Tonio van Vugt
Persona non grata 2
Die zien we nooit meer... te-rug!
Wat we niet in de Daily Tiger lazen (en ik was er zelf niet bij, maar ik heb dit uit zeer betrouwbare bron): tijdens de bekendmaking van de VPRO Tiger Awards 2010 greep jurylid Jeanne Balibar, in haar speech als woordvoerder van de jury, uitgebreid de gelegenheid om haar ergernissen te uiten. Zo had ze het niet kunnen vinden met haar medejuryleden: regisseurs Amat Escalante en Urszula Antoniak, voormalig directeur van het filmfestival van Singapore Philip Chea en de Oegandese acteur/muzikant Okello Kelo Sam. Bovendien had ze ook weing goeds over voor het IFFR zelf, dat naar haar zin te veel experimentele films programeerde in plaats van échte films. Héél professioneel van Jeanne. Omdat het toch een feestje was, speelde de Franse actrice/muzikante tot slot drie liedjes. Waarna ze afsloot met een liedje speciaal voor het IFFR: een improvisatie van varkensgeknor en keelgeluiden. Experimenteel, begrijpt u wel? Nee, de kans dat ze teruggevraagd wordt voor het IFFR is klein. De kans dat ze zo'n uitnodiging zou accepteren ook. Maar de gevolgen gaan verder dan het IFFR: als ik om het even welk festival was, zou ik me wel drie keer bedenken voor ik Mme Balibar uitnodigde als jurylid. Of is het toch allemaal, conform de titel van deze rubriek, slechts roddel en achterklap?
Tonio van Vugt
Yellow Kid info
*****
Mariko Tetsuya
02-02-2010 17:00 Luxor

Is het u wel eens opgevallen hoe striptekenaars (maar ook schilders en illustratoren) in films net altijd bezig zijn dat ene lijntje wat extra aan te zetten of die ene schaduw nog even wat zwarter te maken? Ook de mangatekenaar in deze afstudeerfilm zien we nooit tijdens het uitoefenen van zijn vak, in tegenstelling tot de boksers op wie de tekenaar zijn strips baseert. Waarmee meteen is aangetoond hoe moeilijk het toch is voor acteurs om het verfijnde vak van stripauteur na te bootsen. Waarom is er nooit iemand op het idee gekomen om een vakman als stand-in te gebruiken, zoals bijvoorbeeld bij filmpianisten wél gebeurt? En vakbroeders en -zusters, wíé van jullie kleurt eigenlijk zijn originele lijntekeningen in met viltstift, omdat zo'n pagina er dan zo goed uit ziet in de film? Nee, met dát soort striptekenaars loopt het natuurlijk niet goed af. En die boksers zijn van Japanse makelij, dus die rossen elkaar buiten de ring gewoon verder in elkaar. Yellow Kid is een sympathieke poging tot hardboiled underground, maar eigenlijk nog niet rijp voor een filmfestival als dit.
Tonio van Vugt
Amer info
*****
Hélène Cattet & Bruno Forzani
03-02-2010 22:15 Cinerama 4

Zoals je dus blijkbaar Japanse giallo’s hebt, zo heb je dus ook Waalse giallo’s. Amer begint al goed met de zeer authentiek aanvoelende, Goblin-achtige muziek onder de openingscredits. Wat volgt is een - zoals het in dit genre hoort - onsamenhangende mix van thriller, horror en erotiek, opgebouwd uit nerveuze cuts en extreme zoomshots. We volgen een meisje van jeugd tot volwassendom, waarbij de film de vorm aanneemt van achtereenvolgens gothic horror, softseksfilm en slasher. Elke handeling is met nadruk gefilmd en van geluidseffecten voorzien; zo worden zelfs boodschappen bij de kruidenier en een potje straatvoetbal omineus.

