Michael Minneboo
Video: Barend De Voogd over zijn passie voor film
Filmjournalist Barend De Voogd is de hoofdredacteur van Schokkend Nieuws, daarnaast schrijft hij recensies voor NU.nl. Ook is hij een van de programmeurs van het Imagine Filmfestival. Het werd hoog tijd om hem eens te ondervragen over zijn filmliefde en zijn fascinatie met de fantastische film in het bijzonder. En hoe gaat het programmeren van een filmfestival in zijn werk?

De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.

Michael Minneboo
Video: Luuk KLIKT!
klik logo
Het KLIK! Amsterdam Animation Festival is weer voorbij. Gelukkig hebben we de video's nog. Zoals dit gesprek dat ik opnam met Luuk van Huët, een van de oprichters van KLIK, programmeur en de man die de teksten schrijft voor het programmaboekje en de site.

Hoogste tijd om hem eens te vragen wat animatie voor hem betekent, met welke film zijn liefde begon en hoe je nu eigenlijk een filmfestival programmeert.

Michael Minneboo
Skyfall
*****
Sam Mendes
Om te beginnen: Skyfall valt niet tegen. Niet dat dit mogelijk was na het zwakke Quantum of Solace, maar toch, ik had er eerlijk gezegd niet veel van verwacht. Sommige mensen noemen het de beste Bond ooit, maar zo ver zou ik toch niet willen gaan.


Bonds Aston Martin wordt ook weer van stal gehaald.

Skyfall is een goede actiefilm: de actiesequenties zitten vlekkeloos in elkaar en zijn mooi gedraaid door cameraman Roger Deakins. De film van Sam Mendes (American Beauty) heeft ondanks zijn 2½ uur lengte een lekkere vaart. Ook zitten er aardige knipoogjes in naar het verleden van Bond, want dat het 50 jaar geleden is dat Dr. No in de bioscoop verscheen, zal niemand zijn ontgaan. Al was Pierce Brosnan ook al aardig aan het knipogen in Die another Day, omdat het de twintigste Bond-film was en zo lang is die nu ook weer niet geleden.

Ook maar een mens
De filmmakers hebben geprobeerd met deze 23ste Bond de titelheld wat meer diepgang te geven en duiken daarom in zijn verleden. Ook hebben ze gepoogd om hem menselijker te maken: in de openingsequentie raakt Bond (Daniel Craig) dodelijk verwond en wordt doodgewaand door zijn collega's. Wanneer terrorist Silva (Javier Bardem) het gemunt heeft op MI6 en op M., het hoofd van de geheime dienst, en dreigt een lijst met namen van geheim agenten openbaar te maken, komt Bond weer terug, maar is zichtbaar uit vorm. Raakschieten is er even niet meer bij en ook bij de psychologische test scoort hij geen voldoende. Toch stuurt M hem weer het veld in en al snel is er weinig over van Bonds menselijke kant en zien we weer de geoliede vechtmachine die 007 als Daniel Craig is.


Bardem: Gay terrorist.

Meer zal ik niet van de plot onthullen: voor de persvoorstelling heb ik een contract moeten tekenen waarin ik plechtig beloof zo min mogelijk over het verhaal te vertellen. Geheimhoudingsplicht bij een James Bond film dus.

Wat mij erg opviel is hoe seksloos deze aflevering in de reeks is. Craig deelt het bed met twee vrouwen (niet tegelijkertijd overigens), maar er kan geen stukje bloot vanaf. Bond is anno 2012 kuiser dan in de tijd van Brosnan, Dalton of Moore.

Wat ook opvalt is dat de scenaristen goed hebben gekeken naar The Dark Knight. Ik wil niet te veel vertellen, want belofte maakt schuld, maar qua plotstructuur en sfeer is James Bond eerder een volger van zijn collega's geworden dan iemand die het voortouw neemt. Skyfall is prima genietbaar, maar vernieuwend is het allemaal niet.

Michael Minneboo
Hommage Moebius in Melkweg Cinema
Deze maand brengt Melkweg Cinema in Amsterdam hommage aan de eerder dit jaar overleden striplegende Jean Giraud.

Onder het pseudoniem Moebius tekende hij surreële en inventieve sciencefictionstrips. Deze strips maakten indruk op filmmakers, waardoor Giraud vaak gevraagd werd als decorontwerper en storyboardtekenaar.

In het filmprogramma zitten films als Alien en The Fifth Element waarin de hand van Moebius duidelijk is terug te zien. Ook worden er documentaires vertoond over zijn leven en werk. Enkele films worden ingeleid door stripmakers als Typex, Jan Cleijne en Zone's Tonio van Vugt.

Voor meer informatie zie dit artikel en voor het programma checkt u de site van Melkweg.
Moebius
Michael Minneboo
The Amazing Spider-Man
*****
Regisseur Marc Webb biedt een frisse kijk op de mythe van Spider-Man, maar dit avontuur steekt niet overal even perfect in elkaar.



Als je dan toch na vijf jaar al een filmreeks gaat rebooten en je ook weer de oorsprong van Spider-Man uit de doeken doet, moet je het radicaal anders aanpakken dan je voorganger. Niemand zit immers te wachten op een herhalingsoefening. Die boodschap moet regisseur Marc Webb in zijn achterhoofd hebben gehouden toen hij aan The Amazing Spider-Man begon. Zijn Spider-Man is duisterder dan die van Sam Raimi: geen sprookjesachtige shots van New York tijdens magic hour, nee, nachtscenes waarin het Webhoofd letterlijk in de schijnwerpers van de politie staat die jacht op hem maakt. Het is allemaal wat ruiger: Peter Parker wordt op het schoolplein hard in elkaar geschopt door Flash Thompson, de politie weet het Webhoofd met scherp te raken en behalve oom Ben valt er nog een ander dodelijk slachtoffer in de prive-sfeer.

Webb houdt een aardige balans tussen de emoties, actie en humor, waardoor de film ondanks de zware emotionele lading, niet te veel de emo kant op gaat.

In The Amazing Spider-Man treffen we een nerdy en geniale Peter Parker aan die in het laboratorium net zo op zijn plek is als op een skateboard. Hij is het buitenbeentje van de school, het favoriete slachtoffer van pestkop Flash Thompson. Maar zijn leven is niet volledig kommer en kwel: hij krijgt een relatie met de beeldschone klasgenoot Gwen Stacy die niet voor hem onderdoet qua intelligentie.



Jaren geleden is Peter bij zijn oom Ben en tante May gaan wonen. Zijn ouders waren hun leven niet meer zeker door het geheime project waar ze aan werkten. Wanneer Peter een mysterieuze koffer ontdekt die van zijn vader was, gaat hij op zoek naar de reden van de verdwijning van zijn ouders. Zo maakt hij kennis met Dr. Curt Conners, de voormalige partner van zijn vader die hun werk bij Oscorp heeft voortgezet. Daar wordt Peter ook gebeten door een bijzondere spin waardoor hij spinnenkrachten verwerft. Wanneer Conners door een van zijn experimenten verandert in een levensgrote hagedis, is het aan Peter Parker om hem tegen te houden.

Meer Ultimate dan Amazing
Meer zal ik niet van de plot verklappen, maar favoriete personages als J. Jonah Jameson, Mary Jane Watson of Harry Osborn, die allen prominent aanwezig waren in de trilogie van Raimi, ontbreken. Webb tapt uit een ander vaatje. Op de titelrol staat dan wel dat de film gebaseerd is op de Marvel comic Amazing Spider-Man door Stan Lee en Steve Ditko, Webb haalde de meeste mosterd uit de serie Ultimate Spider-Man van Brian Michael Bendis, die in 2000 moderne verhalen rondom de muurkruiper begon te vertellen. Sommige scenes zijn duidelijk geinspireerd door die Ultimate-verhalen, ook wat betreft de sfeer van de film en het uiterlijk van Peter Parker moet ik bij The Amazing Spider-Man meer denken aan het schrijfwerk van Bendis dan dat van Lee. Niet zo gek ook, want zoals gezegd moesten ze het wel anders aanpakken om de reboot bestaansrecht te geven en waarom dan niet gebruik maken van de geupdate versie van 12 jaar geleden? Maar los van het bronmateriaal hebben Marc Webb en de scenaristen hun eigen draai aan de wereld van Peter Parker gegeven en flink lopen sleutelen aan zijn oorsprong om er een goedlopend filmverhaal van te maken.

Verbetering
Het grote probleem van het oorspronkelijke Spider-Man-verhaal in Amazing Fantasy #15 (1962) is altijd de dood van oom Ben geweest. Doordat Peter een overvaller laat gaan omdat hij vindt dat dit niet zijn werk is, en die schurk later zijn geliefde oom vermoordt, leert hij dat het hebben van grote krachten gepaard gaat met een grote verantwoordelijkheid. Ik heb het echter altijd erg toevallig gevonden dat een schurk die eerst een televisiestudio overvalt een paar weken later inbreekt in het huis van de Parkers en daar Ben vermoordt. De scenaristen van de film hebben de dood van Ben en de overval op een meer logische wijze samengebracht.



The right men for the job
De casting van Andrew Garfield is voortreffelijk: hij zet een ontwapenende, eigentijdse Peter Parker neer. In tegenstelling tot Tobey Maguire weet hij overtuigend te huilen en aangezien het emogehalte van deze film behoorlijk hoog is, komt dat goed uit. Webb besteedt namelijk veel tijd aan de relatie tussen Peter en Gwen en de persoonlijke perikelen in het leven van Peter Parker. Niet onterecht natuurlijk, want daar draaien de Spider-Man verhalen doorgaans om.

Ook de casting van Martin Sheen als oom Ben is een schot in de roos. Juist omdat Ben relatief weinig screentijd heeft, is het fijn dat acteerveteraan Sheen met weinig een boeiend en warmhartig personage kan neerzetten. Ook over Emma Stone als beeldschone en slimme Gwen Stacy zal je mij niet horen klagen. En ook Dennis Leary is als inspecteur Stacy goed gecast en maakt indruk, al had ik graag wat meer van hem gezien.

Monsterlijk
De film gaat mank bij de schurk in het verhaal: Rhys Ifans zet een zeer menselijke Curt Conners neer. Ooit verloor hij deze wetenwschapper zijn rechter arm en hij hoopt deze terug te laten groeien door zijn genetische structuur met die van een hagedis te mengen waardoor hij in The Lizard veranderd. Deze monsterlijke verschijning weet niet te overtuigen en slaat een modder figuur. Daarbij ziet zijn kop, een vreemde mengeling van een hagedis en een menselijk gezicht, er niet uit. The Lizard kan niet tippen aan vorige schurken als Doctor Octopus, prachtig gestalte gegeven door Alfred Molina, noch aan Willem Dafoe die overtuigend de gespleten persoonlijkheid van Norman Osborn wist uit te drukken.



Slecht ontwerp
Webb heeft op sommige momenten in de film te veel haast: Peter steelt zijn web simpelweg van Oscorp, al ontwerpt hij de schieters wel zelf. Op een slapstickscene in de badkamer na, waarin Peter uit onwennigheid te veel kracht gebruikt en de kraan kapot trekt en de deurkruk al snel van de deur haalt, heeft Spidey wonderbaarlijk weinig moeite om een geoliede vechtmachine te worden. Iets meer oefening had de overgang van doorsnee nerd naar superheld geloofwaardiger gemaakt. Ook het Spider-Man-pak ziet er uit alsof men een ondoordachte, vlugge schets van de ontwerper heeft gebruikt. Waarom gaan rommelen aan een ontwerp dat al vijftig jaar prima dienst doet in de strips?

Aangezien het verhaal dat gesponnen is in deze film nogal wat losse eindjes bevat - de geschiedenis van Peters ouders is niet volledig uit de doeken gedaan, ook de moordenaar van oom Ben loopt nog vrij rond - mag een vervolg niet uitblijven.

Eindoordeel: The Amazing Spider-Man is een onderhoudende film die op de emotionele momenten meeslepend is, bevolkt wordt door een goede cast en strakke actiesequenties bevat. Helaas is de schurk minder boeiend en is het scenario op sommige punten wat slordig.

Te zien vanaf 28 juni in 3D en Imax 3D.
Michael Minneboo
Green Lantern
*****
Een week nadat Captain America, de eerste held van Marvel Comics, in première ging, vliegt Green Lantern in de bioscoop. Als je echter maar voor één superheldenfilm een kaartje wil kopen deze zomer, dan zou ik de groene lantaarn links laten liggen en voor het Amerikaanse volksvermaak gaan dat Captain America: The First Avenger biedt.

Als het om verfilmingen van hun striphelden gaat, loopt DC Comics hopeloos achter op Marvel. Afgezien van twee boeiende delen in de Batman-reeks van meesterregisseur Christopher Nolan is het de laatste jaren armoe troef wat de DC-helden betreft. Bryan Singer wist met zijn Superman Returns niet echt een eigen stempel te drukken en bleef te veel hangen in het verleden van de voorgaande films met Christopher Reeve. Singer maakte wel een aardige film, maar een blijvertje dat meerdere delen voortbracht werd het niet. Men is nu druk bezig met de franchise opnieuw een injectie te geven.

The Green Hornet kwam een paar maanden geleden uit met Seth Rogen in de hoofdrol. Aardige jongen, die Rogen, maar een superheld is hij niet. En nu is er Ryan Reynolds die het groene pakje van Green Lantern heeft aangetrokken om de barricaden op te gaan en Marvel een poepje te laten ruiken. (Eerder speelde Reynolds nog Deadpool in X-Men Origins: Wolverine.) Toch is Green Lantern in dat opzicht een mislukte poging.



Cursus De rolprent begint met een te lange Teleac-cursus over het ontstaan van de Green Lanterns. Het Green Lantern corps is een broederschap van krijgers van allerlei werelden die gezworen hebben de intergalactische orde te handhaven. Elke Lantern draagt een ring die hem superkrachten heeft: je kunt ermee vliegen en alles wat je je kunt bedenken kan door de ring worden gecreëerd. Als de aardse Green Lantern probeert te voorkomen dat een belangrijke politicus (Tim Robbins) met zijn helikopter crasht, creëert hij een raceauto waarop de helikopter rondgereden kan worden. Tijdens zijn training tovert Green Lantern een zwaard van groene energie tevoorschijn. De hoeveelheid energie die de ring bezig wordt bepaald door de hoeveelheid wilskracht van de drager.

Zo, bent u nog wakker?

Lefgozer
De bijdehante testpiloot Hal Foster is de eerste mens die is uitverkoren om een Green Lantern te worden. Omdat de nieuwe rekruut een lefgozer is die iedere verantwoordelijkheid uit de weg gaat, wordt de eerste mens in de broederschap met enige scepsis ontvangen door de leider van het stel. En niet geheel onterecht: Hal gelooft zelf ook niet erg in zijn eigen kunnen. Pas wanneer hij beseft dat hij zijn angst moet overwinnen kan hij een volwaardige held worden. Uiteraard is juist zijn menselijkheid een troef in de eindstrijd tegen Parallax, de kwaadaardige entiteit die gevoed wordt door haat. Er worden dus belerende thema's in Green Lantern aangestipt.

Regisseur Martin Campbell en de cast bedoelen het ongetwijfeld goed, maar weten geen boeiende film af te leveren. Daarvoor slaapwandelen de personages te veel door de clichés van het superheldengenre. Wederom wordt het Lois Lane-syndroom uit de kast getrokken: het meisje van de held (gespeeld door de aantrekkelijke Blake Lively) wordt ontvoerd door de schurk. De strijd tussen de mannen draait zowel om het veroveren van haar hart als om het redden van de wereld. Dat hebben we wel vaker gezien de laatste jaren. Dat Green Lantern het voorspelbare patroon van het genre niet ontstijgt, is op zich niet het ergste: het volledig ontbreken van enig noemenswaardige humor is dat wel. Ook de actiescènes voelen plichtmatig aan.

Kortom, wat betreft de filmstrijd tussen Marvel en DC, slaat de laatste met de saaie Green Lantern verfilming nog geen deuk in een pakje boter. Marvel Comics staat ook in de bioscoop ver voor op concurrent DC.

Vanaf 4 augustus in de bioscoop. Ook in 3D.
Michael Minneboo
Captain America: The first avenger
*****
Captain America The first avenger
Captain America: The first avenger is een zeer vermakelijke pulpfilm, vol spetterende actie en bovenal een sympathieke held achter het masker.

Het wachten is tot volgend jaar de film The Avengers uitkomt, waarin de Marvelhelden de Hulk, Iron Man, Thor, Black Widow, Hawkeye en Captain America een hoofdrol in zullen spelen. Afgezien van Black Widow en Hawkeye heeft nu iedere held afzonderlijk in ieder geval één filmavontuur op zijn naam staan. Captain America ging vorige week in première in Amerika en draait deze week vanaf de 28ste in de Nederlandse zalen.

Captain America is naast Spider-Man de meest iconografische held van uitgeverij Marvel Comics. Dit jaar wordt de supersoldaat alweer 70 jaar. Het waren de heren Joe Simon and Jack Kirby die Cap voor het eerst op papier zetten in maart 1941. Op de cover van die eerste comic geeft de held een ferme klap tegen niemand minder dan Adolf Hitler himself. Hiermee begon feitelijk de Marvel Age of Comics waarin supertypes de wereld een beetje schoner maken, ook al heette de uitgeverij toen nog Timely Publications.

Sukkeltje met een goed hart
In Captain America: The first avenger van regisseur Joe Johnston wil Steve Rogers (Chris Evans) wil kostte wat het kost soldaat worden in het Amerikaanse leger om de nazi's een poepje te laten ruiken. Rogers, die keer op keer door bullebakken klappen krijgt, geeft als motief op dat hij niet van pestkoppen houdt. Helaas wordt zijn aanvraag telkens afgewezen: de slappe, magere Rogers kan nog geen deuk in een pakje boter slaan. Dat verandert als hij wordt geselecteerd voor een speciaal project om supersoldaten te creëren - een natte droom die menig Amerikaanse generaal tot op de dag van vandaag nog steeds zal hebben vermoed ik.

