*****
Ji-woon Kim
17-04-2009 20:00 Tuschinski Arthouse 4
Ofwel Joheunnom nabbeunnom isanghannom op zijn Koreaans, en dat heeft ook wel wat.

Al was er dan geen echte openingsavond met genodigden, Joheunnom nabbeunnom isanghannom figureerde als een soort van openingsfilm. Wat er op neer kwam dat vóór vertoning festivaldirecteur Phil van Tongeren vanachter een katheder het publiek verwelkomde, zijn medewerkers bedankte en uitlegde dat wegens een halvering van de subsidie van het VSB Fonds de openingsavond en de catalogus moesten sneuvelen (en dan hebben we het nog niet eens over het feit dat de pers ‘s avonds gewoon voor zijn kaartjes moet betalen - schande! opstand! revolutie!! omverwerping van Tuschinski!!!). 25 jaar AFFF/Imagine had een feestje moeten worden, maar er viel minder te vieren dan gepland.

Naast de ordinaire kreditcrisis zijn er volgend jaar ook andere problemen voor Imagine: direct na het festival moet de organisatie op zoek naar een nieuwe locatie en een nieuwe vorm, want Amsterdam kampt met een tekort aan doeken, aldus de directeur. Die overigens met geen woord sprak over het achterwege blijven dit jaar van de Lifetime Achievement Award. Wederom die vermaledijde crisis, of was er gewoon geen interessante gast met staat van dienst te vinden die hem verdiende, ook al zou het dit keer dan geen Burton of Gilliam zijn?

Maar gelukkig was daar de film. In Zuid-Korea nog geen crisis, gezien het budget waarmee Joheunnom nabbeunnom isanghannom gemaakt lijkt te zijn. De film is, u raadde het al, een Aziatische hervertelling van Sergio Leone’s The Good, The Bad and The Ugly, tot en met de shootout in de laatste scène. Leone maakte een meesterwerk, Ji-woon Kim niet, maar laten we niet moeilijk doen, want een vermakelijk visueel spektakel is het wel.

Vijf partijen (onder wie Koreanen, Chinezen en Japanners) zitten achter een schatkaart aan, die per ongeluk in de handen van The Weird is beland. Twee uur lang vindt er een stoelendans plaats - qua plot gebeurt er niet veel méér dan dat - maar die dans ziet er prachtig uit, vanaf de openingscredits en de overval op de trein tot de massale achtervolging aan het eind. Gooi een beetje Peckinpah, wat Mad Max, veel kogels en veel idiote humor in de mix, voeg daar een schurk aan toe (zie foto) die de slechtheid van Lee van Cleefs originele The Bad overtreft, en dat vertrouwde wervelende openingsavondgevoel kwam er uiteindelijk dus tóch een beetje.

Tonio van Vugt
Acolytes info
*****
Jon Hewitt
17-04-2009 14:00 Tuschinski Arthouse 4
In de openingsscènes van Acolytes is een hoofdrol weggelegd voor het stoffige Australische landschap met zijn als enorme puisten uit het landschap opduikende bergen en zijn Blair Witch-bossen. In die bossen wordt een meisje vermoord. En de moordenaar is al snel bekend: zijn identiteit wordt achterhaald door drie scholieren. In plaats van de politie in te lichten, besluit dit moreel failliete drietal (‘I wonder who she was’ - ‘Oh, just some backpacker’) hem voor hun eigen karretje te spannen. Want er is iemand die zij op hun beurt uit de weg willen hebben, en dan chanteer je toch een seriemoordenaar? U en ik weten dat dat geen slim idee is, maar vertel dat de jeugd maar eens.

Debuterend regisseur Hewitt heeft een hoofdrol toebedeeld aan het geluid - spades die over het droge asfalt slepen klonken niet eerder zo onheilspellend. Die geluidseffecten zijn niet zomaar een gimmick, maar leiden ons slim naar een plotwending die… nee, we zeggen niks. Ga zelf maar kijken.

Acolytes is een spannende, uiterst broeierige film, die ons een onaangenaam kijkje in de hoofden van zijn protagonisten schenkt. Al moet je wel houden van de behoorlijk zware en serieuze toon die Hewitt hanteert. Geen verlichtende humor of Scream-achtig post-modernisme hier, maar dat is wellicht maar goed ook.
*****
Kristian Levring
16-04-2009 14:00 Tuschinski Arthouse 4
Ulrich Thomsen! Paprika Steen! Een scenario van Anders Thomas ‘Adam’s Apples’ Jensen! Dat waren al drie redenen om deze film beslist niet over te slaan! Mikael (Thomsen) is een depressieve veertiger in de ziektewet die overschaduwd wordt door zijn succesvolle vrouw (Steen). Niets aan het handje, totdat Mikael meedoet aan een proef met antidepressiva die wordt georganiseerd door het bedrijf van zijn zwager. Die pilletjes werken iets te goed, zo blijkt wanneer een ruzie tussen twee proefkonijnen uit de hand loopt en er net geen zwaargewonden vallen. Einde proef dus, maar het nieuw verworven zelfvertrouwen bevalt Mikael uitstekend en hij gaat stiekem door met slikken. In een moderne variant op Jeckyl en Hyde transformeert hij van watje in manipulator met psychopatische trekjes. Maar in hoeverre komt dat door de pillen?

