Peter Moerenhout
Aimeé de Jongh - Snippers nr. 3: verboden te voeren
*****
(Strip2000)
Aimée de Jongh publiceert nu al meer dan twee jaar, vijf keer per week de strip Snippers in de het dagblad Metro. Strip2000 is zo goed haar stopstrip voor ons te bundelen en intussen zitten ze al aan het derde album in de reeks. De stopstrip is één van de moeilijkste genres in het stripmedium. Daarbovenop komt nog eens dat de Jongh een groot publiek moet weten te bekoren en dat loopt al snel uit op eenheidsworst. Kan zij de valkuilen van het genre ontwijken? We vertellen het u na de break…

De Jongh behandelt in Snippers een thema dat ze goed kent, namelijk zichzelf. Op zich al een goede zet aangezien de strip op die manier herkenbaar blijft. Dikke, lasagna etende katten of Vikingen doen het misschien goed, maar een twentysomething die worstelt met leven, liefde, werk en vegetariërs staat toch nog net iets dichter bij de leefwereld van de gemiddelde lezer. Naast de Jongh zelf speelt ook haar huisgenoot Stef een rol in de strip. Dat vrijwaart de grappen meteen van een teveel aan vrouwelijke thema’s. Niet dat dat nu per se een slecht onderwerp is, maar op deze manier krijgen we een mooie balans voorgeschoteld en ik ben nu eenmaal een neuroot die een stijve krijgt van symmetrie. Het zou makkelijk zijn om zichzelf voor te stellen als een rechtop in het leven staande jongedame, niet van een kleintje vervaard en daadkrachtig. De Jongh kiest er echter voor om zichzelf en haar omgeving voor te stellen zoals we ons allemaal wel eens voelen: klungelaars die het ook niet altijd allemaal weten.

Autobiografische verhaaltjes krijgen snel iets zeurderigs als ze de minder leuke lotgevallen van de hoofdpersonages vertellen. In de grappen van de Jongh zijn zijzelf en Stef vaak de pineut maar in de meeste gevallen roepen ze het onheil en de pointe van de grap over zichzelf af. De oude Grieken wisten het al: hybris gevolgd door de val, de kijkers smullen ervan. Af en toe komt er eens een maatschappelijk thema voorbij zoals tienerzwangerschappen, de obsessie voor gadgets zoals iPhones, apps en Facebook, maar nooit wordt dat belerend of geforceerd. De Jongh komt in het dagelijkse leven in aanraking met deze dingen en dus is het logisch dat ze er ook over bericht. Ze wil hiermee dus niet staan preken, de grap komt eerst. De Jongh wisselt de schijnbaar autobiografische grappen moeiteloos af met van de pot gerukte fantasieën zoals martelingen met gebruikte tampons of een zangwedstrijd voor koeien. Men zou kunnen zeggen dat de stelling dat Snippers herkenbaar is nu wel de prullenbak in kan, maar niets is minder waar. De Jongh vertrekt immers steeds van een onderwerp dat ons allemaal bekend is en vergroot het vervolgens uit tot het fantastische proporties heeft aangenomen.

Maar zijn de strips ook grappig? Volmondig: ja. En dat komt vooral door de subtiliteit die de Jongh aan de dag legt. Geen enkele grap heeft een pointe waarvan je over de grond gaat liggen rollen van het lachen. Eerder vormt er zich een glimlach van herkenning, ontroering en/of weemoed om de lippen van de lezer. Een nog grotere bonus: het niveau wordt constant hoog gehouden, een zeldzaamheid in dagstrips. De Jongh houdt ons met Snippers een lachspiegel voor die de relativiteit van ons eigen kleine bestaan weerspiegelt. Ze maakt ons niet alleen aan het lachen maar zet ons met beide voeten op de grond door de kleine kantjes van de mensheid onder de loep te nemen. Enkel geschikt voor mensen met een hart.