Paolo Benvenuti
30-01-2009 20:15 Cinerama 4
1 Mei 1947: de bewoners van het dorpje Portella della Ginestra vieren de
verkiezingsoverwinning van de socialisten en de communisten op
Sicilië. Plots wordt het
vuur geopend, met als resultaat 11 doden en tientallen gewonden. De
film neemt ons mee naar een van de daders van deze aanslag, die meer zegt
te weten dan tot dan bekend is. In een fictief onderzoek van de advocaat
van deze dader wordt steeds meer duidelijk van het dubbelspel en de
opdrachtgevers. Dit mondt uit in een prachtige eindscène waarin het
complot uit de doeken wordt gedaan als een uitgelegde supertarot. Het
complot is een eerste manifestatie van het Gladio-netwerk, een vingeroefing
voor de strategia della tensione. Met onderaan de namen van de (op
te ruimen) daders, en bovenaan een kongsi van staat, Vaticaan en mafia
samengebracht door CIA-man James Jesus
Angleton, met belangrijke rollen voor ministers, kardinalen en
spionnen. Ergens in het midden figureert een jonge Guilio
Andreotti.
De film is vrij statisch gehouden en behelst voor een groot deel een college in delen, vormgegeven als tweegesprekken tussen advocaat, verdachte, experts en anderen. De tijd dringt, want ondertussen heeft men het ook op de overgebleven getuigen voorzien.
Onschuldige geschiedsschrijving? Regisseur Benvenuti heeft deze film in 2003 onder druk van een Italiaanse parlementaire commissie uit roulatie moeten halen.
De film is vrij statisch gehouden en behelst voor een groot deel een college in delen, vormgegeven als tweegesprekken tussen advocaat, verdachte, experts en anderen. De tijd dringt, want ondertussen heeft men het ook op de overgebleven getuigen voorzien.
Onschuldige geschiedsschrijving? Regisseur Benvenuti heeft deze film in 2003 onder druk van een Italiaanse parlementaire commissie uit roulatie moeten halen.
Jan Nemec
30-01-2009 12:15 Cinerama 7
Persoonlijke herinneringen van regisseur Nemec vertellen het verhaal van
hoe hij plots getuige was van de inval van de Russen in Praag in 1968.
Gewapend met een camera(-man) en vier rollen film, schiet hij beelden die
later wereldberoemd werden als tegengif tegen de Sovjetpropaganda. Het
eerste deel is de vertelling van hoe de films gemaakt werden en het land
werden uitgesmokkeld, het tweede deel bevat de filmbeelden zelf: veel volk
op straat, de Russische soldaten uitscheldend en graffiti: hakenkruizen op
de russiche tanks, 'USSR rot op naar huis' op de muur. Wat vooral treft is
de ongedwongen omgang van de mensen, alsof je kijkt naar de
Telegraafrellen, maar dan met doden.
In de epiloog verhaalt Nemec van de wijze raad die hij kreeg van Claude Chabrol, zijn idool: 'Hou je niet bezig met politiek, politiek is niks voor filmregisseurs.'
In de epiloog verhaalt Nemec van de wijze raad die hij kreeg van Claude Chabrol, zijn idool: 'Hou je niet bezig met politiek, politiek is niks voor filmregisseurs.'
Joris Ivens
29-01-2009 19:45 Lantaren 1
In 1967 vroeg de dient publiciteit van de Rotterdamse haven Joris Ivens een
film te maken met, om en rond het nieuwe industriegebied de Europoort.
Ivens koos een poëtische aanpak rondom het verhaal van De Vliegende
Hollander. De beelden zijn bijzonder, vanwege het gefilmde havenbedrijf uit
die tijd. Dat maakt nieuwsgierig als tijdsdocument, de moderne interesse
gaat niet zozeer naar de poëtisch-publicitaire kant, maar gewoon naar
de beelden uit 1967. Naast deze film werden er ook twee andere films
getoond, Touch en Bacher. Met dezelfde onderwerpen en uit
dezelfde tijd, maar dan van de hand van Tom Tholen.
Terzijde: de film werd ingeleid door een spreker van het Filmmuseum, die met zijn langdradige Engelandse verhaal een toeschouwer deed uitroepen: 'Wanneer begint de film? Ik ben niet gekomen voor gelul'. Tegen dit heerschap trad de zaal natuurlijk hard op, want hoewel hij feitelijk totaal gelijk had, houdt men niet van oproerkraaiers. De tweede spreker koos eieren voor zijn geld en stelde zijn promopraatje voor de Joris Ivens DVD-box gelukkig uit tot na de voorstelling.
