(Barcatproductions)
Ik heb een zwak voor smallpress en uitgaven in eigen beheer. Niet alleen
omdat het opnemen voor de underdog een menselijke reflex is, maar ook en
vooral omdat auteurs in de luwte dingen kunnen maken en uitgeven die
anders, uniek en origineel zijn. Grotere uitgevers zijn nu eenmaal banger
voor financiële missers dan voor eenheidsworst. In de afgelopen weken
vond ik drie uitschieters op mijn bord.
De figuur van Commissaris Moordenaar van Peter Brutin en Matthias Cruyssaert is al in vele gedaantes tot ons gekomen: Als vervolgstrip in Plots Stripmagazine (nooit afgerond), als uitgave in eigen beheer en nu, via smallpress uitgever Barcatproductions in een uitgave die het werk verdient. De eerste verhaallijn, die ik ooit hier besprak, werd uitgegeven op groter formaat, in twee delen en met tal van extra’s. Daar ga ik het hier niet over hebben want Brutin en Cruyssaert brachten ook meteen het eerste deel van een nieuwe verhaallijn uit: Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine.
Alle ingrediënten uit de vorige delen zijn van de partij: een even grote als hilarische cast, absurde humor en grappige dialogen. Over de plot valt weinig coherents te vertellen omdat dit een eerste deel is. Er worden gigantisch veel verhaallijnen uitgegooid. Men kan daar als lezer bang van worden in die zin dat het vermoeden rijst dat de auteurs de draadjes niet aan elkaar zullen kunnen knopen. In het vorige verhaal deden ze dit echter met verve en slaagden ze erin alle opgegooide balletjes vakkundig weer op te vangen. Ik twijfel er niet aan of Brutin en Cruyssaert daar ook met dit nieuwe verhaal in zullen slagen. Meer nog: de ingewikkelde plotlijnen maken deel uit van het plezier deze reeks te lezen.
Gelukkig proppen Brutin en Cruyssaert de strip vol genoeg met andere dingen waaraan de lezer heel wat plezier kan beleven. De dialogen en personages zijn zo grappig en aandoenlijk dat ik het verschillende malen op een proesten zette. De tekeningen zijn zeer expressief, wat bijdraagt tot het medeleven dat de lezer voelt met de figuren in deze strip. Figuren die, net zoals wij allemaal, eigenlijk een beetje sukkels zijn. Vooral de mannelijke figuren dan. De vrouwen in deze reeks zijn bijna zonder uitzondering slimmer, sexier en zelfstandiger dan hun tegenspelers. De tekeningen stralen een ambachtelijkheid en een sfeer uit die doet denken aan het beste dat de Belgische strip vroeger te bieden had. Er zit een soort knuddige, Belgische volksheid in die een onweerstaanbare uitwerking op me heeft. Bovendien zit de strip ook vol met verwijzingen naar Belgische monumenten: Guust Flater, Kuifje, enzovoort. Wat wil je nog meer als rechtgeaarde stripliefhebber?
De figuur van Commissaris Moordenaar van Peter Brutin en Matthias Cruyssaert is al in vele gedaantes tot ons gekomen: Als vervolgstrip in Plots Stripmagazine (nooit afgerond), als uitgave in eigen beheer en nu, via smallpress uitgever Barcatproductions in een uitgave die het werk verdient. De eerste verhaallijn, die ik ooit hier besprak, werd uitgegeven op groter formaat, in twee delen en met tal van extra’s. Daar ga ik het hier niet over hebben want Brutin en Cruyssaert brachten ook meteen het eerste deel van een nieuwe verhaallijn uit: Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine.
