Marinus de Ruiter
Mourir Auprès de Toi info
*****
Spike Jonze, Simon Cahn
In de onderste regionen van de UPC Publieksprijs treft u wegloopfilms aan als The Pettifogger, een als 'abstracte misdaadfilm' vermomde retro-knipselcollage die na een minuut zijn punt al gemaakt heeft en dan nog een uur doorsuddert; toch willen we u de voorfilm niet onthouden, een fraaie stop-motion-animatie met als co-regisseur niemand minder dan Spike Jonze.

*****
Now Forager
Paddenstoelenplukkers Regina en Lucien verdienen geld door hun oogst te verkopen aan restaurants en hoewel ze kind aan huis zijn bij de culinaire avant-garde van New York blijkt het toch lastig om rond te komen.

Regina kan gelukkig bijspringen in de keuken, maar botst als fervente ‘slow food’-aanhanger met de Amerikaanse hap-slik-wegcultuur. Lucien, ook geen beroerde kok, is dan al hard weggelopen bij zijn werkgeefster, een yuppendame die alles bezit behalve smaak, ondanks de Larousse Gastronomique op het keukenblok. Wanneer hij zijn oogstgebied probeert uit te breiden stuit Lucien op gewelddadige Poolse paddenstoelenjagers. Alle spanningen leiden tot het stuklopen van de relatie tussen Regina en Lucien, een pijnlijk proces dat gepaard gaat met prachtige beelden van allerlei paddenstoelen, van voedzame tot levensgevaarlijke giftige soorten.

Met hun sympathieke speelfilmdebuut bewijzen Julia Halperin en Jason Cortlund zich als veelzijdig regisseurskoppel; Now, Forager combineert een luchtige en potentieel trendsettende food-film met een sfeervolle roadmovie en vooral ook een geloofwaardige relatiefilm, waarin Cortlund, in de hoofdrol van Lucien, ook bijzonder onsympathiek uit de hoek durft te komen. De kijker wordt bovendien meegenomen naar restaurants die per avond meer omzetten dan het totale draaibudget van de film. Een aangename verrassing op IFFR 2012.
Marinus de Ruiter
Play info
*****
Play
Net als in zijn eerdere speelfilm Involuntary kiest de Zweedse regisseur Ruben Östlund in opvolger Play het perspectief van de machteloze toeschouwer. Klein leed wordt op een bijna voyeuristische manier vastgelegd, alsof het beelden van een perfecte beveiligingscamera betreft.

We zien hoe drie jochies in een winkelcentrum geïndoctrineerd worden door een groepje oudere jongens, die erin slagen de drie op sleeptouw te nemen en ze langzaam van alle waardevolle spullen te beroven. Door het trage verloop van de film wordt de situatie steeds pijnlijker. Elk verzet van de slachtoffers wordt geroutineerd de kop ingedrukt door de aspirant-criminelen. Volwassenen lopen achteloos voorbij of doen alsof hun neus bloedt.

Met Involuntary had Östlund een geweldige vorm gevonden, die deed denken aan de lange, statische scènes van landgenoot Roy Andersson. De kijker voelde zich bijna medeplichtig aan uit de hand gelopen situaties, na drankmisbruik van minderjarige discomeisjes bijvoorbeeld, of tijdens een seksueel getint vrijgezellenweekend.

Play is saaier, omdat hier maar één situatie uitgewerkt wordt. Maar het grootste bezwaar is dat Östlund zich ontpopt als Filmmaker Met Een Boodschap. Belangrijk detail is dat de daders zwart zijn, in tegenstelling tot de slachtoffers. Wil de regisseur ons bewust maken van politiek correcte sentimenten? Misschien dat dit in Scandinavië nog relevant is, maar in Rotterdam komt dit vooral over als overbodig en pedant.

Nog te zien op di 31-1 (22:30, P4), wo 1-2 (14:15, Schouwburg) en za 4-2 (22:30, P4)
Marinus de Ruiter
The Invader info
*****
Kunstenaars gebruikten ooit nog metaforen als excuses om de vagina af te beelden; bekend voorbeeld is Gustave Courbet met zijn schilderij L’origine du monde (1866). De Belgische videokunstenaar Nicolas Provost herstelt die traditie met het openingsshot van zijn eerste speelfilm The Invader (L’envahisseur).

