Barbara Kopple en Cecilia Peck
05-02-2007 21:45 Pathé 7

In 2007 is de populariteit van George W. Bush bijna tot een nulpunt gezakt
dankzij de oorlog in Irak, maar in 2003 was een negatieve opmerking over de
president tijdens een concert in Londen genoeg voor doodsbedreigingen en
cd-verbrandingen in thuisland Amerika, zo ondervond Natalie Maines van
bestselling country-act The Dixie Chicks. Zoals een Bush-aanhanger
benadrukt: ‘Freedom of speech is good, but you don’t do it
abroad and you don’t do it in public.’ Een boycot op de radio
volgde, countryliefhebbers kieperden hun complete Dixie Chicks-verzameling
op de brandstapel en een Amerikaanse tournee dreigde te crashen. Shut Up
And Sing volgt het drietal en hun manager in de zware periode die
volgde. Wat blijkt: nergens verliezen de meiden hun humor, ze blijven bij
hun standpunt, en Natalie doet er nog een schepje bovenop door Bush recht
in de camera voor ‘dumb fuck’ uit te maken. De Chicks zijn
countrymuzikanten met een punkrockattitude, en de fans trakteren hen
tijdens hun eerste Amerikaanse concert op het grootst denkbare applaus.
Hartverwarmend, hilarisch, ontroerend en ontzettend muzikaal. Je hoeft
overigens absoluut geen liefhebber van hun muziek te zijn om dit drietal in
je hart te sluiten. Gaat later dit jaar in Nederland in roulatie.
Andrea Arnold
03-02-2007 09:30 Cinerama 1

Vandaag stelde ik mij voor hoe Jonathan Ross in zijn BBC-show ‘Andwea
Awnold, diwectow of Wet Woad’ zou aankondigen. Niet helemaal
denkbeeldig, want Red Road is bij de Engelse critici een dikke
hit.
De film is, dat is inmiddels wel bekend, een onderdeel van een drieluik volgens het Advance Party-concept: drie verschillende regisseurs maken een film met dezelfde cast en karakters, die zich alledrie afspelen in Schotland. In Arnolds lange speelfilmdebuut volgen we Jackie, die op haar beurt in het beveiligingsbedrijf waar ze werkt iemand via camera’s (en later ook op straat) volgt. ‘Who’s that man, and what is he to you’, zo vragen we ons af. Dat ex-bajesklant Clyde iets van doen heeft met de dood van Jackie’s gezin, dat is duidelijk. Maar zoals camera’s, hoe dicht ze ook op iemands huid komen, ons alleen maar iets kunnen vertellen over de buitenkant, zo zal uiteindelijk alleen een directe confrontatie tussen Jackie en Clyde ons dichter bij het hoe en waarom brengen. Een prachtige film, niet zonder suspense, over rouwverwerking en verlossing. De uitstekende actrice Kate Dickie zien we nog wel eens terug in een biopic over Chrissie Hynde, wat ik u brom.
Red Road is overigens een bestaand appartementencomplex in Glasgow, waar veel ex-gevangenen wonen. Merk op dat de kleur rood in de film verder ook opvallend aanwezig is.
Van Arnold gaan we meer horen. Deze film gaat in elk geval direct na het IFFR hier in roulatie.
De film is, dat is inmiddels wel bekend, een onderdeel van een drieluik volgens het Advance Party-concept: drie verschillende regisseurs maken een film met dezelfde cast en karakters, die zich alledrie afspelen in Schotland. In Arnolds lange speelfilmdebuut volgen we Jackie, die op haar beurt in het beveiligingsbedrijf waar ze werkt iemand via camera’s (en later ook op straat) volgt. ‘Who’s that man, and what is he to you’, zo vragen we ons af. Dat ex-bajesklant Clyde iets van doen heeft met de dood van Jackie’s gezin, dat is duidelijk. Maar zoals camera’s, hoe dicht ze ook op iemands huid komen, ons alleen maar iets kunnen vertellen over de buitenkant, zo zal uiteindelijk alleen een directe confrontatie tussen Jackie en Clyde ons dichter bij het hoe en waarom brengen. Een prachtige film, niet zonder suspense, over rouwverwerking en verlossing. De uitstekende actrice Kate Dickie zien we nog wel eens terug in een biopic over Chrissie Hynde, wat ik u brom.
Red Road is overigens een bestaand appartementencomplex in Glasgow, waar veel ex-gevangenen wonen. Merk op dat de kleur rood in de film verder ook opvallend aanwezig is.
Van Arnold gaan we meer horen. Deze film gaat in elk geval direct na het IFFR hier in roulatie.
Joachim Lafosse
02-02-2007 22:00 Lantaren 1

