Peter Moerenhout
Parker Nr. 2, De organisatie - Darwyn Cooke
*****
(Blloan)
In 1962 kwam het eerste Parkerboek van Richard Stark uit. Het was het begin van een omwenteling in het misdaadgenre. Al gauw werd het de norm voor misdaadfictie dat ze rauw geserveerd moest worden, realistisch en onderbouwd. Van de boeken van Stark, die eigenlijk Donald Westlake heette, werden er enkele verfilmd maar op een stripadaptatie moesten we wachten tot 2009.

Darwyn Cooke is geen groentje op het vlak van misdaadstrips en hoewel hij in verschillende toonaarden schrijft, lijkt het laagste en rauwste register zijn voorkeur te genieten. Met De jager leverde hij een zeer goede eerste adaptatie van een Parkerboek af en nu volgt hij die op met De organisatie. Parker (Het hoofdpersonage, duh!) wordt opgejaagd door mannetjes van een gigantisch misdaadsyndicaat. Dat syndicaat heet “De organisatie”. Parker vindt het niet echt aangenaam om doelwit te zijn, hij is meer jager dan prooi, en zet een plan op poten om de organisatie een hak te zetten. Om zichzelf te beschermen en de organisatie af te leiden beslist hij in navolging van Julius Caesar de verdeel en heers-tactiek toe te passen. Hij schrijft brieven, we zijn 1963 dus e-mailen gaat niet, naar een hele rij schimmige vrienden en kennissen en vraagt hen om, allemaal samen, over het gehele land, overvallen op de organisatie plannen. Op die manier moet de organisatie teveel manschappen spreiden en dekken de overvallers elkaar in. Intussen werkt Parker zelf aan een plan om zijn zaakjes met het misdaadsyndicaat op te lossen.

Cooke sloeg in de eerste aflevering al de juiste noten aan en gaat gezwind op hetzelfde elan verder. Deze strip is nogal tekstzwaar omdat er vrij veel monoloog in de mond van een verteller gelegd wordt, maar die is zo spannend en goed geschreven dat dat nooit stoort of de vaart uit de strip haalt. Vermoedelijk zijn veel van de dialogen en teksten rechtstreekse overnames uit de roman waar deze strip op gebaseerd is en is dat de verdienste van Stark zelve. Cooke weet echter duidelijk wat hij juist moet overnemen en wat hij enkel moet verbeelden in de tekeningen. De manier waarop Cooke één en ander in beeld brengt is op zijn minst inventief te noemen. We hebben hier te maken met iemand die het medium van binnen en van buiten kent. Dit boek is een schoolvoorbeeld van technieken die enkel en alleen in strips mogelijk zijn. Vergeet dus maar die boutade dat de strip het kleine broertje van het filmmedium is.

Cooke gebruikt polshorloges om de datum aan te duiden, duidt één en ander qua karakter en voorgeschiedenis van een personage aan de hand van een spelletje monopoly en weet met één enkele spread van een rijdende wagen de gebeurtenissen van 24 uur samen te vatten. Het toppunt zijn echter de vier tussenstukjes middenin deze strip. Cooke beschrijft vier verschillende overvallen die de schavuiten uit Parkers kennissenkring bekokstoven en doet dat telkens op een andere manier en in een andere tekenstijl. Van geïllustreerd proza naar een soort krantenstrip in een stijl die wat weg heeft van The Jetsons tot een met grafieken gelardeerde exposé over hoe een soort illegale lotto georganiseerd wordt. Om duimen en vingers bij af te likken.

Hoewel Cooke in deze interludes van zijn normale stijl afwijkt is zijn hand nog duidelijk herkenbaar. Die gebruikelijke stijl is een evenknie van Starks schrijfstijl: helder en doeltreffend. Cooke weet niet enkel met de gebruikelijke attributen als decor en kledij de sfeer van de jaren zestig op te roepen, ook zijn stijl verwijst ernaar. Denk pin-ups, denk cartooneske personages, denk Mad Men.

Cooke mengt dunne, strakke lijnen op de voorgrond met dikke, grove penseelstreken op de achtergrond en creëert zo een zekere diepte in zijn tekeningen. De grovere decors zorgen voor een perfect tegengewicht voor zijn iets tekenfilmmachtigere figuren. Een meesterzet ook om voor een monochrome blauwe inkleuring te kiezen. Ook de regie van Cooke steekt boven die van vele van zijn vakgenoten uit. Duizelingwekkend rare perspectieven en vreemde shots dragen evenveel bij aan het verhaal en de sfeer als de plot zelf. We zouden bijna gewag kunnen maken van een adaptatie die effectief iets toevoegt aan het geheel, ware het niet dat we daarmee andere, mindere adaptaties in een kwaad daglicht stellen en ik heb geen zin in ruzie met Potter- en/of Twilightfans.

Ook de vertaler krijgt een dikke pluim. Deze strips werden oorspronkelijk in het Engels uitgebracht, de taal bij uitstek voor misdaadromans. Meestal merkt de doorsnee lezer het niet omdat ze enkel Nederlandstalige versies lezen maar heel veel strips worden verpest door een slechte vertaling, (om nog maar te zwijgen van ondertitels bij televisionele recreatie). Hier echter geen slecht gekozen woorden of rare zinsconstructies maar een geloofwaardige flow die je niet uit het verhaal haalt. In het Engels is het derde boek rond Parker al uit en staat het vierde op stapel. Laten wij allemaal bidden tot Blloan dat zij ook deze delen zullen uitbrengen.

Meer recensies van Peter kunt u lezen op zijn blog.