*****
(Constellation/Konkurrent)
Matana
Een gestreken contrabas, gebroken piano-akkoorden en een ruisende altsax: de stemmige opening van het album Mississippi Moonchile van saxofoniste Matana Roberts roept de sfeer op van Afro-Amerikaanse jazz uit de jaren 60. De strijd om gelijke rechten kreeg destijds een muzikale evenknie dankzij jazzhelden als Albert Ayler, Archie Shepp en Max Roach, die vrijheid afdwongen door te experimenteren met onder meer gospel, soul en Oosterse muziek.

Mississippi Moonchile flirt ook met verschillende stijlen: opeens duikt er operazang op, dan weer een oud volksliedje of gesproken passages, aaneengeregen door improvisaties die door Roberts werden gedirigeerd. Dat we op het puntje van onze stoel blijven zitten is te danken aan de vijf fantastische musici die van begin tot eind op één lijn zitten, en aan Roberts zelf, die niet alleen ten hemel kan schreien met haar sax, maar ook een indringende zang- en vertelstem bezit.

Mississippi Moonchile is het tweede deel van Coin Coin, een cyclus van Wagneriaanse omvang waarmee Roberts het slavernijverleden van haar familie oprakelt. Net als in het nog wisselvallige eerste deel prikt ze regelmatig door vrolijke familieverhalen heen om ijzingwekkende feiten te onthullen door middel van muziek, zang en gesproken woord. In de komende tien delen zal ze bovendien ingaan op hedendaagse vormen van slavernij, zoals mensenhandel.
De manier waarop Roberts haar gelaagde verhaal ontrafelt en hoe ze musici uit jazz, rock en klassieke muziek bijeenbrengt is zo indrukwekkend dat we goede hoop hebben dat Coin Coin uitgroeit tot meesterwerk.

Marinus de Ruiter
Bullerslug - Hit Others info
*****
(Suburban)
Een single in de vorm van een game; dat is nog niet eerder vertoond voor zover wij op de hoogte zijn. Punkrockers Bullerslug geven het goede voorbeeld met Hit Others, gratis te downloaden op de gelijknamige website. De 'MusicVideoGame' werd in elkaar gezet door ‘digital media artist’ Jan van Nuenen en Bullerslug-zanger Bastiaan Bosma (ex-Aux Raus), die elkaar nog kennen van de kunstacademie. Het 3D-spel simuleert geheel overtuigend het duistere interieur van een punkbar, inclusief wild pogo-ende punks, rockers, hippies en hipsters. Probeer voordat de band uitgespeeld is zoveel mogelijk drank naar binnen te werken (energiepunten), draaitafels en andere spullen te scoren en sleutels te bemachtigen om vervolgens niet al te gehavend de club te verlaten. Een lastige klus, waarbij je af en toe een tik moeten uitdelen. En die krijg je geheid weer terug. Hit Others is een opgefokt spelletje en past daarmee uitstekend bij de gejaagde klanken van Bullerslug.

Hit Others wordt op 9 november gelanceerd met optredens van Bullerslug en Hausmagger in Tinto, Rotterdam.

HitOthers
*****
(Constellation / De Konkurrent)
Colin Stetson
De bombast van Arcade Fire is niet voor iedereen weggelegd, ook niet voor ondergetekende, maar de Canadese band heeft wel oog voor uitzonderlijke musici als Colin Stetson. Deze Amerikaanse saxofonist begeleidde meer grote publiekstrekkers, onder wie Tom Waits en David Byrne. Met New History Warfare Vol. 2: Judges bewijst hij als solosaxofonist met gemak drie kwartier lang te kunnen boeien. Door middel van onorthodoxe technieken weet hij zijn bassaxofoon te laten klinken als een compleet blaasorkest, inclusief percussie.

Voor wie verstand heeft van improvisatiejazz klinken de technieken van Stetson bekend in de oren: het ploppen met de tong, het ritmisch tikken met de kleppen, circulaire ademhaling, waarbij men door de neus inademt en tegelijk met de mond lucht door het instrument perst, en het grommen door het riet, waardoor meerdere noten tegelijk klinken: ze zijn uitgevonden, uitgebuit en uitgebreid door een hele stamboom aan blazers, onder wie Evan Parker, John Butcher en Peter Brötzmann; Stetson speelde zelf met bassaxofoon-expert Anthony Braxton.