Stom haar, daar hebben de Walen een uitdrukking voor: een ‘coupe
flamande’. Tot zover de taalstrijd in deze Belgische film - al speelt
die op de achtergrond ook mee. De grootste strijd vindt namelijk plaats op
het familievlak. De tweelingbroers Thierry en François, hierna te
noemen Kwik en Flupke, zijn volwassen maar wonen nog steeds bij hun
gescheiden moeder (Isabelle Huppert) in een gigantisch landhuis. Kwik en
Flupke hangen wat op de bank, crossen wat met de motor en schieten wat met
de buks op ratten. Moeder wil nog wat van haar leven maken en maakt plannen
om het huis te verkopen en samen te leven met haar buurman Jan, geheel
tegen de wens van de kinderen. De plaagstootjes aan moeders adres in het
begin van de film nemen een serieuzere wending (waarbij ook vader en
buurman Jan hun rol spelen). Al gauw staan Kwik en Flupke ook tegenover
elkaar, elk een afspiegeling van één der ouders.
Joachim Lafosse bouwt zijn film zorgvuldig op: eerst verbale humor en slapstick in goede modern-Waalse traditie om het publiek te laten lachen, waarna de mokerslag kan worden uitgedeeld. Benoît Mariage ontmoet de gebroeders Dardenne, zeg maar. Waarbij ook het ijzersterke spel van de cast niet ongenoemd mag blijven. Er wordt veel gegeten in de film (de helft van de dialogen speelt zich rond de eettafel af), dus ga hem niet zoals ik met een lege maag zien, want dat leidt uiteindelijk maar af.
Nue-propriété gaat in april in de Nederlandse bioscoop draaien, en draait momenteel al in België.
Joachim Lafosse bouwt zijn film zorgvuldig op: eerst verbale humor en slapstick in goede modern-Waalse traditie om het publiek te laten lachen, waarna de mokerslag kan worden uitgedeeld. Benoît Mariage ontmoet de gebroeders Dardenne, zeg maar. Waarbij ook het ijzersterke spel van de cast niet ongenoemd mag blijven. Er wordt veel gegeten in de film (de helft van de dialogen speelt zich rond de eettafel af), dus ga hem niet zoals ik met een lege maag zien, want dat leidt uiteindelijk maar af.
Nue-propriété gaat in april in de Nederlandse bioscoop draaien, en draait momenteel al in België.
Kiyoshi Kurosawa
01-02-2007 22:15 Schouwburg Grote Zaal

Het moet voor de fans toch even slikken zijn geweest dat Miike Takashi dit
jaar schittert door afwezigheid in de programmering. Wat is nou een IFFR
zonder deze Japanse veelfilmer, en hoe kan het
Rotterdämmerung-programma nou zonder minstens één film
waarin de meesterchoquer alle mogelijke lichaamssappen over het witte doek
laat stromen?
Ook opvallend: geen enkele film met de Japanse Johnny Depp, Asano Tadanobu
(Ichi The Killer), die in voorgaande jaren altijd wel opdook in
minstens drie films, de een nog bizarder dan de ander.
Gelukkig zijn usual suspects Shinya Tsukamoto (Gemini, Vital) en Kiyoshi Kurosawa (Pulse, Cure) er dit jaar wel met respectievelijk Nightmare Detective en Retribution. Die laatste is een Japans spookverhaal zoals we dat weliswaar al vaker hebben gezien, maar Kurosawa (géén familie) weet er een sfeervolle en originele draai aan te geven en vermengt het klassieke spookverhaal met seriemoorden. Wie bekend is met zijn eerdere films, met name Pulse, zal het opvallen dat hij bepaalde stijlmiddelen ook hier weer gebruikt, maar dat noemen we gewoon auteurscinema, van een auteur met een zéér eigen handschrift.
Ooit vroeg ik een Japanse vriendin waarom spoken en geesten in Japan bijna altijd vrouwen of kinderen zijn. In Japan, zo luidde haar antwoord, zijn het de zwakkeren en onderdrukten die na hun dood wraak komen nemen op de levenden. In de patriarchale Japanse maatschappij worden de vrouwen en kinderen na hun dood dus het meest gevreesd. Retribution is daar geen uitzondering op. En oordopjes mee, want die spoken kunnen verdomde hard en hoog gillen.
Gelukkig zijn usual suspects Shinya Tsukamoto (Gemini, Vital) en Kiyoshi Kurosawa (Pulse, Cure) er dit jaar wel met respectievelijk Nightmare Detective en Retribution. Die laatste is een Japans spookverhaal zoals we dat weliswaar al vaker hebben gezien, maar Kurosawa (géén familie) weet er een sfeervolle en originele draai aan te geven en vermengt het klassieke spookverhaal met seriemoorden. Wie bekend is met zijn eerdere films, met name Pulse, zal het opvallen dat hij bepaalde stijlmiddelen ook hier weer gebruikt, maar dat noemen we gewoon auteurscinema, van een auteur met een zéér eigen handschrift.
Ooit vroeg ik een Japanse vriendin waarom spoken en geesten in Japan bijna altijd vrouwen of kinderen zijn. In Japan, zo luidde haar antwoord, zijn het de zwakkeren en onderdrukten die na hun dood wraak komen nemen op de levenden. In de patriarchale Japanse maatschappij worden de vrouwen en kinderen na hun dood dus het meest gevreesd. Retribution is daar geen uitzondering op. En oordopjes mee, want die spoken kunnen verdomde hard en hoog gillen.
Taika Waititi
02-02-2007 22:15 Pathé 4