Het is het schoolvoorbeeld van een spraakmakende scène: de camera zoomt uit van tussen de gespreide benen van een naakte, blanke vrouw die op het strand ligt. Ze staat op en loopt langs andere zonnende nudisten naar de branding waar een aantal Afrikanen aanspoelen, waarvan we kunnen aannemen dat het bootvluchtelingen zijn.



Provost wil imponeren met zijn metafoor voor het Westen als vruchtbare akker waar derdewereldlanders naar hunkeren, maar naast de nodige ‘oohs’ en ‘aahs’ verwacht ik ook veel kromme tenen in de bioscoopzaal. Eén van de bootmensen ziet er nog verdacht fit uit, klaar om de dame uit het openingsshot het hof te maken. De rest van de film volgt deze overlever als illegale werknemer in Brussel.

Het lot van vluchtelingen in Europa als moderne slaven is een ideaal onderwerp voor hedendaagse verhalen, een schimmig gebied tussen goed en kwaad waarop filmmakers hun fantasieën kunnen loslaten (zie: Dirty Pretty Things). Amadou, de hoofdfiguur uit The Invader, maakt dan ook allerlei spannende dingen mee: hij heeft het gemunt op de mafiabaas, hij versiert een dame uit de kunstwereld en hij stalkt haar wanneer hij afgewezen wordt.

Amadou’s duistere Brusselse onderwereld wordt gecontrasteerd met chique, helverlichte appartementen en galeries gedecoreerd met bestaande kunstwerken (van Roni Horn, Bill Woodrow e.v.a.). Provost lijkt commentaar te willen leveren op het milieu dat hij goed kent, maar helaas blijft zijn impressie oppervlakkig. Daarbij blijft Amadou ondanks zijn misstappen de naïeve held uit het begin van de film, het clichébeeld van de nobele wilde in het Westen.

Provost laat in zijn kunst zien dat hij raad weet met het medium film; het in 35mm gerealiseerde Plot Point (2007), bijvoorbeeld, is een verzameling shots van voorbijgangers en politiemensen op Times Square, die door de montage en de soundtrack de indruk maakt van een bloedstollende post-9/11-thriller. Hier tovert hij realiteit om in film, maar andersom werkt het niet; ondanks goede bedoelingen blijft The Invader een filmkarikatuur van de realiteit.

Nog te zien op zo 29-1 (22:00, LV 3), ma 30-1 (21:30, P7) en wo 1-2 (20:00, Doelen JZ).
Marinus de Ruiter
Les Géants info
*****
Les Geants
Het is niet meer dan een vlekje op de wereldkaart, maar in de films van Bouli Lanners is Wallonië een onmetelijk landschap van rivieren, moerassen, bossen en weilanden vol vergrijsde dorpjes, autokerkhoven en lege caravans. Lanners’ vorige film Eldorado was al een roadmovie Amerikaanse stijl, waarin een klunzig duo de weg kwijt raakt in een schijnbaar eindeloze autorit naar de grens.

In Les Géants gaat het om drie prepuberale mennekes, waarvan er twee in de steek gelaten zijn in het huis van wijlen grootvader. Met het pistool van opa, een zak wiet en een auto staan ze klaar om de wereld te veroveren, maar na een dag of wat is geld en benzine op. Dan maar het huis doorverkopen aan De Os, de plaatselijke dealer die met zijn Poolse handlangers de boel leeghaalt en als wietplantage inricht.

De jochies worden afgescheept met een fooi, waarop ze als een soort post-crisis-Kameleonvaarders op survivaltocht langs leegstaande vakantiehuisjes trekken, de haren gebleekt in een poging onherkenbaar te blijven. Het verhaal van Les Géants wordt prachtig in beeld gebracht, maar de tragische en komische momenten wisselen elkaar bijna plichtmatig af waardoor het gedrag van de boefjes met de gouden hartjes voorspelbaar wordt.

Nog te zien op ma 30-1 (LV 1, 9:30)