Peter Strickland
31-01-2013 12:30 Pathé 7
Omdat ik regisseur Peter Strickland heb geïnterviewd, heb ik Berberian Sound Studio twee keer gezien. En dan wordt bevestigd wat ik de eerste keer óók al vond: dit is een heel bijzondere film. Ik moet het dan ook oneens zijn met het oordeel van collega Marinus de Ruiter: het is wat mij betreft één van de hoogtepunten van dit IFFR. De film zit vol kleine details en grapjes de oplettende kijker, zoals de geluidsbanden met de mantelklok die de aan heimwee lijdende Gilderoy afdraait, en de onbedoelde woordgrapjes in de brieven van zijn moeder (‘I hope you’re coping allright with the food down there’).
Strickland besloot om regisseur te worden na het zien (en hóren) van Eraserhead, en het is dan ook niet verwonderlijk dat BSS - meer nog dan het een ode is aan de Italiaanse giallo - de sfeer ademt van het werk van David Lynch (er is natuurlijk wel een directe lijn te trekken van bijvoorbeeld Dario Argento’s Suspiria naar de droomwerelden van Lynch). Voor wie hem op het festival gemist heeft: de film zal eind april uitgebracht worden in de Nederlandse filmhuizen. Het interview met Strickland kunt tezijnertijd in Zone lezen.
Takashi Miike
30-01-2013 15:30 Doelen Jurriaanse Zaal
Toen in Battle Royale (Kinji Fukasaku, 2000) Japanse scholieren ertoe werden aangezet elkaar te vermoorden, leidde dit even originele als gruwelijke gegeven tot een hoge publiekswaardering en een instant cultstatus. Misschien word ik oud, maar wat toen leuk en spannend was, is in Lesson of the Evil van Takashi Miike vooral naar en zinloos. Eigenlijk is vooral het eerste deel erg sterk, waarin de populaire leraar Seiji Hasumi (Hideaki Itô) langzaamaan ontmaskerd wordt als een manipulatieve, gewetenloze massamoordenaar. Waneer de façade scheurt, is er geen reden meer om zich in te houden en moordt hij in een sequentie van drie kwartier (!) tijdens de voorbereidingen van een Halloween-feestje nagenoeg de hele school uit. We zien elk slachtoffer één voor één vallen, en nee, er zit er niet één bij die dat verdiend heeft. Miike houdt van extremen: als hij een lichte film maakt, maakt hij die extreem licht, als hij een gewelddadige film maakt is die extreem gewelddadig. Ditmaal heeft de sympathieke regisseur zijn hand danig overspeeld - elke vorm van ironie ontbreekt. Als aan het einde van de film een handjevol scholieren het tóch overleefd heeft, lichten de woorden ‘To be continued’ op. Dat u het maar weet.
Pablo Berger
28-01-2013 19:30 Pathé 1
Er zijn films die aanvankelijk vooral een leuke binnenkomer lijken in een programma dat nog veel betere films in petto lijkt te hebben, maar die naarmate het festival vordert, een steeds grotere plaats in je hart veroveren - vooral in de context van de andere films. Zulke films groeien in je herinnering, omdat ze zich buiten elk kader plaatsen en een genre op zich vormen. Blancanieves is zo’n film. Het is een geslaagde ode aan de zwijgende film, compleet met tussentitels en zwaar aangezette gezichtsexpressies. De aandacht voor het detail is groot; niet alleen doen de belichting en het camerawerk geheel authentiek aan, ook bijvoorbeeld de make-up van de vrouwen is met groot perfectionisme gedaan. Dat op zich maakt de film niet uniek: met regelmaat worden er zulke geslaagde odes aan de silent movies gemaakt.
Maar de film combineert meerdere elementen op een originele, organische manier: Blancanieves situeert het verhaal van Sneeuwwitje naar Spanje in de jaren 20 van de vorige eeuw, tegen de achtergrond van het stierenvechten. Regisseur Pablo Berger weet zijn film met brille aan de juiste kant van kitsch te houden door op slimme wijze met de conventies van het sprookje te spelen, en de balans tussen kitchensink-drama en zwarte humor constant te bewaren. De film heeft het vermogen om oprecht te ontroeren, en daarbij ook nog een paar kleine verrassingen in de mouw. Blancanieves is inmiddels van de tweede naar de derde plaats op de publiekspoll verstoten, en het is onwaarschijnlijk dat hij nog zal winnen, maar het zou verdiend zijn.