Een vreemde eend in de Imagine-bijt, deze film die uit 95% drama en 5% thriller bestaat. Hier worden de grenzen van het festival wel erg opgerekt. Dat was waarschijnlijk ook de bedoeling van de prorammeur, maar het gevoel beklijft dat deze arthousefilm op elk willekeurig festival had kunnen draaien. Sterk acteerwerk van de cast, daar niet van, maar zoals wel vaker het geval is bij Jensens scenario’s voor anderen, laat hij ook hier niet het achterste van zijn tong zien. Dat bewaart hij voor zijn eigen films, die wél met recht op Imagine thuishoren.

Tonio van Vugt
Strange Girls info
*****
Rona Mark
16-04-2009 18:10 Tuschinski Arthouse 5
De omschrijving op de Imagine-website mag dan van John Waters-invloeden spreken, de eerste vijf minuten van Strange Girls, met zijn houterige acteerwerk, bloederige moord en lowbudgeteffecten doet meer denken aan een Troma-scène. Dat blijkt een rode haring, en het campgehalte blijft beperkt; deze eersteling van schrijfster-regisseuse Rona Mark is volstrekt origineel en het hoogtepunt van mijn toch al niet beroerde eerste dag op Imagine (NB Let The Right One In had ik al in Rotterdam gezien, dus die telt even niet mee).

Deze zwarte komedie rond de 25-jarige, wereldvreemde, moordende tweelingzusjes Georgia en Virginia wordt bijna volledig gedragen door hoofdrolspeelsters Angela en Jordana Berliner, die het hele palet van stuurse, laat-puberende bakvisjes tot uitgekookte moordenaressen beheersen en erin slagen om afwisselend mooi en lelijk te zijn, afschrikwekkend én uitdagend. En niet onbelangrijk: het duo beschikt over een flinke dosis komisch acteertalent. Let u ook even op het roze ‘Boys Smell’-T-shirt dat Georgia draagt.

Quote: ‘A murder now and then is poetic, but too many makes us spree killers, the most uninteresting subgroup of killers’.
Sandra de Haan
Not Quite Hollywood info
*****
Mark Hartley
22-01-2009 16:45 (gezien op IFFR 2009)
In sneltreinvaart neemt Mark Hartley ons mee door de geschiedenis van de Australische genrefilm van eind jaren ’60 tot ergens in de jaren ’80. Ozploitation in geuren en kleuren, vooral veel rood. Want nepbloed, daar wisten ze wel raad mee. Australië had nauwelijks een filmcultuur, tot de hippies en avonturiers besloten een typisch Australische versie te maken van wat in de VS al bestond: grensverleggende experimenten met carchasers, vechtende motorbendes, gillende naakte vrouwen, monsters (killer kangaroos!), softporno, kung fu en bijlzwaaiende psychopaten. De voor Italië en de VS exotisch aandoende setting en doldwaze scenario’s werden een internationaal succes. Een fontein van kots (denk aan Little Britain), dat was ook voor de vrijgevochten Amerikanen sensationeel. Plots had Australië een succesvol exportproduct! Maar daar was niet iedereen blij mee. De goede naam van Australië stond op het spel, volgens een hier aan het woord gelaten criticus.

Deze compilatie van 100 propvolle minuten trash culture had prima gepast in een ‘Nacht van de wansmaak’. Het stuntwerk is legendarisch te noemen, zo gevaarlijk dat sommigen het niet overleefden. Met motor en al van een hoge klif in zee springen? Waarom niet? Met een truck door een huis heen rijden, met een actrice op de eerste verdieping? Moet kunnen.
De wel erg korte snippers interview met acteurs, critici en regisseurs geven een goed beeld van de scene destijds. Acteurs lieten zich in de fik steken, actrices gingen close up uit de kleren, maar rijk werden ze er niet van.

Not Quite Hollywood is een vermakelijke achtbaan van spectaculaire stunts, charmant stuntelende acteurs, een straalbezopen Dennis Hopper en monsters van papiermaché. Let op de piepjonge Nicole Kidman. Quentin Tarantino prijst door de hele documentaire heen zijn favoriete films aan en voorziet een comeback van het genre, met als voorbeeld de populaire Saw-serie.