Er zijn van die festivalfilms die op het juiste moment komen, na twee
loodzware Tiger-kandidaten bijvoorbeeld. Eagle vs Shark is
zo’n film, van de Nieuw-Zeelandse regisseur Taika Waititi. Die naam
lijkt wel een tropisch drankje, maar de film zelf is een allesbehalve
exotische komedie over nerdliefde, waarin Theo & Thea-humor wordt
afgewisseld met een dosis zwarte. Lily is het soort meisje dat bij het
troosteloze Meaty Boy-fastfoodrestaurant ontslagen wordt via een loterij,
om erachter te komen dat haar naam op álle briefjes stond. Ze is
verliefd op Jarrod, een 25-jarige met de geestelijke en empatische
vermogens van een 10-jarige. Jarrod ‘ontwerpt’ kaarsen, draagt
het gruwelijkste matje sinds Lou
Reed en heeft één doel in zijn leven: wraak nemen op zijn
pestkop van de lagere school.
Net als in Ex Drummer zijn alle personages dom, lelijk en soms zelfs een beetje gemeen, maar onder al die paarsgroene trainingspakken kloppen wél Gouden Harten. En zelfs de grootste nerd ziet dat er achter de gebitsprotheses en moedervlek van hoofdrolspeelster Loren Horsley best een héél mooi meisje schuilgaat. Het is haar charismatische en humoristische spel dat de film zijn hart verleent. Dát, en de aandoenlijke stopmotion-animatie met appeltjes.
Net als in Ex Drummer zijn alle personages dom, lelijk en soms zelfs een beetje gemeen, maar onder al die paarsgroene trainingspakken kloppen wél Gouden Harten. En zelfs de grootste nerd ziet dat er achter de gebitsprotheses en moedervlek van hoofdrolspeelster Loren Horsley best een héél mooi meisje schuilgaat. Het is haar charismatische en humoristische spel dat de film zijn hart verleent. Dát, en de aandoenlijke stopmotion-animatie met appeltjes.
Jeffrey Jeturian
31-01-2007 19:45 Cinerama 4

Kleine films uit exotische streken, geschoten met een laag budget en een
prettig gebrek aan overspannen pretenties, ze zijn een welkome afwisseling
op het IFFR. The Bet Collector draait om het populaire maar illegale
gokspel jueteng, een straatloterij waarbij de deelnemers zelf hun
lotnummers en de inzet bepalen. Gina Pareño speelt op naturelle
wijze de titelrol/moederkloek in dit Filipijnse drama, de rest van de cast
lijkt gewoon zichzelf te spelen, en die val na de politieachtervolging op
de daken van Manilla aan het begin van de film ziet er ook akelig echt uit.
De documentaireachtige aanpak wordt alleen doorbroken door de
geestverschijning van Pareño’s overleden zoon. Het resultaat
is een mooie slice of life tegen de achtergrond van de doolhoven van
de Filipijnse hoofdstad, die als een soort openluchtcasino dienst doen.
Illegaal, jazeker, maar het weerhoudt de politie er niet van ook eens een
gokje te wagen. Enige echte minpunt: halverwege de film is de spanningsboog
ook even weg om een lootje te kopen.
John Porter
29-01-2007 14:15 Lantaren 2