Rogers krijgt een superserum toegediend waardoor zijn lichaam van het een op het andere moment in dat van Arnold Schwarzenegger. In beginsel wordt Captain America slechts ingezet als propagandamiddel, maar als snel bewijst Rogers dat hij zeer effectief kan zijn in de Amerikaanse strijd tegen de nazi's, in het bijzonder tegen Red Skull (Hugo Weaving) die de HYRDRA organisatie leidt - een afgeleide van Hiter en co. die op eigen kracht streeft naar wereldoverheersing.

Captain America: The first Avenger is een zeer vermakelijke pulpfilm geworden, vol spetterende specialeffects en bovenal een sympathieke held achter het masker. Toch haalt de film het niet bij de beste stripverfilmingen X-Men 2 en Spider-Man 2.

De casting van de charmante Chris Evans is een schot in de roos. Evans speelde eerder Johnny Storm/Human Torch in de twee Fantastic Four-films. Hij lijkt niet alleen op de Steve Rogers uit de strip, hij brengt ook de juiste combinatie van geloofwaardigheid en enthousiasme mee om deze iconografische rol te dragen. Tommy Lee Jones speelt de sarcastische Kolonel Chester Phillips met zichtbaar plezier. De verbale schermutselingen tussen beide heren leveren genoeg lachmomenten op.


Huidprobleem De grote misser in deze film is de schurk Red Skull. Dat Hugo Weaving kan acteren heeft hij al vele malen bewezen, maar zijn uitvoering van de afvallige nazi met een serieus huidprobleem is onder de maat. Dat ligt vooral aan het feit dat deze machtswellusteling zo plat als een dubbeltje geschreven is. Je kunt anno 2011 niet meer aankomen met het type derderangs Bondschurk dat de wereld wil overheersen just for the hack of it. Aangezien Red Skull net als Rogers is geïnjecteerd met het superserum en daarmee qua kracht en vermogen de schaduwversie is van Captain America, had er mijns inziens uit hun confrontatie veel meer gehaald kunnen worden.

Leuk is de sequentie waarin Cap wordt ingezet als propagandamiddel: we zien hem op toneel een acteur neerslaan die Hitler speelt en er worden fragmenten getoond van de filmserials waarin Cap de hoofdrol speelt - net als in de echte jaren veertig waarin de strips van Cap het moraal van de Amerikaanse soldaten een boost moest geven en er een serial over hem in de Amerikaanse bioscopen draaide.

Blijf bij Captain America: The first avenger vooral in de zaal zitten tot na de aftiteling om de lekkermakende preview te zien van The Avengers.

Michael Minneboo
X-Men: First Class
*****
Ik ben altijd een grote fan geweest van de X-men-films. Bryan Singer zette met zijn eerste twee films de juiste toon voor superheldenfilms: respect voor het stripmateriaal met ruimte voor een grap, goede casting en overtuigende special effects. X-Men 2 zal altijd een van mijn favoriete stripverfilmingen blijven.

Ik ben dan ook verheugd dat Singer nauw betrokken was bij de productie van X-Men: First Class, als producent en schrijver van het verhaal. Het script werd onder andere gepend door Jane Goldman en Matthew Vaughn die ook Kick-Ass scripten, de overdonderende film die ook door Vaughn geregisseerd werd.



X-Men: First Class is een prequel op de eerdere X-films en verhaalt hoe telepaat Charles Xavier en Erik Lensherr elkaar ontmoeten, hoe hun vriendschap ontstaat en uiteindelijk hun wegen scheiden op grond van onverenigbare politieke denkwijzen. Terwijl Xavier hoopt dat de mutanten in vrede kunnen samenleven met de mensheid, heeft Lensherr, alias Magneto die hoop allang laten varen. In zijn ogen zijn de mutanten, mensen met een speciale gave die zich manifesteert in de pubertijd, de volgende stap in de evolutie en de betere menssoort.

Nazi's
De film begint met dezelfde scène als X-Men: We zien hoe de jonge Lensherr in een concentratiekamp in Polen wordt gescheiden van zijn ouders. Door de zware emoties die hij ervaart komen zijn gaven om magnetische velden en materialen te beïnvloedden, voor het eerst aan het licht. Niet alleen is de scène nagenoeg hetzelfde gefilmd als de openingsscène uit X-Men, ook de soundtrack van Michael Kamen is van de digitale opslag gehaald en eronder gezet. Slim, want de toonzetting doet daardoor herinneren aan het goede werk van Singer, terwijl de film daarna vrij is om eigen wegen in te slaan.

First Class speelt zich voornamelijk af in de jaren zestig en de strijd tussen Sebastian Shaw en de X-Men is gesitueerd rond de Cubacrisis. Shaw hoopt de Verenigde Staten en Rusland zodanig te manipuleren dat de mutanten als laatste zullen overblijven. Magneto heeft ook een persoonlijk appeltje met hem te schillen.

Net als bij de vorige films krijgt de kijker een grote groep personages voorgeschoteld. Uiteraard betekent dit dat een deel van de cast er wat bekaaid vanaf komt en dat de nadruk vooral ligt op de relatie tussen Xavier, Lensherr, Shaw en Mystique. Dat mag verder de pret niet drukken. De vervolgfilms zullen ruimte bieden om de andere personages verder uit te werken.

Cameo's
Regisseur Vaughn trakteert ons op een combinatie tussen superheldenfilms en James Bond - de knipoog naar de films met Sean Connery is niet te missen in de stijl van de film en grandeur van de actie. Verder bevat X-Men: First Class leuke cameo's van Hugh Jackman als Wolverine en Rebecca Romijn die Mystique in de eerste drie films haar prachtige gestalte verleende. Zoals gebruikelijk bij de X-men-films is er geen cameo van Stan Lee, die normaliter in iedere superheldenfilm die gebaseerd is op zijn creaties acte de presence geeft. Lee bedacht X-Men samen met Jack Kirby in 1963, al werd de serie pas echt populair onder het schrijverschap van Chris Claremont.

Een extra attractie is Kevin Bacon die Sebastian Shaw met zichtbaar plezier dik aangezet gestalte geeft. Hij blijkt een aardig mondje Duits te kunnen spreken. Sowieso is deze aflevering van de reeks opvallend veeltalig. Opmerkelijk voor een Amerikaanse blockbuster.



X-Men First Class draait vanaf 2 juni in de bios.
Michael Minneboo
Dorian Gray
*****
Dorian Gray
Het klassieke boek van Oscar Wilde The Picture of Dorian Gray heeft een eigentijdse verfilming gekregen. Simpelweg Dorian Gray geheten.

Het verhaal van Dorian Gray heeft me altijd gefascineerd. Het dat Dorians ziel geschoond blijft van zijn zondige handelingen, omdat de littekens van alle vuiligheid die hij uitvoert letterlijk in zijn geschilderde portret gaan zitten, heb ik altijd intrigerend gevonden. Het thema eeuwig jong blijven spreekt ook tot mijn verbeelding. Wildes roman, gepubliceerd in 1891, is daarom een van mijn favoriete boeken.

Met de verfilming van Oliver Parker ben ik niet ontevreden. Parker maakte een dynamische filmversie van het verhaal die enerzijds de sfeer meepikt van Londen in de vroege dagen van de twintigste eeuw, maar ook eigentijds aandoet.

Seks, drugs & moord
De film begint op het moment dat jongeling Dorian Gray een moord begaat en het lijk dumpt. Daarna wordt de klok een jaar teruggedraaid en zien we dat de latere moordenaar een verlegen, ietwat wereldvreemde jongeman is die zijn eerste stappen in het Londen van het laatste decennium van de negentiende eeuw zet. Al snel laat hij zich beïnvloeden door de levenswijze van Lord Henry Wotton die vindt dat je van alle geneugten des levens ten volle moet genieten. Dat de leerling de meester uiteindelijk overtreft komt vooral omdat Wotton zijn theorie graag predikt, maar lang niet altijd naleeft omdat hij daar toch te laf voor blijkt te zijn. Dorian verliest zich echter in een wereld vol lust, egoïsme en hedonisme.

Colin Firth speelt op heerlijk aanstekende wijze de cynische Wotton. Ben Barnes zet een verdienstelijke en onderkoelde Gray neer. Zijn Dorian is kleurrijker en minder stijf dan hoe Hurd Hatfield de jonge aristocraat in de filmversie uit 1945 gestalte gaf. In die toneelmatige versie wordt voor schrikeffect het schilderij in felgekleurde technicolor getoond, terwijl de rest van de film in sober zwart-wit is gedraaid. Wat overigens normaal was voor die tijd.

In Parkers versie wordt het portret echt een levende entiteit. Dit doet hij door op effectieve wijze een subjectief point-of-view shot vanuit het schilderij te tonen. De maden die uit de verf kruipen en een creatief gebruik van digitale effecten maken de illusie compleet.

Overigens schiet de digitale toverij soms wat tekort, zoals in het openingshot van Londen. Dit craneshot begint met een panorama van de stad waarna de camera langzaam naar beneden gaat en de straat van Dorian Grays huis toont. Het beeld voelt te digitaal geschilderd aan, wat een laag budget doet vermoeden. Voor CGI-effecten geldt immers net zo goed als voor een halsketting dat de zwakste schakel de kracht van het geheel bepaalt.

DVD
De film uit 2009 is recent door entertainment one op dvd uitgebracht. Helaas ontbreken er extra's op de schijf. Ook is het niet mogelijk om bij het opstarten meteen naar het hoofdmenu te gaan, maar moet je eerst alle trailers skippen voor je met de film kunt beginnen. Dat is nogal ergerlijk en komt bij Nederlandse versies van DVD's helaas te vaak voor.

Michael Minneboo
Thor
*****
Hoe een dondergod volwassen wordt
De Noorse dondergod Thor, al jaren ingelijfd in het Marvel Universum, is de volgende in een rij superhelden die van het witte doek afspat. In 3D nog wel. Kenneth Branagh regisseerde een zeer vermakelijke en romantische blockbuster.

In wezen is Thor een familiedrama; een broedertwist tussen de broers Thor en Loki. Thor is de zoon die de goedkeuring van zijn vader wil, maar hij is nog te ijdel en impulsief om de troon van Odin, Koning van Asgaard, over te nemen. Na een impulsieve daad ontneemt Odin Thor zijn goddelijke krachten en verbant hem naar de aarde. Ook stuurt hij Thors hamer Mjollnir die kant uit. Pas wanneer de zoon de macht van Thor waardig is, dus als hij 'volwassen' is geworden, zal hij Mjollnir weer mogen hanteren. Ondertussen ziet broer Loki zijn kans schoon om uit Thors schaduw te stappen en de macht te grijpen. Thor gaat dus eigenlijk over een superheld die de overgang van puber tot volwassene ondergaat.

Romantisch
De volwassenwording van Thor komt in een stroomversnelling als hij Natalie Portman ontmoet - ze is een wetenschapper die uitzonderlijke hemellichamen onderzoekt. In dat opzicht is niets menselijks deze Noorse god vreemd. Branagh geeft in de film het menselijk drama ruimschoots de ruimte.

Thors hamer zit op magische wijze stevig vast in een berg versteend zand. Dat levert in de film een aardig tafereel op dat duidelijk een knipoog is naar de legende van Koning Arthur: veel stevig gebouwde mannen proberen Mjollnir los te wrikken en op te tillen, maar niemand sterk of waardig genoeg zal het lukken.

Thor is wederom een held uit de koker van striplegende Stan Lee en een van de tekenaars van Marvel, namelijk de even legendarische Jack Kirby. Lee is natuurlijk de man achter creaties als de Hulk, The Fantastic Four, X-Men en Spider-Man. Dit keer tapte de goedlachse schrijver niet uit het vaatje van radioactiviteit of gammastraling om zijn held van buitengewone krachten te voorzien; hij maakte handig gebruik van Noorse mythologie om de wereld van Thor in het Marvel Universum in te voegen.

Stan Lee heeft overigens weer een leuke cameo, al zal ik niet verklappen welke kleine rol hij nu mag spelen. Hij is niet de enige met een cameo overigens. Schrijver J. Michael Straczynski speelt een kleine rol in een bar. Zijn reeks Thor-comics was ook een van de invloeden voor het script.

Het taalgebruik van Thor in de film is bloemrijk, maar niet zo barok als de stripversie. Al is vanaf het eerste moment dat hij voet op aarde zet, wel duidelijk dat Thor er niet echt thuis hoort. Behalve dat hij zich zeer hoffelijk naar Natalie Portman opstelt - wie in het echte leven de hand van een vrouw vastpakt om een handkus te geven kan waarschijnlijk een klap verwachten - gooit hij ook vrolijk koffiemokken stuk op de grond om aan te tonen dat het hem smaakt.





3D spieren
Een extra pluim voor production designer Bo Welch: Asgaard ziet er fantastisch uit. Ook een zegen is het feit dat 3D-effecten ingetogen worden ingezet. Je komt niet duizelig de bios uit en de film is op meer gestoeld dan alleen visueel effectbejag. (Overigens, als Chris Hemsworth zijn ontblote, zwaar gespierde bovenlijf toont, snap je opeens wel waarom men voor 3D heeft gekozen.)

Kenneth Branagh zal niet willekeurig gekozen zijn om Thor te regisseren. Branagh heeft namelijk enkele filmadaptaties van Shakespeare op zijn naam staan. Koningsdrama's zijn dus gesneden koek voor hem. Ook maakte hij verfilmingen als Mary Shelley's Frankenstein een toneelstuk van Chekhov. Ik vermoed dat de producenten door Branaghs naam aan de film te verbinden deze extra allure hopen mee te geven. Ook de casting van acteer zwaargewichten als Anthony Hopkins en Portman geven de film krediet.

De cast zit dan ook stevig in het zadel. Anthony Hopkins zit de mantel van Odin als gegoten. Ook de Australiër Hemsworth is geen dom gespierd blondje, en weet Thor de juiste hoeveelheid warmte en humor te geven. Daarmee doet de film recht aan het schrijfwerk van Lee, die ook van goden mensen van vlees en bloed weet te maken.

Minpuntje is wel dat Thors optreden op aarde wel wat langer had gemogen. Ook het gevecht dat daar plaatsvindt stelt ietwat teleur: we hebben in het superheldengenre wel beter vuurwerk gezien. Dat gezegd hebbende: Thor is bijna net zo vermakelijk als de eerste Iron Man, en al is Hemsworth nog geen Robert Downey Jr., ik zie hem graag terug in een volgend avontuur van de Noorse dondergod.

Blijf vooral zitten tot na de aftiteling voor het bruggetje naar de film The Avengers die volgend jaar uitkomt.



Thor draait vanaf woensdag 27 april in de Nederlandse bioscoop, in 3D en IMAX 3D.
Michael Minneboo
Hereafter
*****
Leven met de dood
Clint Eastwood wordt 31 mei 81, niet zo gek dus dat de regisseur zich afvraagt of er leven is na de dood. Toch geeft Hereafter geen uitsluitsel over een hiernamaals, maar draait om de vraag hoe het leven van de personages is veranderd nadat ze in aanraking zijn gekomen met de dood. Hoe kun je leven met de dood?



Marie, een Franse journaliste, was technisch even dood nadat ze in de vloedgolf van een Tsunami terechtkwam. Haar bijna-doodervaring laat haar niet meer los. Ze wil onderzoeken of er leven is na de dood en raakt hierdoor vervreemd van haar collega's. De jonge Engelse Marcus verliest zijn tweelingbroer en heeft moeite met dit verlies om te gaan. George, een Amerikaanse arbeider, is een medium: hij heeft contact met overledenen. Niet dat dit zijn leven verbetert: zodra hij iemand aanraakt, begint de seance. Hij schuwt daarom contact met anderen en heeft zijn gaven de rug toegekeerd.

Eastwood vervlecht de levens van deze drie personages en laat ze aan het einde van de film samenkomen in Londen. Het is een wat ongeloofwaardige knoop die de regisseur daarmee legt om de ploteindjes te verbinden, maar dankzij het goede acteerwerk van Matt Damon en Cécile de France kunnen we hem dat vergeven. Al was het einde wat mij betreft te suikerzoet.

Met Damon als George maakte Eastwood een prima keuze: Damons aardse performance zet het medium met beide benen op de grond. In de film wordt er voldoende verwezen naar de oplichters in zijn vak. Marcus bezoekt een hele reeks Derek Ogilvies, maar prikt al snel door hun acts heen. Alleen George lijkt een echt medium te zijn. Al weet hij ook niet hoe een leven na de dood eruit ziet. Hereafter geeft daar ook geen uitsluitsel over: de zielenschimmen die Marie zag kunnen net zo goed bewijs zijn voor het leven na de dood als een hallucinatie.

Onsterfelijk
Middels Georges passie voor de geschriften van Charles Dickens wordt er terloops nog een concrete en aanwijsbare vorm van leven na de dood aangestipt. George kent de boeken en geschiedenis van Dickens van binnen en buiten en luistert graag naar luisterboeken. Hij bezoekt het huis van Dickens in Londen en woont een lezing bij van de acteur die de verhalen van Dickens voorleest. De acteur brengt de oude teksten tot leven en geeft schrijver over het graf een stem. Er is dus wel leven na de dood voor mensen die iets tastbaars achterlaten dat de moeite van het bewaren waard is. Clint Eastwood, die als acteur, regisseur en producent al een omvangrijk oeuvre heeft opgebouwd, is in dat opzicht dus wel verzekerd van een leven na de dood.

Hereafter draait vanaf 10 maart in de bios.
Michael Minneboo
The Doors: When you're strange
*****
The Doors when you're strange
Iedere film over The Doors gaat onvermijdelijk eigenlijk over de leadsinger, Jim Morrison. De charismatische Morrison zal door fans gezien worden als een zanger met een bijzondere stem en poëtische teksten, de haters kijken wellicht niet verder dan het enfant terrible dat stoned van drank en drugs stampij maakte op het podium, politieagenten uitdaagde en ooit het publiek dreigde zijn geslacht te tonen tijdens een concert.