Terzijde: de film werd ingeleid door een spreker van het Filmmuseum, die met zijn langdradige Engelandse verhaal een toeschouwer deed uitroepen: 'Wanneer begint de film? Ik ben niet gekomen voor gelul'. Tegen dit heerschap trad de zaal natuurlijk hard op, want hoewel hij feitelijk totaal gelijk had, houdt men niet van oproerkraaiers. De tweede spreker koos eieren voor zijn geld en stelde zijn promopraatje voor de Joris Ivens DVD-box gelukkig uit tot na de voorstelling.
Paolo Sorrentino
30-01-2009 09:45
"De strategia della tensione is geen spel, het is een strategie om te overleven"Al vroeg in de film laat regisseur Sorrentino dit zijn Guilio Andreotti zeggen, in een swingend gestyleerde en gedetailleerde biopic over het leven van deze Italiaanse politieke mastodont die 60 jaar politiek, 25 ministerschappen, 8 premierschappen en 3 vrijspraken achter de rug heeft. Het enige wat niet zelf swingt is de stijve Andreotti zelf, op het eerste gezicht licht karikaturaal neergezet. Als meester van het politieke spel tussen kerk, staat en mafia is hij de overlever, zelfs als begin jaren negentig de operatie Schone Handen uitbreekt.
"Aanslagen en complotten zijn het werk van Andreotti en Craxi."In de film wordt de moraliteit van Andreotti afgezet tegen de brieven die de door de Rode brigades gegijzelde politiek leider Aldo Moro schreef, voordat hij vermoord werd. In deze brieven heeft hij stevige kritiek op Andreotti. (Sommige alternatieve geschiedschrijvers suggeren overigens iets anders: Gladio). Deze kritiek wordt in de film door Andreotti op veelzeggende manier herinnerd:
Graffiti in de film
"Moro en al die anderen moesten zonodig geloven in de waarheid. En nu zijn ze allemaal dood"(Na het zien van deze film komen associaties met Balkenende onwillekeurig naarboven.)
Liechti geeft de kijker een voorgelezen dagboek van een man die naar het
bos trekt om zich aldaar te verhongeren, op beelden van een moerasbos, het
stippelpaard van Pippi Langkous, stadstaferelen en vervormde electrische
effecten, en houdt de spanning vast. Want iedereen wil weten wanneer het
dagboek ophoudt (na 50? 60? 70? dagen), en uiteraard is er de vraag:
waarom? Naar een boek van Shimada Masahiko, die zich weer liet inspireren
door een 'waargebeurd verhaal'.
'It’s only words...'
DANNY: I love you.
DEBORAH: Does it frighten you to say that?
DANNY: Yes.
DEBORAH: It’s only words. I don’t think you should be frightened by words.
-David Mamet, Sexual Perversity in Chicago
Een Duitse drugsverslaafde nicht die in zijn vrije tijd weleens een paar fimpjes draaide zei eens dat ie wel zou slapen als ie dood was. En hij was blijkbaar erg moe want hij is er al geloof ik op zijn 38ste tussenuit gegaan. Ik heb ook al een paar maanden het ernstige vermoeden dat die eeuwige winterslaap niet al te lang op zich zal laten wachten. Soms zie ik in mijn dromen tunnels waar aan het einde een helder wit licht schijnt. Dan word ik badend in het zweet wakker omdat altijd hetzelfde gebeurt: in volledige tevredenheid loop ik in de richting van het licht. Maar als ik er bijna ben aangekomen blokkeert een oude man de doorgang. In plaats daarvan moet ik een keukentrappetje af, naar een kamer waar het naar zwavel ruikt en muziek van Abba wordt gedraaid.
