Mark van Lochem
10CC: old wild men? info
*****
Terug van weggeweest: Donna, Art, Mandy (en Graham)
‘10CC Live in Concert’ stond er op de poster die mijn aandacht trok. 10CC, die bestonden toch al jaren niet meer? Nader onderzoek leverde op dat mede-oprichter Graham Gouldman uitgebreid tourt onder die naam, samen met vier andere muzikanten, en dat ze momenteel heel Nederland aandoen. Ik stond in dubio: zou dit de zoveelste muzikant zijn die onder zijn succesnaam zijn zakken wilde vullen met een slap aftreksel van wat eens een grote band was, of had Graham Gouldman nog wat te bewijzen? Enerzijds is het songwriterschap van Graham Gouldman boven iedere twijfel verheven (zelfs de Pixies hebben een song van hem gecoverd), anderzijds had hij had zich vorig jaar misnoegd uitgelaten over de miskenning en onderwaardering die 10CC ondanks het commerciële succes altijd ten deel was gevallen. Slechts één manier om er achter te komen: het redelijk goedkope kaartje kopen.

Die avond van de 2e maart vulde de foyer van het Chassé Theater in Breda zich met een verzameling vijftigers en veertigers die waarschijnlijk net zo nieuwsgierig waren als ik. Om precies 20.00 uur denderde het nieuwe nummer Son Of Man uit de speakers de zaal in, dat Graham Gouldman in 2006 schreef met voormalig 10CC-lid Kevin Godley onder de naam GG06. De band kwam op en zette het de laatste tijd weer zeer actuele Wall Street Shuffle in, waarna andere klassiekers als Good Morning Judge en I’m Mandy Fly Me volgden. De vrees dat de huidige incarnatie van 10CC uitsluitend composities van Graham Gouldman en Eric Stewart zou spelen bleek ongegrond toen Life Is A Minestrone en The Dean And I werden ingezet, respectievelijk een Stewart/Creme- en Godley/Creme-compositie. Het bleek sowieso niet de Graham Gouldman Show: een hoofdrol was weggelegd voor zanger/gitarist/percussionist Mick Wilson, die haarfijn de vaak hoge zangpartijen van Eric Stewart en Kevin Godley voor zijn rekening nam.

Natuurlijk kwamen hits als Dreadlock Holiday, Donna, I’m Not In Love en Art For Art’s Sake voorbij, en de uitsmijter was een lange uitvoering van het Beach Boys-achtige Rubber Bullets, waarbij het tot theaterstoelen veroordeelde publiek eindelijk ging staan; eindelijk een echt concertgevoel. Maar het leukst en verrassendst waren de uitvoeringen van The Second Sitting For The Last Supper, een integrale Feel The Benefit, de metalpoprocker Silly Love en een obscure Godley/Creme-compositie, het niet van zelfspot gespeende Old Wild Men.

Hoewel de band de plaatuitvoeringen soms op een een bijna Todd Rundgren-achtige wijze tot in perfectie wist te kopieëren, wat afbreuk deed aan een live bandgevoel, heb ik genoten van de verrassende set met werkelijk fantastisch samenzang - zo goed als de Beach Boys in hun hoogtijdagen. Het mooiste moment kwam dan ook halverwege de show, toen Graham Gouldman uitsluitend met gitarist Rick Fenn en Mick Wilson driestemmige, akoestische versies van Bus Stop en No Milk Today ten gehore bracht, twee hits die Gouldman in de sixties schreef voor respectievelijk The Hollies en Herman’s Hermits.
Wie wil genieten van twee uur klassieke Engelse artrock door topmuzikanten: 10cc is t/m 4 april dit jaar nog op 17 plaatsen in Nederland te zien, en de concerten zijn nog lang niet uitverkocht.

*****
(Pompeii/De Konkurrent)
De 20-jarige Amerikaan Zack Condon heeft een merkwaardige dubbel-ep uitgebracht: twee totaal verschillende muzikale werelden in één verpakking. Om de verwarring te beperken (of nog groter te maken) bedient zich hij van twee namen: Beirut en Realpeople. Op disc 1, getiteld March of the Zapotec, horen we de negentienkoppige Mexicaanse fanfare The Jeminez Band, met gezellige, bijna valse trompetten, trombones en tuba, die deels in Mexico is opgenomen. Een tip voor liefhebbers van De Kift: luister naar La Llorona en The Akara. Slepende driekwartsmaten en lyrische zang, zo beeldend dat je de filmpjes in korrelig zwart-wit er bijna gratis bij krijgt.

Op disc 2, getiteld Holland, laat hij zich van een geheel andere kant horen. My Night With The Prostitute From Marseille is pure electropop. Zijn melancholieke en beweeglijke stem, die doet denken aan Midlake en Rufus Wainwright, komt erg goed tot zijn recht bij deze sobere digitale aanpak. Maar My Wife, Lost In The Wild is toch mijn favoriet, vanwege de meeslepende zangmelodie. De vraag dringt zich wel op: wat doen deze twee projecten in één doosje? In The Concubine knoopt hij de losse eindjes aan elkaar met een prachtige opeenstapeling van electro, blazers, trekharmonica en zang. Maar daar blijft het bij. Jammer, want juist het mixen van akoestisch met elektronisch en exotisch met westers levert de bijzonderste liedjes op. Het laatste nummer No Dice had weer zo op een plaat van the Postal Service of een tiental andere electropopknutselaars kunnen staan; een beetje suffe afsluiter. Al met al is dit een intrigerend schizofreen plaatje van maar een dik half uur. Dat smaakt naar meer.
*****
(Pompeii/De Konkurrent)
Het wachten op de derde plaat van Zachary Francis Condon, alias Beirut, wordt nog niet helemaal ingelost. Toch is March of the Zapotec meer een mini-album dan een ep. Wat deze ep vooral interessant maakt is dat Beirut zijn inspiratiebron van de Balkan verlegt naar het Mexicaanse Oaxaca. Was de Oost-Europese zigeunermuziek op de cd’s Gulag Orkestar en de Flying Club Cup nog ruim aanwezig, op deze ep slaat Condon met de Jimenez Band (een negentienkoppige band uit Teotitlán del Valle) nieuwe wegen in. Ook de thema’s van de liedjes verschuiven naar de Mexicaanse folklore. Zo handelt La Llorona over een moeder die haar kinderen heeft vermoord en vervolgens ’s nachts vol berouw huilend naar ze op zoek gaat. Wat echter muzikaal op deze ep nog het meeste opvalt is dat, alhoewel het geheel Mexicaans aandoet, er een link valt te ontdekken met de Europese muziekstijlen. De blazers, de dramatische tempowisselingen, de potten- en pannenpercussie, ze klinken bekend en toch ook weer niet.

Om aan te tonen dat Condon echt niet stil kan zitten heeft hij als bonus nog een cd met huisvlijt aan dit project toegevoegd. Holland. Onder de naam Realpeople ging hij elektronisch aan de slag en verbouwde eigen nummers als Venice en My Night With The Prostitute From Marseille. Beirut is een muzikale en hoogst originele duizendpoot, maar volgende keer horen wij toch liever weer een gewone plaat.