New History Warfare klinkt echter anders dan soloalbums van bovengenoemde musici. Stetson is er niet op uit om de grenzen van improvisatie te verleggen. Zijn composities zijn strak ritmisch, liggen goed in het gehoor en zijn daardoor beter te vergelijken met de instrumentale solomuziek van folkgitaristen als John Fahey. Stetson gebruikt zijn virtuositeit om melodie, ritme en noise samen te voegen tot onweerstaanbare grooves. De plaat is bovendien perfect opgenomen en bevat voldoende afwisseling, onder meer door bijdragen van gastvocalisten Laurie Anderson en Shara Worden (My Brightest Diamond).

Colin Stetson speelt vanavond (30 november) in Doornroosje, Nijmegen en donderdag 1 december in het Bimhuis, Amsterdam.

*****
(RoeM Records)
Tin Men
Jazzartiesten gaan van oudsher aan de haal met bekende melodieën. In plaats daarvan gebruikt Tin Men and The Telephone alledaagse geluidjes als de Nokia-ringtone en de stem van de TomTom-navigatie. Of het doorgaans stomvervelende keuzemenu van de KPN-klantenservice, dat het Amsterdamse trio weer interessant maakt door bijzonder strak op de ritmes en toonhoogtes van de klantgerichte vrouwenstem in te spelen.

Pianist Tony Roe, bassist Lucas Dols en drummer Bobby Petrov maakten hun debuut-cd Moetjenou?! net in die ene warme week van zomer 2010. Hitte maakt loom, maar ook melig, en in die door de WK nog eens opgestookte sfeer ontstonden nummers als De Bal, op basis van versnipperd commentaar van alle Nederlandse voetbalverslaggevers. Anders dan veel conservatorium-collega’s hebben de drie heren geen interesse in het herkauwen van jazz uit voorgaande decennia. Hiphop, sampling en Balkanritmes zijn de voornaamste invloeden op Moetjenou?! Piano, bas en drums geven daarbij de toon aan en worden niet overschaduwd door elektronica.

Het trio verrast met een 15 minuten lange bebopfunkversie van Danse de la Fureur van de Franse moderne componist Olivier Messiaen. Naast al die opgewekte inventiviteit nemen de Tin Men gas terug met stemmige nummers als Time’s Up en III Chord. Hierdoor blijft de plaat van begin tot eind boeiend. Een waarschuwing: Moetjenou?! is verpakt in een 12”-hoes, maar de muziek staat op een cd, bevestigd op een tweedehands Waterlooplein-lp. Als de volgende plaat nou écht op vinyl komt vergeven we het ze.

Tin Men and the Telephone speelt zaterdag 12 november op Jazzfest Amsterdam 2011 in Studio K en 18 november op Festival Jazz International in De Doelen.
*****
(Folkways / Mississippi)
Michael Hurley
Michael Hurley
Of hij nu thee of hallucinogene thuisbrouwsels drinkt, Michael Hurley blijft altijd muzikaal overeind. De Amerikaanse singer-songwriter, schilder en striptekenaar, die een reizend bestaan leidt, is al 45 jaar underground. Soms is er extra aandacht, als hij wordt opgehemeld door bekendere artiesten als Cat Power en Devendra Banhart bijvoorbeeld. De kritieken zijn altijd positief en al zijn platen zijn collector’s items, maar Hurley lijkt allergisch voor showbusiness, waardoor een doorbraak uitgesloten lijkt. In de korte documentaire Snock ’N Roll zien we dat Hurley niet dol is op interviews; hij werkt alleen mee omdat de filmmaker hem geregeld voorziet van een zelfgemaakt brouwsel, dat prettige hallucinaties schijnt te veroorzaken:



Onlangs was er een nieuw lichtpunt voor Hurley-fans, toen de heruitgave op vinyl verscheen van First Songs. Op de debuutplaat uit 1965 begeleidt de nog 22-jarige zanger zichzelf op akoestische gitaar. Zijn lot bezegelt hij in ‘Just A Bum’, dat net als de rest van de plaat klinkt als een historische opname van een bejaarde zwerver. Korte, grappige liedjes worden afgewisseld met langere stukken, zoals het zeven minuten durende kippenvelnummer ‘Tea Song’. Hierin volgt hij als een Hindoestaanse of Noord-Afrikaanse zanger zijn eigen tempo, geheel afhankelijk van zijn stemming.

Hurley heeft in de loop der jaren bepaalde nummers meerdere keren opgenomen, als een stand-up-comedian die zijn grappen aanscherpt. ‘Tea Song’ komt terug op Blue Hills, zijn nieuwe album waarvan de hoes versierd is met zijn kleurrijke, stripachtige schilderingen. Na experimenten met begeleidingsbands is Hurley opnieuw solo, nu op gitaar, elektrische piano en traporgel. Toch is hij geenszins terug bij af; Hurley is beter bij stem en zelfverzekerder dan ooit. Pas nu lijkt hij alles artistiek op orde te hebben. Laten we hopen dat er achter zijn fragiele gestel sterke genen schuilgaan en dat er nog vele platen mogen volgen.