Het was in die slapeloze toestand dat ik besloot Julia te bellen. Niet iets dat erg opzienbarend klinkt, omdat jij Julia nog helemaal niet kent. De reden is dat ik er nog niet helemaal aan toe was je aan haar voor te stellen. Je moet iemand toch wat beter kennen voor je hem aan je echte geliefden voorstelt. Maar ik moet zeggen dat er ook een bepaalde jaloezie aan vastgeplakt zit. Want je zal niet de eerste jongen zijn die ik aan haar voorstel, om ze daarna samen in een bepaalde worstelpositie terug te vinden. Julia had namelijk nogal de gewoonte om er met mijn vrienden vandoor te gaan. En als je een vriendin van me bent -en je geen pik kunt gebruiken als TomTom voor je leven-, zul je waarschijnlijk gelijk jaloers worden op haar schoonheid. Dan zal je stiekem denken hoe oneerlijk het is dat sommige wijven geen vetopslagplaats op hun heupen hebben, maar het overtollige weefsel in plaats daarvan in een stel heerlijke melktieten verborgen houden. Nog erger wordt het als je inziet hoe ze dat halfsluikse lachje van haar gebruikt om alles van de jongens om haar heen gedaan te krijgen. En zodra ik jullie dan alleen heb gelaten vliegen jullie haar natuurlijk gelijk in de haren.
Toch lijkt dit dan het moment haar achter de glazen vitrine van het woord te introduceren. Als eerste ziet u haar hier in haar habitat: een winkel. In de twee tassen die ze in haar rechterhand vasthoudt ziet u mijn halve maandsalaris aan kleding, en die smoezelige jongen rechts van haar ben ikzelf natuurlijk. Op foto 2 zie je ons samen in het kruimelrijke zondagochtendbed liggen. Die is vlak nadat ik bij haar introk genomen. Het 3de en tevens laatste plaatje van de tentoonstelling is het moment dat op een donkerrode avond geheel eenzijdig werd besloten dat we elkaar maar niet meer moesten zien. Ze speelt een beetje zenuwachtig met het rietje in haar cocktail. En zie je dat ze me niet eens durft aan te kijken! Want dat vond ik nog het ergste. Ze had gewoon het gore lef me niet eens in de ogen te kijken terwijl ze me dumpte.
Ze zei dat ze iemand anders had ontmoet, iemand die ouder was en verantwoordelijk. Ze zei dat ze verantwoordelijkheid in haar leven nodig had. Ik vroeg of ze dat ook had gedacht toen aan we onbeschermde seks in de wc van een transatlantische vlucht naar LA deden, of ze toen ook vond dat ze verantwoordelijkheid nodig had. En een paar weken later, nadat ik bij haar was ingetrokken, en we elke dag de zonsondergang bekeken op het kleine dakterras van haar appartement. Maar ze zei dat het nu allemaal anders was, omdat ze al 26 jaar oud zou worden dit jaar. Een meisje moet zich toch verzekeren van een toekomst.
Het lijkt mij nu een geschikt moment haar in levende lijve in het verhaal toe te laten. Of alleen haar stem dan tenminste. Want nadat ik wakker was geworden van mijn telefoon en in het soort Inferno was gevallen dat je alleen 's nachts lijkt te achtervolgen, leek het mij een geschikt moment om haar op te bellen. Tijdens het volgende gesprek zal ik mijn pen neerleggen en je even de gelegenheid geven om gewoon woord voor woord mee te luisteren:
Ik pakte de telefoon en draaide het nummer. Ik moest een tijd wachten voordat er werd opgenomen. Toen hoorde ik haar stem aan de andere kant van de lijn.
‘Hallo?’
‘Julia?’
‘Ben jij dat Tom?’
‘Ja.’
Stilte.
‘Waarom bel je, Tom?’
‘Ik wilde alleen... Ik wilde je stem horen.’
Stilte.
‘We hadden afgesproken dat je niet meer zou bellen, Tom.’
‘Ik wil alleen maar even naar je luisteren, Julia.’
Stilte.
‘Ik loop hier op straat en heb echt geen zin in dit gesprek,’ zei ze uiteindelijk.
‘Maar ik hou nog van je, Julia.’
‘Ik heb een nieuwe vriend.’
‘Alles gaat ooit kapot.’
‘We gaan trouwen, Tom.’
‘Dat is slechts een klein detail.’
‘Ik ben zwanger.’
‘Van mij?’ vroeg ik geschrokken.
‘Nee, Tom. Niet van jou.’
Toen heb ik maar opgehangen. Maar ik had spijt en belde gelijk terug.
‘Julia?’
‘Ja, Tom.’
‘Als je bij me terug komt wil ik het kind wel opvoeden.’
‘Ga slapen, Tom. Asjeblieft.’
