Eric van der Heijden
Henrik Rehr / Gavrilo Princip - De man die WO I ontketende
*****
(Blloan, 232 pagina’s, € 27,95)
De Deen Henrik Rehr maakte een duistere striproman over Gavrilo Princip, de angry young man die honderd jaar geleden in Sarajevo de kroonprins van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie vermoordde. Een maand later stortte Europa zich vol optimisme in WO I. Lukte het Rehr om Princip tot leven te brengen?

Momenten nadat de Bosnische Serviër Gavrilo Princip op 28 juni 1914 aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw heeft doodgeschoten, wordt die ene, inmiddels iconische foto gemaakt van zijn arrestatie. Het ging stripmaker Henrik Rehr (1964) bij het maken van Gravilo Princip - De man die WO I ontketende om alles wat we niét weten over de moordenaar. Dus toont hij het beeld slechts zijdelings, in verregaande staat van grafische verminking. Zijn striproman laat zich lezen als faction, waarbij Rehr zijn fantasie en grafische kwaliteiten loslaat op Princips korte leven.
Hoe de twee kogels uit het pistool van Princip de Grote Oorlog ontketenden, blijft lastig uit te leggen in een paar zinnen. Feit is dat Oostenrijk-Hongarije, een maand na de moord op zijn kroonprins, de oorlog aan Servië verklaarde, waarna Rusland zijn Servische broeders te hulp schoot, Duitsland de zijde van Oostenrijk-Hongarije koos, Frankrijk die van bondgenoot Rusland en Engeland die van Frankrijk. Dit jaar herdenken we het begin van de slachting die volgde en tenminste vijftien miljoen levens eiste.

Bij het openen van de striproman stapt de lezer een asgrauwe wereld in waar de zon - lang voordat de eerste schoten klinken - al door kruitdamp verduisterd lijkt. Vooral in de landschappen en grote platen toont Rehr zich een bevlogen en geraffineerd graficus. De groep waarvan Princip deel uitmaakte, schetst hij als een groep ontevreden jonge mannen, vol hormonen en dadendrang; wanhopig op zoek naar zin en actie in hun bestaan. Inderdaad: de link met het hedendaagse puberjihadisme is snel gelegd. Het levert een oogstrelend, maar helaas langdradig album op.

Rehr weet het kleine leven van Princip op overtuigende wijze te verbinden met de grote gebeurtenissen van die tijd, maar de hoofdfiguren blijven té schematisch om tot leven te komen. Met name de liefdesrelatie tussen Princip en Jelena blijft hierdoor een zielloze voetnoot. Bovendien zorgt Rehrs drang naar volledigheid, zeker wanneer het moment van de aanslag nadert, tot verwarring bij de lezer. Scherpere keuzes in de regie hadden een dunner, maar veel spannender boek op kunnen leveren, en vormen het verschil tussen drie en vijf sterren. Maar mooi blijft het.

Eric van der Heijden
Robbedoes door Y. Chaland
*****
(DUPUIS / hardcover / 260x155mm / 128P / € 22)

IJzeren Harten, de onvoltooide Robbedoes-strip van Yves Chaland ligt na ruim dertig jaar dan toch voor me; gevat in het album Robbedoes door Y. Chaland. Het is een heerlijk vormgegeven oblong boek geworden, met harde kaft en linnen ruggetje. Op het eerste gezicht een relikwie uit de jaren 50, ongetwijfeld zoals de Franse tekenlegende het had gewild.

Misschien heeft de jongste generatie hem niet helder op het netvlies staan, maar begin jaren 80 was de jong verongelukte Yves Chaland (1957-1990) één van de stertekenaars van de Atoomstijl. Binnen dat genre grepen jonge stripauteurs terug op de klassieke Waalse strips uit hun jeugd in de jaren 50. Voor sommige van hen, zoals Joost Swarte, was de exacte Klare Lijn van E.P. Jacobs en vooral Hergé de grote inspiratiebron. Anderen, zoals Chaland en Serge Clerc grepen terug op de zwierige stijl van tekenaars als Jijé, Will en Franquin uit het stripblad Spirou (Robbedoes).