‘Om technische redenen vergelijk ik mijn korte filmpjes met
schilderijen. Ten eerste zijn alle filmpjes die jullie zodadelijk gaan zien
originelen: er zijn geen kopieën van, net als een schilderij. De reden
daarvoor is dat ik voor kopieën van super 8-films moet uitwijken naar
de States of zelfs Duitsland. Ik vind het een te groot risico om de enige
print die ik heb per post te versturen, bovendien zijn de verzendkosten te
hoog en is mijn budget per filmpje doorgaans niet hoger dan 50 dollar. Ten
tweede zijn bijna al mijn filmpjes vanuit één hoek gefilmd,
net als een schilderij. En ten derde zijn mijn meeste filmpjes zonder
geluid, net als een schilderij. De reels die jullie dadelijk gaan
zien kun je beschouwen als een wandeling langs een galerij.’
Aan het woord is John Porter uit Toronto, Canada. Op het programma staat een selectie uit de ruim 300 super 8-filmpjes die hij sinds 1968 heeft gemaakt. Wat op papier nog alle kanten uit kan (het kunnen pretentieuze experimentele films zijn, maar ook banale homemovies), pakt in de praktijk uit als een van de wonderlijkste filmervaringen op het IFFR 2007. Terwijl Porter zijn eerste filmpje Landscape vertoont, waarin hij met zijn moeder buiten aan het schilderen is, mag het publiek tussendoor ook vragen stellen. Hij uit legt hoe hij een speciale super 8-camera (‘op de filmacademie werkte ik met 16 mm, maar dat vond ik te groot, veel te veel informatie’) gebruikt, met een timer die hem in staat stelt bijvoorbeeld elke seconde één frame te schieten, zodat bij afspeling de tijd 24 keer versneld wordt. Of hoe je elk frame telkens tot maar liefst twee minuten kunt belichten, zodat er een blur ontstaat. De resultaten zijn allesbehalve pretentieus, eerder komisch, zoals een Santa Claus-parade in Toronto die in drie minuten wordt gepropt, waardoor de grootste kerstoptocht ter wereld tevens de snelste wordt.
Er wordt verderop in het programma druk geëxperimenteerd met rondzwaaiende camera’s aan touwtjes en verschuivingen van perspectieven, maar het lekkerste bewaart Porter voor het laatst. Eerst komt wat hij zijn ‘epos’ noemt, Toy Catalog 3 (zie afbeelding hiernaast), een deel van een lange film waar hij al tien jaar aan werkt en waarin Porters enorme collectie ‘gekleurd plastic’ voorbijkomt, van speelgoedjes bij cereals tot horloges, vliegtuigjes en zelfs restvormen van bouwpakketjes uit verrassingseieren (‘tegenwoordig zitten bouwpakketjes in verrassingseieren niet meer in frames, dus deze restjes zijn echte collectors items!’). Het is een bonte verzameling verzamelingen, die door Porters vasthoudendheid bewondering opwekt, maar ook hilariteit. En last but not least is er de projector in een box, die Porter op schoot neemt en waarmee hij op het doek een filmpje projecteert, waarbij hij de bewegingen van de camera volgt. Klinkt lullig? Het resultaat is verbluffend: alsof je door een steeds verschuivend venster naar een wereld achter het witte doek kijkt, die bij iedere nieuwe beweging meer wordt prijsgegeven.
John Porter en zijn show zijn niet meer op het IFFR te zien, maar niet getreurd: op dinsdag 13 februari komt hij in het kader van het Starting from Scratch-festival naar Groningen (Vera Zienema) en op zaterdag 17 februari naar Amsterdam (Cinema De Balie). De show op het IFFR was niet uitverkocht, en dat was een grote misser. Zorg dat u er dit keer bij bent!
Aan het woord is John Porter uit Toronto, Canada. Op het programma staat een selectie uit de ruim 300 super 8-filmpjes die hij sinds 1968 heeft gemaakt. Wat op papier nog alle kanten uit kan (het kunnen pretentieuze experimentele films zijn, maar ook banale homemovies), pakt in de praktijk uit als een van de wonderlijkste filmervaringen op het IFFR 2007. Terwijl Porter zijn eerste filmpje Landscape vertoont, waarin hij met zijn moeder buiten aan het schilderen is, mag het publiek tussendoor ook vragen stellen. Hij uit legt hoe hij een speciale super 8-camera (‘op de filmacademie werkte ik met 16 mm, maar dat vond ik te groot, veel te veel informatie’) gebruikt, met een timer die hem in staat stelt bijvoorbeeld elke seconde één frame te schieten, zodat bij afspeling de tijd 24 keer versneld wordt. Of hoe je elk frame telkens tot maar liefst twee minuten kunt belichten, zodat er een blur ontstaat. De resultaten zijn allesbehalve pretentieus, eerder komisch, zoals een Santa Claus-parade in Toronto die in drie minuten wordt gepropt, waardoor de grootste kerstoptocht ter wereld tevens de snelste wordt.
Er wordt verderop in het programma druk geëxperimenteerd met rondzwaaiende camera’s aan touwtjes en verschuivingen van perspectieven, maar het lekkerste bewaart Porter voor het laatst. Eerst komt wat hij zijn ‘epos’ noemt, Toy Catalog 3 (zie afbeelding hiernaast), een deel van een lange film waar hij al tien jaar aan werkt en waarin Porters enorme collectie ‘gekleurd plastic’ voorbijkomt, van speelgoedjes bij cereals tot horloges, vliegtuigjes en zelfs restvormen van bouwpakketjes uit verrassingseieren (‘tegenwoordig zitten bouwpakketjes in verrassingseieren niet meer in frames, dus deze restjes zijn echte collectors items!’). Het is een bonte verzameling verzamelingen, die door Porters vasthoudendheid bewondering opwekt, maar ook hilariteit. En last but not least is er de projector in een box, die Porter op schoot neemt en waarmee hij op het doek een filmpje projecteert, waarbij hij de bewegingen van de camera volgt. Klinkt lullig? Het resultaat is verbluffend: alsof je door een steeds verschuivend venster naar een wereld achter het witte doek kijkt, die bij iedere nieuwe beweging meer wordt prijsgegeven.
John Porter en zijn show zijn niet meer op het IFFR te zien, maar niet getreurd: op dinsdag 13 februari komt hij in het kader van het Starting from Scratch-festival naar Groningen (Vera Zienema) en op zaterdag 17 februari naar Amsterdam (Cinema De Balie). De show op het IFFR was niet uitverkocht, en dat was een grote misser. Zorg dat u er dit keer bij bent!
Andrew Piddington
30-01-2007 12:00 Cinerama 2

