Charles Guthrie – Op een beetgare eergisteren

 19,95

Hardcover,  22 x 30 cm, 56 pag kleur
Sherpa/Zone 5300, 2023

5 op voorraad (kan nabesteld worden)

Artikelnummer: CG03 Categorieën: ,

Beschrijving

Charles Guthrie moet wel een van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse strip zijn. Eindelijk is het absurdistische en zwarthumoristische werk van deze in Leeuwarden neergestreken Amerikaan, die onder andere in Zone 5300 publiceert, gebundeld in een mooie uitgave. Maak kennis met Guthrie’s surrealistische universum, dat wordt bevolkt door Dijkgraaf Dick, Ginger Infinity Homofoon Harry en de Wasemman; dat alles superieur getekend in de stijl van EC Comics en de oude superheldenstrips.

De Amerikaan Charles Guthrie (Falls Creek, Pennsylvania, 1971) vestigde zich op 19-jarige leeftijd in Leeuwarden vanwege de liefde. Hij maakte zijn debuut in 1994 in het Nijmeegse stripblad Iris (bakermat van Dirkjan) en heeft sindsdien zijn werk gepubliceerd in Holland SF, Incognito, Zone 5300 en Schokkend Nieuws. Voor Meiden Magazine maakt hij de strip Mikkie & Samira. Met zijn op de oude EC Comics geïnspireerde tekenstijl is zijn absurdistische, soms verontrustende werk uit duizenden te herkennen. Guthrie is klaar voor een groter publiek: na de eigenbeheerpublicaties Sukkels en SUKkELS met een grote K! is Op een beetgare eergisteren zijn debuut bij een uitgeverij.

Collega’s over Charles Guthrie:

Joost Swarte: 
‘De tekenstijl van Charles Guthrie doet vermoeden dat we te maken hebben met een traditionele avonturenstrip of superheldencomic. Al lezend krijgen we echter de ene na de andere absurditeit opgediend. In Guthrie’s wereld zijn de personages onbegrijpelijk en onvoorspelbaar. Alles gaat op de schop, niets is te doorgronden: superavontuurlijk. Als je je twijfels hebt bij de diersoort mens, lees dan dit boek. Grote kans dat we elkaar ontmoeten op de bodem van de valkuil.’

Wilbert Plijnaar:
‘De strips van Charles Guthrie zijn vergelijkbaar met het werk van verhalenvertellers als Kafka, Runyon, Ionesco, Camus en Harvey Kurtzman, na een mislukte groepslobotomie.’

Marcel Ruijters:
‘Absurdisme, dat kenden we al, maar… niet zoals Charles Guthrie het doet! Geen losse cartoons met hap-snap-ideetjes, maar ontregelende verhaaltjes over rare snuiters die blijmoedig hun ondergang of verdere mutaties tegemoet huppelen. Met de absurd-o-meter op elf.’

Milan Hulsing:
‘Tjemig, wat is die Guthrie toch goed, niet in het minst vanwege zijn taalgebruik. En je wilt altijd direct een douche nemen na het lezen van zijn werk!’