(Important Records / Bertus)
Holy Sons is een eenmansband uit Portland, Oregon. Emil Amos gebruikt het
als vehikel om zijn frustraties en teleurstellingen van zich af te zingen
en spelen. En dat is maar goed ook: beter therapeutisch herrie maken dan om
je heen gaan schieten in één of andere school. Dat is aardig
gelukt: zelden is zoveel bitterheid op cd vastgelegd. From now on
zet meteen de toon: “Every night is a wasted chance to change.
It’s too late to be sorry, too late to be sweet to me”. U bent
gewaarschuwd: van deze plaat wordt u niet blij. Hoewel, op MySpace schrijft
een vrouwelijke fan hem dat zijn muziek voor haar een geweldige steun is
geweest. Daar zit wel wat in: als je je klote voelt hoef je alleen maar
naar Amos’ geweeklaag te luisteren om je te realiseren dat het
allemaal echt veel erger kan.
Ondertussen is Criminal’s Return zeker geen slechte plaat. Hij speelde alles zelf in (toetsen, gitaar, drums), behalve de viool. In I’m Surrounded roept hij een nogal claustrofobische sfeer op en klinkt hij een beetje als Bill Callahan (Smog). Arranged Release is een fijn stukje progrock in hippy-seventies sfeer. Opzwepende rocknummers maken kan hij wel. De Afghan Whigs-achtige slidegitaar in Thorns mag er ook wezen. Maar het beste bewaart hij voor het laatst: Criminal’s Return part 2 heeft erg fijn orgelspel, waar de eenzame studiocowboy paardengehinnik doorheen gesampled heeft. Donkere muziek hoeft niet per se zwaar op de hand te zijn: als hij het gevoel voor humor van bijvoorbeeld Nick Cave of Will Oldham had gehad, zou het beter te doen zijn geweest. Maar relativering, daar doet Amos niet aan. In Cruel + Unusual mijmert hij: “I crane my neck against my will. If life is dark comedy, it mocks me still”. Tja, als je niet de spot met jezelf kunt drijven, dan moet het leven het maar voor je doen. Holy Sons brengt puur en ongezoete Weltschmerz voor iedereen die Black Heart Procession of Swans opzet tijdens een romantisch diner.
Ondertussen is Criminal’s Return zeker geen slechte plaat. Hij speelde alles zelf in (toetsen, gitaar, drums), behalve de viool. In I’m Surrounded roept hij een nogal claustrofobische sfeer op en klinkt hij een beetje als Bill Callahan (Smog). Arranged Release is een fijn stukje progrock in hippy-seventies sfeer. Opzwepende rocknummers maken kan hij wel. De Afghan Whigs-achtige slidegitaar in Thorns mag er ook wezen. Maar het beste bewaart hij voor het laatst: Criminal’s Return part 2 heeft erg fijn orgelspel, waar de eenzame studiocowboy paardengehinnik doorheen gesampled heeft. Donkere muziek hoeft niet per se zwaar op de hand te zijn: als hij het gevoel voor humor van bijvoorbeeld Nick Cave of Will Oldham had gehad, zou het beter te doen zijn geweest. Maar relativering, daar doet Amos niet aan. In Cruel + Unusual mijmert hij: “I crane my neck against my will. If life is dark comedy, it mocks me still”. Tja, als je niet de spot met jezelf kunt drijven, dan moet het leven het maar voor je doen. Holy Sons brengt puur en ongezoete Weltschmerz voor iedereen die Black Heart Procession of Swans opzet tijdens een romantisch diner.
Reacties
Nog geen reacties.
Reactie toevoegen