Je verplaatsen in het hoofd van een moordenaar is niet het
allermakkelijkste, zeker niet als het om Mark Chapman gaat, die met de
moord op John Lennon een van de zinlooste misdaden jegens een beroemdheid
beging. Ruim vijfentwintig jaar en een film verder is Chapman nog steeds
een enigma. Ondanks de pogingen van Brit Andrew Piddington om in dit
docudrama meer licht te werpen op de persoon, blijft de film een brave
invulling van de feiten zoals we die kennen uit de geschiedenisboeken en
interviews met Chapman. Mensen die een rol in zijn leven speelden, zoals
zijn vrouw en zijn ouders (ooit had Chapman het idee opgevat om zijn vader,
die niet staat was om liefde te tonen, te vermoorden), blijven sjablonen en
werpen geen nieuw licht op de zaak. Een scène aan het slot van de
film, waarin een priester exorcisme bedrijft (!) op Chapman, slaat als een
tang op een varken en maakt de zaken er niet duidelijker op. De
continuiteitsfouten (Chapman met beurtelings halflang krullend en lang
steil haar tijdens zijn arrestatie) en anachronismen (de scène in de
tweedehansviynlshop waar Chapman een exemplaar van Double Fantasy
koopt om door zijn toekomstige slachtoffer te laten signeren) helpen ook al
niet. Chapeau echter voor de rol van Jonas Ball, die Chapman niet alleen
als monster maar ook als mens weet neer te zetten. Chapman zelf, wiens
motief voor de moord -deels- roem was (‘I was a nobody until I killed
the biggest somebody om earth’) kan in elk geval tevreden zijn: er is
eindelijk een film over zijn leven gekomen.
Nathanial Hörnblowér
28-01-2007 19:30 Luxor

Je fans een concertfilm laten maken: het is een briljant concept waarvan de
enige vraag is waarom de Beastie Boys de eersten zijn die in dit tijdperk
van handycams en geavanceerde mobieltjes op dit idee zijn gekomen. Vijftig
fans kregen een camera met de opdracht om het concert uit 2004 in New York
vanuit zoveel mogelijk verschillende hoeken vast te leggen, waarna
regisseur Hörnblowér (pseudoniem van Beastie Boy Adam Yauch)
ermee naar de montagetafel ging. Het eindresultaat is zeer DIY en niet
gespeend van humor, want ook de opnames van een toiletganger eindigden in
de montage. En hé, dat is Ben Stiller niet, daar in het publiek met
een petje op zijn klep?
De Boys hebben er duidelijk zin in en de set, met de nadruk op de hiphopkant van de BB (gelukkig krijgt ook de funk en groove van Paul’s Boutique een kans), is spot-on, met een livegeluid alsof je er zelf bij bent. Helaas: een sterretje eraf voor alle nodeloze beeldbewerking achteraf, alsof Adam zojuist zijn filters in Photoshop 2.0 heeft ontdekt.
De Boys hebben er duidelijk zin in en de set, met de nadruk op de hiphopkant van de BB (gelukkig krijgt ook de funk en groove van Paul’s Boutique een kans), is spot-on, met een livegeluid alsof je er zelf bij bent. Helaas: een sterretje eraf voor alle nodeloze beeldbewerking achteraf, alsof Adam zojuist zijn filters in Photoshop 2.0 heeft ontdekt.
Larry Fessenden
28-01-2007 22:00 Luxor

