(Fantomette Records / Clear Spot)
Saxofoniste-zangeres Jessie Evans nam deze plaat deels op in haar
thuishaven Berlijn en deels in Mexico. Ze speelde voorheen in bands die
binnen de punk, goth, new wave en garage opereerden, zoals Subtonix en The
Vanishing. Ze noemt Is it Fire? haar eerste soloproject, maar laten
we dat met een korrel zout nemen: drummer Toby Dammit (Swans, Iggy Pop)
speelt ook mee, samen met Martin Wenk (Calexico), Namosh en Budgie
(Siouxsie & The Banshees). Haar stem heeft in enkele nummers
(toevallig?) ook veel weg van de hese zwoel-zingende diva Siouxsie Sioux.
In elk nummer vormt een feestelijk en opzwepend ritme de basis. Exotische
elementen in overvloed: Afro-beats, Zuid-Amerikaanse blazers en Turkse
percussie. Trekharmonica, Hammond orgel en Spaanstalige teksten maken van
Niños del Espacio een van de betere nummers. De electrobeats
in Class Magic zijn wel wat gewoontjes. De Mexicaanse sfeer die de
trompet in Blood & Silver neerzet is samen met de Spaanstalige
zang best aardig, maar de nummers hebben vaak te weinig dynamiek om de
aandacht vast te houden. Sax en trompet kleuren netjes binnen lijntjes van
de beats.
Evans spiegelt zich aan uitdagende femme fatales als Betty Page (net als Messer Chups doet) en het decadente vooroorlogse Berlijn. De vele extravagante foto’s op MySpace maken duidelijk dat ze meer in een sexy uitstraling en hippe styling geïnteresseerd is dan in goeie liedjes schrijven. Op het nachtclub-podium komt ze daar wel mee weg. Maar op cd, waar ze haar fysiek niet in de strijd kan gooien, valt ze toch door de mand. Want uitdagend wil deze plaat maar niet worden. Haar saxofoonspel is te beperkt en haar zang mist het charisma dat Siouxsie wél heeft. Sommige tracks lijken gehaast al jammend in elkaar gezet. De teksten zinken regelmatig wat weg in de mix en zijn dan slecht verstaanbaar. Misschien met opzet? Dat het vooral over verleiding en liefde gaat komt wel over, zoals in Let me on: “You know my love is true”... waarna er nog een onvolgbare zin volgt die eindigt op “you”. Rijmen is ook best moeilijk, toch? Het laatste nummer To the Sun is met meer dan 9 minuten hypnotiserende beats en duistere chants het meest genietbaar. Hier laat ze zien dat ze met die sax best meer kan, als ze zichzelf maar de ruimte geeft.
Evans spiegelt zich aan uitdagende femme fatales als Betty Page (net als Messer Chups doet) en het decadente vooroorlogse Berlijn. De vele extravagante foto’s op MySpace maken duidelijk dat ze meer in een sexy uitstraling en hippe styling geïnteresseerd is dan in goeie liedjes schrijven. Op het nachtclub-podium komt ze daar wel mee weg. Maar op cd, waar ze haar fysiek niet in de strijd kan gooien, valt ze toch door de mand. Want uitdagend wil deze plaat maar niet worden. Haar saxofoonspel is te beperkt en haar zang mist het charisma dat Siouxsie wél heeft. Sommige tracks lijken gehaast al jammend in elkaar gezet. De teksten zinken regelmatig wat weg in de mix en zijn dan slecht verstaanbaar. Misschien met opzet? Dat het vooral over verleiding en liefde gaat komt wel over, zoals in Let me on: “You know my love is true”... waarna er nog een onvolgbare zin volgt die eindigt op “you”. Rijmen is ook best moeilijk, toch? Het laatste nummer To the Sun is met meer dan 9 minuten hypnotiserende beats en duistere chants het meest genietbaar. Hier laat ze zien dat ze met die sax best meer kan, als ze zichzelf maar de ruimte geeft.