*****
(Castle Face Records)
Thee Oh Sees, de onder liefhebbers zeer geprezen psychedelische lawaaiband uit San Francisco, brengt sneller platen uit dan God kan beluisteren en heeft derhalve wel eens wat moeite met kwaliteitsbewaking. Hun vorige plaatje, Putrifiers II, was bijvoorbeeld, zoals op dit blog destijds ook werd opgemerkt, niet al te best.

Nieuwste boreling Floating Coffin is echter een heel stuk beter. Hierop brengen bandleider John Dwyer en zijn maatjes hun nogal aan de jaren zestig schatplichtige rammelrock buitengewoon vakkundig terug tot wat daarvan de essentie zou moeten zijn: vunzige gitaarriffjes met volle overgave net zolang herhalen tot het hypnotiserend wordt. Flauwekul als oeverloos uitwaaierende gitaarsolo's, in de ruimte rondzwevende synthesizertapijten en andere nonsens blijft deze keer, de hemel zij geprezen, volledig achterwege.

Heerlijk vals stuiteren de gitaarakkoorden door het galmapparaat heen en weer, opwekkend vrolijk huppelen de basjes voort en het gekweel van de zanger doet denken aan de koorzang van engelen waaraan moreel op zijn minst een klein steekje los zit: dit is sixtiespunk zoals Onze Lieve Heer het heeft bedoeld. Floating Coffin klinkt een beetje eng, een beetje vies maar zeer, zeer opzwepend: precies zoals je in 2013, met vijftig jaar geschiedenis achter de kiezen, vindt dat muziek uit de jaren zestig eigenlijk zou moeten klinken. Beluister Toe Cutter/ Thumb Buster en Minotaur.