Tonio van Vugt
German Angst info
*****
Jörg Buttgereit, Michal Kosakowski en Andreas Marschall
Jörg Buttgereit leek verloren voor de filmwereld. In een interview in Zone 5300 #93 in 2011 zei de Duitse shockregisseur (Nekromantik) zich alleen nog maar bezig te houden met theater en tv-documentaires. Toen zijn naam opdook in de catalogus van het IFFR veerden we dan ook op uit onze stoelen, ook al is zijn terugkeer aan de voorzichtige kant: het gaat om een korte film die onderdeel uitmaakt van een drieluik over de angst.



Buttgereits Final Girl bijt het spits af met een wraakfilm, waarin flink veel ingezoomd wordt op cavia’s (nee, die maken geen onderdeel uit van de wraak). Het is helaas niet Buttgereits beste werk, en ook de zwakste bijdrage in het drieluik. Michal Kosakowski’s Make a Wish, waarin twee doofstomme jongeren worden geterroriseerd door een gropeje neonazi’s, is een regelrechte stoomwals. Goed, maar snoeihard en compromisloos - dat het goede uiteindelijk overwint is in dit geval een zéér schrale troost.

Last but not least: Alraune van Andreas Marschall, waarin een yup op zoek naar het ultieme genot zich inlaat met de eigenaar van een privénachtclub - en dat had hij beter niet kunnen doen. Het is een hallucinant, Lovecraftiaans slotakkoord dat herinneringen oproept aan het werk Lucio Fulci en consorten. Al met al is German Angst een van de meest geslaagde horror-anthologieën van de laatste jaren. Vanavond nog te zien om 22:15 in het Oude Luxor.
Raymond Noë
Stinking Heaven info
*****
Nathan Silver
Morgen, op de laatste dag van het IFFR, is er in het EYE in Amsterdam een programma (De dag van de dwarse film) te zien met daarin de meest controversiële films van het festival: de films die door de ene helft van het publiek de hemel in geprezen worden, terwijl de andere helft ze vreselijk vindt. Een film die zeker in dat programma thuishoort, is de Kickstarter-productie Stinking Heaven van de Amerikaan Nathan Silver.

Stinking Heaven volgt een groepje bewoners van een afkickcommune, ergens begin jaren negentig. Bij alledaagse gebeurtenissen als maaltijden, groepstherapie en gezamenlijk douchen, maar ook tijdens de ruzies en confrontaties die er onvermijdelijk ook zijn. Het evenwicht binnen de groep wordt verstoord op het moment dat er een nieuwe bewoonster aantreedt, die de verhoudingen flink op scherp zet.

Bijzonder aan de film is dat hij niet gescript is: er was geen scenario waaraan de acteurs zich konden of moesten houden, enkel een 'outline'. Silver had wel een idee waar het ongeveer heen moest, maar liet dat tijdens de opnameperiode niemand weten. Er werd dus geïmproviseerd, en ook nog op grote schaal: de opnames namen een flinke periode in beslag, waarin de acteurs als het ware samenleefden in het huis waarin de commune woont. De film van 70 minuten is uiteindelijk samengesteld uit de vele uren materiaal die beschikbaar waren.

Omdat het verhaal in het begin wat stuurloos lijkt, duurt het even voordat Stinking Heaven je grijpt (als dat al gebeurt), maar vanaf dat moment is de film een fascinerend, dicht op de huid gefilmd verslag van escalerende groepsprocessen die uiteindelijk volkomen uit de hand lopen. Het komt allemaal erg authentiek over, en dat komt niet alleen door de acteurs die zich blijkbaar volkomen in hun rol wisten in te leven, maar ook doordat er voor de opnames een videocamera uit de jaren negentig gebruikt is - Silver wilde het eruit laten zien als de korrelige, wat groezelige amateurfilmpjes uit die tijd.

Zoals de IFFR-inleider bij de film al zei: "This film is not for everyone". Maar als je hem ergens kunt zien, geef hem dan in ieder geval een kans.
Sandra de Haan
Fly On The Wall