Alleen de muziek blijkt vintage italorock uit de seventies, de rest komt volledig uit de koker van regisseurspaar Hélène Cattet en Bruno Forzani. Het resultaat is een uiterst geslaagde ode aan de giallo, die met grote kennis van het genre gemaakt en prachtig gefilmd is, al voert vorm de boventoon en lijkt de inhoud een beetje met het badwater weggegooid. Dat laatste scheelt toch net die ene ster.

Een enigszins nerveus (vooral zij), maar enthousiast duo licht toe: ’We hebben ons bij het script sterk laten inspireren door de muziek. We hebben het samen geschreven, telkens gaven we elkaar het script weer door en vulden we elkaar aan.’
Dachten jullie tijdens het schrijven nooit op enig moment: nu gaan we echt te ver en is elke logica zoek?
Forzani: ‘Het was wel constant zoeken naar een, hoe zeg je dat, equilibrium... eh, balans, ja.’
Wat betekent de titel?
‘Amer betekent ‘bitter’, het is de smaak die na afloop bij het publiek moet achterblijven. Maar het is ook een woordspeling op ‘à mer’: Frans voor ‘aan zee’, waar de hele film zich in feite afspeelt.’
Als je één favoriete giallo zou moeten noemen?
Profondo Rosso van Dario Argento, geen twijfel mogelijk! Maar ook Lucio Fulci is van grote invloed geweest.’
Wat wordt jullie volgende project?
’We gaan een versie van Amer maken vanuit een mannelijk perspectief, die zich in Brussel gaat afspelen.’

Tonio van Vugt
Slice info
*****
Kongkiat Komesiri
04-02-2010 22:00 Cinerama 1
Een corrupte politieman met Geert Wilders-kapsel haalt een veroordeelde huurmoordenaar uit de gevangenis die een perverse seriemoordenaar voor hem moet opsporen, zogenaamd omdat de moordenaar een jeugdvriend van de veroordeelde is, maar eigenlijk gewoon omdat de cop nog te lui is om zijn eigen veters te strikken en liever op het vriendinnetje van de veroordeelde past: dat kan alleen in Thailand (maar het had ook bijvoorbeeld Korea kunnen zijn).

Na een eerste halfuur waarin de film nog alle kanten opschiet en de ondertitels voor bescheiden hilariteit zorgen (‘You sound you love her very much’), vindt deze bizarre thriller zijn draai, mede dankzij een parallelle verhaallijn over de twee jeugdvrienden, die zowaar ontroert tussen alle gewelddadige gore. Een ontknoping die voor de oplettende kijkers niet helemaal onverwacht komt, zorgt voor een voor het genre ongewoon emotioneel geladen slotscène. Kleine aanrader.
Tonio van Vugt
MARKS info
*****
Sai Yoichi
03-02-2010 19:15 Pathé 6
‘Deze film is één van de beste in zijn genre,’ aldus programmeur/journalist Tony Rayns bij de introductie. Dat genre is dan de door-flashbacks-en-flashforwards-geteisterde-thriller-met-plotgaten-en-continuïteitsfouten-vol-identieke-Japanners-die-elkaar-onherkenbaar-achter-stofdoeken-in-het-duister-zo-bloederig-mogelijk-de-tanden-uit-de-bek-rossen. Een nagesprek met drie andere doorgewinterde filmbuffs leverde vier verschillende interpretaties op van hoe de vork nu écht in de steel zat. Over winter gesproken: de Seven Years In Tibet-achtige apotheose duurt waarschijnlijk zo lang omdat de regisseur het zonde vond om zoveel geld uit te trekken voor een handjevol shots. En dan gaat de film ineens, na ruim twee uur geweld, als een nachtkaars uit. Wie kennis wil maken met filmmaker in focus Sai Yoichii kan beter elders starten, wie wil weten hoe een Japanse giallo eruit ziet begint hier.
Tonio van Vugt
Persona non grata
De levenslange IFFR-ban van een sadist

‘Park Chan-wook wordt niet vertoond op het IFFR, ís nooit op het IFFR vertoond geweest en zal ook nooit op het IFFR vertoond worden, want zijn films zijn te sadistisch.’ Dit schijnt ooit één van de programmeurs gezegd te hebben tegen een filmjournalist, van wie ik dit op mijn beurt gisteren weer hoorde.