Alle ingrediënten uit de vorige delen zijn van de partij: een even grote als hilarische cast, absurde humor en grappige dialogen. Over de plot valt weinig coherents te vertellen omdat dit een eerste deel is. Er worden gigantisch veel verhaallijnen uitgegooid. Men kan daar als lezer bang van worden in die zin dat het vermoeden rijst dat de auteurs de draadjes niet aan elkaar zullen kunnen knopen. In het vorige verhaal deden ze dit echter met verve en slaagden ze erin alle opgegooide balletjes vakkundig weer op te vangen. Ik twijfel er niet aan of Brutin en Cruyssaert daar ook met dit nieuwe verhaal in zullen slagen. Meer nog: de ingewikkelde plotlijnen maken deel uit van het plezier deze reeks te lezen.
Gelukkig proppen Brutin en Cruyssaert de strip vol genoeg met andere dingen waaraan de lezer heel wat plezier kan beleven. De dialogen en personages zijn zo grappig en aandoenlijk dat ik het verschillende malen op een proesten zette. De tekeningen zijn zeer expressief, wat bijdraagt tot het medeleven dat de lezer voelt met de figuren in deze strip. Figuren die, net zoals wij allemaal, eigenlijk een beetje sukkels zijn. Vooral de mannelijke figuren dan. De vrouwen in deze reeks zijn bijna zonder uitzondering slimmer, sexier en zelfstandiger dan hun tegenspelers. De tekeningen stralen een ambachtelijkheid en een sfeer uit die doet denken aan het beste dat de Belgische strip vroeger te bieden had. Er zit een soort knuddige, Belgische volksheid in die een onweerstaanbare uitwerking op me heeft. Bovendien zit de strip ook vol met verwijzingen naar Belgische monumenten: Guust Flater, Kuifje, enzovoort. Wat wil je nog meer als rechtgeaarde stripliefhebber?
(Eigen beheer)
Van een heel andere orde is A Shadowgraphic History van Rino Feys.
In dit boek worden gags gebundeld met een hoofdpersonage dat verdacht veel
weg heeft van de drukletter “R”. Om het allemaal nog wat
moeilijker te maken beweegt R amper en lijkt hij (of zij?) niet te kunnen
spreken. Het lijkt onmogelijk om met die premisse een goed boek te maken
maar Feys weet te verrassen. Zijn gags draaien minder om het personage dan
over het spelen met de vormelementen van het stripmedium en met licht
filosofische overpeinzingen.
Feys tast letterlijk de grenzen van het beeldkader af en speelt met de perceptie van de lezer. Dit alles in een zeer simpele tekenstijl. Laat u niet afschrikken door deze omschrijving, die misschien een arty farty boek doet vermoeden, A Shadowgraphic History is niet per se high brow of moeilijkdoenerij voor de moeilijkdoenerij. Ik durf zelfs stellen dat kinderen die veel strips lezen het grootste gedeelte van de gags zullen begrijpen. Verwacht echter geen luid opborrelende lach, eerder krijg je als lezer bij vele gags een soort Aha-erlebnis die een begrijpende glimlach op uw lippen zal toveren.
Feys tast letterlijk de grenzen van het beeldkader af en speelt met de perceptie van de lezer. Dit alles in een zeer simpele tekenstijl. Laat u niet afschrikken door deze omschrijving, die misschien een arty farty boek doet vermoeden, A Shadowgraphic History is niet per se high brow of moeilijkdoenerij voor de moeilijkdoenerij. Ik durf zelfs stellen dat kinderen die veel strips lezen het grootste gedeelte van de gags zullen begrijpen. Verwacht echter geen luid opborrelende lach, eerder krijg je als lezer bij vele gags een soort Aha-erlebnis die een begrijpende glimlach op uw lippen zal toveren.
(Barcatproductions)
Tegelijk met de drie delen van Commissaris Moordenaar kwamen van
Peter Brutin ook nog drie strips met solowerk uit. Eerst is daar
Glyff een associatieve vertelling zonder woorden, hoewel mooi
getekend en een interessante oefening valt daar weinig meer over te
zeggen.
