*****
Yoshihiro Nishimura & Naoyuki Tomomatsu
22-04-2010 16:10 Kriterion 2
Er zijn slechtere films denkbaar om het Imagine mee af te sluiten dan de laatste drie voorstellingen van vanavond. Met name deze ‘Japanse Troma’ vormt de perfecte opmaat voor het laatste biertje in Kriterion. Wie zijn horror zo over-the-top mogelijk wil en voor wie de thrills niet cheap genoeg kunnen zijn, is deze volslagen krankjoreme splatter van de makers van Tokyo Gore Police verplichte kost; niet voor niets werd de NoT hiermee afgesloten (de film zou voor de zo broodnodige humor overigens beter geprogrammeerd zijn geweest tússen alle bloedserieuze zombiefilms in plaats van erna).

Het populairste meisje van de klas, dat gewend is altijd haar zin te krijgen, valt voor de mooiste jongen van de klas, maar die wordt op Valentijnsdag ingepalmd door het stille meisje, dat ondanks haar verpletterende cuteness niet opvalt; ze blijkt een vampier die zichzelf op gewenste tijden onzichtbaar kan maken. Nadat de strijd om de jongen tussen Popular Girl en Vampire Girl in het voordeel van de laatste is beslecht, naait Popular Girls papa, die in zijn vrije tijd in de schoolkelder wat met lichaamsdelen knutselt, enkele verse nieuwe onderdelen aan het lichaam van dochterlief en voilà: Frankenstein Girl is geboren. De strijd om de Mooie Jongen kan beginnen. En dan is het erg handig als je als Frankensteinmeisje jezelf in een helicopter kan ombouwen, of je als Vampiermeisje vlijmscherpe vleeszwaarden uit je polsen kan toveren. En wie denkt dat het toppunt van Japanse gekkigheid daarmee in deze film wel zo’n beetje bereikt is, heeft buiten de ‘competitie polsdoorsnijden voor schoolmeisjes’ gerekend. Ziek? Inderdaad. Precies zoals we het in een Japanse Troma hebben willen.
Tonio van Vugt
Pontypool info
*****
Bruce McDonald
21-04-2010 20:20 Kriterion 1

Een zombie-epidemie die ontstaat via het doorgeven van besmette woorden, dié hadden we nog niet in onze verzameling. De premisse van Pontypool is zó bizar en origineel, dat je regisseur McDonald een paar losse eindjes en een wel heel raadselachtige scène, na de aftiteling, met gemak vergeeft. De aan lager wal geraakte dj Grant Mazzy maakt een doorstart in een klein radiostation in het Canadese plaatsje Pontypool. En al meteen tijdens zijn allereerste uitzending breekt de pleuris uit: berichten komen binnen van angry mobs die de praktijk van de huisarts belegeren, evenals ooggetuigenverslagen over naasten die elkaar op afschuwelijke wijze vermoorden. Onderwijl rukt de waanzinnige menigte op naar het radiostation. Het is aan Mazzie en zijn producer om de epidemie te stoppen via het middel dat hij het beste kent: de taal.