Leest u het nog eens: de films van deze Zuid-Koreaanse regisseur, waaronder culthits als Old Boy en Sympathy for Lady Vengeance, zijn ‘te sadistisch’. En dat voor een festival waar gepatenteerde shockmeisters als Kim Ki-duk en Miike Takashi, beiden ook niet gestikt in hun eerste martelscène en verminking met vishaak of pianosnaar, jarenlang trouwe gasten waren. Wat is de ware reden? Heeft Park ooit eens een misstap op het IFFR begaan? Is hij zo’n gast die eerst je koelkast leegdrinkt en het daarna met je vrouw en/of hond doet? (Met die Koreanen weet je het nooit.) Heeft hij ooit eens iets vrouwonvriendelijks tegen Sandra de Hamer gezegd? Iets vrouwonvriendelijks gedaan? (Het blijft tenslotte een Koreaan.) Heeft een van de programmeurs nog een appeltje met hem te schillen? Wie het weet mag het zeggen…
Tonio van Vugt
Symbol info
*****
Matsumoto Hitoshi
02-02-2010 22:15 Luxor

Het is waar: hoe minder je over deze film weet, hoe beter. Wie Matsumoto Hitoshi’s vorige film Dainipponjin (Big Man Japan) twee jaar geleden zag op het IFFR, weet waar de man toe in staat is. Vermenigvuldig dat met factor 10 en u hebt ongeveer een idee van wat u te wachten staat.

Twee losstaande verhalen (een Mexicaanse worstelaar bereidt zich op voor een wedstrijd; een man - Hitoshi zelf, in de pyjama van het jaar - wordt wakker in een hermetisch gesloten witte kamer) komen in het laatste kwartier op briljante manier samen. Daarmee verklap ik echt niets, want die ontknoping valt voor een gewone sterveling niet te raden. Voorlopig de kneiterigste kneiter van het festival, met als bonus een hilarische Kiss-parodie, en als we zes sterren tot onze beschikking hadden zou ik die geven.

Symbol is zaterdag nog te zien. Besluit snel, want hoewel Luxor gisteren (anders dan op de IFFR-site staat) nog lang niet uitverkocht bleek, zou de wel eens heel snel een culthit kunnen worden. En anders moet u hem in april op Imagine: 26th Amsterdam Fantastic Film Festival gaan zien. Zone 5300 heeft het u gezegd…
Tonio van Vugt
Madoooonna!
De Striptekenaar en De Jakhals
31-01-2010 23:50
Zondagavond in een vrijwel uitgestorven danszaal in de Schouwburg (een wat onwerkelijk aandoend groot verschil met de avond ervoor). De Jakhals maakt zijn entree. De frisbesikte Amsterdamse Striptekenaar, in wiens gezelschap wij ons bevinden, trekt zijn aandacht. De Jakhals maakt een mooie show van dat feestje der herkenning, waarbij hij zijn gezicht ten hemel richt en een soort flamenco-achtig dansje uitvoert in zijn strakke Italiaanse pak. Het ritueel heeft wel iets van een scène uit The Sopranos. Het enige wat er nog aan ontbreekt is dat De Jakhals er een langgerekt ‘Madoooonna’ uitfloept. In plaats daarvan posteert hij zich tussen mij en De Striptekenaar en de dames in het gezelschap. Enkele ogenblikken later zal hij de hand van een van de dames vastpakken zonder haar aan te kijken, wederom zijn gezicht naar boven richten en het dansje nog een keer doen.

De Jakhals klaagt ach en wee, met de theatrale gedrevenheid van de mobsters uit eerdergenoemde TV-serie. Het is het einde van het IFFR, Rotterdam, de wereld, zo’n lege danszaal. Niet genoeg volk om hem te bewonderen, is hij daarom helemaal naar de Schouwburg gekomen? De Jakhals heeft een ego dat bij zijn enorme lengte past, een ego met een eigen postcode, hij is niet geïnteresseerd in het gezelschap rond De Striptekenaar en nauwelijks in De Striptekenaar zelf. Wij, honden als wij zijn, laten De Striptekenaar achter met De Jakhals, om in de foyer van de Schouwburg een biertje te drinken met de rest van het Zone-team.