Eind maart 2011 verschijnen er drie nieuwe heruitgaven van Michael Hurley: Have Moicy! uit 1975, Long Journey uit 1976 en Snockgrass uit 1980. De platen komen uit op vinyl, op Light in the Attic Records. In Nederland te bestellen bij Magic Buzz.

Michael Hurley Art
*****
(Volcom/Petting Zoo)
05-03-2010 17:00
Black Magic
De nieuwe cd van Year Long Disaster grijpt de aandacht voor je een noot gehoord hebt. Allereerst is er de mystieke hoesschildering van een naar de hemel stijgende godin. Dan is er de intrigerende plaattitel Black Magic: All Mysteries Revealed en een bandnaam die verwijst naar de literaire klassieker De meester en Margarita van Michail Boelgakov. Bij het intro 'Black Magic' lijkt het meteen raak: een ronkende stonerrock-baslijn en een fraai Oosters getint gitaarakkoord scheppen een atmosfeer waarin spannende dingen kunnen gebeuren.

Iets meer dan een een minuut later wordt de luisteraar ruw wakker geschud door een middelmatige gitaarriff, gevolgd door drie kwartier hardrock-volgens-het-tweedehands-boekje. Lemmy van Motörhead schijnt dit geweldig te vinden, wat het ergste doet vermoeden wat betreft het waarnemingsvermogen van de meester. De vlekkeloze sound van deze tweede cd legt haarfijn het probleem van het powertrio Year Long Disaster bloot: een gebrek aan gevaarlijke riffs en tekstuele kwinkslagen die noodzakelijk zijn voor bands die zich wagen op de platgetreden paden van Guns N’ Roses en Alice In Chains. Als zoon van Kinks-oprichter en rock-‘n’-roll-veteraan Dave Davies zou zanger, gitarist en frontman Daniel Davies beter moeten weten. Puntje extra voor de kundige productie van Nick Raskulinecz (Foo Fighters, Rush).

3 April 2010: Year Long Disaster live op Paaspop, Schijndel.
Year Long Disaster
Marinus de Ruiter
Shining - Blackjazz info
*****
(Indie/Petting Zoo)
10-02-2010 17:00
Blackjazz
Er is niets behaaglijks aan Blackjazz, de vijfde cd van de Noorse band Shining. Alles klinkt schel, fel en hard; dit is muziek gemaakt om te overdonderen. Shining is een jazzgroep die heel overtuigend de kant van de metal heeft gekozen. De elektrische gitaren, de saxofoons én de synthesizers knallen uit de speakers om bijna onherkenbaar samen te komen in monstrueuze riffs. De complexe ritmes, strakke arrangementen en razendsnelle passages doen denken aan eerdere metal-jazz-crossovers als John Zorns Naked City en Special Defects, het project van Meshuggah-gitarist Fredrik Thordendal. Anders dan bij de meeste jazz ligt de nadruk niet op solo's; in plaats daarvan stapelt de groep laag op laag en bereikt daarmee bij elk nummer een bijna ondraaglijk, topzwaar hoogtepunt.

De vier musici uit Oslo presenteerden zich voorheen als typische muziekschoolvirtuozen in studentikoos outfit. Tegenwoordig komen ze volledig in het zwart het podium op. De subtiele post-jazz uit hun begintijd is van het repertoire geschrapt. Shining is op het donkere pad beland door metalbands als Enslaved, waarmee tijdens toernees het podium gedeeld werd. Zanger Grutle Kjellson van Enslaved zingt mee op Blackjazz. De King Crimson-cover '21st Century Schizoid Man' slaat de spijker op zijn kop; net als het veertig jaar oude origineel confronteert Shining de luisteraar op brute wijze met de zelfkant van de samenleving. Dan is er de fascinatie voor black metal; Shining laat de kerkverbrandingen en de moorden die het genre berucht maakten achterwege en integreert alleen de muzikale extremiteiten, zoals gorgelende krijsstemmen en stampende gitaar- en synthesizerriffs.

Shining kiest in alles de overtreffende trap. In plaats van melodieën wordt de luisteraar overstelpt met het geluid van loeiende sirenes, hysterische menigtes en overbelaste instrumenten. Producer Sean Beavan (Slayer, Nine Inch Nails) gaf Blackjazz een typische eigentijdse metalsound, waarbij alle klanken naar het hoogste niveau zijn opgedrukt. Metal is altijd op zoek naar nog extremere varianten en het is verrassend dat juist een jazzgroep een geslaagde poging doet om het genre een schop vooruit te geven.

