*****
(Oog & Blik)
Een boek zonder korte inhoud op de achterkant. Verfrissend vind ik dat. De korte inhouden op boeken, strips, DVD’s en dergelijk hangen meestal aaneen van slecht geschreven, holle frasen en verraden, in het slechtste geval, ook nog eens belangrijke plotwendingen. Bovendien ziet dit boek eruit als een pakje sigaretten. Nog een plus. Benieuwd naar de inhoud.

Het boek begint met een pagina die doet denken aan de beginscène van Un Chien Andalou. Net als Luis Buñuel waarschuwt Robert van Raffe ons dat alles perceptie is en dat het aangebodene al eens door de filter van de maker gegaan is. Alles wat we lezen gaat ook door onze eigen filter. Meteen stellen we dus de titel van het boek in vraag. Maar dat is niet erg. Het boek doet niet anders dan dingen in vraag stellen. Na de eerste aantal pagina’s: geen voor de hand liggende tekenstijl, afbeeldingen die kant noch wal raken, een quote van een filosoof,… bekroop me de angst dat dit een pedant boek zou worden. Zo eentje waarin de maker dweept met zichzelf en wat er die, oh zo belangrijke, zelf op de lever ligt. Hoe slim en onbegrepen dat, net niet autobiografische, personage wel is. Gelukkig haalt van Raffe zijn hoofdpersonage (zichzelf dus) al snel onderuit en slaat hij aan het relativeren.

Het boek handelt over de jonge van Raffe die op zoek is naar zichzelf, de zin van kunst en het leven en nog wat andere kleinigheden. Dat gebeurt aan de hand van een verhaallijn waarin van Raffe zichzelf in een vlaag van alcohol en zinsverbijstering aan zijn omgeving presenteert als dandy. Zonder echt te weten wat een dandy is. Al snel stapt hij van zijn plan om dandy te worden af. Maar zijn vriendenkring blijft hem aanspreken op zijn eerder over zichzelf afgeroepen levensstijl. Zo frequent zelfs dat van Raffe, self fulfilling prophecy nog aan toe, tenslotte besluit om voluit voor het dandyisme te gaan. En dat heeft zowel hilarische als tot denken aanzettende gevolgen.

Uiteraard is deze rode draad slechts dat: een draad die ons, en van Raffe zelf, uit het labyrinth van het verhaal, het bestaan en de minotaurus moet leiden. Dat klinkt zwaar op de hand maar van Raffe weet net genoeg humor in het verhaal te steken om zijn boek te vrijwaren van te zware pathos of te elitaire en intellectuele shit. Net wanneer we denken dat van Raffe een arrogante eikel en gerateerde intellectueel is steekt hij, letterlijk en figuurlijk, zijn broek af. Net wanneer we denken dat van Raffe teveel nadenkt, zwelgt in zijn “kunstenaarschap”, koketteert met alcoholisme of te diep in zijn navel verdwijnt, ontzenuwt hij de boel met een stukje slapstick. Het hoofdpersonage is niet voor één gat te vangen. Meermaals zal de lezer denken: “Meent hij het nu of houdt hij me aan het lijntje?” Daarin zit de grote kracht en het plezier van dit boek.

De tekeningen zijn niet echt voor de hand liggend. Hoewel de lijnvoering van van Raffe quasi conservatief strak is, voor sommigen onder u waarschijnlijk te strak en tegen het houterige aan, overspoelt hij zijn pagina’s met vormexperimenten aangaande kleur en lay-out. De simpelheid waarmee zijn personages op papier worden gezet gecombineerd met het absurdisme doet af en toe aan Kamagurka denken. De experimenten met zeefdruk aan Olivier Schrauwen. Ook verwijst van Raffe soms naar de in het boek aangehaalde kunstenaars door zijn eigen stijl door hen te laten beïnvloeden op de desbetreffende pagina’s. Dat gaat er bij mij altijd in. Voor wie nog steeds vreest dat dit boek te elitair zou zijn kan ik nog meegeven dat de vlotheid van de dialogen en teksten indruisen tegen wat men zou verwachten van de onderwerpen die in dit boek aan bod komen. Het gebeurt niet snel dat ik een boek van meer dan 200 pagina’s uitlees en geen enkele keer uit mijn roes wordt gehaald door een stramme dialoog of een kromme zin. Een boek voor mensen die van de roes houden dus, van dualiteit en ook van het tegengestelde daarvan.