Daar komt ook de Striptekenaar de foyer binnen. Vulde het ego van De Jakhals soms inmidddels de hele lege danszaal?
‘Och,’ zegt De Striptekenaar een beetje beteuterd, ‘Hij had het ene stoere verhaal na het andere, en toen hij aan zijn vierde of vijfde wou beginnen, onderbrak ik hem om te zeggen dat ik dat he-le-maal niet erg vind dat-ie zo stoer is, omdat ik hem gewoon waardeer om wie hij is en niet om wat ‘ie is. En toen is ‘ie boos weggelopen. Terwijl ik het juist goed bedoelde.’

Eén ding is zeker: als het je lukt om je op je tenen te laten trappen door de frisbesikte Amsterdamse Striptekenaar, dan is je ego héél erg groot. Madoooonna!
Tonio van Vugt
Slovenian Girl info
*****
Damjan Kozole
31-01-2010 19:15 Schouwburg Grote Zaal

Het heeft zo zijn voordelen als je land voorzitter is van de EU; rijke Europarlementariërs in de Sloveense hoofdstad Ljubljana zijn voortdurend op zoek naar een verzetje, en dan bedoelen we niet een bezoek aan het middeleeuwse slot of een terrasje aan de Ljubljanica. De studente Alexandra Slovenk (Sloveens Meisje) verdient een aardig centje bij als callgirl, maar dat gaat niet probleemloos; al in de eerste scène overlijdt een klant aan een hartaanval en binnen de kortste keren heeft ze twee gewelddadige pooiers achter zich aan. Alle ingrediënten voor een tweede Lilja 4-ever lijken aanwezig, maar Alexandra is geen slachtoffer en houdt de zaken - hoewel niet altijd even stevig - in eigen hand.

Regisseur Kozole combineert intelligent drama met thrillerelementen en onderkoelde humor en heeft in actrice Nina Ivanisin een ijzersterke troef. Alexandra’s relatie met haar vader, die zich heeft gestort op de reünie van zijn oude band Electrosshock (‘Als Bob Dylon succesvol is, waarom wij dan niet?’ - ‘je bedoelt Bob Dylan.’), is als een kacheltje in de koude Sloveens nacht. Die reünie resulteert overigens in een verrassende rol van Frank Zappa’s Bobby Brown in de slotscène, waarvoor een bonuspunt.
Tonio van Vugt
Do It Again info
*****
Robert Patton-Spruill
30-01-2010 13:00 Pathé 1

Wat doe je als je een midlife crisis hebt? Je koopt een motor, zeiljacht of jongere vriendin of stelt je tot doel The Kinks weer bijelkaar te brengen voor een reünieconcert. Dat laatste is in elk geval origineel en moet toch niet zo moeilijk zijn in een tijd waarin zelfs tot op het bot gebrouilleerde bands als Pixies, The Police en ‘the fucking Eagles’ de strijdbijl begraven in het slijk der aarde, zo redeneert de Bostonse popjournalist Geoff Edgers. Het probleem: vergeleken bij de broertjes Ray en Dave Davies, samen de creatieve spil van the Kinks, zijn Liam en Noel Gallagher een toonbeeld van harmonie. In de woorden van Dave: ‘Ray is drie jaar van zijn leven gelukkig geweest. Toen werd ik geboren.’

