Sandra de Haan
David Sylvian - Manafon
*****
(SamadhiSound)
Voor de Sylvian-fans die Secrets of the Beehive en zijn debuut Brilliant Trees (’84) tot zijn mooiste platen rekenen, zal het even wennen zijn. Manafon bevat geen coupletten, refreinen, loom kabbelende ritmes of ander houvast. Hij heeft de toegankelijke esthetiek uit de New Romantics-periode definitief achter zich gelaten (afgezien van ouderwets sprookjesachtig artwork). Wat kwam er voor terug? Soundscapes, elektro-akoestische improvisaties, getik en gerasp op ijzerwerk, hier en daar een half pianoakkoord, piepknor saxofoonspel en digitale ruis. Manafon klinkt ongepolijst, subtiel en soms zelfs onprettig als nagels op een schoolbord. Maar ook intiem en behoorlijk intrigerend. Wie Sylvian de laatste jaren gevolgd heeft, is wellicht minder verrast: hij is namelijk al een tijdje bezig met elektronische experimenten. Op Blemish (2003) werkte hij ook al samen met impro-legende Derek Bailey en laptopman Christian Fennesz. Zijn warme stem klinkt wat eenzaam. De teksten zijn poëtisch en introspectief. Zijn muzikale interesses zijn duidelijk veranderd, wellicht het resultaat van zijn spirituele zoektocht, de scheiding van zijn vrouw en grondige zelfanalyse. En niet te vergeten: hij maakt al zo’n dertig jaar muziek. Logisch dat hij eens nieuwe wegen inslaat. Maar is dit een fijne plaat? Makkelijk maakt hij het de luisteraar niet, maar sfeervol en boeiend is Manafon zeker wel geworden. Hij heeft dan ook niet zomaar wat improknakkers ingehuurd.

Pianist John Tilbury en gitarist Keith Rowe stonden met hun avantgarde groep AMM vanaf ’64 (!) zo’n beetje aan de wieg van de Britse freejazz en improscene. De oude rot en freejazz saxofonist Evan Parker speelt ook mee, evenals Fennesz (laptop) en de Weense postmoderne trompettist Franz Hautzinger. En daarbij nog drie Japanners: de geluidseffectenspecialiste Sachiko M, turntablist Otomo Yoshihide en Toshimaru Nakamura aan de no-input-mixer (een mixer genereert zelf ook geluid, zonder dat je er wat in stopt). De cellisten Michael Moser en Marcio Mattos zorgen voor wat warm tegenwicht tussen de abstracte geluiden. Het enige minpunt is dat de negen nummers wat eenvormig zijn, juist door het ontbreken van herkenningspunten. Zijn monologen interieur klinken melodisch telkens ongeveer hetzelfde. Muzikaal zijn de verschillen tussen de stukken ook niet groot. Halverwege Emily Dickinson houdt hij even een tijdje zijn mond. Ook tijdens het daarop volgende The Department of Dead Letters, een van de mooiste stukken. Wel prettig om zijn stem, die in alle stukken zo op de voorgrond staat, even niet te horen. Saxofoonspel van de bovenste plank, dat verdient alle aandacht. De stem en de instrumenten lijken zich totaal onafhankelijk van elkaar te bewegen, maar na een paar keer luisteren blijkt alles toch heel wonderlijk goed bij elkaar te passen. Manafon bracht hij uit op zijn eigen label SamadhiSound, dat hij in 2003 startte. Een moedig en avontuurlijk project van een artiest die met zijn tijd mee gaat.
Reacties
Nog geen reacties.
Reactie toevoegen

naam:

e-mail:

website:

commentaar:

Geen HTML, URL's worden automatisch geconverteerd.