De film, die zich compleet in het radiostation afspeelt (van wat er buiten plaatsvindt, horen we alleen de uiterst suggestieve verslagen) wordt vrijwel in zijn geheel gedragen door een geweldige Stephen McHattie als Mazzy. Het is lang geleden dat we zo’n prachtige doorgroefde kop met zoveel expressie en zo’n fantastische stem zagen - waarom zien en horen we niet meer van die man? Het intelligente scenario daagt uit om na te denken over wat taal nu precies is en welke rol ze speelt in ons leven, en roept enkele interessante vragen op: zijn media de oorzaak van bepaalde catastrofes, of zijn ze juist in staat die op te lossen? Maar voor u denkt dat deze film te cerebraal is: hij is óók bloedspannend, en goed getimede horroreffecten worden niet geschuwd. Maar nogmaals: wát betekent die scène na de aftiteling? Ik ben benieuwd naar úw theorie.
Tonio van Vugt
The House of the Devil info
*****
Ti West
18-04-2010 13:50 Kriterion 2
Hoe old school wilt u uw horrorfilms hebben? Ti West, levert inderdaad, zoals de festivalkrant zegt, de ‘beste jaren 80-slasher die nooit werd gemaakt’, al is de term slasher hier misleidend. De titel van deze film dekt de lading stukken beter: hier geen maniakale bijlmoordenaars die op bloederige wijze amok maken met keurig één willoos slachtoffer per kwartier, maar een babysitter die onder valse voorwendselen tijdens een maanverduistering naar een afgelegen huis wordt gelokt. Och, bezat zij maar de kennis die wíj allen hebben na het zien van talloze dergelijke films… West bouwt de spanning in zijn film langzaam op voor de grande finale losbarst en neemt de tijd om zijn protagoniste te introduceren, zodat we met haar mee kunnen leven - in die zin doet The House of the Devil wél denken aan die moeder van alle jaren-80-slashers, Halloween.

West, die sinds zijn goedbedoelde maar amateuristische debuutfilm The Roost een enorme sprong voorwaarts heeft gemaakt, spreidt een oprechte liefde voor en grote kennis van jaren-80-horror ten toon; dus géén postmodernistische grapjes of CGI, maar wél een uitstekend oog voor detail in mode, haardracht en muziek (Thomas Dolby!), en een aftiteling die in al zijn simpelheid herinneringen oproept aan de televisiefilms en -series uit die tijd. Maar dat zou allemaal tevergeefse moeite zijn als de film zelf niet scary as hell was. En in dat opzicht wordt de kijker uitstekend bediend: in het begin van de film zit een schrikmoment dat nog lang zal heugen, omdat West zijn mokerslag als een tweetrapsraket brengt. De uiteindelijke confrontatie tussen goed en kwaad is weliswaar meeslepend, maar haalt het niet bij dat ene, goed getimede moment. Maar het is dan ook een moment waar veel horrorregisseurs een arm of een been voor zouden geven.
Tonio van Vugt
Black Dynamite info
*****
Scott Sanders
15-04-2010 19:50 Kriterion 1
Eén ding heeft regisseur Sanders goed begrepen: als je een spoof maakt, moet je dat uit liefde voor het genre doen, en niet uit cynisch opportunisme, zoals de makers van Scary Movie en soortgenoten. Werkelijk álles klopt aan Black Dynamite, van de vette, funky soundtrack en de idiote interieurs tot de koppen van de acteurs; het ís jaren-70-blaxploitation. Maar het is een spoof, en dus hangen er microfoons in beeld, wordt er vakkundig slecht geacteerd en is een consistent plot dankbaar afwezig. Ja, dat is soms flauw, maar voor elke voor de hand liggende grap krijg je twee briljante vondsten terug. Zo wordt het Witte Huis in rasecht nigga slang omgedoopt tot The Honky House. En wanneer onze zwarte wreker Black Dynamite (een geweldig onderkoelde rol van spierbundel annex droogkloot Michael Jai White) poolshoogte neemt in een kinderopvangtehuis waar ‘The Honkey’ drugs dealt, treft hij daar tienjarigen die in cold turkey manisch op hun aderen aan het kloppen zijn. Briljante gekte, en met grote liefde gemaakt.

Tonio van Vugt
Logorama info
*****
François Alaux, Herve de Crecy & Ludovic Houplain
17-04-2010 12:00 Kriterion 1

Als het geheim van een goed shorts-programma is dat je sterk begint, waarna je rust inlast met een paar niemendalletjes om vervolgens uit te luiden met een allesverpletterende finale, dan is European Fantastic Shorts #1 geslaagd te noemen. De Deense Alien-spoof E.T.A. en de Britse zwarte komedie One of Those Days, waarin brave borst Derek Jacobi zich op de Dag des Oordeels geconfronteerd ziet met een bureaucratische hellegang, beloven veel goeds. Maar wat doet de korte Ierse oorlogsfilm The German op het festival, en wat moeten we met het lelijk geanimeerde en mateloos flauwe Uncle uit Polen?

