Peter Moerenhout
Toen David zijn stem verloor - Judith Vanistendael
*****
(Oog & Blik - De Bezige Bij)
Judith Vanistendael gooide zeer hoge ogen met haar tweeluik De maagd en de neger. Pers en publiek keken dus reikhalzend uit naar de opvolger en vooral of ze daarmee haar talent zou bevestigen. Hoewel Vanistendael een notoir twijfelaarster is legde ze de lat voor zichzelf meteen nog wat hoger voor Toen David zijn stem verloor: dik 280 pagina’s in kleur.

In deze graphic novel tackelt Vanistendael de duivel met de grote “K”: kanker. David, een reeds bejaarde man, krijgt aan het begin van het boek de diagnose des doods te horen. Wat nadien komt is een prachtig en zich traag ontvouwend drama over hoe David en zijn naaste familie hiermee omgaan. Op de eerste pagina van het boek zien we een stamboom. Daaraan valt te zien dat we hier niet met een doorsnee familie te maken hebben. David is 20 jaar ouder dan zijn (tweede) vrouw, zijn dochter uit zijn eerste huwelijk is een alleenstaande moeder en zijn dochter uit zijn tweede huwelijk zou zijn kleindochter kunnen zijn. Natuurlijk is zo’n “afwijkend” gezin niet zo vreemd tegenwoordig maar menig stripmaker (of andere scheppende kunstenaar) zou met het thema “kanker” wel al genoeg op zijn bord geschept hebben en het bij een doorsnee gezin houden.

Vanistendael belicht deze familiesituatie op zeer verstandige wijze: als de normaalste zaak van de wereld, en dat is het ook. Meer nog: ze gaat er slechts zijdelings op in. Dit gezin bestaat gewoon, met alle eigenheden en speciallekes die voor iedereen opgaan. Het boek is opgedeeld in hoofdstukken waarin we de situatie vanuit het standpunt van de verschillende familieleden kunnen beleven. Deze aanpak bezorgt het boek een grote gelaagdheid en ook de nodige afwisseling. In het bijzonder de onschuld en naïviteit van dochtertje Tamar en haar beste vriendje Max zorgen voor de broodnodige adempauzes. Vanistendael slaagt er in om een boek over kanker leesbaar en betrekkelijk luchtig te houden. Dat wil echter niet zeggen dat het niet schrijnt. Het is echter een bitterzoete pijn. In dit boek wordt door middel van de dood ook het leven en de liefde gevierd. Door te tonen wat de familie zal verliezen toont Vanistendael ook wat de familie had. En wat ze hadden was mooi.

Een gevaar in boeken als dit is dat men te melig of poëtisch wordt. Vanistendael begeeft zich vaak op zeer dun ijs maar slaagt erin om daar slechts bij een enkele scène door te zakken. Slechts eenmaal vond ik het “erover”. Dat is een zeer persoonlijk sentiment en ik kan nogal een stuk chagrijn zijn soms dus de kans is groot dat u, beste lezer, zich er niet aan zal storen. Vanistendael exploreert in deze strip ook verder haar medium. Meer dan in De maagd en de neger experimenteert ze met ritme, camerastandpunten en bladindeling, steeds met groot succes. Vernieuwend is het niet maar men ziet dat de tekenares nieuwe paden wenst te betreden en dat is een vereiste om als kunstenaar interessant te blijven.

Uiteraard is er ook de toegevoegde dimensie van kleur. Vanistendael weet kleur niet enkel te gebruiken als sfeerschepper maar eveneens als symbolische meerwaarde voor bepaalde scènes. De tekenstijl is ruwer en minder uitgewerkt dan in haar vorige boeken. Dat past wonderwel bij haar verhaal. De symbiose tussen deze manier van tekenen en kleuren is zeer geslaagd. Wat Vanistendael deze keer niet in inkt op papier zet vult ze aan met haar kleuren. Het uitgepuurde uiterlijk van de personages is nog steeds vintage Vanistendael en valt te vergelijken met het werk van Quentin Blake, maar dan iets serieuzer. Dit boek is een grote stap vooruit voor Judith Vanistendael en het is een kleine stap voor u naar de stripboer. U begrijpt me wel.