Park Chan-Wook
30-01-2013 12:30 Pathé 2
Kent u die van die Koreaanse regisseur die de stap naar Hollywood waagde? Dat had hij beter niet kunnen doen. De verwachtingen rond Park Chan-Wook slotfilm waren hooggespannen, maar worden wat mij betreft niet ingelost. De Zuid-Koreaan, die met gewelddadige wraakfilms als Sympathy For Mr. Vengeance en Old Boy moderne filmgeschiedenis schreef, prefereert in zijn psychologishe thriller Stoker vorm boven inhoud. Het eerste halfuur is dat nog een sterk punt van de film (zo is de titelsequentie werkelijk prachtig gefilmd en vindingrijk getypografeerd), maar na verloop van tijd werkt Parks barokke stijl op de zenuwen. Het scenario, van ene Wentworth Miller, is nauwelijks van een hoger nivea dan dat van een woensdagavondthriller: elke als verrrassend bedoelde wending met zwaailichten wordt aangekondigd. Nadat vader Richard Stoker bij een ongeval om het leven is gekomen trekt oom Charlie (Matthew Goode) in bij weduwe Evelyn en haar dochter India. Die ruikt direct nattigheid, terwijl Evelyn als een blok voor hem valt. Wie ís uncle Charlie? Wat heeft hij met de dood van paps van doen? En is India wel zo afkerig van hem?
Wie er voor kiest een psychologische thriller te maken komt er niet onderuit om het zwaartepunt op de acteursregie te leggen. En daar faalt Chan-Wook: de dialogen zijn houterig en onnatuurlijk, elk woord wordt met nadruk uitgesproken. Het zou kunnen dat het ligt aan een taalbarrière tussen regisseur en acteurs, maar het kan ook een bewuste keuze zijn - denk aan het nuffige oeuvre van François Ozon. Wat verder stoort is dat de acteurs, op de frisse hoofdrolspeelster Mia Wasikowska na, een staaltje typecasting van jewelste zijn. Mathew Goode is zó overduidelijk een snake charmer, dat elke zweem van ambivalentie in de kiem wordt gesmoord. En bij Nicole Kidman in de rol van dommige ma Stoker vraag je je maar één ding af: is zó veel botox nog medisch verantwoord? Aan het eind van de film, als het misdaadverhaaltje netjes afgerond is, neemt de film voor het eerst een ‘onverwachte’ wending, maar de kijker vraagt zich af: waarom?
Stoker heet een eerbetoon te zijn aan Hitchcocks Shadow of a Doubt. Dat is ironisch: die film was één van Hitchcocks weinige mislukkingen vanwege het door de studio aangepast einde, waarin Joseph Cotten nu juist niet de moordenaar bleek die hij al die tijd wel móest zijn. Maar het was nog altijd een betere film dan Stoker, dat binnen Parks oeuvre een laffe indruk maakt.
Richard Raaphorst
28-01-2013 22:15 Cinerama 1
Er zijn van die films die je bij voorbaat zó leuk wilt vinden dat ze eigenlijk alleen maar kunnen tegenvallen. Frankenstein's Army is zo'n film. De film is voortgekomen uit het Worst Case Scenario-project van regisseur Richard Raaphorst, waar we lang, lang geleden uitgebreid over berichtten in Zone 5300. Het project, over Nazi-zombies op de Waddeneilanden, is na vele omzwervingen, via Amerika en Japan, blijven steken in development hell. Raaphorst verloor zelfs de rechten over het oorspronkelijke scenario, maar zijn visie en de uitzinnige ontwerpen voor de zombies bleven. Frankenstein's Army verplaatst de actie naar de frontlinies in Rusland, waar een peloton soldaten stuit op het zwarte schaap van de familie Frankenstein (de immer geweldige Karel Rooden), dat bezig is een leger op te bouwen uit gevallen Duitse en Russische soldaten. De steampunkmonsters, enhanced met drilboren, propellors, cirkelzagen, sloophamers en andere moordwapens, zien er geweldig uit, en het is duidelijk dat menige soldaat de eindstreep niet zal halen - op bloederige wijze uiteraard. Hier is Raaphorst op zijn best.