Wanneer Edgers zijn zelfopgelegde missie onthult aan zijn dochtertje en haar het fenomeen sibling rivalry probeert uit te leggen, luidt haar antwoord: ‘If you fail, you have to get me lobster for dinner’. Wat er bij het afsluitende feestmaal op tafel komt laat zich raden. Het is niet het doel dat telt, maar de reis erheen, en dat levert een sympathiek en onderhoudend, bij vlagen zelfs ontroerend (arme Dave!) egodocument op, waarin Edgers vele oud-Kinks-leden en -betrokkenen spreekt (Shel Talmy, Clive Davis) en enkele celebrity’s probeert te verleiden tot het samen met hem spelen van een liedje van The Kinks voor de camera. Sting, onvermijdelijk van de partij, krijgt een puntje erbij door zich na een bezweet optreden in de kleedkamer met jeugdig enthousiasme op You Really Got Me te storten. Paul Weller voelt zich echter te goed om David Watts, ooit een hit voor The Jam, te spelen. ’Naff, zo vindt hij. Aanstellerige wanker, zo vinden wij.
Tonio van Vugt
Un Prophetè info
*****
11-01-2010 22:00 Venster 1

Een vergelijking met het oerrauwe Deense gevangenisdrama R is eigenlijk onvermijdelijk. Gedurende het eerste halfuur kun je beide films bijna over elkaar heen leggen, zó identiek verloopt het verhaal van een jonge crimineel die wegens een geweldsmisdrijf de bak in draait en zich daar vrijwel direct voor het karretje gespannen ziet van zware jongens in ruil voor bescherming. De Marokkaanse Malik moet een Arabische medegevangene uit de weg ruimen die op het punt staat te getuigen. Voor Malik, die op harde wijze leert dat hij van de gevangenisleiding niets hoeft te verwachten, zit er niets anders op dan zijn opdracht uit te voeren, en al snel is hij de rechterhand van Corsicaanse gangsterbaas César.

Gevangenissen zijn corrupte instellingen waar je in gaat als kruimeldief en uit komt als doorgewinterd crimineel, áls je er al levend uitkomt, zo luidt de boodschap van zowel Un Prophète als R Maar naarmate beide films vorderen lopen de vergelijkingen steeds verder uiteen. Niet alleen zijn Deense gevangenen groter, gemener, lelijker en getatoëerder zijn hun Franse neefjes, ze zijn ook minder betrouwbaar en dat is fnuikend voor je gevangeniscarrière. En waar R het rauwe realisme nimmer laat varen, daar voert regisseur Audiard Maliks slachtoffer als spookverschijning op in enkele luchtige terzijdes. Maar het grootste verschil zit ‘m in de moraal: Un Prophète (de titel verwijst naar de voorspellende gaven van Malik, waardoor hij het lot op cruciale momenten te slim af lijkt te zijn) maakte door zijn heroïsche karakter in Frankrijk nogal wat discussie los. Toegegeven, als waarschuwing tegen een crimineel pad - als een soort Shawshank Redemption in reverse - kun je beter R op scholen vertonen, maar toch: ook al is Un Prophète een ‘rags to riches’-verhaal, niemand met een goed stel hersens zal een voorbeeld nemen aan Malik. Un Prophète is gewoon een heel goed gemaakte, spannende en meeslepende film van een regisseur die weet aan welke touwtjes hij moet trekken, niet meer en niet minder.
Tonio van Vugt
Vlees info
*****
Maartje Seyferth/Victor Nieuwenhuijs
29-01-2010 12:30 Cinerama 2
Slagerijen als setting leverden in het verleden al menige filmklassieker op (Delicatessen, The Green Butchers), maar wees gewaarschuwd: Vlees is een tenenkrommend pretentieuze Nederlandse Ku(ns)tfilm, die vooral als vehikel voor de natte dromen van de makers lijkt te dienen. Een slager vergrijpt zich aan het slagersmeisje, de slagersvrouw doet het met de baas van het abattoir, het slagersmeisje filmt de slager wanneer die het doet met zijn vrouw, ze filmt zichzelf als ze het doet met wie dan ook, ze filmt het vlees in de slagerij, en er valt een dooie. Vlees = seks = dood, we begrijpen de boodschap, dank u.