Die schaduwkant noemde Morrison Jimbo. Mijns inziens is het vooral die laatste versie van Morrison die de meeste aandacht krijgt in de documentaire. Al zal dat niet Tom DiCillo's intentie zijn geweest, want hij benadert Morrison toch vooral als een fan en houdt de mythe van de op 27-jarige leeftijd overleden zanger in stand.

'De meeste aandacht gaat naar Jim. Als dat Robby (Krieger), Ray (Manzarak) of John (Densmore) al stoort, laten ze het niet merken. Jim wentelt zich in alle aandacht. Hij lijkt voor de roem te zijn geboren. Alles wat hij doet lijkt briljant of briljant berekenend te zijn,' vertelt acteur Johnny Depp die de voice-overtekst insprak. We zien Jim te midden van zijn fans, vlak voor een concert. Hij bladert door een boek over The Who die in het voorprogramma staan. Depp vervolgt: 'Het is moeilijk te zeggen of hij gewoon zijn fans ontmoet of dat hij iets cruciaals aan hen onttrekt. Alsof hij slechts kan bestaan door hun aandacht.' Dat was bij de eerste publieke optredens wel anders: de onzekere Morrison stond met zijn rug naar het publiek toe, net als bij de repetities.

DiCillo behandelt de carrière van The Doors in chronologische volgorde van de begindagen in 1965 tot en met de dood van Jim in 1971. Het verhaal blijft aan de oppervlakte en zal de echte fans weinig nieuws brengen. Toch is de film bijzonder, want DiCillo vertelt het verhaal door op een intelligente manier archiefmateriaal over The Doors en hun tijd aan elkaar te monteren. Daarmee duidt hij de tijdsgeest en de rol die The Doors in de tegencultuur speelden. Ook gebruikte hij fragmenten uit de film HWY: An American Pastoral, een zelden te vinden independent film uit 1969 van Morrison en Paul Ferrara (de laatste krijgt de regiecredit op IMDB) waarin Morrison een lifter speelt. We zien Morrison onder meer achter het stuur van een Mustang terwijl op de radio een nieuwsbericht over zijn mysterieuze dood in Parijs te horen is. De stukjes van HWY fungeren als een rode draad in de film, net als de geest van Jim door When you're strange waart.

Oorspronkelijk had de regisseur zelf de voice-over gedaan, en zo werd de film ook voor het eerst vertoond tijdens het Sundance Film Festival, maar zijn monotone manier van spreken werd niet door recensenten gewaardeerd, al werd de film over het algemeen goed ontvangen.

Zelf vond ik de opnames ten tijde van de plaat The Soft Parade het interessantst, maar ik hou dan ook erg van kijkjes in het maakproces van albums. We zien The Doors in de studio, waar ze maar liefst 11 maanden lang aan het album werken. Een duidelijk contrast met een paar jaar eerder: het eerste album namen ze op in vijf dagen. Tijdens The Soft Parade periode zit Morrison duidelijk diep in de fles met zijn hoofd, de sfeer in de band is niet best en op creatief vlak valt er daardoor nog veel te wensen.

Geen idee of er meer filmmateriaal van studio-opnames te vinden is, maar mijn honger is door When you're strange alleen maar groter geworden.



When you're strange, USA
Regie: Tom DiCillo
Met: The Doors, Johnny Depp
DVD: E1 Entertainment

Michael Minneboo
The Losers
*****
The Losers is een actiefilm over de leden van een speciale commando-eenheid die tijdens een missie verraden worden door Max, hun opdrachtgever bij de CIA. Clay (Jeffrey Dean Morgan), Jensen, Rogue, Pooch en Cougar doen alsof ze zijn omgekomen en nemen zich voor wraak te nemen op Max. Tegelijkertijd hopen ze hun naam te kunnen zuiveren. Ze worden daarin bijgestaan door Aisha (Zoe Saldana), een aantrekkelijke detective die zo haar eigen motieven heeft om de mannen te helpen.

Uiteraard heeft Max (Jason Patric) snode plannen met de wereld, van het megalomane soort dat we al te vaak hebben gezien in dit genre. Sterker nog: deze eendimensionale schurk is duidelijk de zwakke schakel in het verhaal. Daarbij wordt hij zo overdreven flauw neergezet door Patric dat er geen enkele dreiging van hem uit gaat. Max zou niet eens door de ballotage komen van de Bond-film producenten, die er op schurkenvlak de laatste film ook flink naast zitten.

Dit genre gaat natuurlijk ook niet om emotionele diepgang. Wel om actie en snedige oneliners en een niet al te serieuze benadering. Daar zit The Losers vol mee, en dat levert een onderhoudende film op.



Stripverfilming
The Losers is een adaptatie van de gelijknamige comicserie die onder het label van Vertigo werd uitgegeven door DC Comics. De serie liep 32 nummers lang, werd geschreven door Andy Diggle en voor het grootste deel getekend door Jock. Het uitgangspunt van de serie is losjes gebaseerd op de originele reeks met dezelfde titel, over een groep Tweede Wereldoorlog soldaten. In wezen is de film dus een adaptatie van een losse adaptatie, maar daar merk je weinig van. De filmmakers waren slim genoeg om de krenten uit de strip te halen en verder er een eigen ding van te maken.

Gelukkig zit een van de leukste scènes uit de strip, het stermoment van Jensen (Chris Evans), de hacker van de groep, ook in de film. Wanneer hij zich omsingeld vindt door een stel bewakers doet Jensen alsof hij telekinetische krachten heeft. Iedere keer als hij met zijn hand een schietgebaar maakt, valt er een bewaker dood neer. Dit tot verbazing van de laatste beveiliger die angstig de benen neemt. In het gebouw aan de overkant is het scherpschutter Cougar (Óscar Jaenada) die zijn collega middels zijn geweer van munitie voorziet. Dit wordt zichtbaar gemaakt door een extreme zoom naar het gebouw aan de overkant waar de sluipschutter zit opgesteld. De camerabeweging is letterlijk uit de strip overgenomen.



Knipoogjes
Verder bevat de film aardige knipoogjes naar de bron: neervallende schurken blijven soms in een freeze frame hangen, alsof ze even in een stripplaatje vereeuwigd worden. Ook de titelsequentie is niet gespeend van stripkaders. Dat is weliswaar een cliché bij hedendaagse stripverfilmingen, maar past prima bij de over de top stijl van de film. Zelfs van de obligate seksscène tussen Aisha en Clay, de baas van de groep, weten de filmmakers nog wat te maken. Deze is opgenomen alsof het een slechte gangsta rap video betreft waarin vertraging van het beeld tot een maximum wordt uitgebuit: het lange haar van Aisha dat sensueel door de lucht zweeft, heupbewegingen die nog eens extra benadrukt worden. Allemaal trucjes die niet bijster origineel zijn, maar het werk wel.

In feite is de film leuker en luchtiger dan de comic. Er zit meer humor in de rolprent en de personages zijn over het algemeen sympathieker. Heldin Aisha is het beste voorbeeld van de transformatie die de strippersonages hebben ondergaan. In beide versies weet ze prima haar - sorry dames - mannetje te staan. Ze is een vechtmachine. Maar wanneer ze in de strip de avances van Jensen een halt toeroept door te vertellen dat ze als kind oren verzamelde, weet je dat ze dit dodelijk ernstig bedoeld. In de film maakt ze duidelijk een grap als ze dit zegt.

Wat de strip vooral overeind houdt is de strakke tekenstijl van Jock: hij tekent de grimmige, vaak in schaduwgehulde koppen in een trefzekere stijl. Het geweld wordt op grove wijze geserveerd: wanneer personages door hun hoofd worden geschoten, vliegen de stukjes brein van de pagina af.

Van The Losers is het eerste deel bij de Vliegende Hollander in Nederlandse vertaling verschenen. De film is uit op dvd bij Warner Home Video.

The Losers, USA
Regie: Sylvain White
Met: Jeffrey Dean Morgan, Zoe Saldana, Chris Evans en Jason Patrick
DVD: Warner Home Video
Michael Minneboo
The Ghost Writer
*****
The Ghost Writer
Recent verscheen de autobiografie van de voormalige Engelse premier Tony Blair. Ik betwijfel of zijn verhaal zo spannend is als dat van zijn fictieve tegenhanger Adam Lang in de film The Ghost Writer. Maar goed, daarin staat dan ook een verborgen boodschap waar de CIA erg onrustig van wordt.

Een ghostwriter (Ewan McGregor) krijgt de opdracht om het manuscript van voormalig premier Lang (Pierce Brosnan) te herschrijven tot een leesbaar boek. Zoals hij zelf bijdehand opmerkt nadat hij het dikke manuscript, dat overigens streng bewaakt wordt, voor het eerste heeft gelezen: 'All the words are there, they are just in the wrong order.' In dat opzicht is het boek exemplarisch voor het leven van Lang dat ook behoorlijk overhoop ligt. Lang wordt ervan beschuldigd terreurverdachten illegaal te hebben uitgeleverd aan de CIA. Er dreigt een rechtzaak voor deze oorlogsmisdaad. Daarnaast is de eerste Ghostwriter die aan het project verbonden was, op mysterieuze wijze om het leven gekomen. Genoeg reden dus voor de nieuwe ghostwriter om aan de woorden van Lang te twijfelen en op onderzoek te gaan.

Blair & co.
Het script van The Ghost Writer werd gepend door Robert Harris en Roman Polanski. Ze baseerden zich op het boek The Ghost van Harris, de schrijver en journalist die zich liet inspireren door Tony Blair en zijn bondgenootschap met Bush Jr. Al zal de grote onthulling in het boek, niet iedereen als logisch of waarheidsgetrouw overkomen.

Regisseur Polanski houdt de spanning goed vast in deze vrijwel geweldloze thriller. De locatie aan de kust, het duinlandschap en de woest kolkende zee, en het prachtige moderne huis waarin Lang en zijn staf verblijven, verhogen de claustrofobische sfeer en onderstrepen de geïsoleerde positie van de oud-premier. Enkele goed getimede sarcastische oneliners bieden lucht in de adembenemende zoektocht naar de waarheid. Een van de vorige schrijfklussen van de ghostwriter was de autobiografie van een goochelaar getiteld: I came, I sawed and conquered. Van dat niveau dus. Niet alleen the Ghost maakt bijdehante opmerkingen, eigenlijk weet ieder personage zijn mondje goed te roeren.

De photoshopper in het art department verdient wel een tik op de vingers: de foto's waarin personages bij elkaar geplakt zijn om een gezamenlijk verleden te suggereren zien er erg nep uit. Saillant detail: we horen nooit wat de echte naam van The Ghost is. De schrijver blijft in dat opzicht anoniem, zoals het hoort bij ghostwriters.

The Ghost Writer, Frankrijk, Duitsland, UK
Regie: Roman Polanski
Met: Ewan McGregor, Pierce Brosnan, Olivia Williams, Kim Cattrall, James Belushi, Timothy Hutton
Nu op DVD: DFW.
Michael Minneboo
KLIK!: En de winnaars zijn...
Dit jaar was ik een van de juryleden op het KLIK! Amsterdam Animatie Festival. Zaterdag heb ik samen met mijn collega juryleden Rosto en Tommy Pallotta vergaderd in een restaurantje om de hoek van het KLIK! Amsterdam Animatie Festival. We waren het redelijk snel met elkaar eens.

Aan ons de schone taak om uit de competitie van de opdrachtfilms en de design competitie de films uit te kiezen die wij het beste vonden. Natuurlijk is 'de beste' een arbitrair iets. Had er drie andere professionals neergezet en die waren wellicht met een andere uitslag gekomen. Niet dat een ramp zou zijn: de programma's bevatten namelijk genoeg goede animaties die aandacht verdienen.

Met opgeheven hoofd en zonder te blozen hebben we de onderstaande titels gekozen. Zaterdagavond was de grote prijzenceremonie op KLIK!, die geheel volgens de traditie van dit festival verliep: genoeg ruimte voor een grap, een ietwat verontrustende Elvis-imitatie van de presentator en het geluid van honderden klikkers in de zaal. (Bij dit festival applaudisseert men niet, maar klikt men op een plastic beestje om de goedkeuring te laten blijken.) Bovenal was de uitreiking snel en doeltreffend.

In de Competitie Opdrachtfilms
is Diesel - Safe for work fruity porn van The Viral Factory de grote winnaar geworden. Aan de basis van deze animatie ligt een prachtig concept. Zo eentje die je zelf bedacht had willen hebben. Prima uitgevoerd en erg grappig. En daarbij: het gaat over porno, dat leek ons reden genoeg.



In deze competitie waren er twee titels die we een eervolle benoeming hebben gegeven. Ten eerste Cotton van Danny Ilario in opdracht van We can help us, een marionettenfilm waarin een zeer gevoelig onderwerp, namelijk depressieve tieners, op een subtiele manier is verbeeld. En dan Blockhead - The Music Scene van Anthony Francesco Schepperd, een videoclip met een punky attitude en visuele poëzie. Dat laatste is iets waar veel animators naar streven,maar waar slechts weinigen in slagen.

In de Competitie Design is N.A.S.A. - A Volta van Alexei Tylevich de winnaar geworden.



De maker van deze visueel verbluffende animatie is een goede vriend van Tommy Pallotta, een van de juryleden. Iets wat we voor de grap als een van de redenen bij de ceremonie noemden. Maar als dat niet het geval was geweest, dan hadden we deze originele clip alsnog gekozen.

Een andere videoclip van N.A.S.A., namelijk Spacious thoughts van Fluorescent hill, gaven we graag een eervolle vermelding. De opdrachtgever van de N.A.S.A video's verdiende in onze ogen ook een prijs, want die heeft duidelijk smaak voor goede animaties.

De film Wolle van Wolfgang Hückel kreeg ook een eervolle vermelding omdat de filmmaker op intelligente wijze het filmframe als narratieve middel gebruikt. Daarbij stond de tekenstijl ons erg aan, en de gelaagdheid van het verhaal.

En verder ging de Political Animation Award naar Spin van Max Hattler.

De International Short Award naar The Bellies van Philippe Grammaticopoulos.

En was de de International Student Award voor The Itch van Patrick Schoenmaker. Zie ook de site van KLIK! voor toelichting bij de prijzen en de laatste updates.

Zondagavond om 20:00 uur waren alle winnaars te zien in het programma Best of KLIK!

Michael Minneboo
Solitary Man
*****
Solitary Man
De midlifecrisis: ik kijk er niet naar uit. Al ben ik half benieuwd of ik ooit thuis ga komen met een Harley-Davidson of een veel te jonge stoeipoes. Hoewel het een wellicht vanzelf volgt uit het andere, maar dat terzijde. Ik vermoed dat Michael Douglas zijn midlifecrisis al gehad heeft, aangezien hij met Catherine Zeta Jones is getrouwd, die 25 jaar jonger is dan de doorgewinterde acteur. Een man spelen die er middenin zit, zou voor ervaringsdeskundige en acteerkanon Douglas dus een eitje moeten zijn. Dat Solitary Man echter op alle fronten teleurstelt, ligt ook niet zo zeer aan Douglas of de rest van de prima cast, maar aan het fantasieloze scenario.

Douglas speelt Ben Kalmen, ooit een succesvol zakenman in de autobranche totdat hij begon te frauderen. Nu probeert hij de zakelijke connecties van zijn schoonvader te gebruiken om er weer bovenop te komen, maar die plannen vallen in duigen als hij in bed belandt met de dochter van zijn vriendin. Vreemdgaan doet hij trouwens al een kleine zeven jaar. De reden: vanaf het moment dat de dokter hem vertelde dat er iets mis was met zijn hart, probeert Ben wanhopig de dood voor te blijven door 'avontuurlijk en risicovol te leven'. Hij maakt er een dagtaak van om met zoveel mogelijk jonge vrouwen het bed te delen, in een laatste poging om zich nog jong te voelen. Ik verzin het niet, het wordt letterlijk zo uitgelegd door Ben wanneer hij zijn ex-vrouw Susan Sarandon spreekt.

No sympatico
Het is spijtig dat de film enige vorm van humor moet ontberen. Ben weet zichzelf noch zijn problemen te relativeren en komt om in zelfmedelijden. Sterker nog: dit zelfingenomen mannetje weet geen seconde sympathie op te wekken, dus waarom zouden wij ons zijn crisis moeten aantrekken? Zwaar op de hand sleept het geheel zich voort. Jammer, want met een cast die behalve Douglas en Sarandon ook uit Danny DeVito en Mary-Louise Parker bestaat, had een veel mooier resultaat bereikt moeten worden. Laat u ook niet misleiden door het omslag van de dvd, waar heel brutaal staat opgeschreven dat de film van Steven Soderbergh, regisseur van Ocean's 11,12 en 13 is. Soderbergh is een van de producenten, maar Solitary Man werd geregisseerd door Brian Koppelman en David Levien.

Handige tips
Wanneer de dochter van zijn vriendin klaagt dat haar leeftijdsgenoten niet weten hoe ze een vrouw tussen de lakens moeten behagen, geeft Ben twee goede tips. 'Vertel je vriendje wat je lekker vindt en leidt zijn handen op de plekjes waar je ze wilt hebben,' vertrouwt Ben haar toe voordat hij zijn raad even later demonstreert. Nu u dat weet, kunt u de rest van deze rolprent aan u voorbij laten gaan.

Solitary Man, USA 2009.
Regie: Brian Koppelman en David Levien
Met: Michael Douglas, Susan Sarandon, Danny DeVito en Mary-Louise Parker
Nu op DVD: DFW.
Michael Minneboo
Daybreakers
*****
Daybreakers
Daybreakers speelt zich af in het jaar 2019. Ongeveer tien jaar geleden viel de mensheid ten prooi aan een vampiervirus waardoor een deel van de bevolking in vampiers is veranderd. En die willen bloed zien, nou ja, proeven.

Mensen worden uitgemolken tot hun laatste druppel, maar wanneer er van de mensheid nog maar 5 procent in leven is, wordt bloed een schaars goed. Daarom werkt wetenschapper en vampier Edward Dalton (Ethan Hawke) aan een bloedvervanger. Dan ontmoet hij Elvis (Willem Dafoe, niet de king) - een voormalige vampier die heeft ontdekt hoe je weer mens kunt worden. De redding van de mensheid lijkt in zicht, ware niet dat Daltons vampiergenoten liever gewoon nachtwezens blijven.