Met de telefoon nog in mijn hand bleef ik op bed zitten. Haar naam bleef me in de lichtblauwe verlichting van het beeldschermpje aanstaren. Wittgenstein schreef eens dat het woord de gedachte is. Bij het woord ‘Julia’ lijkt het alsof alle dagen met haar over een enorm grasveld liggen uitgespreid, en ik er met een straaljager overheen vlieg. Als ze in welke kunstvorm dan ook -film, muziek, literatuur-, als ze met al die kunstzinnige verzinsels van intellectuelen ooit eens echt zouden kunnen vormgeven hoe het voelt om te verliezen wat het meest dierbaar is, hoe het voelt om mens te zijn, dan -denk ik weleens- dan is er nog hoop. Maar Hemingway is dood, Salinger gestopt, en op mij moet je ook maar niet al teveel vertrouwen...
DEBORAH: Does it frighten you to say that?
DANNY: Yes.
DEBORAH: It’s only words. I don’t think you should be frightened by words.
-David Mamet, Sexual Perversity in Chicago
Een Duitse drugsverslaafde nicht die in zijn vrije tijd weleens een paar fimpjes draaide zei eens dat ie wel zou slapen als ie dood was. En hij was blijkbaar erg moe want hij is er al geloof ik op zijn 38ste tussenuit gegaan. Ik heb ook al een paar maanden het ernstige vermoeden dat die eeuwige winterslaap niet al te lang op zich zal laten wachten. Soms zie ik in mijn dromen tunnels waar aan het einde een helder wit licht schijnt. Dan word ik badend in het zweet wakker omdat altijd hetzelfde gebeurt: in volledige tevredenheid loop ik in de richting van het licht. Maar als ik er bijna ben aangekomen blokkeert een oude man de doorgang. In plaats daarvan moet ik een keukentrappetje af, naar een kamer waar het naar zwavel ruikt en muziek van Abba wordt gedraaid.
Het was in die slapeloze toestand dat ik besloot Julia te bellen. Niet iets dat erg opzienbarend klinkt, omdat jij Julia nog helemaal niet kent. De reden is dat ik er nog niet helemaal aan toe was je aan haar voor te stellen. Je moet iemand toch wat beter kennen voor je hem aan je echte geliefden voorstelt. Maar ik moet zeggen dat er ook een bepaalde jaloezie aan vastgeplakt zit. Want je zal niet de eerste jongen zijn die ik aan haar voorstel, om ze daarna samen in een bepaalde worstelpositie terug te vinden. Julia had namelijk nogal de gewoonte om er met mijn vrienden vandoor te gaan. En als je een vriendin van me bent -en je geen pik kunt gebruiken als TomTom voor je leven-, zul je waarschijnlijk gelijk jaloers worden op haar schoonheid. Dan zal je stiekem denken hoe oneerlijk het is dat sommige wijven geen vetopslagplaats op hun heupen hebben, maar het overtollige weefsel in plaats daarvan in een stel heerlijke melktieten verborgen houden. Nog erger wordt het als je inziet hoe ze dat halfsluikse lachje van haar gebruikt om alles van de jongens om haar heen gedaan te krijgen. En zodra ik jullie dan alleen heb gelaten vliegen jullie haar natuurlijk gelijk in de haren.
Toch lijkt dit dan het moment haar achter de glazen vitrine van het woord te introduceren. Als eerste ziet u haar hier in haar habitat: een winkel. In de twee tassen die ze in haar rechterhand vasthoudt ziet u mijn halve maandsalaris aan kleding, en die smoezelige jongen rechts van haar ben ikzelf natuurlijk. Op foto 2 zie je ons samen in het kruimelrijke zondagochtendbed liggen. Die is vlak nadat ik bij haar introk genomen. Het 3de en tevens laatste plaatje van de tentoonstelling is het moment dat op een donkerrode avond geheel eenzijdig werd besloten dat we elkaar maar niet meer moesten zien. Ze speelt een beetje zenuwachtig met het rietje in haar cocktail. En zie je dat ze me niet eens durft aan te kijken! Want dat vond ik nog het ergste. Ze had gewoon het gore lef me niet eens in de ogen te kijken terwijl ze me dumpte.
Ze zei dat ze iemand anders had ontmoet, iemand die ouder was en verantwoordelijk. Ze zei dat ze verantwoordelijkheid in haar leven nodig had. Ik vroeg of ze dat ook had gedacht toen aan we onbeschermde seks in de wc van een transatlantische vlucht naar LA deden, of ze toen ook vond dat ze verantwoordelijkheid nodig had. En een paar weken later, nadat ik bij haar was ingetrokken, en we elke dag de zonsondergang bekeken op het kleine dakterras van haar appartement. Maar ze zei dat het nu allemaal anders was, omdat ze al 26 jaar oud zou worden dit jaar. Een meisje moet zich toch verzekeren van een toekomst.
