(Strips2Go!)
Het opstarten van een familiestrip is een riskante bedoening in het
Vlaanderen van 2014. De kansen op de, o zo broodnodige, voorpublicatie om
publiek te bereiken zijn bijna nihil. Standaard uitgeverij zet de ene
familiestrip na de andere stop en dan zijn er ook nog de zogenaamde
“nieuwe media” die om de hoek komen loeren om lezers af te
snoepen. Men moet al van goeden huize komen om al dat geweld het hoofd te
kunnen bieden…
Bart Proost, de tekenaar van dit verhaal, blijkt inderdaad een hoog geborene. De Alex de Grote gags waarvan hij eerder al een album uitgaf werden voorgepubliceerd in diverse magazines: Strips2Go!, Strike, P@per, en dan vergeet ik er waarschijnlijk nog wat. En nu betrekt hij scenarist Barcas in het geheel om een eerste lang verhaal van zijn personage op ons af te vuren. Het verhaal is simpel, zoals dat hoort voor dit soort strips: Alex hoopt de sandalen van de god Hermes te bemachtigen om zo zichzelf en zijn troepenkracht een voordeel te geven bij nakende veldslagen. Op de zoektocht naar dat schoeisel beleven Alexander en zijn bende uiteraard tal van dolkomische avonturen. Meer valt er over het verhaal niet te zeggen. Dat doet er zelfs niet toe. De belangrijkste troeven van deze strip zijn de personages, hun eigenaardigheden en de humor die Proost en Barcas daaruit weten te puren. Alexander de Grote is klein en heeft een minderwaardigheidscomplex, legeraanvoerder Hephaestion twijfelt tussen eerbied of erotische gevoelens voor Alexander en de Spartaan Diomedes heeft een fobie die ervoor zorgt dat hij bij de minste aanraking in een blinde en verwoestende toorn ontsteekt.
Proost en Barcas vuren op alle cilinders: woordgrapjes, slapstick, innuendo, en dergelijke meer: het behoort allemaal tot hun arsenaal. De attente lezer zal ook opmerken dat de heren goed gekeken hebben naar hun voorgangers zoals Marc Legendre, Merho, Willy Linthout en Urbanus. Men kan slechtere voorbeelden bedenken. Proost heeft de personages intussen stevig in de tekenpen zitten en trekt alle bekende registers open om de vaart erin te houden: vluchtlijnen, sterretjes boven hoofden die tegen elkaar geslagen worden, stofwolkjes, uitpuilende ogen, overdreven en cartooneske mimiek: alle remmen worden losgegooid. Op bijna elke pagina staan meerdere grappen. Niet elke grap is natuurlijk even geslaagd, maar als men met hagel schiet dan heeft men meer kans om doel te treffen. Met andere woorden: voor elk wat wils. Veel lof dus, maar verwacht geen meesterwerk. Dat beogen de auteurs zelf ook niet. Het doel is entertainen en verstrooien en daar slagen zij met glans in. Conclusie: Ik eet zeer graag kaviaar en oesters, maar niet dagelijks. Een goed bereide spaghetti bolognaise gaat er bijvoorbeeld ook goed in.
Bart Proost, de tekenaar van dit verhaal, blijkt inderdaad een hoog geborene. De Alex de Grote gags waarvan hij eerder al een album uitgaf werden voorgepubliceerd in diverse magazines: Strips2Go!, Strike, P@per, en dan vergeet ik er waarschijnlijk nog wat. En nu betrekt hij scenarist Barcas in het geheel om een eerste lang verhaal van zijn personage op ons af te vuren. Het verhaal is simpel, zoals dat hoort voor dit soort strips: Alex hoopt de sandalen van de god Hermes te bemachtigen om zo zichzelf en zijn troepenkracht een voordeel te geven bij nakende veldslagen. Op de zoektocht naar dat schoeisel beleven Alexander en zijn bende uiteraard tal van dolkomische avonturen. Meer valt er over het verhaal niet te zeggen. Dat doet er zelfs niet toe. De belangrijkste troeven van deze strip zijn de personages, hun eigenaardigheden en de humor die Proost en Barcas daaruit weten te puren. Alexander de Grote is klein en heeft een minderwaardigheidscomplex, legeraanvoerder Hephaestion twijfelt tussen eerbied of erotische gevoelens voor Alexander en de Spartaan Diomedes heeft een fobie die ervoor zorgt dat hij bij de minste aanraking in een blinde en verwoestende toorn ontsteekt.
Proost en Barcas vuren op alle cilinders: woordgrapjes, slapstick, innuendo, en dergelijke meer: het behoort allemaal tot hun arsenaal. De attente lezer zal ook opmerken dat de heren goed gekeken hebben naar hun voorgangers zoals Marc Legendre, Merho, Willy Linthout en Urbanus. Men kan slechtere voorbeelden bedenken. Proost heeft de personages intussen stevig in de tekenpen zitten en trekt alle bekende registers open om de vaart erin te houden: vluchtlijnen, sterretjes boven hoofden die tegen elkaar geslagen worden, stofwolkjes, uitpuilende ogen, overdreven en cartooneske mimiek: alle remmen worden losgegooid. Op bijna elke pagina staan meerdere grappen. Niet elke grap is natuurlijk even geslaagd, maar als men met hagel schiet dan heeft men meer kans om doel te treffen. Met andere woorden: voor elk wat wils. Veel lof dus, maar verwacht geen meesterwerk. Dat beogen de auteurs zelf ook niet. Het doel is entertainen en verstrooien en daar slagen zij met glans in. Conclusie: Ik eet zeer graag kaviaar en oesters, maar niet dagelijks. Een goed bereide spaghetti bolognaise gaat er bijvoorbeeld ook goed in.