Koffie verkeerd
Het aantal vampierfilms is inmiddels oneindig, toch hebben de gebroeders Spierig, script en regie, met Daybreakers een aardige genrefilm afgeleverd. Het is genieten van de kleine grapjes die ze in het dagelijks leven van een vampier hebben geschreven. Die drinkt zijn koffie namelijk altijd met een wolkje bloed en leidt een decadent leven. Je kunt makkelijk de ene peuk na de andere opsteken, want dood aan kanker ga je toch niet. Auto's zijn met zwartgetinte ramen en videoschermen uitgedost om overdag rijden mogelijk te maken. En je kan dan zo hard rijden als je wilt: de politie gaat pas 's nachts aan het werk.

De leuke vondsten kunnen niet verhullen dat het script ook wat vragen onbeantwoord laat: waarom is niet iedereen besmet geraakt met het vampiervirus? En hoe zijn de mensen besmet? De film houdt genoeg vaart om dat soort vragen even te vergeten; ook het vermakelijke spel van acteurs als Willem Dafoe en Sam Neill biedt genoeg afleiding. Daar steekt Ethan Hawke, die een getormenteerde vampier speelt die liever gewoon mens wil zijn, toch een beetje bleek bij af.

Ondanks het intrigerende uitgangspunt vervolgt de film een voorspelbaar pad. De vampierwereld is met een beperkt kleurenpalet in beeld gebracht, waarin koude kleuren overheersen en waar alles wat rood is lekker opvalt. (Dat koude kleurenpalet kennen we van wel meer futuristische films, dat het er somber uitziet in de toekomst is een bekend cliché.) We zien de wereld waarin de mensheid leeft, vooral in dagscènes waarin warme kleuren overheersen. Een simpele, doch effectieve manier om het contrast tussen beide volken aan te geven.

Extra's
Voor de liefhebbers bevat de dvd een making of van bijna twee uur. Saillant detail: de hoofdfilm duurt slechts 96 minuten. Ook een aangename aanvulling is de korte film The Big Picture, van dezelfde regisseurs. Hierin ziet een meisje via het beeldscherm van haar televisie, hoe haar leven eruit had gezien als ze wel op de eetuitnodiging van de buurman was ingegaan. Iedere keer als ze naar het volgende kanaal zapt, ziet ze een nieuw moment van haar toekomst. Een bijzonder concept met een verrassende afloop.

Een groot minpuntje aan de dvd is het feit dat je bij iedere kijkbeurt eerst alle trailers moet doorskippen omdat je niet meteen naar het hoofdmenu kan doorklikken. Daar moeten ze bij Dutch Film Works toch eens iets aan doen.

Daybreakers, USA 2009.
Regie: Michael Spierig, Peter Spierig
Met: Ethan Hawke, Willem Dafoe, Isabel Lucas en Sam Neill.
Nu op DVD: DFW.
Michael Minneboo
Iron Man 2
*****
Iron Man komt niet uit de verf
Vroeger perste Hollywood er pas een vervolg uit als de eerste film een succes bleek. Tegenwoordig worden vervolgen al gepland als de cijfers van het eerste vertoningweekend veelbelovend zijn. Sequels waren vroeger dikwijls slechter dan het origineel, op een paar uitzonderingen daargelaten.

Met alle filmtrilogieën en filmseries gaan we er tegenwoordig voor het gemak vanuit dat het vervolg beter is dan het origineel. Vooral in het geval van superheldenfilms, waar men de origin story van de held toch eerder als een struikelblok ziet voor een goede film. Als je de oorsprong eenmaal uit de weg hebt, kunnen we pas echt een goed verhaal maken, wordt er gedacht. Raar, want een interessante superheld valt of staat bij een doordachte oorsprong waarin op boeiende wijze wordt verhaalt hoe de held geworden is zoals hij is en vooral waarom hij zijn krachten ten goede van de mensheid inzet.

Waarom vertel ik dit allemaal? Omdat Iron Man 2 tot mijn verbazing tegenvalt. Niet dat het harnas van Tony Stark Robert Downey Jr. niet als gegoten zit, maar dat was in Iron Man ook al het geval. Iedere scène met Downey Jr. is genieten. Ook de specialeffects vallen niet tegen. Alles ziet er piekfijn uit. Toch maakt Iron Man 2 zijn belofte niet waar.



Impotent
Jammer, want alleen de cast had al veel potentie. Scarlett Johansson als Natasha Romanoff, ook wel bekend als de Black Widow had veel sensueel vuurwerk kunnen opleveren. Helaas komt ze pas aan het einde van de film in vorm als ze mag afrekenen met een stel slechteriken. Maar dat is dan wel een beetje laat. Samuel L. Jackson speelt Nick Fury, de baas van SHIELD. Zijn rol is vooral die van pratend-hoofd-die-alles-uitlegt. Zelfs David Hasselhoff kwam meer in actie toen hij dit personage gestalte gaf in een slechte tv-film. En Mickey Rourke zet big bad Ivan Vanko adequaat maar op een niet-bijzondere wijze neer.

Het thema van de film lijkt het spiegelbeeld te zijn. Zowel Stark als Vanko zitten met een erfenis van hun vader opgescheept. Vanko wil wraak nemen omdat zijn vader nooit de credits of de financiële vergoeding kreeg voor het mede-opbouwen van het Stark-imperium. Hij bouwt een soortgelijk harnas als Iron Man en voegt er twee elektronische zwepen aan toe. Wapenontwerper en handelaar Justin Hammer lijft hem in om Iron Man te kloppen. Maar als de twee uiteindelijk tegenover elkaar staan, blijft het beloofde vuurwerk uit en loopt alles met een sisser af. Daarbij is de hoeveelheid actie in deze superheldenfilm toch al mager en is potentiële spanning ingeruild voor te veel leuk bedoelde onderonsjes tussen de acteurs.

Het thema dat een uitvinding als het Iron Man-harnas ook ten kwade gebruikt kan worden - het Amerikaanse leger wil dat Stark zijn uitvinding afstaat om als oorlogswapen in te zetten - biedt interessante mogelijkheden en luistert het begin van de film op later op de achtergrond te verdwijnen als de focus wordt gelegd op de gezondheidsperikelen van Stark.

Vermakelijke tik
Aan de andere kant is het genieten met Sam Rockwell die als de meedogenloze wapenhandelaar Justin Hammer het campy spiegelbeeld van Stark is. En regisseur Jon Favreau deelt zelf ook nog een vermakelijke tik uit in een actiescène. In plaats van de actieheld uit te hangen had hij zich beter kunnen concentreren op het rommelige verhaal. Dan had hij vast de scenarist op tijd naar huis had gestuurd om een versie te schrijven die de potentie van de personages meer benutte. Dan was Iron Man 2 ongetwijfeld meer dan alleen amusant geweest. Dan had het echt een goede film kunnen zijn.
Michael Minneboo
Kick-Ass
*****
De film is goed, de strip is beter
De doorsnee tiener Dave Lizewski vraagt zich af waarom mensen in de echte wereld eigenlijk niet voor superheld spelen en besluit zelf misdaadbestrijder te worden. Kick-Ass is geboren.

Vrijwel ongetraind gaat hij, gekleed in een wetsuit en een masker, de straten op. Al snel blijkt waarom niemand ooit heeft geprobeerd een Batman te zijn, want Lizewski belandt na zijn eerste aanvaring met de misdaad al in het ziekenhuis. Dat houdt hem echter niet tegen, vooral niet als een video van zijn tweede gevecht op YouTube van hem een instant ster maakt.

Kick-Ass zet een trend en krijgt al snel te maken met concurrentie, zoals Big Daddy en zijn 10-jarige dochter Hit Girl die als echte superhelden de schurken van de stad letterlijk een kopje kleiner maken.



Ruig
De comic Kick-Ass is een creatie van schrijver Mark Millar en tekenaar John Romita Jr. De strip is een slimme satire op superheldenstrips en gemaakt voor een volwassen publiek: het geweldsniveau ligt hoger dan de gemiddelde Spiderman-comic en de personages zijn ook veel grofgebekter. De zeer vermakelijke filmversie, die vanaf 15 april in de bioscoop draait, is in dat opzicht een stuk milder.

Juist omdat regisseur Matthew Vaugh zich bedient van gestileerd geweld en zich genoodzaakt voelt om Quentin Tarantino-achtige fratsen -inclusief Morricone soundtrack - uit te halen om de climax van de film te vergroten, komt het geweld op het witte doek minder hard aan dan de strak getekende lijnen van John Romita Jr. (Het heeft overigens wel iets ironisch dat Vaugh Tarantino citeert aangezien Tarantino's oeuvre zelf van filmcitaten samenhangt.)

Maar dat is niet het enige verschil. Het filmverhaal wijkt op sommige punten significant af van de strip, wat deels komt omdat de film al in productie was terwijl de comicserie nog gemaakt werd, maar deels ook is te wijten aan Hollywoodconventies.

De film volgt een andere narratieve structuur, waarbij de hoofdpersonages vlak achter elkaar worden geïntroduceerd en het verhaal van Kick-Ass en Hit Girl meer parallel aan elkaar lopen. Ook zitten sommige plotwendingen logischer in elkaar. Als Kick-Ass een onguur type in een drugshol aanspreekt op het feit dat hij zijn ex lastig valt, doet hij dit in de strip omdat de dame in kwestie een verzoek heeft gemaild naar zijn My Space pagina. In de film krijgt hij het verzoek van zijn vriendinnetje en is het een persoonlijke strijd die hij voert.



Modderfiguur
Andere aanpassingen zijn minder geslaagd: dat Lizeweski in de comic niet het meisje krijgt en zelfs wordt afgestraft voor het feit dat hij zich als homo voordeed om vriendjes met haar te kunnen worden, is een vele malen sterker statement dan de romantische afwikkeling in de filmversie. Ook het feit dat Big Daddy in de strip de oorsprong van zichzelf en Hit Girl bij elkaar heeft gelogen, maar dat deze geschiedenis in de film als de waarheid wordt gepresenteerd, maakt dat het thema van de strip zo goed als wegvalt: De strippersonages in Kick-Ass zijn normale mensen die geïnspireerd door strips de superheld proberen uit te hangen, maar die, een enkele uitzondering daargelaten, een modderfiguur slaan. De film eindigt dus nagenoeg toch weer als een standaard superheldenflick.

Dit maakt Kick-Ass overigens niet tot een slechte film. In tegendeel: Kick-Ass is een fijne satire op het superheldengenre die de gemiddelde bioscoopbezoeker twee uur vermaakt. De lezers moeten maar door de verschillen heen kijken.

Aaron Johnson, die recent een zeer overtuigende John Lennon neerzette in Nowhere Boy, is een verdienstelijke Lizewski. Ook Nicholas Cage, die als Big Daddy zijn dialogen op een net zo'n typische manier uitspreekt als Adam West in de Batman tv-serie, zorgt voor een gepaste glimlach.



Maar ster van de film is natuurlijk de 13-jarige Chloë Grace Moretz. Zij weet de kijker ervan te overtuigen dat een meisje van tien een samurai zwaard kan hanteren alsof ze ermee geboren is en in staat is om er een stel maffiosi mee in de pan te hakken. Moretz schopt echt kont.



Kick-Ass draait vanaf 15 april in de bioscoop.
Michael Minneboo
De gelukkige huisvrouw
*****
De gelukkige huisvrouw poster
De gelukkige huisvrouw
Dankzij verschillende televisieoptredens komt Heleen van Royen op mij over als een elitair viswijf. Aangezien ik ook niet tot haar beoogde lezersgroep behoor, acht ik de kans zeer gering dat ik ooit een boek van La Royen zal lezen. Toch werd ik blij verrast door de verfilming van de bestseller De Gelukkige Huisvrouw.

Lea Meyer (Carice van Houten) is stewardess en leidt een schijnbaar gezellig leventje met haar man Harry (Waldemar Torenstra). Totdat hij besluit dat ze een kind willen.

Harry: 'We zijn zes jaar samen. Dat moeten we vieren. Laten we een kind nemen!'

Lea: 'Wat moet jij nou met een kind, je bent toch nooit thuis?'

Harry: 'Nee, maar jij wel.'

Zo gaat dat kennelijk in de wereld van Van Royen - ik kan me daar niet zoveel bij voorstellen. Maar goed, Lea heeft geen bezwaar tegen een flinke sekspartij, integendeel, maar dat daar ook kindjes van kunnen komen lijkt voor haar van secundair belang. De bevalling is zwaar, kent veel pijnlijke momenten en duurt zo tergend lang in de film, dat ik zelden een effectievere reclamespot voor anticonceptiemiddelen heb gezien.

Na de bevalling krijgt Lea een postnatale psychose. Als ze haar pasgeboren zoontje probeert weg te stoppen in een verhuisdoos, wordt het tijd dat ze wordt opgenomen. Tijdens haar verblijf in een inrichting laat Lea langzaam haar schild van cynisme zakken en blijkt dat de moeilijke band met haar kind alles te maken heeft met de vroegtijdig verbroken relatie met haar vader.

Carice! Carice!
Bovenstaand plot had snel kunnen verzanden in gratuite emotioneel kijkvoer, maar Antoinette Beumer, die na een reeks tv-series met De Gelukkige Huisvrouw haar speelfilmdebuut maakt, wisselt ietwat botte humor en tragiek vakkundig met elkaar af en zal daarmee de doelgroep zeker aanspreken.

Toegegeven: de vriendinnen van Lea en de gekken in de inrichting hangen naar het clichématige en sommige sequenties hadden wat strakker geknipt mogen worden. Ook de seksscènes in het begin ontstijgen het typische Hollandse filmidee van erotiek niet: platte seksplaatjes zonder passie.

Toch zijn dat soort schoonheidsfoutjes snel vergeten door het krachtige spel van de cast, waarbij gezegd moet worden dat Van Houten bewijst dat ze de beste actrice van Nederland is. Haar spel ontroert.

Verder is het camerawerk van Bert Pot prima in orde en heeft Tom Holkenborg (Junkie XL) een zeer verdienstelijke soundtrack gecomponeerd.

Niet dat ik na het zien van deze film in de toekomst sneller een roman van Van Royen zal oppakken, maar nog een verfilming van dit kaliber zie ik graag tegemoet.

De Gelukkige Huisvrouw draait vanaf 15 april in de bioscoop.

Michael Minneboo
Dirty Diaries
*****
Zelden opwindende femporn
Dirty Diaries

Wie bij porno voor vrouwen denkt aan sekspartijen waar een nodeloos verhaal aan voorafgaat, zal de meeste korte feministische pornofilms van de dvd Dirty Diaries als een koude douche ervaren.

Dirty Diaries is een initiatief van de Zweedse documentairemaakster Mia Engberg. Engberg veroorzaakte veel ophef met de film Come Together, waarin het gelaat van vrouwen is te zien terwijl ze zichzelf vingeren en klaarkomen. Ze nodigde bevriende filmmaaksters uit hun visie op seksualiteit te tonen. Het resultaat is 12 korte videofilms van wisselende kwaliteit.

Bij de dvd zit een boekje met daarin per film een inleiding van de filmmaaksters. Op de site van Dirty Diaries staat een heus manifest waarin Engberg ten strijde trekt tegen de mannelijke overheersing van seksualiteit, tegen censuur en het schoonheidsideaal. In het manifest staat lettterlijk: 'We are fed up with the cultural cliche that sexually active and independent women are either crazy or lesbian and therefore crazy.'

Prima, maar bijdragen als Flasher girl on tour, waarin de hoofdrolspeelster te onpas in Parijs in het openbaar masturbeert en nietsvermoedende voorbijgangers met haar kut confronteert, en Authority, waarin een betrapte graffitispuitster met een stereotiep pottenuiterlijk een agente vastbindt en sigarettenas in haar mond deponeert, zullen het clichébeeld van de enge mannenhatende, lesbische feministe dat Engberg in haar manifest wil tegenspreken, eerder bevestigen dan ontkrachten.

Nylonpakken
Wel mooi is Red Like Cherry, waarin door middel van close-ups en onscherpe silhouetten de roes van de opwinding wordt verbeeld. Ook is Skin een van de betere bijdragen. In Skin ontdoen een man en vrouw zich tijdens het vrijen langzaam van vleeskleurige nylonpakken. De twee geliefden geven zich langzaam aan elkaar bloot en transformeren van twee anonieme wezens in individuen. Toch roept de schaar waar de pakken langzaam mee opengeknipt worden juist weer wel het beeld op van de vrouw met penisnijd, maar die interpretatie moet wellicht op het conto van deze mannelijke recensent geschreven worden.

In de anusfilm Fruitcake, waarbij het woord anus als bijvoeglijk naamwoord of als zelfstandig naamwoord beschouwd kan worden, wisselt de filmmaakster onscherpe shots waarin de anus gevingerd wordt af met beelden waarin een vinger een onschuldige kiwi penetreert. Het zal wel avant-gardistisch bedoeld zijn, opwindend is het niet. En porno die niet opwindt is net zo nuttig als een condoom waneer je zwanger wilt raken.

Focus, people, focus!
Hoewel ik sympathie voel voor de doelen van Engberg - wie is er immers niet tegen censuur, het schoonheidsideaal waar geen mens aan kan voldoen en tegen de patriarchale overheersing van vrouwen in de porno-industrie? - is het vooral de uitvoering die teleurstelt. Bijna geen van de filmmaaksters weet haar onderwerp mooi - laat staan scherp - in beeld te brengen, wat het geheel een amateuristisch tintje geeft.

Sterker nog: tussen de grote hoeveelheid amateurporno op het internet zitten, vergeleken bij de 'kunstenaars' op deze dvd, de echte Paul Verhoevens van de porno. In dat opzicht is het opmerkelijk dat het Zweedse filminstituut dit project subsidieerde.

Een tip voor alle aspirant pornografen in Nederland: stuur vanaf nu uw onscherpe huisgemaakte porno naar het Filmfonds. Een verhaal, opwindende afloop of interessante seks zijn geen vereisten. Maar vergeet niet er een manifest bij te stoppen om uw werk te verantwoorden.

