Sandra de Haan
Guano Padano - z/t
*****
(Important Records / Bertus)
Het eerste nummer van dit Italiaanse trio gaat erin als koek met een lekker surfgitaartje en een dampend potje bluesrock, niks aan de hand... tot na anderhalve minuut een gierende piepknor-saxofoonsolo en anarchistische orgelbliepjes zich er brutaal tussen wringen. Gefopt! Dit is geen doornsee surfgroepje. En Alessandro Stefana, Danilo Gallo en Zeno de Rossi blijven verrassen, elk nummer weer. De basis van drums, gitaar en contrabas klinkt op zich al goed, maar elk nummer voegen ze weer iets nieuws toe, zoals banjo, steelguitar, vibrafoon en piano. Wel elf gastmuzikanten zorgen voor bijdragen, zoals orgel, trompet, klarinet en viool. Trompettist Riccardo Pittau geeft Danny Boy een Spaans tintje.

Alessandro Alessandroni (van de Ennio Morricone soundtracks) is te gast om met zijn beroemde gefluit over het nummer El Divino een westernsausje te gieten. Gary Lucas (ex-gitarist van Captain Beefheart en Jeff Buckley) speelt mee op A Country Concept, een traag broeierig nummer dat perfect bij een film van David Lynch zou passen. Bull Buster galoppeert voorbij als een rodeostier, waarna Bobby Solo een cover van Hank Williams’ Ramblin’ Man zingt. Het bij elkaar brengen van al dat talent heeft een erg gevarieerde plaat opgeleverd die met elke luisterbeurt groeit omdat je in de rijke arrangementen telkens weer iets nieuws ontdekt. Er is een jaar of twee aan de plaat gesleuteld en dat is te horen ook. Guano Padano heeft de ideale soundtrack gemaakt voor een zonovergoten roadmovie die u van de stoffige vlakten van Zuid-Italië helemaal naar Louisiana voert.
Sandra de Haan
Holy Sons - Criminal’s Return
*****
(Important Records / Bertus)
Holy Sons is een eenmansband uit Portland, Oregon. Emil Amos gebruikt het als vehikel om zijn frustraties en teleurstellingen van zich af te zingen en spelen. En dat is maar goed ook: beter therapeutisch herrie maken dan om je heen gaan schieten in één of andere school. Dat is aardig gelukt: zelden is zoveel bitterheid op cd vastgelegd. From now on zet meteen de toon: “Every night is a wasted chance to change. It’s too late to be sorry, too late to be sweet to me”. U bent gewaarschuwd: van deze plaat wordt u niet blij. Hoewel, op MySpace schrijft een vrouwelijke fan hem dat zijn muziek voor haar een geweldige steun is geweest. Daar zit wel wat in: als je je klote voelt hoef je alleen maar naar Amos’ geweeklaag te luisteren om je te realiseren dat het allemaal echt veel erger kan.

Ondertussen is Criminal’s Return zeker geen slechte plaat. Hij speelde alles zelf in (toetsen, gitaar, drums), behalve de viool. In I’m Surrounded roept hij een nogal claustrofobische sfeer op en klinkt hij een beetje als Bill Callahan (Smog). Arranged Release is een fijn stukje progrock in hippy-seventies sfeer. Opzwepende rocknummers maken kan hij wel. De Afghan Whigs-achtige slidegitaar in Thorns mag er ook wezen. Maar het beste bewaart hij voor het laatst: Criminal’s Return part 2 heeft erg fijn orgelspel, waar de eenzame studiocowboy paardengehinnik doorheen gesampled heeft. Donkere muziek hoeft niet per se zwaar op de hand te zijn: als hij het gevoel voor humor van bijvoorbeeld Nick Cave of Will Oldham had gehad, zou het beter te doen zijn geweest. Maar relativering, daar doet Amos niet aan. In Cruel + Unusual mijmert hij: “I crane my neck against my will. If life is dark comedy, it mocks me still”. Tja, als je niet de spot met jezelf kunt drijven, dan moet het leven het maar voor je doen. Holy Sons brengt puur en ongezoete Weltschmerz voor iedereen die Black Heart Procession of Swans opzet tijdens een romantisch diner.