankje raakte natuurlijk klem tussen mijn bril en wang en ondertussen bleef ik maar tussen houten planken zakken. Dat regisseur Joann Sfar helaas nog onderweg was, vertelde Guuz, ‘in de trein vanuit Parijs. Maar we gaan ervan uit dat hij op tijd is voor de Q & A na afloop. Gelukkig is Hanco Kolk er wel.’
En talloze andere leuke stripmakers en aanverwanten natuurlijk.

Om kwart over acht werden we gemaand om naar Rialto te verkassen, alwaar de film getoond zou worden. Gelukkig, dacht ik. Want wat kan er misgaan als je eenmaal in een bioscoopstoel zit? Een vriendin die nog onderweg is? Gelukkig was Claudia er nét op tijd. De zoom van je jurk die van achteren in je panty zit als je voor de voorstelling nog snel even naar de wc gaat? Gelukkig had ik hem eruit getild voor ik de zaal in liep. Een vriendin met smetvrees? Dat is alleen maar grappig als er achter haar iemand zit die steeds moet hoesten, waarop je vriendin haar sjaal ombindt alsof het een hoofddoek is. En de zaal verder donker is zodat alleen jij het ziet.
Hoe de film was (formidable) is elders te lezen. Maar genoten hebben we. Al snakte ik ook de hele film lang naar een sigaret omdat je Gainsbourg non-stop ziet roken, van zijn 12e tot het einde van de film. De enige scènes waarin hij (soms) niet rookte, waren wanneer hij in bed lag met een vrouw. Gelukkig kon ik heel heroïsch op mijn lenyard bijten. En gelukkig was Sfar er inderdaad op tijd voor de Q & A. Die vanzelfsprekend grappig was omdat stripmakers per definitie grappig zijn.
Na de Q & A was er vanzelfsprekend drank (wodkashooters). Het zou niet Gainsbourg zijn zonder. En Sfar zelf was er natuurlijk. Die ik per se moést spreken. Ik bedoel: een Fransman die Engels spreekt én een van de grootste stripmakers van Europa is. Die kans moest benut worden.
Ik kreeg de kans al rokend in de deuropening. Niet dat ik veel verder kwam dan dat ik zijn strips fantastisch vind en enorm genoten had van zijn film - een van de nadelen van spreken met ware grootsheid: zelfs al spreek je dezelfde taal, dan nog moet je maar zien of er iets zinnigs uitkomt. Ik sloeg me er heroïsch doorheen (vind ik zelf.) En gelukkig zijn jurkjes (zeker als het geen Hollanders betreft) altijd een goed onderwerp - dat niet-Hollanders ook meestal zelf aansnijden, omdat ze niet weten dat er ook Hollandse vrouwen bestaan die zich wel goed kleden. ‘Standaard overdressed’, zeiden Claudia en ik in koor. ‘Ter compensatie voor al die Hollandse vrouwen die zich standaard underdressen.’ Maar dan in het Engels natuurlijk.

Dat Rialto geen aparte rookruimte heeft, was natuurlijk niet erg Gainsbourg. Vandaar wellicht dat we het grootste deel van die borrel-na-afloop in de deuropening doorbrachten. In gesprek met Sfar en daarna met Alec van de Amsterdam Klezmer Band, die een Rus is en aan wie Sfar ons voorstelde omdat mijn naam Natasja luidt en die ook al de loftrompet stak op de vrouwen die het zo heroïsch aandurven om zich goed te kleden in een land dat standaard underdresst. En vervolgens weer met Jean-Marc met wie we de hele avond medianieuwtjes uitwisselden en een interessant gesprek met een interessante kunstenares die ons ook interessant vond omdat Claudia en ik met ons beider Aziatische bloed twee exoten zijn, en die een ware Serge-fanate bleek.
Rond half een was ook dit festijn echter voorbij. De opening van een doorrookte week - want die extravagante nicotinedosering ijlde natuurlijk voort tot ver voorbij de vrijdag. Dus mijn longen zijn zo onderhand geasfalteerd, maar oh, wat een feest voor alle andere zinnen was de Gainsbourg Week.