DIRTY DIARIES, Zweden 2009. Regie: Mia Engberg, e.a. (Dutch filmworks)

Dirty diaries 2
Michael Minneboo
Spiderman reboot biedt nieuwe spannende mogelijkheden
Spiderman 3 Gewen en Spidey

De afgelopen tijd buzzde het internet over de nieuwe Spiderman-film. Regisseur Sam Raimi en acteur Tobey Maguire hebben inmiddels de handdoek in de ring gegooid. Er waren wat scriptproblemen zoals de studio het noemde, en waarschijnlijk konden de filmmaker en de filmstudio het niet met elkaar eens worden over de koers die gevaren moest worden voor het vierde deel uit de serie. Dat een film vol compromissen tot een mislukking kan leiden, bewees Spider-Man 3 die het slechtst werd ontvangen van de reeks. En terecht, want het was een janboel van karakters, slecht uitgewerkte plotlijnen en vooral een onevenwichtige combinatie tussen drama en humor. Inmiddels is er een reboot aangekondigd. Aan de ene kant is dat jammer, aan de andere kant juich ik de vervanging van Sam Raimi door Marc Webb juist toe.

In plaats van dezelfde koers te blijven varen koos Columbia Pictures ervoor om de serie te rebooten, oftewel, opnieuw te starten. In een persbericht maakten ze bekend dat het verhaal van Peter Parker weer op de middelbare school zal beginnen:

'Culver City, CA (January 11, 2010) — Peter Parker is going back to high school when the next Spider-Man hits theaters in the summer of 2012. Columbia Pictures and Marvel Studios announced today they are moving forward with a film based on a script by James Vanderbilt that focuses on a teenager grappling with both contemporary human problems and amazing super-human crises.

The new chapter in the Spider-Man franchise produced by Columbia, Marvel Studios and Avi Arad and Laura Ziskin, will have a new cast and filmmaking team. Spider-Man 4 was to have been released in 2011, but had not yet gone into production.'

Recent werd aangekondigd dat regisseur Marc Webb - what's in a name - de reboot van Spiderman onder zijn hoede zal nemen. Webb, wie is dat, vraagt u zich wellicht af. Nou die bracht ons vorig jaar nog het verfrissende (500) Days of Summer.

Via een persbericht lieten Columbia Pictures en Marvel Studio's weten dat Webb erg in zijn nopjes is met zijn nieuwe baan:

'This is a dream come true and I couldn’t be more aware of the challenge, responsibility, or opportunity. Sam Raimi’s virtuoso rendering of Spider-Man is a humbling precedent to follow and build upon. The first three films are beloved for good reason. But I think the Spider-Man mythology transcends not only generations but directors as well. I am signing on not to ‘take over’ from Sam. That would be impossible. Not to mention arrogant. I’m here because there’s an opportunity for ideas, stories, and histories that will add a new dimension, canvas, and creative voice to Spider-Man.'
Webb en webhoofd.

Aan de ene kant is het te betreuren dat we Tobey Maguire niet meer terugzien als het webhoofd. Zijn performance in de eerste drie films was zeer verdienstelijk. Ook viel er veel te genieten van Raimi's interpretatie van de Spiderman-strips. Vooral Spider-Man 2 mag genoemd worden als een van de beste superhelden-films ooit, met een solide plot en uitermate overtuigend spel van Maguire, James Franco als Harry Osborn en Alfred Molina als Doctor Octopus. Wat mij ook spijt is dat we Dylan Baker nu niet zullen terugzien. Baker speelde in de trilogie Dr. Curt Conners die in de strip verandert in het monster The Lizard. Zijn vaste aanwezigheid in de serie wees erop dat Conners uiteindelijk het serum in zou nemen dat zijn leven voorgoed zou veranderen. Die verhaallijn had ik nog graag uitgespeeld gezien, in het bijzonder omdat er geen groter contrast kan zijn tussen het vriendelijke voorkomen van Baker en de monsterlijke verschijning van The Lizard.

Voordat Spider-Man 4 werd afgeblazen werd bekend dat John Malkovich The Vulture zou gaan spelen. Dat beloofde veel goeds: niet alleen is de oude Vulture een interessante schurk, als zo'n personage wordt vertolkt door een zwaargewicht als Malkovich mag je wat vuurwerk op het witte doek verwachten. Helaas zullen we nu nooit weten hoe hij het er vanaf zou hebben gebracht.

Nieuwe ronde, nieuwe Spiderman
Aan de andere kant juich ik een reboot juist toe en niet alleen omdat het derde deel zo duidelijk de plank missloeg. Raimi herhaalde zichzelf vaak in de drie films. Het was irritant dat hij iedere keer Mary Jane weer liet ontvoeren door de schurk om zo Spidey uit zijn web te lokken. Niet alleen werd deze slimme en aantrekkelijke meid daardoor gereduceerd tot het niveau van Lois Lane (die moet van alle geliefden uit de superheldenstrips wel het meeste zijn ontvoerd in haar carrière). Ook is het ontvoeren van het liefje van de held een verschrikkelijk cliché en om hier tot driemaal toe op terug te vallen getuigt van creatieve armoede. Ook het gedweep tussen de aantrekkingskracht tussen Peter en Mary Jane en het daarna geforceerd kreupel laten lopen van de relatie werd ook erg sleets.

Kortom, wat mij betreft was het wel meer mooi geweest met het Raimi-, Maguire- en Dunst-team. Laat Sam Raimi maar weer lekker horrorfilms draaien, want daarin weet hij goed zijn weg te vinden.

Er zijn nog een paar andere redenen te bedenken om enthousiast te worden van het idee van een reboot. Hoewel Webb vooral videoclips op zijn naam heeft staan, wist hij zoals gezegd met (500) Days of Summer de filmliefhebber op positieve wijze te verrassen. Hoewel één goede film nog geen garantie is dat Webb klaar is voor een dergelijk groot project.

Ervan uitgaande dat hij weet wat hij doet, zal Webb het personage Peter Parker ongetwijfeld door een frisse blik aanschouwen. En er is genoeg materiaal om uit te kiezen. In 2000 begon Marvel met de serie Ultimate Spiderman, een serie gericht op een jong publiek dat een hedendaagse versie van Spiderman kreeg voorgeschoteld. Schrijver Brian Michael Bendis maakte van Parker weer een frisse tiener en herschreef diens geschiedenis naar eigen inzicht. Ongetwijfeld liet scenarist Jamie Vanderbilt, waar Webb mee aan de slag gaat, zich inspireren door de verhalen van Bendis en zal het nieuwe script een combinatie zijn van Ultimate Spiderman en de officiële geschiedenis van het webhoofd.

Het is alleen te hopen dat men niet te lang op de oorsprong van Spiderman blijft hangen. Dat verhaal kennen we nu wel. Wat mij betreft kan in een korte flashback worden vertelt hoe Parker zijn spinnenkrachten krijgt. Ook laat Bendis naar mijn smaak Parker te vaak ontmaskeren in Ultimate Spiderman. Ook iets wat Webb beter achterwegen kan laten, daar de vele ontmaskeringen het wel heel moeilijk maakt te geloven dat Spiderman gewoon met zijn werk kan doorgaan.

Een laatste voorlopige kanttekening
Is de wereld klaar voor een reboot van Spiderman? Met het grote aantal superheldenfilms dat ons nog staat te wachten is een verzadiging van de markt geen onrealistisch scenario. Misschien is het dan ook te vroeg voor een nieuwe versie van Spiderman in 2012. Persoonlijk kan ik er geen genoeg van krijgen en zie ik tien keer liever een film van dit genre dan de gemiddelde meuk die tegenwoordig in Hollywood wordt geproduceerd (met een beetje pech nog gepresenteerd in 3D ook.)

We gaan zien hoe het Webb zich de komende jaren ontvouwt.

Spiderman handtekeningen webversie
Michael Minneboo
The Box
*****
The Box

The Box van Richard Kelly bevat een vergezocht plot maar een prachtig tijdsbeeld.

Een mysterieuze houten doos met daarin enkel een rode knop wordt bezorgd door de raadselachtige Arlington Steward in het huis van het gezin Lewis (Cameron Diaz & James Marsden). De deal die hij aan hen voorlegt liegt er niet om: als ze op de rode knop drukken krijgen ze 1 miljoen dollar, maar dan zal er ook iemand die ze niet kennen sterven. Het is een simpel maar fascinerend gegeven. Wat zal het stel doen en wat voor consequenties heeft de keuze die ze maken? Wie overtuigt de ander om de knop in te drukken? En vooral: kunnen ze leven met de uiteindelijke beslissing?

Als dramatisch gegeven is dit goud in de juiste handen. Maar regisseur Richard Kelly levert op zijn best slechts chroom af met The Box. In plaats van dat hij dit gegeven maximaal uitbuit en een psychologisch verhaal vertelt, gooit Kelly het over een andere boeg. Hij giet het verhaal in het stramien van een kat-en-muispel en concentreert zich op het onthullen van wie Mr. Steward is, voor wie hij werkt en wat het doel van het experiment is. In tegenstelling tot in Donnie Darko, het spetterende debuut uit 2001 waarmee Kelly naam maakte, kiest hij ervoor het mysterie te onthullen. Vanaf dat moment vervliegt de geloofwaardigheid van het filmverhaal als lucht uit een lekke ballon. Het resultaat is een slappe, ongeloofwaardige scifi thriller.

Kelly baseerde zijn script op het korte verhaal 'Button, button' van Richard Matheson. Dit verhaal vormde eerder de basis van een aflevering van de tv-serie The Twilight Zone. Kelly liet in een interview weten dat hij met dit relaas de gemakzuchtige maatschappij van nu wil becommentariëren:

'What fascinates me is the complexity of the instant-gratification, push-button society we live in today, with our handheld devices, TV remotes, computers, and all the ways in which we effortlessly solve our problems or meet our needs, large and small. We toss off messages without much thought to the consequences or ramifications. It was a little different 30 years ago, when the story is set, and that’s one of the reasons why I wanted to keep it in the 1970s, when the story was first published. Pushing a button was a more deliberate act back then. For Norma and Arthur, it could be the most deliberate act of their lives.'

That 70s show
Een andere reden om de film in 1976 te situeren is om de plot te verbinden met het Viking project, waarmee de NASA voor het eerst apparatuur op Mars liet landen om metingen te verrichten.

Net als in de film Donnie Darko die speelde in midden jaren tachtig, is Kelly erin geslaagd om een overtuigend tijdsbeeld te creëren. The Box werd deels op locatie op de Langley NASA-basis in Richmond, Virginia opgenomen. Die omgeving ziet er grotendeels nog hetzelfde uit. Kelly huurde meerdere adviseurs in, waaronder een oud-lid van het Viking-team om een zo'n kloppend mogelijk beeld te schetsen. De art-direction doet dan ook authentiek aan, inclusief het afzichtelijke behang vol drukke patronen dat men in die tijd aan de muur durfde te plakken. De filmbeelden werden digitaal bewerkt om de look te krijgen van hoe films in de jaren zeventig werden gedraaid. Er werd toen met bepaalde filters en diffuus licht gedraaid, wat een beeld oplevert vol zachte tinten. Visueel is The Box daardoor een feest van herkenning voor een ieder die is opgegroeid met Amerikaanse televisieseries uit die tijd.

Een andere reden om de film te gaan zien is het verfijnde acteerwerk van Frank Langella die een levensechte Arlington Steward neerzet. Een groot contrast met Cameron Diaz die denkt serieus te acteren door vooral een zorgelijk gezicht te trekken.

De belofte van de jonge geniale regisseur die Kelly leek te zijn door Donnie Darko heeft de regisseur wat mij betreft niet ingelost. Het rommelige Southland Tales, dat ook een pamflet moest zijn tegen de maatschappelijke koers die Amerika vaart (overconsumptie, oorlogvoering, de regering die het volk nauwlettend in de gaten houdt, het onderdrukken van vrije wil en seksuele exploratie en de koortsachtige zoektocht naar alternatieve energiebronnen) viel ook erg tegen. In narratief opzicht kent The Box al meer coherentie, maar is in vergelijking tot Kelly's eerste film allesbehalve een meesterwerk. Is Kelly dan toch een one-hit wonder?

The Box draait vanaf 4 februari in de bioscoop.

The Box afb 2
Michael Minneboo
Flashbacks of a Fool
*****
Flashbacks of a fool2

Flashbacks of a Fool is het speelfilmdebuut van videoclipregisseur Baillie Walsh. Het is een prima debuut met slechts enkele schoonheidsfoutjes.

Antiheld Joe Scot (een gedegen acterende Daniel Craig) is een aan lagerwal geraakte acteur die zichzelf heeft verloren in drugs, drank en seks. Wanneer hij krijgt te horen dat jeugdvriend Boots (Max Deacon) is overleden, drijven Scots herinneringen af naar de laatste zomer van zijn jeugd: zijn vriendschap met Boots, zijn eerste liefde Ruth en de relatie met een vriendin van zijn moeder, maar vooral denkt hij na over hoe een reeks van keuzes en een onbezonnen daad leidden tot een tragische dood en hem deden besluiten het ouderlijk huis te ontvluchten. De terugkeer naar huis dwingt Scot om zich te verzoenen met zijn verleden.

Regisseur Walsh scheef ook het scenario en bedient zich van enkele herkenbare gegevens: de uitgerangeerde acteur die zich overgeeft aan een hedonistische levensstijl is immers een cliché. Ook zijn sommige wendingen voorspelbaar, de tragische gebeurtenis die Scot ertoe aanzet om te vluchten zie je van tevoren aankomen. Maar dergelijke schoonheidsfoutjes (als je ze al zo mag noemen) zij de regisseur vergeven door het gedegen spel van de cast en de stijlvolle vertelwijze. Walsh neemt de tijd om de gebeurtenissen langzaam te doen ontvouwen en trakteert de toeschouwer - dankzij het vakwerk van cameraman John Mathieson - op prachtige beelden en een fijnzinnige cinematografie. Het romantische kustlandschap van Zuid-Afrika, dat dubbelt voor de Engelse kust begin jaren zeventig, is sfeervol in beeld gebracht. De zee speelt dan ook een terugkerende rol in het verhaal: ze neemt en geeft.

IJdeltuit
Het is de visualisatie van Flashbacks of a Fool die mij in het bijzonder aantrok aan dit debuut: Wanneer Scot via een telefoontje van zijn moeder verneemt dat zijn oude vriend Boots is overleden weet hij zijn emoties in toom te houden. De filmmakers zetten Scot echter in zijn huis neer, voor een levensgrote foto waarop de acteur met tranende ogen in de lens kijkt. Niet alleen zijn innerlijke gevoelens worden met dit theatrale beeld gecommuniceerd, ook zijn ijdelheid wordt nog eens onderstreept.

Het vermoeden rijst al snel dat er meer moet schuilen achter deze schijnbaar ijdele acteur die zich verliest in een hedonistische levensstijl en die aan oppervlakkig menselijk contact de voorkeur geeft. Het antwoord op de vraag hoe hij zo geworden is wordt langzaam onthuld in de terugblik naar zijn jeugd. Maar of Scot werkelijk anders zal zijn na zijn terugkeer, laat Walsh fijn in het midden.

Muziek voor de ziel
Muziek van David Bowie (Ziggy Stardust-periode voor de kenners) en in het bijzonder het nummer 'If there is something' van Roxy Music spelen een belangrijke rol in Flashbacks of a Fool. Natuurlijk zijn herkenbare songs een dankbaar middel om een tijdsbeeld neer te zetten, Walsh geeft ze echter ook een niet geringe rol in de betekenis van de plot. Niet verwonderlijk wellicht voor een regisseur die zijn eerste stappen zette bij het maken van muziekvideo's voor bands als INXS, Oasis en Massive Attack. Hartverscheurend is de slotsequentie waarin een citaat van de liedtekst van bovengenoemd nummer een stortvloed aan emoties losmaakt bij Ruth, gespeeld door Claire Forlani. Het geluid van de scène is weggedraaid, alleen het liedje is te horen, wat het indrukwekkende optreden van de acteurs extra benadrukt.

Flashbacks of a Fool is reeds uit op dvd.

Flashbacks of a Fool, Groot-Brittanie/2008.
Regie: Baillie Walsh. Met: Daniel Craig, Emilia Fox, Claire Forlani, Harry Eden, Helen McCrory, Jodhi May, Olivia Williams.
(DFW)

Flashbacks of a fool1
Michael Minneboo
Millennium 1: Mannen die vrouwen haten
*****
De hype blijkt terecht
Millennium 1 cover
Millennium Noomi Rapace

Het is niet Mikael Blomkvist, onderzoeksjournalist bij het blad Millennium, die de hoofdrol vertolkt in Millennium 1: Mannen die vrouwen haten. Hoewel hij het voortouw neemt in het onderzoek, is het zijn tegendraadse partner, hacker Lisbeth Salander die de spotlight steelt. Salander is een van de sterkste vrouwenrollen sinds jaren.

Het eerste deel van de Millennium-trilogie is reeds op dvd verschenen in een drie uur durende versie. De film is dan ook over twee schijfjes uitgesmeerd, als ware het een miniserie. Het zal de fans van de boeken alleen maar meer bekoren, want die zien immers de verfilming van hun geliefde boek het liefst zo trouw mogelijk. Maar ook ik, hoewel geen letter gelezen van Stieg Larssons-reeks, heb gefascineerd gekeken naar de wrange en cynische wereld die hij schetst in Mannen die vrouwen haten.

Grimmige visie

Mikael Blomkvist (Michael Nyovist), journalist en eigenaar van het blad Millennium, wordt benaderd door oud-zakenman Henrik Vanger. Veertig jaar geleden is de zestienjarige Harriët Vanger op mysterieuze wijze verdwenen en vermoedelijk vermoord. Vanger hoopt dat Blomkvist in staat is om het mysterie rondom Harriëts verdwijning op te lossen. Blomkvist schakelt de hulp in van hacker Lisbeth en samen komen ze op een bloedig spoor van vrouwenmoorden. Het gaat er ruig aan toe in Millennium 1: het expliciete geweld zal ook niet ieders kopje thee zijn. Toch is het prijzenswaardig dat regisseur Niels Arden Oplev er niet voor terugdeinst dit te tonen. Het is de eerlijke, grimmige blik op de wereld waarin deels de aantrekkingskracht van Larssons schrijfwerk schuilt.

