Bas de Koning
Black Mountain – IV
*****
(Jagjaguwar / Konkurrent)
De hoes is al een ode aan het roemruchte ontwerpbureau Hipgnosis, waar iedere zichzelf respecterende progrock en symfo band in de jaren zeventig gebruik van maakte. Een vreemde, dreigende fotocollage van een Engelse tuin in vlammen met de albumtitel subtiel weggewerkt in de staart van een landende Concorde. U begrijpt, het is groot, groter, grootst voor het Canadese Black Mountain. De band was nog voornemens om de plaat Our Strongest Material to Date te noemen, maar dat ging zelfs dit vijftal iets te ver. Goed, nummer vier dus. Een fraaie optelsom van één, twee en drie zou je gerust kunnen stellen. Alles komt weer voorbij: powerrifs, samenzang, psychedelica, lang uitgesponnen nummers, knorrende orgels en pompeuze songtitels.

Toch staat de band nog steeds open voor vernieuwing, al is het slechts subtiel. Opener Mothers of the Sun is zo’n voorbeeld. Niet de gitaren, maar een monotone drone van synthesizers heeft hier de hoofdrol. Eigenlijk was het een probeersel van toetsenist en bandleider Jeremy Schmidt voor zijn project Sinoia Caves, maar nu mocht het hier de plaat aftrappen. Het laat ook horen dat op IV zangeres Amber Webber een veel grotere rol heeft gekregen. Ze ontpopt zich als een ware Grace Slick met een klagerig stemgeluid. Het misstaat bepaald niet. Vooral op het prachtig epische Line Them All Up drijft de bevende vibrato van Webber, de uitwaaierende orkestrale begeleiding en de subtiel dreigende percussie de muziek naar ijle hoogten. De band ziet deze vierde leg als een persoonlijke ode aan bands als Amon Düül 2, King Crimson en Funkadelic, met hun eigen Maggot Brain aan het einde, getiteld Space in Bakersfield. Het resultaat is indrukwekkend en misschien inderdaad wel het sterkste materiaal dat ze tot op heden hebben opgenomen. Beluister twee tracks op de Pitchfork site.