Hoge Piet wordt ontvoerd. De boeven pakken het professioneel aan en vragen
50 miljoen losgeld. Dat is iets te veel: hoge Piet had zoals het een
alfamannetje betaamt dure hobby's, zoals het onderhouden van diverse
maitresses en het vergokken van bedragen waarvoor een normaal mens jaren
voor moet werken. 20 miljoen, meer zit er niet in de familiekas. Er wordt
een vinger van hoge Piet opgestuurd zonder dat dat zoden aan de dijk zet.
De politie weet met succes tijd te rekken, totdat de boeven het twee
maanden later opgeven en hun gijzelaar vrijlaten. In een eventuele
Amerikaanse remake zou hoge Piet heroïsch en gelouterd uit zijn
persoonlijke hel terugkeren. Dit is echter Frankrijk, waar geldt: als je
teveel poen hebt, ben je hoogstwaarschijnlijk gewoon een klootzak. Onze
hoge Piet blijkt inderdaad een buitengewoon naar mannetje dat niets om zijn
familie geeft en slechts een emotionele band met zijn hond heeft. Dit op
zich mooie staaltje cynisme wordt evenwel gehinderd door een te lange stoet
van mannen-in-dure-maatpakken, van wie het lastig is uit te maken wat voor
functie ze binnen het onderkoelde verhaal hebben: politie, advocaat,
zakenpartner of politicus. Het zijn eigenlijk allemáál nare
personages. De enige figuur waar soms een vriendelijk woord uit komt, is
nota bene de leider van de ontvoerders.