Regisseur Oplev neemt de tijd: de eerste anderhalf uur van de film bouwt hij nauwgezet het verhaal op. Pas wanneer Blomkvist en Salander elkaar voor het eerst ontmoeten komt de film in een hogere versnelling en breekt de actie los. Toch verveelt Millennium 1: Mannen die vrouwen haten geen seconde: Michael Nyovist, ook wel de Scandinavische George Clooney genoemd, weet in één blik een hele gedachtewereld te communiceren. Maar de spotlight is voor Noomi Rapace, de autodidacte theateractrice die Salander gestalte geeft. Salander is een getraumatiseerde vrouw die ondanks de mishandelingen die ze heeft ondergaan weigert een slachtoffer te zijn. Zij geeft de regie van haar leven niet snel uit handen en 'bijt' een ieder die haar probeert vast te ketenen.

Communicatietechnologie

In het onderzoek van Blomkvist en Salander speelt diverse communicatietechnologie een belangrijke rol. Voor hacker Salander zijn computers uiteraard het belangrijkste gereedschap. Ze stelt in opdracht van haar baas een heel dossier over Blomkvist samen op basis van de gegevens die ze steelt van zijn pc. Wanneer ze zich wil bevrijden van de handtastelijke voogd bij wie ze onder curatele staat, zet ze videotechnologie in. Technologie is als het ware haar wapen, maar blijkt ook een handig gereedschap voor Blomkvist. Hij vindt zijn eerste grote aanwijzing door een reeks oude foto's van Harriët digitaal achter elkaar te plaatsen om op die manier het verleden tot leven te wekken. Maar ook ouderwetse communicatietechnieken bieden een bron van aanwijzingen: Harriëts dagboek, haar Bijbel, het krantenarchief en de administratie van het Vanger-concern bieden onmisbare gegevens. Uiteindelijk draait goed detectivewerk niet alleen om het verzamelen van gegevens, maar om welk verhaal daarmee geconstrueerd wordt. De gegevens over de verdwijning van Harriët waren, voor de slimme speurneus, immers al veertig jaar beschikbaar. Het is het analytisch vermogen van Blomkvist en het talent van Salander om codes te kraken waarmee het mysterie wordt opgelost. Hierin vullen held en heldin elkaar goed aan. En waar Blomkvist tekortschiet als actieheld, compenseert Salander dit ruimschoots met haar vechtlust.

Een minpuntje aan deze eerste van drie films is het einde waarin alle eindjes nog even snel aan elkaar worden geknoopt op een Hollywoodachtige wijze waardoor de cynische blik op de wereld die centraal stond enigszins teniet wordt gedaan door de goede afloop.

De erfenis van Larsson

De dvd bevat interessante extra's zoals een documentaire over de Zweed Stieg Larsson. Bijna even opmerkelijk als de Millennium-reeks zelf is het verhaal van de schrijver van de trilogie. Larsson was een journalist die schreef over extreemrechts en het antifascistische tijdschrift Expo oprichtte.

Larsson overleed voordat het eerste boek naar de drukker ging en liet een succesvolle erfenis achter. De boeken zijn in 25 talen op de markt gebracht en de eerste film oogstte veel succes, deel 2 en 3 draaien vanaf januari en maart in de Nederlandse bioscopen. De vele miljoenen die Larsson daarmee heeft achtergelaten zijn voor zijn vader en broer. De vrouw met wie hij 32 het leven deelde en met wie hij niet wilde trouwen uit angst voor bedreigingen van de neonazi's ziet er vooralsnog geen cent van terug. Dat heeft alles te maken met de Zweedse wet en het feit dat Larsson geen testament heeft opgesteld. Vol verbijstering keek ik naar pa en broer die in de documentaire vertellen niet te weten wat ze met al het geld moeten doen en deze erfenis eigenlijk maar als last zien. Kennelijk kunnen ze zelf niet bedenken dat ze er een deel van aan de weduwe van Larsson kunnen schenken. (Over Mannen die vrouwen haten gesproken. Al is die conclusie waarschijnlijk een brugje te ver.)

De dood van een auteur die zelf niet kon genieten van het succes van zijn werk en wiens erfenis leed veroorzaakt: het is een droevige noot in een verder succesvol verhaal.

Millennium 1: Mannen die vrouwen haten, Zweden/2009.
Regie: Niels Arden Oplev. Met: Michael Nyqvist, Noomi Rapace, Lena Endre, Peter Haber. (Lumière)

Millennium 1 Blomkvist
Michael Minneboo
Komt een vrouw bij de dokter
*****
Vrouw dokter

De verfilming van Komt een vrouw bij de dokter wordt ongetwijfeld een kaskraker. Toch ben ik er niet erg over te spreken. De debuutfilm van Reinout Oerlemans mag dan gaan over een man die vreemdgaat terwijl zijn vrouw sterft aan kanker, veel diepgang heeft de film niet.

Laat ik vooropstellen dat ik de gelijknamige bestseller van Kluun waar de film op gebaseerd is niet heb gelezen. Tijdens het kijken van de film werd ik dus niet gestoord door beelden die ik tijdens het lezen van de roman zelf had voorgesteld. Vanuit technisch oogpunt valt er weinig aan te merken op de eersteling van succesvol tv-producent Oerlemans (die voor de gelegenheid zijn baard liet staan tijdens de productie, zoals echte filmregisseurs dat doen). Het camerawerk van Lennert Hillege is stijlvol. De cast bestaat niet uit de minste acteurs: Carice van Houten, Anna Drijver, Barry Atsma en Jeroen Willems slaan zich kranig door het scenario dat het verloop van de relatie tussen Carmen (Van Houten) en Stijn (Atsma) en de ziekte van Carmen behandelt.

Stijn is een notoire vreemdganger en als Carmen kanker krijgt en ernstig ziek wordt zoekt hij troost, seks of afleiding (dat is mij niet helemaal duidelijk geworden) bij Roos (Drijver).

Onopgeloste kwesties
Ondanks de veelvuldig voorkomende voice-over die ons de gedachten van Stijn laat horen, wordt er eigenlijk maar verdomd weinig duidelijk van zijn motivatie. Eigenlijk zijn de beweegredenen van Stijn ook helemaal niet zo interessant. Die zoekt afleiding van zijn zieke vrouw en vreemdgaan is zijn hobby, dus wat valt er eigenlijk te raden? Interessanter is de vraag waarom Carmen besluit bij hem te blijven als ze achter zijn eerste slippertje komt. Op dat moment is ze nog niet ziek en is het stel net gaan samenwonen. Ook vraag ik me af waarom Roos het aanpapt met Stijn terwijl ze weet dat hij een doodzieke vrouw thuis heeft. Niet dat ik hier de rechtschapen christen wil uithangen, geenszins, maar een beetje onderbouwing van het handelen van de personages was wenselijk geweest. Nu zien we vooral het vreemdgaan en heel veel functioneel naakt in beeld. Lijven zonder inhoud.

Oerlemans contrasteert de scènes vol lust met het ziektebeeld van Carmen en toont hoe de kanker haar meedogenloos sloopt. Deze scènes zijn aangrijpend, puur door het feit dat we zien wat deze ziekte een mens aan doet, het is alleen jammer dat we niet de kans hebben gekregen Carmen beter te leren kennen vóórdat we haar zien doodgaan. Als pamflet voor KWF Kankerbestrijding is Komt een vrouw bij de dokter zeker geslaagd. Als relatiedrama scoort de film matig. Gezien het succes van het boek en het aantal bezoekers dat de film in korte tijd zag, verwacht ik desondanks dat dit een van de best bezochte Nederlandse films van het jaar zal worden.

Michael Minneboo
Retrospectief Tim Burton in MoMa
Tim Burton schilderij

Het is soms erg balen dat New York niet naast de deur ligt. Op dit moment is er namelijk een retrospectief van filmmaker/kunstenaar Tim Burton te zien in the Museum of Modern Art (MoMa). Behalve schilder- en tekenwerk van deze bijzondere filmmaker, zijn er ook props te zien van zijn films. Zoals maskers van Batman Returns en het bij elkaar geraapte sm-pakje van Edward Scissorhands.

Behalve filmregisseur en animator/tekenaar is Burton producent en conceptueel artiest, fotograaf en schrijver van fictie. Een duizendpoot die van zijn eigen gothicachtige sprookjeswereld een niche heeft gemaakt binnen de wereld die Hollywood heet.

Gelukkig biedt internet uitkomst. In dit geval was de redactie van MTV online zo vriendelijk om foto's van de expositie online te zetten. Natuurlijk is dat niet hetzelfde als zelf met je neus tegen het glas gedrukt staan, of zelfs stiekem de oortjes van het Batman-masker aan te raken als de suppoost even niet kijkt, maar ik moet het er maar mee doen op dit moment.

Toch, MoMa heeft twee video's op hun site staan die een ieder die nieuwsgierig is naar Burtons werk een introductie geeft. In onderstaande video vertelt Burton dat hij door het zien van de expositie weer vernieuwde energie heeft gekregen; dat zijn inspiratie komt van het Duits expressionisme en de sciencefiction films van George Méliès. Opmerkelijke uitspraak is dat The Omega Man met Charlton Heston een van zijn favoriete films is! Ook vertelt hij waarom hij in zijn tijd bij Disney zwartwit gestreepte sokken droeg. Kennelijk zorgde dit design ervoor dat hij zich meer geaard en rustiger voelde. Het design komt trouwens vaak voor in de artdirection van zijn films. Vooral in Beetjejuice, een van zijn vroegere films, en de animatie The Nightmare before Christmas zien we de zwartwit-strepen veelvuldig terugkomen.

De video bevat ook veel voorbeelden van Burtons tekenwerk.

De trailer van de expositie:

Nog meer zin in Burton? Een interviewer van MTV ondervroeg de kunstenaar kort. De video daarvan is hier te zien. Ook is van het retrospectief een aardig boek verschenen.

De expositie loopt van 22 november tot 26 april, dus wie weet bent u rond die tijd nog in de Big Apple om fysiek de wereld van Burton binnen te wandelen.

Foto's: MTV.com

Tim Burton expo poort
Michael Minneboo
Nederlandse animators hebben weinig te vertellen
Gezien op het Klik! Animatiefestival
klik logo
Variete

Wat de negen animaties in het programma Hollandse Nieuwe - Fresh animation from the Netherlands duidelijk maakt is dat Nederlandse animators vooral verliefd zijn op het animeren zelf, het vertellen van boeiende verhalen lijkt secundair.

Films als De Magische Tol van Joost van Veen, Theatre Patouffe van Maarten Koopman en Magic show van Milan Hulsing lijken puur in het leven geroepen om de kunst van het animeren te tonen en komen niet verder dan het overbrengen van een basisidee zonder de toeschouwer in vervoering te brengen. De animators lijken niet geïnteresseerd te zijn in het vertellen van een doorvlochten verhaal.

Een uitzondering op deze stelling vormt de animatie Paultje en de Draak, van regisseurs Albert `t Hooft en Paco Vink. Deze film is gericht op kinderen van vijf tot dertien jaar die lijden aan kanker. In de animatie zien we hoe de jonge Paultje ziek wordt en in het ziekenhuis wordt opgenomen. Om aan de jongen uit te leggen dat hij aan kanker lijdt, vertelt de dokter dat er een draak in zijn lijf leeft die de boel loopt te verzieken. In zijn fantasie trekt Paultje als ridder ten strijde tegen de draak. Hij wordt geholpen door de vrolijke blauwe druppels van zijn chemokuur. De regisseurs vertellen dit verhaal volledig visueel en slagen erin om zonder dialoog een ondoorzichtige situatie voor kinderen te verduidelijken.

Een andere animatiefilm die in het programma Hollandse Nieuwe opviel, was Variété. Regisseur Roelof Van De Bergh verbeeldt op bijzondere wijze de cyclus van het leven en het jachtige bestaan waar de Westerse mens mee worstelt. Als metafoor gebruikt hij een jonge jongleur die verschillende Chinese bordjes met allerlei mensen uit zijn leven erop draaiende probeert te houden, op een lange houten stok. Al deze mensen staan symbool voor zaken als onderwijs, huwelijk en werk. Wie te veel werk op zijn bord neemt, heeft moeite om alles soepel draaiende te houden. Variété was als enige Nederlandse film in de competitie van het Klik-festival opgenomen en is de officiële inzending van Nederland voor de Academy Awards in Hollywood in de categorie 'korte animatiefilm'.

Dirkjan geanimeerd
Een onverwachte verschijning in deze reeks was de korte animatiefilm Het elixer, met stripfiguur Dirkjan in de hoofdrol. Het elixer is een luchtig verhaaltje waarin Dirkjan aan de slag gaat bij een bank als koffiezetter. Op de werkvloer wordt hij verliefd op Angela, maar zij wordt door een gladde collega weggekaapt. Dirkjan zoekt zijn toevlucht in een drankje om de concurrentie uit te schakelen, maar dit elixer heeft een onverwachte uitwerking. De film is gebaseerd op een strip van Mark Retera, tekenaar en bedenker van Dirkjan. De filmmakers hebben echter veel overboord gegooid om het filmpje zo kort mogelijk te houden. De strip bevatte bijvoorbeeld paginalang koffiegrappen en ging dus veel dieper in op Dirkjan als koffiezetter. Mijns inziens heeft deze animatie dan ook geen meerwaarde ten opzichte van een strippagina aan de hand van Retera.

De film werd gemaakt door productiemaatschappij Mooves en is bedoeld als pilot voor een televisieserie. Tot op heden hebben geen van de omroepen in Hilversum interesse getoond in zo'n serie. Voorlopig staat de film dus op zichzelf. Het Elixer was vorig jaar op het Nederlands Filmfestival te zien als voorfilm bij Moordwijven. Omdat echter maar weinig Nederlanders zin hadden om de nieuwe Dick Maas flick te aanschouwen, hebben nog maar weinig mensen de geanimeerde Dirkjan kunnen zien. Ik betwijfel of dat erg is.

Phantom of the Cinema
Animatie van een compleet andere soort is de korte film The Phantom of the Cinema van de Nederlander Erik van Schaaik. Zodra tijdens de projectie de film The Phantom of the Cinema breekt, zijn we getuige van hetgeen zich achter het bioscoopdoek afspeelt. We zien een schimmenspel waarin de toiletjuffrouw, de operateur en de bioscoopdirecteur de hoofdrol vertolken. Van Schaaik toont ons drie aan elkaar grenzende ruimten: de projectiekamer, het toilet en de werkkamer van de directeur. Terwijl de directeur een erotische film met de toiletjuffrouw tracht op te nemen, doet de operateur verwoedde pogingen om de film opnieuw op te starten. Bij iedere poging is de filmrol meer gehavend. Ook wordt de ravage achter de schermen alsmaar groter.

Veel van de humor in deze animatie komt voort uit de vormgeving: vlakke, bijna abstracte schaduwschimmen acterend in de drie ruimtes achter het witte doek. Slechts één keer doorbreekt de regisseur zijn opzet door ons in 3D animatie te tonen wat de cameralens van de directeur opneemt. De lens scheurt door het witte doek van de bioscoop en toont het publiek dat vol verwachting naar de camera staart.

Zowel Phantom of the Cinema, als Variété, Display en Paultje en de Draak zijn gemaakt door Il Luster producties. Een productiehuis met verhalenvertellers waar we in de toekomst vast nog meer moois van kunnen verwachten.

Phantom of the cinema kleiner
Michael Minneboo
(500) Days of Summer
*****
500 days of summer

Tom (Joseph Gordon-Levitt) is het heilige geloof in het bestaan van de Ware nooit ontgroeid, Summer (Zooey Deschanel) vindt dat allemaal maar onzin en zit helemaal niet te wachten op een relatie. Toch krijgen ze 'iets' met elkaar en terwijl Tom hier een serieuze relatie in ziet, is Summer zich vooral aan het vermaken. Dat kan natuurlijk nooit goed aflopen, toch? Toegegeven, bovenstaande samenvatting riekt naar een doorsnee romantische comedy, maar 500 Days of Summer stijgt mijlenhoog boven dit ingeslapen genre uit. Wat een heerlijke, verfrissende film over de liefde heeft regisseur Marc Webb gemaakt.

500 Days of Summer snijdt een interessant aspect van liefdesrelaties aan: hoe herinneren we ons het verloop van de zojuist gestrande romance? Welk beeld koesteren we van onze ex-geliefde? Het zijn vragen waar de regisseur zichzelf in herkende. Webb schrijft er in de persmap bij de film het volgende over:

'At the time, I believed that love was a magic pill that would connect my soul to the universe and provide unending, effortless bliss. [...] Some people end up with their Summer. I did not. We broke up and I entered into this weird limbo - I couldn't shake that feeling that something had gone horribly, painfully wrong with the universe.'

Webb snijdt hier een ervaring aan die in het standaardstudiepakket van volwassenwording hoort te zitten. Door de unieke en originele verbeeldingskracht die de filmmakers tentoonstellen wordt deze universele ervaring in 500 Days of Summer op een particuliere en zeer humoristische wijze verhaald. De film bewijst weer eens dat het recept tegen een gebroken hart uit een flinke dosis (zelf)spot bestaat.

Arsenaal
Webb, die eerder videoclips en korte films regisseerde, zet in dienst van het verhaal een breed arsenaal aan filmtechnieken in. Zo gebruikt hij splitscreen op het moment dat het paar net uit elkaar is. Zo kan het publiek getuige zijn van hun levens na de breuk. Iedereen vraagt zich in de eerste solodagen immers af wat zijn ex-geliefde aan het doen is (en met wie!).