Shining speelt 19 maart 2010 in Metropool (Hengelo), 15 en 17 april 2010 op het Roadburn Festival in 013, Tilburg (17 april samen met Enslaved) en 18 april in Vera (Groningen).

Shining
*****
(Rune Grammofon/Konkurrent)
Fire!
Of u nou van jazz of rock houdt, u haakt waarschijnlijk af zodra u het woord jazzrock hoort. Wat begin jaren zeventig nog best cool was, met platen als 'Live Evil' (Miles Davis) of 'Spaces' (Larry Coryell), werd later verpest door virtuoze sessiemuzikanten met fretloze bassen en zuurstokkleurige synthesizergitaren. Niets hiervan treft u aan bij het Zweedse trio Fire!, dat al improviserend jazz en rock mengt met punk, psychedelica en dub. De drie heren hangen niet de blits uit met snelle solo's, maar vullen elkaar voortdurend aan. Hierdoor veranderen hun lange improvisaties geleidelijk van vorm, op een logische, natuurlijke manier. De cd 'You Liked Me Five Minutes Ago' opent met een opgewekte contrabas-groove, die opgaat in een raspende saxofoonsolo. Bandlid Mats Gustafsson bevestigt opnieuw zijn reputatie als een krachtige experimentele tenor- en baritonsaxofonist in de traditie van de Duitse freejazz-pionier Peter 'Machine Gun' Brötzmann.

De tweede track 'But Sometimes I Am...' begint traag en slepend. De minimale begeleiding van Johan Berthling op contrabas en Andreas Werliin op slagwerk is net genoeg aanwezig om spanning op te bouwen, zodat Gustafsson zijn verhaal kan doen. Na acht minuten vult gastzangeres Miriam Wallentin de muziek subtiel aan met woordloze vocalen. Emotionele powerjazz transformeert in doordenderende krautrock, mede doordat Berthling en Gustafsson op respectievelijk Hammondorgel en elektrische piano overschakelen.

Naarmate de cd vordert klinkt hij steeds zwaarder. 'Can I Hold You For A Minute' heeft wel wat weg van de stoner-prog van het Finse Circle of het Japanse Acid Mothers Temple, maar dan zonder de gitaren. Het titelnummer, waarmee de cd eindigt, biedt verlichting met zijn quasi-houterige ritme.

De Scandinavische improvisatiescene kent heel wat eigenwijze projecten op het snijvlak van jazz en rock; Berthling speelt bijvoorbeeld in Tape en Gustafsson speelde met The Thing, in The Original Silence met Thurston Moore en als gastsolist bij het Italiaanse Zu. Fire! is weer zo'n gelukkige samenkomst van vrije geesten, die in dit geval op bijna telepathische wijze met elkaar communiceren.
Marinus de Ruiter
The Ploctones - 050 info
*****
(Challenge)
Ploctones
Op het podium heeft hij de uitstraling van een B-filmacteur: hij struikelt wel eens over zijn snoeren, glijdt soms uit over zijn effectpedalen of laat zijn gulp wijd open staan (zoals te lezen was in de Volkskrant). Dat neemt niet weg dat Anton Goudsmit terecht tot de beste jazzgitaristen en improvisatoren van Nederland gerekend wordt. Op de nieuwe cd 050 van zijn band The Ploctones staan veertien instrumentale nummers voor elektrische gitaar, saxofoon, basgitaar en drums, waarvan Goudsmit het grootste deel componeerde.

De gitarist is op zijn best in snellere nummers als Nuggets en Muchacho, wanneer hij de riedeltjes uit zijn mouw wringt, ondersteund door de stuiterende, elastische ritmes van drummer Martijn Vink. Het titelnummer gaat meer richting rechtlijnige rock en is typisch voor deze tijd waarin veel jazzartiesten naar het oeuvre van Radiohead grijpen. Laat ik ook eens zoiets doen, zal Goudsmit gedacht hebben; op deze cd probeert hij van alles uit (bebop, funk, Latin, fusion) en dat is meestal wel fijn om te horen. Goudsmit schrijft echte 'oorwurmen': bedrieglijk eenvoudige riffs en melodieën die lang in je hoofd blijven rondzingen.

Toch heb je Goudsmit niet gehoord als je hem ook live hebt zien spelen, met de New Cool Collective Big Band, Benjamin Herman, Han Bennink of met The Ploctones, zoals afgelopen weekend tijdens de cd-presentatie in Paradiso. Hierbij wat data voor de komende tijd:

The Ploctones: 25/3 Oosterpoort Groningen, 30/3 Conservatorium Amsterdam en 24/4 Musis Sacrum, Arnhem