Sandra de Haan
Blauwe Pillen - Frederik Peeters
*****
Sherpa, €19,95. Oorspronkelijke titel: Pilules bleues.
De autobiografische graphic novel, er zijn inmiddels hele planken mee te vullen. Het genre is even afwisselend als ‘gewone’ literatuur: van luchtig en humoristisch tot diepzinnig en filosofisch. En van alles daar tussenin. Frederik Peeters neigt met Blauwe pillen duidelijk naar de zwaardere kant van het spectrum. Het onderwerp is dan ook nogal heftig: hij heeft een relatie met een vrouw die seropositief is. Zijn geliefde heeft bovendien ook een zoontje met dezelfde levenslange aandoening. Toch is dit geen deprimerend boek. Wel een aangrijpend en ontroerend verhaal, erg mooi met penseel en inkt getekend bovendien. Heftige gebeurtenissen en dito emoties leveren niet automatisch een goed boek op. Hoe je iets in tekst en beeld vertelt, daar gaat het om en Peeters is een bijzonder goed verteller. Melodramatisch wordt het nergens. Peeters kijkt terug naar hoe hij na lang op afstand verliefd te zijn geweest een relatie krijgt met Cati, een vrouw die in zijn flat woont. Wie herinnert zich niet exact wat je geliefde aan had tijdens het eerste intieme etentje, wat er gegeten werd, welke muziek er op stond? Peeters weet het nog precies en tekent het dan ook precies. Hij zet hiermee een universele ervaring neer. Herkenbaar zijn de angsten en de strubbelingen die in bijna elke relatie voorkomen, wel of geen hiv. Op een zeer filmische manier kiest hij vaak afwijkende ‘camerastandpunten’ om hun ingewikkelde leven in Genève te verbeelden.

Ontroerend zijn de passages waarin hij langzaam, al zoekend naar zijn rol, een tweede vader wordt van de vierjarige Wolfje. De dagelijkse routine van de blauwe pillen, het mengen van medicijnen door Wolfjes eten, die vervolgens luidkeels protesteert. Zijn liefde voor het blonde kereltje spat werkelijk van de pagina’s af. Ook de bezoekjes aan de vriendelijke maar overwerkte huisarts zijn erg goed getroffen. Peeters’ zwierige penseelstijl sluit aan bij de Franse school, maar is toch heel persoonlijk. Wat hij allemaal met gezichtsuitdrukkingen weet over te brengen is jaloersmakend virtuoos, terwijl zijn penseelwerk toch vaak vrij grof is.

Het consequente realisme wordt in de spreekkamer van de dokter plots doorbroken als de piekerende Frederik wordt gerustgesteld: “De kans dat u de ziekte zal krijgen is even klein als de kans dat u in Genève een witte neushoorn zult tegenkomen”. Rara wat er achter de twee geliefden ter plekke opdoemt. Nog verder weg van het realisme is de filosofische dialoog tussen Frederik en een mammoet op wiens rug hij al discussiërend een tochtje maakt. Dit deel doet erg denken aan een stuk uit Werk in Uitvoering van Martijn van Santen, waarin een directeur in gesprek raakt met zijn geweten dat de vorm van een dinosauriërskelet heeft aangenomen. Blauwe pillen is een meesterstuk, niet meer en niet minder.