Vandaar dat ik uw aandacht op de twee delen van Norah Limoen wil
vestigen. In strikte zin is dit verhaal geen echte strip. Er vallen
bijvoorbeeld geen tekstballonnen te bespeuren. Norah Limoen is een
soort fabel geïllustreerd met meestal paginagrote tekeningen.
Het verhaal begint met een gigantische kont die aan het firmament
verschijnt boven de stad waarin Norah woont. Verschillende soorten mensen
reageren op verschillende soorten manieren en wanneer de kont ook de
kringspier begint te lossen gaan er heel wat poppen aan het
dansen.
Norah beslist op onderzoek te gaan en stijgt prompt ten hemel in haar vliegende huis. Dat huis illustreert meteen het fabelachtige karakter van het verhaal: huizen kunnen vliegen, konten kunnen plots uit de wolken tevoorschijn komen en verder stellen we ons daar geen vragen bij. Brutin gaat ver in het creëren van zijn eigen wereld. Achteraan het boek krijgen we een fictieve landkaart voorgeschoteld, hij verzint nieuwe manieren om de dag in te delen, en tal van fantasievol opgebouwde voertuigen, personages en maaltijden maken dat je bij elke nieuwe prent aangenaam verrast wordt.
Brutin brengt met zeer fijne en vloeiende lijnen een sfeer teweeg die doet denken aan de illustraties bij oude sprookjes. Ook een trefzekere manier van arceren draagt hiertoe bij. Eén klein minpuntje wel: het is zeer spijtig dat de teksten niet handgeletterd zijn maar met de computer gedaan werden. Dat haalt je soms wat uit het verhaal. Wie nu denkt dat dit verhaal een flinterdun en vulgair sprookje is, is eraan voor de moeite. Brutin wordt nooit vulgair. Eerder lukt het hem om zeer veel allegorieën en metaforen in zijn verhaal te stoppen. De beste sprookjes en vertellingen zeggen iets over de maatschappij of op zijn minst over de mensheid in het geheel. Norah Limoen draait daar de hand niet voor om. Ik moest zelfs af en toe aan Koning van Katoren denken. Aangezien ik dat allegorisch sprookje in mijn jeugd toch een tiental keer moet gelezen hebben is dat een zeer groot compliment.
Norah beslist op onderzoek te gaan en stijgt prompt ten hemel in haar vliegende huis. Dat huis illustreert meteen het fabelachtige karakter van het verhaal: huizen kunnen vliegen, konten kunnen plots uit de wolken tevoorschijn komen en verder stellen we ons daar geen vragen bij. Brutin gaat ver in het creëren van zijn eigen wereld. Achteraan het boek krijgen we een fictieve landkaart voorgeschoteld, hij verzint nieuwe manieren om de dag in te delen, en tal van fantasievol opgebouwde voertuigen, personages en maaltijden maken dat je bij elke nieuwe prent aangenaam verrast wordt.
Brutin brengt met zeer fijne en vloeiende lijnen een sfeer teweeg die doet denken aan de illustraties bij oude sprookjes. Ook een trefzekere manier van arceren draagt hiertoe bij. Eén klein minpuntje wel: het is zeer spijtig dat de teksten niet handgeletterd zijn maar met de computer gedaan werden. Dat haalt je soms wat uit het verhaal. Wie nu denkt dat dit verhaal een flinterdun en vulgair sprookje is, is eraan voor de moeite. Brutin wordt nooit vulgair. Eerder lukt het hem om zeer veel allegorieën en metaforen in zijn verhaal te stoppen. De beste sprookjes en vertellingen zeggen iets over de maatschappij of op zijn minst over de mensheid in het geheel. Norah Limoen draait daar de hand niet voor om. Ik moest zelfs af en toe aan Koning van Katoren denken. Aangezien ik dat allegorisch sprookje in mijn jeugd toch een tiental keer moet gelezen hebben is dat een zeer groot compliment.