Titus Muizelaar slaapwandelt zich door zijn dubbelrol als slager en politieinspecteur (de twee personages blijken om redenen die alleen bekend zijn bij de makers een en dezelfde persoon - Lynch in de polder) en debiteert smakelijke oneliners als ‘Ik zal je strelen en likken tot je nat en glimmend bent.’ Er gaan halverwege nog wat verplichte shockregistertjes open (plasseks, een insecten etend verkrachtingsslachtoffer) voordat gratuit surrealisme de film definitief naar een potsierlijke conclusie laveert. Bij vlagen mooi camerawerk kan niet verbloemen dat de setdesigen van een armetierigheid is waar het lokale amateurtheater geen brood van lust. Wat een verspilling van geld en talent (NB: grand old lady Kitty Courbois staat weliswaar op de titelrol, maar ik moet zeker even in slaap gevallen zijn toen zij in beeld kwam). Dat hoofdrolspeelster Nellie Benner zich zo bloot durft te geven is heel moedig en verdient groot respect, maar ik had haar uit de grond van mijn hart een betere film gegund.
Tonio van Vugt
Paju
*****
27-01-2010 21:00 Pathé 1

In Het Parool verscheen recent een wat zuur, paginagroot stuk van Jos van der Burg. Het IFFR zou ‘het’ kwijt zijn, de laatste filmregisseur van belang waarvan het festival kon zeggen dat ze hem ‘ontdekt’ hadden, is Christopher Nolan (Memento, The Dark Night), en dat was in 1999. Bovendien, aldus Van der Burg, was zijn Following (beloond met een Tiger Award) al op twee eerdere buitenlandse festivals te zien geweest. Nou en, zult u zeggen, het IFFR was er anders toch maar mooi vroeg bij. En Van der Burg vergeet maar even gemakshalve dat Let The Right One In, door de Nederlandse journalisten uitgeroepen tot Film van 2009, al in 2008 in Rotterdam te zien was. Maar Van der Burg houdt vol dat er al 10 jaar geen spraakmakende films te zien zijn geweest. Is dat terecht? Nee, Let The Right One In is slechts één van de vele voltreffers die het festival programmeerde. Het is alleen de vraag of het festival dat zelf eigenlijk wel doorheeft. Tomas Alfredsons gelauwerde meesterwerk werd in elk geval door het festival nauwelijks als zodanig herkend. De film kreeg geen overdreven aandacht, was slechts een van de zovele wereldprémières. Pas nadat de laatste voorstelling had plaatsgevonden werd het dé film die je gezien moest hebben.

Van der Burg heeft dus wel gelijk als hij bedoelt dat het IFFR zijn pijlen richt op de verkeerde films. Hij haalt daarbij de openingsfilm van vorig jaar aan, The Hungry Ghosts van Sopranos-acteur Michael Imperioli, een keuze die leek te zijn ingegeven door opportunistische motieven, zoals de populariteit van de acteurs. De film zelf was op zijn best een aardig tv-drama en heeft inmiddels nog steeds geen distributeur.

Afgaande op de openingsfilms van de laatste jaren zou je inderdaad zeggen dat het IFFR geen gelukkige keuzes maakt. Ook Paju is een film die er niet uitspringt, en dat terwijl er in Korea heel wat goede films worden gemaakt. Bovendien lijdt de tweede film van Tiger Award-winnares Chan-Ok Park aan een - zeker in het eerste halfuur verwarrend - flasforward/flashbackeuvel, als een melodrama dat meer wil zijn dan het eigenlijk is (NB: Christopher Nolan liet ons zien hoe de flashback de hoofdrol in een film voor zijn rekening kan nemen). En hoewel het met het groeiende aantal mondiale filmfestivals steeds moeilijker wordt om een wereldprémière als openingsfilm te hebben, lijkt het festival met de keuze van de openingsfilms bang om werkelijk een eigenzinnige keuze te maken, bang om het publiek af te schrikken met een film die wel eens verkeerd zou kunnen vallen, zoals Let The Right One In, die je natuurlijk per ongeluk voor een genrefilm zou kunnen aanzien. Gelukkig kan het publiek altijd zelf nog keuzes maken…
Tonio van Vugt
We gaan van start... info