Het blijkt - via het sympathieke The Man Inside - slechts de opmaat naar de briljante grande finale: het Franse Logorama, een combinatie van gangstermovie en rampenfilm in een setting van louter (voornamelijk Amerikaanse) logo’s, beeldmerken en character trademarks. Je komt ogen tekort om alles en iedereen thuis te brengen. De politiemacht bestaat uit Michelin-mannetjes, de zoo wordt bewoond door ‘Franse krokodillen’ (Lacoste, uiteraard) en de big bad motherfucker van dienst is een gewetenloze Ronald McDonald, die niet op een dode omstander meer of minder kijkt wanneer hij zich, achternagezeten door Bibendum en co, een weg naar de vrijheid baant. Wanneer Mr. Peanut, beeldmerk en mascotte van voedselfabrikant Planters, door zijn kop wordt geschoten, spatten er geen hersens tegen de muur, maar rolt er een pinda uit. Onbetaalbaar, en de beste kanshebber voor de Zilveren Méliès voor de beste korte fantastische film tot nog toe.
Tonio van Vugt
Mary And Max info
*****
Adam Elliot
14-04-2010 20:00 Kriterion 1

‘Het is vreselijk moeilijk om een goede openingsfilm te vinden,’ aldus artistiek directeur Phil van Tongeren in verweer tegen het feit dat Mary And Max al bleek te hebben gedraaid op het International Film Festival Breda. Er zijn eigenlijk ook veel te veel filmfestivals in dit kikkerlandje, en distributeurs hebben het voor het kiezen. Maar Van Tongeren kan gerust zijn; niet alleen was de screening die ik in Breda zag slechts bezocht door een handjevol mensen (en gingen de eerste minuten van die vertoning ook nog eens de mist in door het gebruik van een verkeerde projectorlens), het is een film die je zonder moeite een tweede keer kunt zien, en een derde en een vierde keer.

Mary And Max is een compromisloze film, die door zijn combinatie van ouderwetse claymation, uiterst volwassen onderwerpen en inktzwarte humor niet gauw buiten festivals vertoond zal worden; een Pixar-familiefilm is het allerminst. Want wanneer zag u voor het laatst een ‘kleipoppetjesfilm’ die onderwerpen als Asperger, jeugdtrauma’s en agorafobie behandelt, waarin de personages zó tevergeefs tegen de klippen op het geluk zoeken? Een film, zonder eenduidige happy ending, waarin zelfmoord altijd nog een optie is en lobotomie aan de orde van de dag? Tussen alle tragiek, melodrama en lachsalvo’s in toont de film daarnaast zó veel oog voor details (zoals een Australische postzegel met de beeltenis van Dame Edna Everage - alter ego van verteller Barry Humphries - of een transistorradio die ‘Amazing Mono’ als handelsmerk voert) dat je heel goed op moet letten om al die vondsten mee te krijgen - of hem gewoon een tweede keer moet gaan zien, alleen al vanwege al die details.

Mary And Max ontroert tot op het bot zonder sentimenteel te worden. Veel van die ontroering komt voort uit de krachtige karakters die werden ontworpen door regisseur Adam Elliot (die vijf jaar aan de film werkte): wanneer de autistische Max een angstaanval krijgt, werken zijn trillende gelaatstrekken en toenemende paniek even komisch als aangrijpend. Tel daarbij op dat Elliot over de stemmen van getalenteerde acteurs als Philip Seymour Hoffman (Max) en Toni Collette (Mary) beschikte, en u weet: deze film is een one-off.

Het wordt moeilijk om de komende jaren een even gedurfde en verrassende openingsfilm als deze te programmeren. En dat geldt waarschijnlijk niet alleen voor Imagine.