Kunstenaars gebruikten ooit nog metaforen als excuses om de vagina af te
beelden; bekend voorbeeld is Gustave Courbet met zijn schilderij L’origine
du monde (1866). De Belgische videokunstenaar Nicolas Provost
herstelt die traditie met het openingsshot van zijn eerste speelfilm The
Invader (L’envahisseur).
Het is het schoolvoorbeeld van een spraakmakende scène: de camera zoomt uit van tussen de gespreide benen van een naakte, blanke vrouw die op het strand ligt. Ze staat op en loopt langs andere zonnende nudisten naar de branding waar een aantal Afrikanen aanspoelen, waarvan we kunnen aannemen dat het bootvluchtelingen zijn.
Provost wil imponeren met zijn metafoor voor het Westen als vruchtbare akker waar derdewereldlanders naar hunkeren, maar naast de nodige ‘oohs’ en ‘aahs’ verwacht ik ook veel kromme tenen in de bioscoopzaal. Eén van de bootmensen ziet er nog verdacht fit uit, klaar om de dame uit het openingsshot het hof te maken. De rest van de film volgt deze overlever als illegale werknemer in Brussel.
Het lot van vluchtelingen in Europa als moderne slaven is een ideaal onderwerp voor hedendaagse verhalen, een schimmig gebied tussen goed en kwaad waarop filmmakers hun fantasieën kunnen loslaten (zie: Dirty Pretty Things). Amadou, de hoofdfiguur uit The Invader, maakt dan ook allerlei spannende dingen mee: hij heeft het gemunt op de mafiabaas, hij versiert een dame uit de kunstwereld en hij stalkt haar wanneer hij afgewezen wordt.
Amadou’s duistere Brusselse onderwereld wordt gecontrasteerd met chique, helverlichte appartementen en galeries gedecoreerd met bestaande kunstwerken (van Roni Horn, Bill Woodrow e.v.a.). Provost lijkt commentaar te willen leveren op het milieu dat hij goed kent, maar helaas blijft zijn impressie oppervlakkig. Daarbij blijft Amadou ondanks zijn misstappen de naïeve held uit het begin van de film, het clichébeeld van de nobele wilde in het Westen.
Provost laat in zijn kunst zien dat hij raad weet met het medium film; het in 35mm gerealiseerde Plot Point (2007), bijvoorbeeld, is een verzameling shots van voorbijgangers en politiemensen op Times Square, die door de montage en de soundtrack de indruk maakt van een bloedstollende post-9/11-thriller. Hier tovert hij realiteit om in film, maar andersom werkt het niet; ondanks goede bedoelingen blijft The Invader een filmkarikatuur van de realiteit.
Nog te zien op zo 29-1 (22:00, LV 3), ma 30-1 (21:30, P7) en wo 1-2 (20:00, Doelen JZ).
Het is het schoolvoorbeeld van een spraakmakende scène: de camera zoomt uit van tussen de gespreide benen van een naakte, blanke vrouw die op het strand ligt. Ze staat op en loopt langs andere zonnende nudisten naar de branding waar een aantal Afrikanen aanspoelen, waarvan we kunnen aannemen dat het bootvluchtelingen zijn.
Provost wil imponeren met zijn metafoor voor het Westen als vruchtbare akker waar derdewereldlanders naar hunkeren, maar naast de nodige ‘oohs’ en ‘aahs’ verwacht ik ook veel kromme tenen in de bioscoopzaal. Eén van de bootmensen ziet er nog verdacht fit uit, klaar om de dame uit het openingsshot het hof te maken. De rest van de film volgt deze overlever als illegale werknemer in Brussel.
Het lot van vluchtelingen in Europa als moderne slaven is een ideaal onderwerp voor hedendaagse verhalen, een schimmig gebied tussen goed en kwaad waarop filmmakers hun fantasieën kunnen loslaten (zie: Dirty Pretty Things). Amadou, de hoofdfiguur uit The Invader, maakt dan ook allerlei spannende dingen mee: hij heeft het gemunt op de mafiabaas, hij versiert een dame uit de kunstwereld en hij stalkt haar wanneer hij afgewezen wordt.
Amadou’s duistere Brusselse onderwereld wordt gecontrasteerd met chique, helverlichte appartementen en galeries gedecoreerd met bestaande kunstwerken (van Roni Horn, Bill Woodrow e.v.a.). Provost lijkt commentaar te willen leveren op het milieu dat hij goed kent, maar helaas blijft zijn impressie oppervlakkig. Daarbij blijft Amadou ondanks zijn misstappen de naïeve held uit het begin van de film, het clichébeeld van de nobele wilde in het Westen.
Provost laat in zijn kunst zien dat hij raad weet met het medium film; het in 35mm gerealiseerde Plot Point (2007), bijvoorbeeld, is een verzameling shots van voorbijgangers en politiemensen op Times Square, die door de montage en de soundtrack de indruk maakt van een bloedstollende post-9/11-thriller. Hier tovert hij realiteit om in film, maar andersom werkt het niet; ondanks goede bedoelingen blijft The Invader een filmkarikatuur van de realiteit.
Nog te zien op zo 29-1 (22:00, LV 3), ma 30-1 (21:30, P7) en wo 1-2 (20:00, Doelen JZ).