Wat echter niet helpt is dat het scenario van John Mitchel te mager is om 80 minuten te dragen, en dat de dialogen vanwege de Duitse en Russische acteurs voor 80% onverstaanbaar zijn. Dringend advies voor het festival: ondertiteling, graag, óók bij 'Engelstalige' producties (zie Kill List vorig jaar)! Daarnaast heeft Raaphorst geprobeerd het beperkte budget te verhullen door gebruik te maken van het 'found footage'-genre en de hele film lang flink met de camera te schudden. Dat is jammer, want een klein budget is geen schande, en we hadden die monsters wel wat beter willen zien (géén CGI, waarvoor hulde!), zónder het risico van een epilepsie-aanval. Ondanks al die bezwaren is er gelukkig genoeg te genieten voor de genreliefhhebber, voor wie de film uiteindelijk ook bedoeld is. En er valt genoeg te lachen: de gereedschapskist op benen is nu al een van de meest memorabele scènes van het IFFR.
Andreas Johnsen
28-01-2013 16:30 Luxor
Ik heb net zo veel verstand van de Deense rapscene als van
competitievoetbal in Angola, dus ze kunnen mij van alles wijsmaken. Zo zou
het heel goed kunnen dat de rapper Kidd aka Nicholas Westwood écht
bestaat, en dat-ie zich echt in één jaar tijd van nobody naar
superster en weer terug heeft ontwikkeld. Dat-ie écht op Roskilde
heeft gestaan (die beelden zien er erg authentiek uit), dat-ie écht
in de Deense DWDD zat, en dat-ie zich écht heeft misdragen op een
VIP-party. Dat zijn carrière écht een uit de hand gelopen
grap was die door het - volgens hem kritiekloze - publiek té serieus
werd genomen, een hype die nooit als hype bedoeld was. Maar het zou ook
kunnen dat we à la Spinal Tap en Flight of the
Conchords grandioos bij de neus worden genomen. Wel toevallig namelijk
dat er een camera bij was op alle cruciale momenten in de carrière
van de sympathieke jonge rapper. Ook op alle genante momenten. En dat zijn
er nogal wat. Kidd aan de cocaïne, Kidd kotsend boven de wasbak, Kidd
die zijn geduld met zijn publiek verliest. In Denemarken kunnen ze deze
documentaire ongetwijfeld op de juiste waarde schatten (ik bedoel maar,
André Hazes was tenslotte ook echt), maar u en ik blijven verwonderd
achter.
Morgen opent het 42ste International Film Festival Rotterdam met de
wereldpremière van De wederopstanding van een klootzak van
Guido van Driel. Jazeker, dié Guido van Driel: het is de verfilming
van zijn eigen graphic novel Om Mekaar in Dokkum uit 2004. Het mag
beslist zeldzaam worden genoemd dat een Nederlandse film het IFFR opent: de
laatste keer was dat Felice...Felice... van Peter Delpeut in 1998.
De film, een ballet voor Amsterdamse gangsters, Friese boeren en Angolese
asielzoekers, heeft hoofdrollen voor Yorick van Wageningen, Goua Robert
Grovogui en Juda Goslinga. In bijrollen zien we de vorig jaar overleden
Jeroen Willems en… striptekenaar Eric Schreurs en Hansje Joustra van
Van Driels uitgever Oog & Blik.
Tijd om filmmaker/stripauteur Van Driel eens aan de tand te
voelen…
Ben je zenuwachtig voor morgenavond en de ontvangst door het publiek? Drie van de vier voorstellngen zijn al uitverkocht.
‘Ik ben op dit moment nog niet zenuwachtig, maar mijzelf kennende weet ik dat zoiets vlak voor aanvang van de ceremonie toch gaat gebeuren. Naar de filmvertoning zie ik natuurlijk halsreikend uit.’
Dit is je derde film, gebaseerd op je eigen graphic novel Om mekaar in Dokkum. Er zijn niet veel auteurs die hun eigen boek verfilmen. Vond je het moeilijk om papier naar film om te zetten?
‘Of ik het moeilijk vond…? Bas Blokker (scenarioschrijver, red.) en ik hebben in ieder geval ruim de tijd gehad om dat op een goede manier te doen. Omdat het zo lang duurde voordat de film helemaal gefinancierd was konden we veel versies schrijven. Na iedere schrijfronde waren we ervan overtuigd dat we vooruitgang hadden geboekt en redeneerden we: maar goed dat ik nog niet op de set sta, want dan hadden we deze verbeteringen gemist. We kregen hele goede begeleiding van de producent en kritiek van scriptcoach Hedwig Agterbos. Het schrijfproces was dus langdurig, maar niet moeilijk. Met Bas samenwerken is zo’n groot genoegen. We hebben vaak dezelfde opvattingen over films en sparen elkaar niet als het op kritiek aankomt.’
Hoe kwam dat zo, die bijrollen voor Eric Schreurs en Hansje Joustra?
