Peter Moerenhout
Wat Wij Moeten Weten - Willy Linthout
*****
Deel 1: Solden in Griekenland - Deel 2: De ingreep (De Bezige Bij/Oog & Blik)
In 2007 en de daaropvolgende jaren gooide Willy Linthout hoge ogen met zijn stripreeks Het jaar van de olifant. Onder deze titel vertelde hij het gefictionaliseerde relaas van hoe hij en zijn omgeving omgingen met de zelfmoord van zijn zoon Sam. De reeks Wat wij moeten weten is in zekere zin een spin-off van Het jaar van de olifant. Willy’s alter ego, Karel, duikt ook in deze stripreeks op.

Wat wij moeten weten draait echter meer rond de moeder en de twee broers van Karel. We krijgen dus een inkijkje in de ruimere familiecirkel van Karel Germonprez. “Moedre” leeft samen met haar zoon Valère in een stil en rustig Vlaams dorp. In de eerste twee delen van de stripreeks wordt er vooral op hen gefocust. Valère is een jonkman die nog steeds bij de steeds meer met haar gezondheid sukkelende Moedre inwoont. Linthout weet de relatie tussen de twee zeer scherp te beschrijven. Valère en Moedre lopen dag in dag uit op elkaar te kankeren, maar onderhuids broedt een duidelijke liefde voor en afhankelijkheid van elkaar. Broer Roger is gelukkig getrouwd en komt semiwekelijks over de vloer bij Moedre, alwaar hij zich te goed doet aan een sloot of twee alcohol. Dat alcoholgebruik lijkt zich te ontwikkelen als een tweede verhaallijn in de strip.

Chronologisch gezien speelt deze strip zich af voor en tijdens Het jaar van de olifant en handelt hij eveneens over de repercussies daarvan. In Wat wij moeten weten wordt er echter meer ingezoomd op wat dat met Moedre en de rest van de familie doet. Linthout schetst in deze strip het simpele dorpsleven dat mij persoonlijk zeer bekend voorkomt: blijven plakken in dorpscafés, argwaan tegenover “De grote stad”, de bakker die aan huis komt leveren, … Het feit dat dat gevoel van herkenning bij mij in zo’n grote mate aanwezig was bewijst dat Linthout zijn tableau op voortreffelijke wijze weet te scheppen. Mensen die De helaasheid der dingen gelezen of gezien hebben zullen eveneens enkele thematische gelijkaardigheden ontdekken. Denk nu niet dat deze strip een doorslag is van De helaasheid… Het verhaal dat Linthout vertelt is van een totaal andere orde en bovendien heeft niemand het monopolie op het kleindorpelijke drama. Wat het meeste opvalt aan de strip en waar ik het meeste van genoten heb is het surrealisme dat Linthout, meer nog dan in Het jaar van de olifant in het verhaal binnensmokkelt. Zo is Valère een onverbeterlijke knutselaar die de zotste gebruiksvoorwerpen in elkaar flanst. Ik wil niets verklappen maar hetgeen hij uitvindt om Moedre uit zijn persoonlijke lade te houden heeft hilarische gevolgen.

Ook een goede vondst is het regeltje tekst waarmee Linthout elk hoofdstuk afsluit. Dit is meestal een droge, puur praktische en beschrijvende zin die op komische wijze iets over het gehele stripverhaal zegt. Linthout hanteert voor deze strip dezelfde stijl als voor Het jaar van de olifant en presenteert ons zijn afgewerkte potloodschetsen. Deze zet verhoogt de geloofwaardigheid van het verhaal want hoewel hij op dezelfde cartooneske manier als voor zijn Urbanusstrips tekent is het juist dat rauwe en onafgewerkte dat de gebeurtenissen realistischer doet overkomen. Wat wij moeten weten verenigt het komische met het tragische en weet op beide vlakken de juiste noten te raken. In principe weet Linthout de humor, de setting, de stijl en de thematiek van Het jaar van de olifant en de Urbanusreeks te vermengen met elkaar. En tot nog toe pakt die mayonaise zeer goed.