Marcel Ruijters – Inferno

‘Laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt’. De Hel, zoals beschreven door Dante Alighieri, is voor de eeuwigheid gemaakt. In de negen kringen die de Hel telt, ondergaan de zondige zielen precies de straf die ze verdienen. Hoewel: er zijn enkele dingen veranderd…

De pers over Sine Qua Non:

‘Het is een plezier om Ruijters nonnen te zien vechten met demonen of bosmensen, want hij brengt zijn verhaal met een flinke dosis humor. Een van de meest verfrissende albums van 2005‘. – De Poort

‘Sine Qua Non kan ad infinitum gelezen worden’. -8Weekly

Marcel Ruijters – Sine Qua Non (Forlaget Forleans)

Deense uitgave van Marcel Ruijters’ retrocomic die overdwars vijf eeuwen terug in de tijd gaat, toen kloosterlingen, manticores en wildemannen elkaar nog ongestoord naar het leven stonden. Tekstloos op enkele Latijnse woorden na, dus ook geschikt voor degenen die het Deens niet machtig zijn. Voor deze uitgave maakte Ruijters een exclusieve nieuwe omslag. Een collectors item!

 

Marcel Ruijters – Dr Molotow #5: De vallei der fluitende trilobieten

Dr. Molotow krijgt er in dit deel een nemesis bij, namelijk de paragnost Dr. Aquarius, die hem in opdracht van de politie in verband met een oude moordzaak brengt. Tevens is het zaak zijn relatie met Dulutta, de vrouw van die andere nemesis, de sjamaan Mkluhen, geheim te houden. Het geweld viert weer hoogtij en leidt allen naar de vallei der fluitende trilobieten, waar de Trevonen-clan uit Styles Park is neergestreken en het gekmakende gefluit tot een machtig wapen heeft gemaakt.

Marcel Ruijters – Dr Molotow #4: De 7 clans van Styles Park

Dr. Molotow krijgt bezoek van zijn jeugdvriendinnetje, de kannibalenkoningin Ovidia, die moeder is geworden van een bijzonder kind. Ook dient zich de wereldvreemde tweeling Wally en Mofet aan, die een bovengemiddelde belangstelling voor Siamese tweelingen aan de dag legt, iets dat ze gemeenschappelijk hebben met de plastisch chirurg Molotow. Hij gaat op zoek naar het geheim van overijverige celgroei in een stad bevolkt door louter freaks: Styles Park.

Charles Guthrie – Op een beetgare eergisteren

Charles Guthrie moet wel een van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse strip zijn. Eindelijk is het absurdistische en zwarthumoristische werk van deze in Leeuwarden neergestreken Amerikaan, die onder andere in Zone 5300 publiceert, gebundeld in een mooie uitgave. Maak kennis met Guthrie’s surrealistische universum, dat wordt bevolkt door Dijkgraaf Dick, Ginger Infinity Homofoon Harry en de Wasemman; dat alles superieur getekend in de stijl van EC Comics en de oude superheldenstrips.

De Amerikaan Charles Guthrie (Falls Creek, Pennsylvania, 1971) vestigde zich op 19-jarige leeftijd in Leeuwarden vanwege de liefde. Hij maakte zijn debuut in 1994 in het Nijmeegse stripblad Iris (bakermat van Dirkjan) en heeft sindsdien zijn werk gepubliceerd in Holland SF, Incognito, Zone 5300 en Schokkend Nieuws. Voor Meiden Magazine maakt hij de strip Mikkie & Samira. Met zijn op de oude EC Comics geïnspireerde tekenstijl is zijn absurdistische, soms verontrustende werk uit duizenden te herkennen. Guthrie is klaar voor een groter publiek: na de eigenbeheerpublicaties Sukkels en SUKkELS met een grote K! is Op een beetgare eergisteren zijn debuut bij een uitgeverij.

Collega’s over Charles Guthrie:

Joost Swarte: 
‘De tekenstijl van Charles Guthrie doet vermoeden dat we te maken hebben met een traditionele avonturenstrip of superheldencomic. Al lezend krijgen we echter de ene na de andere absurditeit opgediend. In Guthrie’s wereld zijn de personages onbegrijpelijk en onvoorspelbaar. Alles gaat op de schop, niets is te doorgronden: superavontuurlijk. Als je je twijfels hebt bij de diersoort mens, lees dan dit boek. Grote kans dat we elkaar ontmoeten op de bodem van de valkuil.’

Wilbert Plijnaar:
‘De strips van Charles Guthrie zijn vergelijkbaar met het werk van verhalenvertellers als Kafka, Runyon, Ionesco, Camus en Harvey Kurtzman, na een mislukte groepslobotomie.’

Marcel Ruijters:
‘Absurdisme, dat kenden we al, maar… niet zoals Charles Guthrie het doet! Geen losse cartoons met hap-snap-ideetjes, maar ontregelende verhaaltjes over rare snuiters die blijmoedig hun ondergang of verdere mutaties tegemoet huppelen. Met de absurd-o-meter op elf.’

Milan Hulsing:
‘Tjemig, wat is die Guthrie toch goed, niet in het minst vanwege zijn taalgebruik. En je wilt altijd direct een douche nemen na het lezen van zijn werk!’