Het lijkt mij nu een geschikt moment haar in levende lijve in het verhaal toe te laten. Of alleen haar stem dan tenminste. Want nadat ik wakker was geworden van mijn telefoon en in het soort Inferno was gevallen dat je alleen 's nachts lijkt te achtervolgen, leek het mij een geschikt moment om haar op te bellen. Tijdens het volgende gesprek zal ik mijn pen neerleggen en je even de gelegenheid geven om gewoon woord voor woord mee te luisteren:
Ik pakte de telefoon en draaide het nummer. Ik moest een tijd wachten voordat er werd opgenomen. Toen hoorde ik haar stem aan de andere kant van de lijn.
‘Hallo?’
‘Julia?’
‘Ben jij dat Tom?’
‘Ja.’
Stilte.
‘Waarom bel je, Tom?’
‘Ik wilde alleen... Ik wilde je stem horen.’
Stilte.
‘We hadden afgesproken dat je niet meer zou bellen, Tom.’
‘Ik wil alleen maar even naar je luisteren, Julia.’
Stilte.
‘Ik loop hier op straat en heb echt geen zin in dit gesprek,’ zei ze uiteindelijk.
‘Maar ik hou nog van je, Julia.’
‘Ik heb een nieuwe vriend.’
‘Alles gaat ooit kapot.’
‘We gaan trouwen, Tom.’
‘Dat is slechts een klein detail.’
‘Ik ben zwanger.’
‘Van mij?’ vroeg ik geschrokken.
‘Nee, Tom. Niet van jou.’
Toen heb ik maar opgehangen. Maar ik had spijt en belde gelijk terug.
‘Julia?’
‘Ja, Tom.’
‘Als je bij me terug komt wil ik het kind wel opvoeden.’
‘Ga slapen, Tom. Asjeblieft.’
Met de telefoon nog in mijn hand bleef ik op bed zitten. Haar naam bleef me in de lichtblauwe verlichting van het beeldschermpje aanstaren. Wittgenstein schreef eens dat het woord de gedachte is. Bij het woord ‘Julia’ lijkt het alsof alle dagen met haar over een enorm grasveld liggen uitgespreid, en ik er met een straaljager overheen vlieg. Als ze in welke kunstvorm dan ook -film, muziek, literatuur-, als ze met al die kunstzinnige verzinsels van intellectuelen ooit eens echt zouden kunnen vormgeven hoe het voelt om te verliezen wat het meest dierbaar is, hoe het voelt om mens te zijn, dan -denk ik weleens- dan is er nog hoop. Maar Hemingway is dood, Salinger gestopt, en op mij moet je ook maar niet al teveel vertrouwen...
Peter Liechti
29-01-2009 22:15 Cinerama 3
Regisseur Liechti slaagt met vlag en wimpel waar zovelen in halfbakken,
pretentieuze onzin zouden stranden. Dit is een kunstzinnige film zonder
acteurs over een levensmoede man die zich op een afgelegen plek doel
doodhongert en pas maanden later, geheel gemummificeerd, wordt gevonden.
Een voiceover bindt de filmbeelden aaneen met een dagboekverslag, waarin de
man zijn lichamelijke verval en verwachtingen over de dood bijhoudt. Wat we
zien bestaat slechts uit beelden van een natgeregend bos, insecten en
dennennaalden op doorzichtig plastic en enkele flarden van wat mogelijk
herinneringen van de man zijn, of hallucinaties. De regisseur koos er
compromisloos voor om zijn film puur op de esthetiek van deze beelden te
bouwen. Deze zijn van een wonderlijke schoonheid. Zo afstotelijk als
Exhausted (zie elders op dit weblog de recensies hierover) wil zijn,
zo fijnzinnig is deze The Sound of Insects. Er gebeurt niets, maar
het wordt geen seconde saai. Of zelfs deprimerend. Wat de man tot deze
langzame dood dreef wordt niet uitgelegd, maar op een gelaten manier toch
voelbaar: de overtuiging niet in dit leven thuis te horen. Je hebt op den
duur het gevoel naast hem in zijn zelfgemaakte hutje in dat natgeregende
bos te liggen. Dichtbij en ongrijpbaar.