Larry Fessenden is de regisseur van Wendigo, dat een aantal jaren
terug op het festival draaide. Een wendigo is een soort Indiaanse geest in
elandvorm, en blijkbaar is de man zo blij met zijn filmmonster dat hij het
nog maar eens dunnetjes overdoet in deze Wendigo meets Blair Witch meets
The Thing. Het is typisch zo’n high concept dat er op het
bierviltje beter uitzag dan in het echt, en de CGI’s lijken in de
lunchpauze bij Peter Jacksons Weta Shop te zijn gemaakt (‘Doet u mij
maar voor honderd dollar zo’n dotje groene beenderen uit The Two
Towers, en oh ja, we hebben het morgen nodig!’). Ondanks de
prangende boodschap (global warming maakt meer kapot dan je lief is) is de
film niet origineel en niet geloofwaardig. En vooruit dan, bij vlagen best
eng. Maar dat laatste eigenlijk vooral vóórdat je doorhebt
dat je naar het zoveelste horrorvariant op Ten Little Niggers zit te
kijken, want daarna is elke spanning weg. Oh ja, Ron Perlman doet mee (ster
erbij) maar krijg weinig diepgang (ster weer eraf) en het eindshot is
-foei!- letterlijk gekopieerd van Resident Evil. Maar dan uiteraard
zónder het bijbehorende budget, hetgeen door de veel te vroeg
invallende eindtitels moet worden verhuld. Die, geheel in de lijn der
logica van deze film, door een opgewekt eindmuziekje worden begeleid.
Lukas Moodysson
25-01-2007 14:30 Cinerama 1

Er zijn weinig hedendaagse regisseurs die radicalere pogingen hebben gedaan
om de fans van het eerste uur weg te jagen dan de Zweed Lukas Moodysson.
Fucking Åmål en Together waren feelgoodfilms en
dus publieksfavorieten, maar met het uiterst deprimerende Lilya
4-ever werd het roer drastisch omgegooid. Het zo goed als compromisloze
A Hole In my Heart, over de treurigheid van thuispornogefröbel,
wist critici zelfs kwaad te krijgen. Maar Moodysson zet echt alles op alles
met zijn recentste film Container. 70 Minuten associatieve
zwartwitbeelden, die eruitzien als outtakes van Tundercrack, en
waarin travestie, groepsseks en foeutussen domineren, met daar overheen,
los van de context, een monoloog van actrice Jena Malone over
transseksualiteit, zelfmoord, Irak, de tragisch omgekomen pornoster
Savannah in het bijzonder en celebrity’s in het algemeen: het is
genoeg om de zelfs de meest geharde filmliefhebber de gordijnen in te jagen
of in slaap te doen vallen, afhankelijk van de stemming.
Maar laat je meevaren op de beelden en Malone’s monotone klaagzang, en er ontstaat een omslag; Moodysson weet de aanhouder te fascineren met zijn associatieve en surrealistische portret van een travestiet en zijn vriendin. En dan blijkt verrassend genoeg dat ook déze film een warm kloppend blijkt te bezitten, voor wie de nodige moeite doet.
Het maakt uiteraard bij voorbaat nieuwsgierig naar Moodyssons volgende stap om zijn publiek van zich te vervreemden. Wordt het een aanklacht tegen de bio-industrie in bloedrood (echt bloed, uiteraard) met een soundtrack van gelectrocuteerde baby’s? Of toch liever het beeld op zwart met de toespraken van Adolf Hitler tegen een achtergrond van speedcore?
U kunt uw weddenschappen nu afsluiten...
Maar laat je meevaren op de beelden en Malone’s monotone klaagzang, en er ontstaat een omslag; Moodysson weet de aanhouder te fascineren met zijn associatieve en surrealistische portret van een travestiet en zijn vriendin. En dan blijkt verrassend genoeg dat ook déze film een warm kloppend blijkt te bezitten, voor wie de nodige moeite doet.
Het maakt uiteraard bij voorbaat nieuwsgierig naar Moodyssons volgende stap om zijn publiek van zich te vervreemden. Wordt het een aanklacht tegen de bio-industrie in bloedrood (echt bloed, uiteraard) met een soundtrack van gelectrocuteerde baby’s? Of toch liever het beeld op zwart met de toespraken van Adolf Hitler tegen een achtergrond van speedcore?
U kunt uw weddenschappen nu afsluiten...
Antonin Svoboda
25-01-2007 12:00 Doelen Burgerzaal

In een variant op het Kammerspiel zijn drie mannen door een ongelukkige
samenloop van omstandigheden tot elkaar veroordeeld in een van de weg
geraakte personenwagen. Ontsnapping is onmogelijk, want de portiers zijn
beklemd tussen twee bomen, en de ruiten zijn van kogelvrij glas. Dat krijg
je er nou van als je de voormalige auto van Kurt Waldheim op eBay koopt.
Rake grappen, scherpe dialogen, geloofwaardige karakters, oplopende
spanningen en een enkele plottwist, dat is alles wat regisseur Svoboda,
eerder van You Bet Your Life, nodig heeft. Last van politieke
correctheid heeft hij niet, en zo wordt er onder meer wat met
excretieën gegoocheld (want een ingebouwd toilet had Waldheims auto
blijkbaar niet), en is een masturbatiesessie de eigenlijke oorzaak van alle
ellende. Hoe dat dan precies kwam moet u lekker zelf maar gaan zien, want
beter dan dit worden zwarte komedies uit Oostenrijk voorlopig niet.
Johnnie To
19-01-2007 14:30 Venster 2