Op het moment van schrijven kijkt een afgeladen Pathé 1 naar de openingsfilm van het 39e International Film Festival Rotterdam, Paju van de Koreaanse regisseuse Park Chan-Ok. Benieuwd of het publiek, zielsgelukkig dat het een kaartje heeft kunnen bemachtigen voor deze zo gewilde feestelijke avond, er na een halfuurtje flashbacks en flashforwards nog het hoofd bij kan houden. Gelukkig is er na afloop ergens wel een bar binnen bereik (BBB), en daar gaat het voor een groot deel óók om, nietwaar? Ondertussen gaan wij (om te beginnen: nuchter) als vanouds van start met het IFFR-blog, vol meningen, aan- en afraders, strips en cartoons, en dat maar liefst 10 dagen lang, onafgebroken.

Nee, we hebben geen van onderstaande films gezien, maar ofwel hebben we uit betrouwbare bronnen vernomen dat het kneiters zijn, ofwel is onze keuze gefundeerd op jarenlange ervaring en gedegen kennis van de regisseur in kwestie. Of we er na het zien van de film in kwestie nóg zo over denken, en of u het met onze prognose eens zult zijn, dat lezen we later wel weer op dit blog. In willekeurige volgorde:
Amer: deze pastiche van Italiaanse horrorthrillers is een persoonlijke tip van het hoofd van de pers Bert Jan Zoet, en hij zit er niet vaak naast (zie: [REC]). En anders weet u bij wie u mag gaan klagen.
Symbol: volgens Britse journalist en Zone 5300-affiliate Neil Young is dit één van de beste films die hij in het afgelopen jaar zag, en tien keer beter dan Dainipponjin van dezelfde regisseur. Wie die laatste film twee jaar geleden op het IFFR zag, weet dus dat Symbol niets minder dan een meesterwerk kan zijn. En anders kunt in dit geval achteraf klagen bij de heer Young.
Red White & Blue: Simon Rumley was wat ons betreft een van de grote verrassingen op het IFFR van 2006 met zijn Living And The Dead , maar er waren er ook die de film met heel hun hart haatten, onder wie de hiervoor genoemde heer Young. U kunt uw eventuele teleurstelling met hem verdrinken. (En in het tegenovergestelde geval kunt u het glas heffen met Rumley, die te gast is op het IFFR.)
Mother: Koreaan Bong Joon-Ho gaf ons al Memories of Murder en The Host, dus u hoeft geen twee keer te denken voor u een kaartje voor deze film koopt. Schokkend Nieuws-journalist Mark van den Tempel zag hem in Cannes en concludeerde: ‘Mother is praktisch volmaakt, een moordmysterie in de stijl van Memories of Murder.’
Dogtooth: ook door SN in Cannes gesignaleerd, deze ‘Griekse variant op Josef Fritzl’, en goed bevonden. Een stel ontspoorde ouders houdt hun drie schijnbaar naïeve jongvolwassen kinderen in ‘splendid isolation’. Ze mogen de ommuurde villa niet verlaten, althans niet tot hun hoektanden eruit vallen. Een echte familiefilm.
Hadewijch: eerlijk gezegd hebben wij na het indrukwekkende debuut van regisseur Bruno Dumont (La Vie de Jesus) niets meer van hem gezien, maar ergens hebben we het idee dat dit portret van religieus fanatisme er evenzeer in zal hakken.
Lourdes: nog meer geloofsfanatisme, maar dan in een kuuroord. Jessica Hausner verrastte al eerder op het IFFR met haar Twin-Peaks-in-Oostenrijk-achtige Hotel, waarvoor ze een Zilveren Méliès ontving. Deze film scoorde vier prijzen in Venetië.
En tot slot: Yellow Kid, gewoon, vanwege het onderwerp - films over dolgedraaide Japanse striptekenaars, daar zijn wij altijd razend benieuwd naar!