Gelukkig wordt de film nergens zwaar op de hand: wanneer Tom en Summer voor het eerst het bed hebben gedeeld is hij in de zevende hemel. De euforie die hij ervaart wordt in een treffende sequentie in beeld gebracht. Onderweg naar zijn werk begroet Tom mensen uitbundig en wordt door iedereen opeens teruggegroet, alsof de wereld niet meer stuk kan. Webb gooit er nog een schepje bovenop door alle mensen op straat met Tom mee te laten dansen en om de grap compleet te maken fluit een geanimeerde vogel vrolijk en deuntje mee.

Roze flashback
Scenaristen Scott Neustadter en Michael H. Weber schreven op basis van eigen ervaringen een origineel verhaal dat niet-chronologisch in elkaar steekt. 'I don't want to get over her, I want to get her back!', roept Tom tegen zijn vrienden en wereldwijze zusje nadat hij door Summer aan de kant is gezet. Tom probeert zich te herinneren waar het precies misging in zijn relatie, derhalve vloeit de film van de ene herinneringen over in de andere, altijd weer terugkomend in het heden: de duistere dagen vol zelfmedelijden waarin Tom verkeert.

Zoals vaak het geval is met mensen met een gebroken hart stelt Tom zich het verleden in beginsel rooskleuriger voor dan dat het was. Als we in de film voor een tweede maal bepaalde gebeurtenissen te zien krijgen blijkt dat alles lang niet zo gezellig te zijn geweest dan een eerste blik deed vermoeden. De tweede terugblik gaat soms langer door, zodat we getuige zijn van hoe de stemming verzuurt. Hierdoor verliest de roze bril van Tom langzaam zijn kleur.

500 Days of Summer past naadloos in mijn rijtje favoriete Topfilms over de Liefde, waar High Fidelity (Stephen Frears, 2000), Almost Famous (Cameron Crowe, 2000) en Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) ook in staan.

Vanaf 24 september in de bioscoop.
500 Days of Summer, USA 2009. Regie: Marc Webb. Met: Joseph Gordon-Levitt, Zooey Deschanel en Geoffrey Arend.

500 days of summer 2
Michael Minneboo
John Waters: 'Je moet jezelf blijven vernieuwen'
John Waters

Filmmaker John Waters, aka The King of Trash, was in Nederland en liet zijn gezicht zien tijdens het BUT filmfestival in Breda en in de filmzaal van De Melkweg te Amsterdam, waar zondagavond zijn films Polyester (1981) en Pink Flamingos werden vertoond. Waters toonde zich een waar entertainer tijdens de Q&A die tussen de twee filmvertoningen plaats vond. Hij beantwoordde vragen van het publiek en lepelde enkele sappige anekdotes op uit zijn filmcarrière, die begon met zijn korte film Hag in a Black Leather Jacket uit 1964.

Waters is altijd een anarchistische filmmaker geweest die door middel van camp en shockerende scènes commentaar levert op de standaardwaarden van de Amerikaanse maatschappij. Waters maakte in 1981 de film Polyester voor het bescheiden budget van 300.000 dollar en vertelde met de film een totaal bizar verhaal dat een parodie moest zijn op de melodrama's van regisseur Douglas Sirk. Polyester is dan ook een satire op het familieleven in de suburbs, met dragqueen Divine in de hoofdrol. Divine, die in de verte iets wegheeft van Elizabeth Taylor met overgewicht, wordt door bijna iedereen in deze film op vreselijke wijze behandeld. Thuis is het ook al geen pretje voor deze moeder die haar leven volgens de christelijke waarden wil laten leiden: haar man is exploitant van een pornobioscoop en gaat vreemd met z'n secretaresse, haar zoon is een voetfetisjist die de voeten van vrouwen breekt door hard op ze te stampen en haar dochter is een losgeslagen, oversekste puber tot ze zwanger wordt en na haar abortus de edele kunst van het haken ontdekt.

Divine (Harris Glenn Milstead) speelde in veel films van Waters en was een jeugdvriend van de filmmaker. Waters woonde in dezelfde straat in Baltimore als Divine en ontmoette hem op 16-jarige leeftijd. De dikke jongen werd constant gepest en in elkaar geslagen om zijn verwijfde voorkomen. Volgens Waters werd Divine zelfs door zijn moeder gedwongen iedere avond d'r haar te doen. Misschien dat Polyster daarom zo'n verdraaid beeld geeft van een gemiddeld gezin in de suburbs, om te laten zien dat het daar niet zo vredig aan toegaat als dat men zou verwachten.

Een opvallende aanwezigheid in de cast van Polyester is filmster Tab Hunter. Hunter maakte furore in de jaren vijftig en was toen een waar idool. In Polyester speelt hij de rol van Todd Tomorrow die aanpapt met Divine om haar alimentatie in de wacht te slepen, terwijl hij eigenlijk een relatie heeft met haar moeder. Waters vertelde zondagavond dat Hunter zo onder de indruk was van Divine, dat hij later nog een andere film met hem in de hoofdrol produceerde.

Polyester heeft als special feature Odorama: tijdens sommige scènes komt er een cijfer in beeld. Dit cijfer correspondeerde met een speciale kaart die geursamples bevatte. Het publiek diende cijfertjes weg te krassen om zo de betreffende geur te kunnen ruiken. De gimmick was niet beschikbaar in de Melkweg zondagavond. Gelukkig maar, want bij vertoningen waar Odorama vroeger wel werd toegepast stonk de bioscoopzaal aan het einde van de film een uur in de wind van al die geurtjes. John Waters zou namelijk John Waters niet zijn als er niet wat nare odeurs in het palet zouden voorkomen.

Hairspray
In 2007 kwam de film Hairspray uit van regisseur Adam Shankman, met Hollywoodsterren als John Travolta en Michelle Pfeiffer in de hoofdrol. Tijdens de Q&A vertelde Waters dat hij zeer in zijn nopjes was met deze remake van zijn film en dat hij een synopsis voor een sequel heeft geschreven. 'Het verhaal gaat een compleet andere kant uit. Dat moet ook wel want je wilt altijd het publiek verrassen met iets nieuws. Daarbij is het verhaal van Hairspray is nu al drie keer verteld, in twee films en een broadway musical, hoog tijd dus voor een nieuwe wending.' De filmmaker achtte overigens de kans niet groot dat de filmproducenten dit nieuwe treatment zouden accepteren.

Klootzak
Iemand uit het publiek vroeg Waters of hij nog steeds de films maakt die hij graag wil maken. 'Ja, al moet je natuurlijk altijd concessies doen.' Zijn houding was wel veranderd, gaf hij toe: 'A 20 year old angry man is sexy, but an angry 60 year old is an asshole,' legde hij uit. Films als Polyester en Pink Flamingos zal hij nu ook niet meer maken. Al spreekt hij nog steeds met trots over het feit dat hij de scène waarin Divine hondenpoep eet in Pink Flamingos door de censuur kreeg. 'Ik vind het fantastisch dat ik ze gemaakt heb, maar die films heb ik dus al een keer gedaan. Je moet jezelf telkens opnieuw uitvinden en blijven vernieuwen.'

De regisseur van films als Cry Baby (1990) en Serial Mom (1994) werkt nu aan een kinderfilm, maar wel voor 'fucked up little children' gaf hij lachend toe. Waters vond het fijn dat ook jongere generaties in zijn films geïnteresseerd zijn. Zelf houdt hij die ook goed in de gaten, hij is nieuwsgierig naar wat jongeren uitspoken. Waters doet op dit moment een collegetoer door Amerika, getiteld This filthy world. 'Vroeger gebruikte ik de term trash om mijn films aan te duiden, maar dat woord is uit. Daarom noem ik het tegenwoordig filth wat ik maak.'

Warhol en Wood
Waters wordt wel eens vergeleken met kunstenaar Andy Warhol. Die vergelijking is ook niet zo gek: beide filmmakers maakten eigenzinnige films met een aparte sterrencast met daarin dragqueens en andere afwijkende types. Zoals Waters zegt: 'Warhol was de eerste die homo's en drugs in film toonde.' De twee heren hebben elkaar dan ook wel eens ontmoet. Warhol was zelfs zo onder de indruk van Pink Flamingos dat hij Federico Fellini mee naar de bioscoop nam om de film te laten zien. In het dagelijks leven wordt Waters wel eens voor Steve Buscemi aangezien. Qua gezicht en lichaamsbouw lijken de twee filmmakers/acteurs dan ook wel wat op elkaar. Wel verwonderlijk vond Waters die keer dat een stewardess hem voor filmmaker Ed Wood aan zag.

Underground cinema
Volgens Waters zijn er geen echte underground- en exploitatiefilms meer. Als die er al zijn dan zijn ze vooral online te zien. Probleem is daar wel dat het moeilijk is met online vertoning je geld te verdienen. Ook kun je veel minder makkelijk een sensatie creëren. Waters sprak zeer enthousiast over de horrorfilm The Final Destination die in 3D te zien is. Dit is wat hij tegenwoordig een exploitation film noemt. '3D is pure exploitatie. Ik vraag me dan ook af waarom ze geen 3D pornofilms maken.' Volgens Waters zijn er in het verleden wel pogingen gedaan om erotische films in 3D te maken, 'maar die waren een beetje mislukt. Met de huidige technieken zou je veel betere resultaten kunnen boeken.'

Het was een genot om Waters te horen praten. De man sprak in een rap tempo en vol enthousiasme. De Q&A duurde ruim een halfuur, waarna de filmmaker in het Theehuis nog even ging zitten om dingen te signeren.

Michael Minneboo
The Beatles en Funny People
Funny People 2
The Beatles

Vanaf zaterdag begint de Beatles-week bij de BBC. En ook de film Funny People die 3 september in première gaat, bevat enkele rake (solo) Beatlenummers. Persoonlijk kan ik geen genoeg van ze krijgen, The Beatles. De band mag dan sinds november 1969 uit elkaar zijn, er gaat bijna geen week voorbij zonder dat er niet een van hun albums in de la van de cd-speler ligt te draaien. Tijdloos vind ik ze en tot op de dag vandaag inspirerend.

Zo denkt regisseur Judd Apatow er kennelijk ook over: hij gebruikte maar liefst drie liedjes van Beatles in zijn nieuwste film Funny People. In Funny People krijgt stand-upcomedian George Simmons (Adam Sandler) te horen dat hij ernstig ziek is en nog maar kort te leven heeft. Hij huurt opkomend talent Ira Wright (Seth Rogen) in als persoonlijke assistent en grappenbedenker, want Simmons besluit na jaren flauwe Hollywood-films gemaakt te hebben het standup circuit weer in te gaan. Wanneer Simmons afscheid heeft genomen van vrienden en familie, en in het bijzonder met zijn ex Laura op wie hij nog steeds gek is, blijkt hij op wonderbaarlijke wijze genezen te zijn. Simmons krijgt een tweede kans en besluit om zijn ex voor zich terug te winnen. Hij is van plan om niet langer de egoïstische eikel te zijn die hij altijd was, maar of hem dat gaat lukken is nog maar de vraag.

Slechte dag
De film begint met Paul McCartney's 'Great Day' van het album Flaming Pie (1997). Het liedje wordt ironisch gebruikt, want we zien tijdens de openingssequentie hoe Simmons zijn bed uit komt op de dag dat hij te horen krijgt dat hij ernstig ziek is. Voor hem is het dus niet zo'n beste dag.

Op een gegeven moment huurt Simmons sessiemuzikanten in om thuis mee te jammen. Het nummer dat hij speelt is 'Real Love' van John Lennon. Hij voelt zich zielig en alleen. Voor wie de songtekst erbij pakt is het niet moeilijk voor te stellen dat Simmons dit liedje zingt voor zijn ex Laura (Leslie Mann):

All my little plans and schemes
Lost like some forgotten dream
Seems like all i really was doing
Was waiting for you

Overigens werden er tijdens de opnames acht tot tien nummers opgenomen tijdens de jamsessie omdat Apatow in de montage wilde zien welk nummer het beste zou passen. 'Photograph' van Ringo Starr is ook opgenomen en zal waarschijnlijk op de extra's bij de dvd zitten. Ook komt in de film John Lennons 'Watching the Wheels' nog ergens voorbij.

Van komedie tot relatiedrama
Helaas is de film Funny People niet van dezelfde kwaliteit als de gebruikte nummers. Hoewel het uitgangspunt een boeiende film kan opleveren, is de derde rolprent van Apatow erg uit balans. Het begint allemaal goed en de comedians doen hun naam eer aan met goede grappen. Halverwege slaat de film om van zwarte komedie in een tenenkrommend familiedrama waar nog maar weinig om te lachen valt. Wanneer Simmons weer beter is en naar het huis van zijn ex afreist om alles weer recht te breien, stuit hij op haar huidige echtgenoot. Deze wordt gespeeld door Eric Bana. Bana slaagt erin de ongeloofwaardigste Australiër ooit neer te zetten. Een hele prestatie als je je bedenkt dat Bana zelf Australiër is. Overigens is met de rest van de cast weinig mis. Sandler speelt deze dramatische rol vol overtuiging en de cameo's van bekende Amerikaanse grappenmakers zijn vermakelijk en verlenen het verhaal een zekere geloofwaardigheid.

Had Apatow maar wat meer de mes in de film gezet en het credo less is more in zijn achterhoofd gehouden. Zijn levenlange fascinatie met stand-upcomedians had hem toch moeten leren dat een goede grap valt of staat met de timing waarin deze verteld wordt. Een afgeslankte filmversie was ongetwijfeld beter geweest. Funny People draait sinds 3 september in de Nederlandse bioscoop.

Beatles-week
Maar goed, we hadden het over de vier jongens uit Liverpool. De komende week is het Beatles-week op de BBC 2&4. De aanleiding hiervoor is de computergame The Beatles Rockband die woensdag 9 september uitkomt. De gamer kan net als bij Guitar Hero met een plastic gitaartje meespelen met geanimeerde bandleden. Ook komen er een reeks remasters uit.

Op de BBC wordt onder andere de documentaire The Beatles on Record uitgezonden. In de acht jaar sinds hun eerste stappen in de Abbey Road Studio in 1962 maakte de Beatles een hele groei door als muzikanten, een ontwikkeling die is vastgelegd in de studioalbums die ze in die jaren maakten. De documentaire brengt die studiojaren in beeld met zeldzaam archiefmateriaal, foto's en outtakes. The Beatles vertellen in hun eigen woorden hun geschiedenis.

Over de mythe dat The Beatles zouden hebben bijgedragen aan het uiteenvallen van de Sovjet Unie gaat de documentaire Storyville: How the Beatles Rocked the Cremlin. Ook de film Help! (Richard Lester, 1965) wordt weer eens vertoond. Dit keer in gerestaureerde versie.

Dus eigenlijk hoeft u helemaal de bioscoop niet in deze week. Er is genoeg Beatles-vertier bij de BBC. Misschien moet u alleen even de deur uit om de soundtrack van Funny People aan te schaffen.

Trailer Funny People:

Michael Minneboo
GI Joe: The Rise of Cobra
*****
Beter dan Transformers!
GI Joe

Het ligt voor de hand om neerbuigend te doen over het bronmateriaal van GI Joe: een tekenfilmserie die werd gemaakt om een speelgoedlijn van actiefiguurtjes en accessoires aan kinderen te verkopen. Films met een soortgelijke oorsprong leveren immers, zelfs voor popcornfilms, vooral laagwaardig hersenloos vermaak op. Films zonder noemenswaardig plot met personages die slechts dienen als visueel behang. De Transformer-reeks bewees recent nog hoe laag het medium cinema kan zinken. Ik had mijn portie na het overbodige eerste deel al gehad.

De recensies van Transformers 2 waren zo zuur dat filmmaatschappij Paramount bij het uitbrengen van GI Joe: Rise of the Cobra besloot om alleen een selecte groep journalisten, die schrijven voor positief ingestelde blogs en filmwebsites, uit te nodigen. De rest van de Amerikaanse filmjournalistiek krijgt de film pas te zien na de première. Paramount wil op die manier voorkomen dat negatieve recensies het bioscooppubliek zou ontmoedigen de film te gaan kijken. Ondanks de slechte recensies dook het publiek massaal de bioscoop in om Transformers: Rise of the Fallen te gaan zien. Vice-voorzitter Rob Moore van Paramount Pictures liet via filmblad Variety weten dat hij wil dat ‘het publiek de film definieert’, in plaats van de filmpers. Natuurlijk is deze actie van Paramount ook een prima manier van publiciteit genereren, al is hiermee wel een vreemde precedent geschapen waarvan de consequenties voor de filmkritiek nog niet te overzien zijn.

Terug naar GI Joe: The Rise of Cobra. Het maakt niet uit dat het bronmateriaal een simpele tekenfilmserie is die draait om een militair eliteteam dat de strijd aan gaat met een terreurorganisatie die uit is op wereldheerschappij, want in principe moet een goede regisseur van ieder onderwerp een boeiende film kunnen maken. We weten immers allemaal dat het verhaal over de midlifecrisis van Lester Burham (Kevin Spacey) in American Beauty bijzaak was en dat de film werkelijk draaide om het plastic zakje dat danste in de wind. En was het vermakelijke, zo niet geniale Mars Attacks van Tim Burton niet gebaseerd op een serie kauwgomplaatjes?

Goedbedoelde Soap
Stephen Sommers (regisseur van The Mummy en Van Helsing) heeft dan ook duidelijk zijn best gedaan met GI Joe. In tegenstelling tot collega Michael Bay neemt hij het bronmateriaal serieus genoeg en probeert tussen de actiesequenties door de hoofdpersonages enige achtergrond te geven. Via flashbacks krijgen we te zien wat hun motivatie is. Ook houden regisseur en scenaristen de conflicten tussen de personages zoveel mogelijk op het persoonlijke vlak: Ana (Sienna Miller), de verraderlijke schoonheid aan de kant van schurk McCullen, heeft een persoonlijke vete uit te vechten met soldaat en ex-vriendje Duke (Channing Tatum). Duke slaagde er namelijk niet in om ondanks zijn belofte Ana's broertje heelhuids van het front thuis te brengen. Dat de Schotse wapenhandelaar McCullen (een verrassende over-de-top rol van Christopher Eccleston die eerder Doctor Who nieuw leven in blies) Frankrijk kiest als doelwit voor een revolutionaire bom heeft alles te maken met wat dit land zijn voorouders heeft aangedaan. En zelfs de zwijgzame ninja Snake Eyes heeft een persoonlijke vete te bevechten. Dat de persoonlijke beslommeringen de gemiddelde soapaflevering niet overstijgen en verder niet veel om het lijf hebben, doet er niet toe. Centraal staan immers de special effects en actiescènes. Ook op dat vlak scoort de film redelijk.

