Pieter van Oudheusden
Sylvie Simmons - I’m Your Man
*****
(Nijgh & Van Ditmar, € 19,90)
Leonard Cohen was de dertig al gepasseerd toen hij popmuziek begon te schrijven als noodzakelijke bijverdienste voor zijn literaire carrière. Met zijn songs zou hij zichzelf als dichter overtreffen, hoewel het succes in de VS aanvankelijk op zich liet wachten. ‘Deprimerende muziek’, vond Billboard, en het zou lang duren voor Rolling Stone hem aanprees als ‘een eigentijdse Brecht’. Maar in Engeland en elders in Europa sloegen zijn eerste platen al meteen aan. Het blijkt een duurzaam succes, want zijn nummers - vaak traag ontstaan en in vele varianten - worden na tientallen jaren ook nu nog gretig door jonge artiesten gecoverd. Alleen al van Halleluja, populair in talentenjachten, zouden er driehonderd versies bestaan.

Ook wie geen fan is, moet toegeven dat Leonard Cohen een groot charisma heeft. In de jaren 60 en 70 geen langbehaarde egotripper, zoals destijds gebruikelijk, maar een op Dustin Hoffman lijkende gentleman in een famous blue raincoat, verslingerd aan verdovende middelen en aantrekkelijke vrouwen, geplaagd door ernstige depressies en niet-aflatende twijfels, en onderhevig aan tegenstrijdige religieuze ervaringen. Via de omweg van Scientology komt hij terecht bij het zenboeddhisme, dat hem leert zichzelf, zijn leven en zijn roem te relativeren. ‘Barmhartige leegte in zijn zuiverste vorm,’ volgens Cohen. Niet zo vreemd dat biografe Sylvie Simmons als een blok voor haar onderwerp viel. Haar journalistiek opgezette I’m Your Man bevat een massa informatie uit door haar afgenomen interviews, maar opvallend weinig kritische aantekeningen die de onloochenbare kwaliteiten in het werk van Cohen - steeds liefdevol ‘Leonard’ genoemd - meer reliëf hadden kunnen geven.