‘Election, wat een goede titel voor een Aziatische
film’, grapte de fijnbesikte Amsterdamse tekenaar T. nog voor aanvang
van de film. En niet alleen dat, de film zelf blijkt ook een schot in de
roos. Als deze film exemplarisch is voor de kwaliteit van Filmmaker in
Focus Johnnie To - en wie de berichten hoort uit kennerskring heeft geen
enkele reden om daar aan te twijfelen - dan doet u zichzelf een groot
plezier door minstens een paar van zijn films te gaan zien.
Veelfilmer To (hij maakte ook komedies en superheldenhommages) pikt in Election 2 de draad uit het eerste deel op: de triades dienen een nieuwe voorzitter te kiezen, want de winnaar van Election 1 heeft zijn termijn van twee jaar erop zitten. Nu dient zo’n verkiezing op democratische wijze te geschieden, maar u kent die gangsters toch, van die voornemens komt weinig terecht en anders heb je ook geen film. Bijkomende obstakels zijn de onwilligheid van voorzitter Lok om zijn plaats af te staan (terwijl hij tegelijkertijd zijn puberende zoontje van het criminele pad probeert te houden) en de onwilligheid van gedoodverfd opvolger Jimmy, die zich uit het milieu wil losmaken om het liefst wat te gaan projectmakelen. Maar daar steekt de overheid in de persoon van de heer Xi een stokje voor: de triades dienen in de hand gehouden te worden, en Jimmy is de persoon die dat de komende twee jaar moet gaan doen.
Election 2 is een strakke gangsterfilm met zeer ambivalente trekken: zo wil de ironie dat Jimmy zich in zijn strijd om het voorzitterschap en zijn toekomstige vrijheid ontwikkelt tot een meedogenloze gangster. Is het mogelijk om het milieu achter je te laten? En zo ja, tegen welke prijs? Wees gerust: zulke filosofietjes staan niet in de weg van bruut geweld en snelle actie. To’s geweld is overigens wel rauwer en realistischer dan het gestileerde vermaak van veel van zijn Hongkongse collega’s. Geen kogelballetten dus, maar wel martelmethode’s met honden, een voorhamer een een gehaktmolen. Die hadden we beslist nog niet eerder gezien…
Veelfilmer To (hij maakte ook komedies en superheldenhommages) pikt in Election 2 de draad uit het eerste deel op: de triades dienen een nieuwe voorzitter te kiezen, want de winnaar van Election 1 heeft zijn termijn van twee jaar erop zitten. Nu dient zo’n verkiezing op democratische wijze te geschieden, maar u kent die gangsters toch, van die voornemens komt weinig terecht en anders heb je ook geen film. Bijkomende obstakels zijn de onwilligheid van voorzitter Lok om zijn plaats af te staan (terwijl hij tegelijkertijd zijn puberende zoontje van het criminele pad probeert te houden) en de onwilligheid van gedoodverfd opvolger Jimmy, die zich uit het milieu wil losmaken om het liefst wat te gaan projectmakelen. Maar daar steekt de overheid in de persoon van de heer Xi een stokje voor: de triades dienen in de hand gehouden te worden, en Jimmy is de persoon die dat de komende twee jaar moet gaan doen.
Election 2 is een strakke gangsterfilm met zeer ambivalente trekken: zo wil de ironie dat Jimmy zich in zijn strijd om het voorzitterschap en zijn toekomstige vrijheid ontwikkelt tot een meedogenloze gangster. Is het mogelijk om het milieu achter je te laten? En zo ja, tegen welke prijs? Wees gerust: zulke filosofietjes staan niet in de weg van bruut geweld en snelle actie. To’s geweld is overigens wel rauwer en realistischer dan het gestileerde vermaak van veel van zijn Hongkongse collega’s. Geen kogelballetten dus, maar wel martelmethode’s met honden, een voorhamer een een gehaktmolen. Die hadden we beslist nog niet eerder gezien…
Esteban Sapir
21-01-2007 12:55 Venster 2