Eric is een hele goede vriend van mij en mijn vrouw. Hij heeft eerder in Terug naar Oegstgeest van Theo van Gogh gespeeld. In De wederopstanding wilde ik hoe dan ook met hem werken. Hansje wilde ik precies hetzelfde rolletje geven als in het boek. Portier bij het IND.’
En brengen ze het er goed van af?
‘Eric kan echt acteren en ziet er geweldig uit. Ik heb eerder een korte film met hem gemaakt, Relaxation Purposes, ook met Lennert Hillege achter de camera. Deze film leidt tot dusver een bescheiden bestaan met alleen vertoningen binnen een kring van vrienden en kennissen, maar ik heb plannen om het project uit te breiden voor televisie. En wat betreft Hansje: in hem is geen groot acteur verloren gegaan, maar toch brengt hij net genoeg eigenheid in zijn tekst om die portier iets extra’s mee te geven.’
Als je doorbeekt met deze film, wat betekent dat dan voor de stripauteur in jou? Ga je je dan helemaal op film toeleggen, of...
‘Ik hoop nog steeds stripboeken te kunnen maken. Ik werk momenteel aan het project In Subiarbia Hollandia waarvan al twintig pagina’s voltooid zijn. Maar die filmerij zal mijn stripproductie zeker niet omhoogjagen. En ik was toch al niet zo snel. Maar hallo, er zijn zó veel mensen die nog nooit een stripboek van mij gelezen hebben, die moeten zich maar tevreden stellen met de zeven die ik al voltooid heb.’
Ben je zenuwachtig voor morgenavond en de ontvangst door het publiek? Drie van de vier voorstellngen zijn al uitverkocht.
‘Ik ben op dit moment nog niet zenuwachtig, maar mijzelf kennende weet ik dat zoiets vlak voor aanvang van de ceremonie toch gaat gebeuren. Naar de filmvertoning zie ik natuurlijk halsreikend uit.’
Dit is je derde film, gebaseerd op je eigen graphic novel Om mekaar in Dokkum. Er zijn niet veel auteurs die hun eigen boek verfilmen. Vond je het moeilijk om papier naar film om te zetten?
‘Of ik het moeilijk vond…? Bas Blokker (scenarioschrijver, red.) en ik hebben in ieder geval ruim de tijd gehad om dat op een goede manier te doen. Omdat het zo lang duurde voordat de film helemaal gefinancierd was konden we veel versies schrijven. Na iedere schrijfronde waren we ervan overtuigd dat we vooruitgang hadden geboekt en redeneerden we: maar goed dat ik nog niet op de set sta, want dan hadden we deze verbeteringen gemist. We kregen hele goede begeleiding van de producent en kritiek van scriptcoach Hedwig Agterbos. Het schrijfproces was dus langdurig, maar niet moeilijk. Met Bas samenwerken is zo’n groot genoegen. We hebben vaak dezelfde opvattingen over films en sparen elkaar niet als het op kritiek aankomt.’
Hoe kwam dat zo, die bijrollen voor Eric Schreurs en Hansje Joustra?
Eric is een hele goede vriend van mij en mijn vrouw. Hij heeft eerder in Terug naar Oegstgeest van Theo van Gogh gespeeld. In De wederopstanding wilde ik hoe dan ook met hem werken. Hansje wilde ik precies hetzelfde rolletje geven als in het boek. Portier bij het IND.’
En brengen ze het er goed van af?
‘Eric kan echt acteren en ziet er geweldig uit. Ik heb eerder een korte film met hem gemaakt, Relaxation Purposes, ook met Lennert Hillege achter de camera. Deze film leidt tot dusver een bescheiden bestaan met alleen vertoningen binnen een kring van vrienden en kennissen, maar ik heb plannen om het project uit te breiden voor televisie. En wat betreft Hansje: in hem is geen groot acteur verloren gegaan, maar toch brengt hij net genoeg eigenheid in zijn tekst om die portier iets extra’s mee te geven.’
Als je doorbeekt met deze film, wat betekent dat dan voor de stripauteur in jou? Ga je je dan helemaal op film toeleggen, of...
‘Ik hoop nog steeds stripboeken te kunnen maken. Ik werk momenteel aan het project In Subiarbia Hollandia waarvan al twintig pagina’s voltooid zijn. Maar die filmerij zal mijn stripproductie zeker niet omhoogjagen. En ik was toch al niet zo snel. Maar hallo, er zijn zó veel mensen die nog nooit een stripboek van mij gelezen hebben, die moeten zich maar tevreden stellen met de zeven die ik al voltooid heb.’