Team America
De actiesequentie in het midden van de film, waarin de Joe's proberen te verijdelen dat Cobra Parijs met de grond gelijkmaakt, zit bijvoorbeeld vakkundig in elkaar. Al doet het geheel wel denken aan de film Team America, waarmee South Park-bedenkers Trey Parker en Matt Stone het Amerikaans militairimperialisme op de hak namen en waarin menig nationaal symbool tegen de vlakte ging. In beide films haalt de Eiffeltoren de eindcredits niet. In wezen ging met het hilarische Team America (2004) de parodie van GI Joe de film van Sommers ruim voor.

Hoewel de parodie veel leuker is dan GI Joe zelf, scoort GI Joe: The Rise of Cobra binnen het genre van onzinnige filmadaptaties, mede door de lage verwachtingen die gelijksoortige films als Transformers geschapen hebben, dus helemaal zo slecht nog niet. Toch knap als je je beseft dat deze infantiele video de inspiratiebron is van de film:

GI Joe: The Rise of Cobra draait vanaf 13 augustus in de bioscoop.

Michael Minneboo
Ultieme tienerfilmregisseur John Hughes sterft op 59-jarige leeftijd
John Hughes

De Amerikaanse filmmaker en scriptschrijver John Hughes is niet meer. Donderdag 6 augustus overleed hij op 59-jarige leeftijd aan een hartaanval in New York. Wederom een droevige dood van een creatieve grootheid dit jaar.

Met films als Pretty in Pink, The Breakfast Club en Ferris Bueller’s Day Off, sprak hij de jongeren van de jaren tachtig aan. Hughes toonde ons innemende, gewiekste tieners met al hun angsten en onzekerheden en rebelsheid. Hij introduceerde acteurs als Molly Ringwald, Anthony Michael Hall, Ally Sheedy en Judd Nelson. Van de tienerflicks maakte The Breakfast Club op mij persoonlijk de grootste indruk. Het is ook nu nog boeiend om te zien hoe Hughes de tieners met uiteenlopende karakters naar elkaar toe laat groeien tijdens een zaterdag nablijven op school. Al ben ik Hughes ook zeer dankbaar voor het casten van Kelly LeBrock in Weird Science: toen nog een hot MILF with a British accent die mijn jongenshartje sneller deed kloppen.

Hughes bereikte zijn creatieve piek in de jaren tachtig als regisseur en scenarist. Een creatieve periode die wat mij betreft ten einde kwam met de Home Alone-reeks: Hughes schreef het script van de eerste en derde film uit de filmserie waarin Macaulay Culkin het irritante jochie speelt dat door zijn familie thuis wordt achtergelaten. Daarna schreef Hughes vooral nog van dit soort flauwe familiefilmgarnituur. Meuk als Beethoven, Baby's Day Out en Flubber.

John Candy
Jammer, want Hughes was ook in staat om hartverwarmende personages te creëren zoals Del Griffith in Planes, Trains & Automobiles. Misschien wel de beste rol die John Candy ooit speelde. Candy en Steve Martin zijn in deze film perfecte tegenpolen die noodgedwongen samen op reis moeten. De snobistische Martin probeert koste wat kost op tijd bij zijn gezin te komen voor Thanksgiving, en kan in het begin Griffith, de onhandige maar goedbedoelende vertegenwoordiger van douchegordijnringen, niet uitstaan. Uiteraard ontstaat er een band tussen beide heren terwijl ze op weg naar huis door half Amerika reizen. Typisch zo'n film met het hart op de juiste plek. En tevens een mooi voorbeeld van hoe Hughes films maakte waarin tegenpolen elkaar vinden. Hoewel ik de tienerkomedies van Hughes ook koester, blijft Planes, Trains & Automobiles mijn favoriete film van deze filmmaker.

Ode aan Hughes
Filmregisseur en stripschrijver Kevin Smith bracht wat mij betreft de mooiste ode aan het oeuvre van Hughes. Smiths personages Jay & Silent Bob reizen in de strip Chasing Dogma af naar de staat Illinois. Ze kennen de tienerfilms van Hughes van binnen en buiten en concluderen dat er op de high school in het stadje Shermer, de locatie van de meeste films, nooit een dealer te zien is. Ze zien Shermer dus als de perfecte afzetmarkt voor hun wiet. Totdat ze er na een lange reis achterkomen dat het plaatsje Shermer volledig fictief is. De ideale tienerwereld van Hughes mag dan zeer herkenbaar zijn geweest voor de generatie in de jaren tachtig, ze is fictief. Maar dankzij John Hughes wel bereikbaar via het witte doek.

Michael Minneboo
Infamous
*****
Nog eens Capote
Infamous cover
Infamous Toby Jones

Wanneer de eigenzinnige en flamboyante schrijver Truman Capote in de krant leest dat een gezin in Kansas op brute wijze is vermoord, is hij meteen geïntrigeerd. Samen met zijn vriendin en collegaschrijfster Nelle Harper Lee trekt hij naar het stadje van de misdaad om onderzoek te doen voor een artikel. Hij maakt kennis met de plaatselijke bewoners, de sterke arm en de twee moordenaars: de twee jongemannen die bij het gezin inbraken in de hoop er met een grote geldbuit vandoor te gaan. Truman voelt dat dit materiaal rijk genoeg is voor een boek - dat het eerste nonfictieboek in de vorm van een roman zal zijn - en raakt gedurende zijn onderzoek steeds meer betrokken bij de daders. Met een van hen, Perry Smith, krijgt de homoseksuele schrijver een ambigue vriendschap.

Mocht dit verhaal u bekend in de oren klinken, dan kan dat kloppen: regisseur Bennet Miller verfilmde dit waargebeurde relaas in de film Capote (USA, 2005). Philip Seymour Hoffman gaf daarin op overtuigende wijze gestalte aan de excentrieke schrijver en won er terecht een Oscar en Golden Globe mee. Infamous van regisseur Douglas McGrath, die zelf het scenario pende naar aanleiding van het boek Truman Capote van de schrijver George Plimpton, werd iets later gefilmd en kwam na Capote in de bioscoop. (Een uitgebreide recensie van die film kunt u hier lezen.) Nu komt het natuurlijk wel vaker voor dat er in Hollywood meerdere projecten tegelijk worden geproduceerd waar hetzelfde verhaal aan ten grondslag ligt. Ten tijde van Robin Hood: Prince of Thieves (met Kevin Costner, weet u nog?) kwam er ook een andere Robin Hood-film uit. Hetzelfde is het geval met Milos Formans Valmont, die net uitkwam na het succesvolle Dangerous Liaisons van Stephen Frears.

Komisch figuur
Het ligt voor de hand om beide films tot in detail met elkaar te gaan vergelijken. Ik wil me hier beperken tot enkele verschillen omdat die goed aangeven dat de toon en invalshoek van Infamous toch heel anders zijn dan die van Capote. Infamous is op verschillende fronten minder subtiel dan zijn voorganger. De Truman Capote van Toby Jones is extraverter homoseksueel en kinderlijker dan Hoffmans versie. Hij wordt, zeker in het begin van de film, meer uitgespeeld als een komisch personage. Hoewel beide versies met gevatte oneliners op de proppen komen.

De relatie tussen moordenaar Perry en Truman is ook explicieter. We zien Truman op een gegeven moment met hem zoenen, terwijl Perry hem eerder nog bedreigde met verkrachting. De relatie tussen Truman en Perry was in Capote afstandelijker, waarbij de schrijver vooral genegenheid leek te veinzen om de informatie voor zijn boek los te peuteren. Overigens levert Daniel Craig als Perry een prachtige prestatie en zet de moordenaar tegen wil en dank enerzijds neer als een bedreiging voor Capote, maar anderzijds als een jongen die vecht met zijn seksuele geaardheid. Hierdoor krijgt Perry iets teders. Het uitdiepen van de relatie tussen Perry en Truman maakt dat Infamous een goede aanvulling is op Capote. Daarbij kan het natuurlijk nooit kwaad om meerdere kanten van een verhaal tot je te nemen, daar de waarheid ongetwijfeld ergens in het midden zal liggen.

Bekende koppen
Met een sterrencast met grootheden als Sigourney Weaver, Sandra Bullock, Jeff Daniels en Daniel Craig is dit duidelijk de Hollywood-versie van het verhaal ten opzichte van de meer ingetogen arthousefilm die Miller maakte. Toch maakt dat Infamous niet meteen de mindere versie. Regisseur McGrath laat de komedie-elementen aan het begin van de film op subtiele wijze plaatsmaken voor een ernstiger toon, en vertaalt op die manier de verandering die in Capote plaatsvindt. De vrolijke socialite en roddelkoning, die altijd aandacht kreeg door zijn afwijkende voorkomen en gevatte anekdotes, raakt in zichzelf gekeerd en komt de inspanning die het schrijven van In cold blood van hem vergt nooit meer te boven.

Te expliciet
Waar Infamous wat mij betreft de plank misslaat zijn de scènes waarin de hoofdrolspelers worden geïnterviewd over Capote. Aan bekenden van de schrijver wordt gevraagd een karakterschets te geven om de film een documentair tintje te geven. (Hierin nekt zich de sterrencast volledig, want de kijker ontkomt niet aan de bekende Hollywoodkoppen die historische figuren imiteren.) Het is een trucje om bepaalde thema's en motieven van Capote nog eens te verduidelijken. Het wordt daardoor allemaal te uitleggerig. Harper Lee (Sandra Bullock) zegt - en kijkt daarbij rechtstreeks in de camera - dat bij de executie van de daders ook Truman eigenlijk is gestorven. Overbodig, want dat Capote na de publicatie van In Cold blood nooit meer een roman heeft kunnen schrijven wordt ook door het beeld gecommuniceerd. Jammer dat McGrath niet meer vertrouwde op de intelligentie van zijn publiek en de visuele kracht van de cinema.

Infamous verscheen al eerder op dvd, maar is sinds kort uit in een goedkopere uitgave en een slank doosje. (Lumière Home Entertainment)

Infamous Daniel Craig
Michael Minneboo
Nieuwe producent Nederhorrorfilms aangekondigd
Jan Doense gaat films maken

Gaat het ooit nog goed komen met de horrorfilm in Nederland? Misschien met de nieuwe productiemaatschappij House of Netherhorror die deze week werd aangekondigd tijdens het filmfestival Cannes. Er staan vier lowbudgetfilms gepland voor volgend jaar.

House of Netherhorror zal zich zich exclusief gaan toeleggen op het maken van Nederlandstalige horrorfilms. De productiemaatschappij is een initiatief van producenten Jan Doense en Herman Slagter.

Eind vorig jaar namen producenten Jan Doense (Film Events, Amsterdam) en Herman Slagter (Riverpark Film, Rotterdam) het initiatief tot een rondetafelgesprek waaraan diverse getalenteerde Nederlandse filmmakers met een voorliefde voor het horrorgenre deelnamen. Hieruit ontstond het plan om de handen ineen te slaan voor vier low-budget horrorfilms, die als pakket gefinancierd en geproduceerd zullen worden.

Vooralsnog zijn er vier projecten geselecteerd:

BIJLMER VOODOO Een film van Barend de Voogd (Zombeer) en Erwin van den Eshof (Doodeind). Een vluchtelingenadvocate raakt in Amsterdam Zuid-Oost verzeild in een duistere wereld van mensenhandel, slavernij en voodoo.

GROENE TANDEN Een film van Chris W. Mitchell (The Prodigal Son, Birthday Boy). Een groep wildkampeerders strandt in het bos en raakt in de greep van een mythologisch wezen, dat huist op de bodem van een meertje.

NIEUW BLOOD Een film van Edwin Visser en Frank van Geloven (Necrophobia, SL8N8). Een geheim onderzoek naar een revolutionair geneesmiddel tegen kanker en Aids leidt tot een epidemische uitbraak van vampirisme.

KINDEREN VAN HET VEEN Een film van Richard Raaphorst (Zombi 1, Popo). Een gezin dat de drukte van de grote stad verruild heeft voor de rust van het platteland, raakt in de problemen wanneer de vader onder de invloed raakt van hallucinerende paddenstoelen.

House of Netherhorror
Michael Minneboo
X-Men Origins: Wolverine
*****
Onbevredigend solo-avontuur
Wolverine cast
Wolverine

Wolverine, de sympathieke rauwdouwer met opvallende coupe en klauwen die net zo scherp zijn als zijn cynische opmerkingen, was natuurlijk al de ster van de eerste drie X-Men-films. In die filmreeks transformeerde hij van een loner tot teamplayer. Regisseur Bryan Singer maakte handig gebruik van Wolverine's status van nieuweling onder de buitenbeentjes: Logans eerste stappen in de wereld van de X-Men was voor het publiek een prima manier om bekend te geraken met de wereld van de mutanten: mensen met aangeboren krachten die verguisd worden door de samenleving.

Een tweede meesterlijke zet van Singer was het casten van Hugh Jackman in de rol van Wolverine/Logan. De rol was de Australische acteur op het lijf geschreven. De zes klauwen van de mutant zaten Jackman zo lekker dat hij wel trek had in een nieuw avontuur. X-Men Origins: Wolverine is de eerste in een nieuwe serie mutantenfilms waarin de oorsprong van de personages uit de doeken wordt gedaan.

Een van de leidraden van de eerste drie X-Men-films was het feit dat Logan zijn verleden probeerde te achterhalen. In X-Men 2 leerden we al hoe hoe Logan zijn adamantium (een onbreekbaar soort staal) skelet en klauwen kreeg en dat hij door zijn helende krachten veel ouder is dan hij eruit ziet. Met X-Men Origins: Wolverine zou er dieper op de oorsprong van Logan worden ingegaan.

Vadermoord
De film van regisseur Gavin Hood begint dan ook goed: ergens halverwege de negentiende eeuw, op het moment dat Logans krachten zich voor het eerst manifesteren (bij mutanten is dat de pubertijd). Als de vader van de jonge Logan wordt vermoord, ontbrandt de jongen in een grenzeloze woede en schuiven er een zestal scherpe botten uit zijn vuisten waarmee hij de moordenaar uit zijn lijden verlost. Samen met broer Vincent (Liev Schreiber) vlucht Logan het huis uit. Ze worstelen zich vervolgens door maar liefst vijf oorlogen tot ze tijdens de Vietnamoorlog worden gerekruteerd door William Stryker (Danny Huston) om deel uit te maken van een special taskforce met mutanten. Uiteindelijk keert Logan dit leven vol dood en verwoesting de rug toe om hout te gaan hakken en samen met zijn prachtige vriendin Kayla (Lynn Collins) in een schilderachtig hutje in de wouden van Canada te gaan wonen. Uiteraard wordt de idylle verstoord als Vincent en Stryker weer van zich laten horen. Dit alles leidt tot het moment waarin Logan zich vrijwillig aanmeldt om met het Weapon X-programma mee te doen.

De grootste handicap van X-Men origins: Wolverine is het feit dat het een prequel betreft: we weten wat er na de film met Wolverine gebeurt, derhalve zijn bepaalde uitkomsten van het verhaal voorspelbaar. Dat hoeft geen probleem te zijn als scenarioschrijvers de aanloop tot deze uitkomsten zo interessant mogelijk maken. Daarin zijn ze niet geslaagd. David Benioff en Skip Woods leverden een script in dat op sommige plaatsen erg onlogisch en gekunsteld in elkaar steekt en daardoor soms meer vragen oproept dan beantwoordt.

Een gemiste kans wanneer je je bedenkt dat er genoeg inspirerende stripverhalen omtrent Wolverine zijn gemaakt. (Wat dat betreft heeft het personage een prachtige ontwikkeling doorgemaakt van de doelgerichte heethoofd die in 1974 debuteerde in een Hulk-comic tot het gelaagde personage dat hij kan zijn wanneer hij geschreven wordt door vaklui als Christopher Claremont en Peter David.)

Broedertwist
De film mag dan in het verleden van Wolverine en diens motieven duiken, de plot ontbeert diepte. De relatie tussen Logan en zijn broer Vincent (die later Sabretooth wordt) had op dramatisch vlak beter benut kunnen worden, ware het niet dat broerlief slechts als motiefloze slechterik wordt gepresenteerd. Wat dat betreft had Sabretooth net zo goed niet Wolverine's broer kunnen zijn - een feit dat nooit vermeld werd in de andere films en dus speciaal voor deze aflevering is bedacht. De grote confrontatie tussen Logan en Vincent - waarbij Vincent met zijn beestachtige lange nagels de duistere versie van Wolverine is - lost zijn belofte niet in en blijft onbeslist. Uiteindelijk komen de knokpartijen neer op het laten zien wie de grootste, euh, klauwen heeft.

Maar beste lezer en stripliefhebber, het is niet allemaal kommer en kwel als het om deze stripverfilming gaat. Er zitten een paar prima actiesequenties in Wolverine. Het shot waarin Wolverine bovenop een vliegende helikopter springt herinnert aan de prachtige geïllustreerde acties uit de comics. De climax waarin Wolverine en Vincent het opnemen tegen Deadpool (Ryan Reynolds), die krachten van diverse mutanten in zich verenigt, is spectaculair, al wordt ook deze confrontatie niet tot maximaal uitgespeeld. Ondanks de cameo van enkele bekende X-Men-personages blijft het open einde, inherent aan een prequel, onbevredigend.

Onbevredigend is het woord waarmee dit eerste solo-avontuur van Wolverine getypeerd kan worden: een dergelijk boeiend personage verdient een beter doordachte origin story.

----

X-Men origins: Wolverine draait vanaf 28 april in de bioscopen.