Peter Moerenhout
Kid Toussaint & Servain - Holly Ann nr. 1: De geit zonder hoorns
*****
(Casterman)
Te veel verkeerde strips lezen kan ervoor zorgen dat ze er langs je oren uit komt. Er wordt namelijk vrij veel troep gepubliceerd en elk genregerelateerd succes wordt klakkeloos gevolgd door een hoop minderwaardige op-de-kar-springers. Ik kan ook amper nog vikings, piraten of ridders zien. Gelukkig schijnt er af en toe een licht door de duisternis.

Holly Ann is een mooie Zuiderse Belle uit New Orleans die, schijnbaar voor haar plezier, misdaden oplost. In dit eerste deel is dat de dubbele moord op een blank kind van rijke afkomst en een wat dommige zwarte jongen. Ze krijgt hulp van een schrijver die naar de stad is afgezakt om er een reisgids over te schrijven. De dynamiek tussen de twee personages doet wat denken aan die tussen Holmes en Watson maar deze reeks lijkt me allerminst het zoveelste doorslagje van Sir Arthur Conan Doyle.
Om te beginnen is er Holly Ann. Sherlock Holmes als vrouw hebben we al eerder gezien maar Holly Ann krijgt in dit eerste deel al meteen zoveel karakter mee van scenarist Toussaint dat alle vergelijkingen met de Britse detective hun doel voorbij schieten. Ze is ook niet zomaar het archetype “sterke vrouw” dat we de laatste 10 à 15 jaar zien opduiken. In veel van die gevallen lijken de makers te denken: “Zo, een sterke vrouw, dat is al uniek genoeg, verdere uitdieping is niet meer nodig.” Zo niet in deze strip.

Tegelijkertijd slagen de makers erin om Holly Ann en haar geschiedenis mysterieus te houden. Alle nevenpersonages in het boek lijken haar te kennen en hebben allemaal een verschillende relatie met of verhouding tot haar. Het zijn net hun reacties en emoties die het personage vlees geven. De setting draagt ook heel wat bij natuurlijk: moerassen, jazz, voodoo, alligators, muggen, de laatste stuiptrekkingen van de slavernij: alle ingrediënten zijn aanwezig om de doorsnee lezer een exotische leeservaring te bezorgen. Toussaint opent de strip ook met een scène die een zeer interessant lokaal gegeven meegeeft én tegelijkertijd de atmosfeer van het verhaal toonzet. Meesterlijk.

Tekenaar Servain zet alles zeer doeltreffend in beeld. Met een vrij krasserige en toch commerciële stijl weet hij vanaf pagina één te overtuigen. Het krasserige van zijn pennetrekken geeft het geheel nog net dat ietsje meer cachet. Zeer goed uitgekiende decors ook: gedetailleerd wanneer dat nodig is om een locatie of sfeer te introduceren, gestileerd en soms zelfs quasi afwezig wanneer de aandacht van de lezer naar de personages moet getrokken worden. De actiescènes in het boek werken dankzij de kadrering en pagina-indeling van Servain ook voortreffelijk. Door de afwisseling van longshots en close ups in kleine prenten spat de beweging en de spanning van de pagina's. Servain kleurt zijn tekeningen zelf in met een vervaagd en soms zelfs vuig palet dat de rauwheid van het verhaal perfect evoceert.

De misdaadplot zit goed in elkaar en heeft een vrij onverwachte en ook grauwe twist op het einde. Dit eerste deel kent dus een afgerond verhaal. Toussaint vind dat blijkbaar niet genoeg en gooit er meteen nog twee plottwists achteraan die meteen ook het genre van de reeks zelf en de Holmes-Watson dynamiek op losse schroeven zet. Zulke auteurs hebben we meer nodig. Auteurs die niet op veilig spelen. Auteurs die het publiek geen voorgekeuwde kost voorschotelen. Begrijp me niet verkeerd: deze reeks is niet vernieuwend, maar ze is perfect gecomponeerd en de auteurs hebben duidelijk de ballen om de platgetreden paadjes links te laten liggen. Grote klasse.