In 1981 vroeg de Robbedoes-redactie jonge hond Chaland om de zieltogende stripserie rond de mascotte van het weekblad nieuw leven in te blazen. De vraag was niet aan dovemansoren gericht. In die dagen werkten er echter tegelijkertijd meerdere tekenaars en scenaristen aan strips rond de roodharige Piccolo. Dat leverde een enorme hoeveelheid gekonkel op ten burele van de redactie én bij Dupuis, de uitgeverij van Spirou/Robbedoes. In het nu verschenen album krijgt journalist José-Louis Bocquet ruim baan voor zijn verhaal over de vele machtsspelletjes die IJzeren Harten uiteindelijk de kop zou kosten. Voordat het zover was tekende Chaland echter 46 zwart-witstroken, die twee-aan-twee in het weekblad verschenen. Zoals vaker in zijn oeuvre heeft het verhaal niet veel om het lijf: samengevat beleven Robbedoes en zijn metgezel Kwabbernoot avonturen in koloniaal donker-Afrika. Maar net als midden jaren 80, toen ik Chalands werk ontdekte in het verdwenen stripblad Titanic, smul ik van de virtuoos gepenseelde, maar nauwkeurig geregisseerde plaatjes en schetsen. Wat een liefde voor het vak en zijn idolen vloeide er door de pen van Chaland! Uitgeverij Dupuis komt er in het verhaal over IJzeren Harten niet al te best vanaf. Des te bewonderenswaardiger dat dit boek er onder hun banier is gekomen.
Eric van der Heijden
De Lijn Klaar?
In de laatste Zone kondigden we het nog aan: De Lijn nieuwe stijl. Uitgegeven door Syndikaat zou het voormalige DIY-stripblad van Johan de Rooij drie keer per jaar gaan verschijnen; op 32 pagina’s, grotendeels in kleur. Bovendien zou het mogelijk worden om een abonnement te nemen. Het klonk prachtig. Het wachten was op het eerste nummer, dat in maart zou verschijnen. Tot begin vorige week…

In de box van een aantal De Lijn-tekenaars belandde een mail die was ondertekend door Marc de Lobie en Auke Deelstra van uitgeverij Syndikaat. De heren stelden dat De Rooij zich niet had gehouden aan deadlines, niet tijdig was begonnen met de werving van abonnees en bovendien verweten ze hem gebrekkige communicatie in het algemeen. Johans voorstel om een kant-en-klare pdf met de vormgegeven inhoud van het blad aan te leveren deed vervolgens de deur dicht: ‘Hij degradeert ons tot een drukker/uitvoerder die wel de financiële lasten heeft, maar geen inspraak in het eindproduct.’ Wel schreven ze de deuren van Syndikaat open te houden voor gemotiveerd talent.

Twee dagen later legde Johan de Rooij in een nog langere mail het probleem hoofdzakelijk bij de vormgeving van Deelstra: vooral over de cover hadden ze het maar niet eens kunnen worden. Na overleg met De Lijn-tekenaars had De Rooij uiteindelijk maar voorgesteld om een kant-en-klare pdf aan te leveren, met dien verstande dat feedback van Syndikaat nog steeds welkom was. De mail die Deelstra en De Lobie daarop verstuurden, met de aankondiging te stoppen met de samenwerking, ontving De Rooij naar eigen zeggen pas een uur nadat de De Lijn-tekenaars die hadden ontvangen.

En nu? Samenwerking lijkt uitgesloten, zo concludeerde ook de Rooij, maar enthousiaste reacties over de inhoud van het nummer dat op stapel stond (De Historische Lijn), heeft hem doen besluiten de draad, oftewel De Lijn, weer op te pakken. Een vergadering volgt binnenkort.
Dat houdt de schade na een bewogen week vooralsnog beperkt tot één verdwenen stripblad van eigen bodem.

(onder: De Lijn oude stijl, september 2009.
rechtsboven: de gewraakte cover van Syndikaat)