La Antena is de openingsfilm van het festival - niet de
publieksopener, dat is Werner Herzogs Rescue Dawn, maar de
openingsfilm voor genodigden. U kunt hem echter nog op andere dagen gaan
zien. Of niet, natuurlijk.
La Antena is een film met veel hooi op de vork. Het is een ode aan de zwijgende, expressionistische films van Lang en Murnau, en tegelijkertijd een allegorie voor het gevaar van vervlakking door commercie. In een fictief stadje waar het altijd sneeuwt heerst de snode en megalomane Mr. Tv, wiens televisiemaatschappij een op het @-teken gelijkend logo voert, opdat u goed begrijpt wie hier de slechteriken zijn. Alsof niet de film zelf stom is, maar het publiek. Sapir maakt zijn boodschap duidelijk: televisie en internet (?) maken het volk monddood (letterlijk, want Mr. Tv steelt de stemmen van de mensen om zijn uitzendingen van geluid te voorzien). Deze Argentijnse regisseur (dit is zijn tweede speelfim) heeft onder meer commercials en videoclips geregisserd en geproduceerd, zo’n 250 in totaal. Dat is geen schande, een mens moet ook leven, maar houdt u dat even in uw achterhoofd terwijl u zijn boodschap verwerkt.
La Antena kent, dat is waar, veel mooie vondsten, zoals het door Mr Tv geproduceerde Tv Food dat de mensen consumeren. Visuele vondsten zijn er ook in overvloed (de beweeglijke ondertitels en onomatopeeën), maar Sapir lijkt er zo content mee dat hij ze tot vervelens toe gebruikt, zoals de op het gezicht van de acteurs geplakte tranen. En wat te denken van de nazi-symboliek? Een vrouw wordt door Mr Tv ‘gekruisigd’ op een hakenkruis, haar zoontje op een davidsster, maar ditmaal door onze helden. Goed versus kwaad. Zucht.
Uiteindelijk verwordt de film, met een alsmaar doordrammende melodramatische soundtrack, tot edelkitsch, het best geïllustreerd door de opgeplakte tranen: het is het filmische, intellectualistische equivalent van het huilende zigeunerjongetje. Wat rest is meer vorm dan inhoud. En die inhoud is op zijn minst een beetje hypocriet te noemen.
La Antena is een film met veel hooi op de vork. Het is een ode aan de zwijgende, expressionistische films van Lang en Murnau, en tegelijkertijd een allegorie voor het gevaar van vervlakking door commercie. In een fictief stadje waar het altijd sneeuwt heerst de snode en megalomane Mr. Tv, wiens televisiemaatschappij een op het @-teken gelijkend logo voert, opdat u goed begrijpt wie hier de slechteriken zijn. Alsof niet de film zelf stom is, maar het publiek. Sapir maakt zijn boodschap duidelijk: televisie en internet (?) maken het volk monddood (letterlijk, want Mr. Tv steelt de stemmen van de mensen om zijn uitzendingen van geluid te voorzien). Deze Argentijnse regisseur (dit is zijn tweede speelfim) heeft onder meer commercials en videoclips geregisserd en geproduceerd, zo’n 250 in totaal. Dat is geen schande, een mens moet ook leven, maar houdt u dat even in uw achterhoofd terwijl u zijn boodschap verwerkt.
La Antena kent, dat is waar, veel mooie vondsten, zoals het door Mr Tv geproduceerde Tv Food dat de mensen consumeren. Visuele vondsten zijn er ook in overvloed (de beweeglijke ondertitels en onomatopeeën), maar Sapir lijkt er zo content mee dat hij ze tot vervelens toe gebruikt, zoals de op het gezicht van de acteurs geplakte tranen. En wat te denken van de nazi-symboliek? Een vrouw wordt door Mr Tv ‘gekruisigd’ op een hakenkruis, haar zoontje op een davidsster, maar ditmaal door onze helden. Goed versus kwaad. Zucht.
Uiteindelijk verwordt de film, met een alsmaar doordrammende melodramatische soundtrack, tot edelkitsch, het best geïllustreerd door de opgeplakte tranen: het is het filmische, intellectualistische equivalent van het huilende zigeunerjongetje. Wat rest is meer vorm dan inhoud. En die inhoud is op zijn minst een beetje hypocriet te noemen.
Park Chul-Hee
19-01-2007 10:30 Venster 2

Aziatische films over gemankeerde huurmoordenaars, hebben we die niet al
genoeg gezien? Niet wanneer ze zo stijlvol, grappig en fris zijn als dit
speelfilmdebuut van de Koreaan Park Chul-Hee. Killa is geboren met een
‘te korte tong’ en heeft uit schaamte besloten om niet meer te
spreken. Het geld dat hij nodig heeft om een dure operatie te kunnen
bekostigen verdient hij als hitman. In
Jean-Jacques
Burnel-stijl maakt hij jacht op zijn slachtoffers - lelijke en gemene
misdadigers, moordenaars en verkrachters, die het niet langer verdienen om
te blijven leven, want zómaar iemand in opdracht vermoorden past
niet binnen zijn ethiek. Hij brengt ze om met zijn mes als een toreador die
de genadestoot toebrengt aan een stier. Onverwachte obstakels op zijn weg
blijken een serveerster en een weesjongetje over wie hij zicht ontfermt.
Romantiek! Ontroering! Toch weet Park de op de loer liggende
cliché’s inventief te omzeilen of op zijn minst goed
verteerbaar te maken, en mixt drama, humor, spanning, actie en geweld tot
een twee uur durende filmische achtbaan die geen verveling toelaat. En
tenzij ik me ernstig vergis, is dit ook de eerste film met een
huurmoordenaarspicknick.