Hou Hsaio-hsien
03-02-2005 20:30 Cinerama 3
Stelling: De festivalgids spreekt van ‘observaties in de geest
van Ozu’, en dus valt te vrezen voor minutenlange shots van groeiend
gras en opdrogende verf.
De toetsing: We zien iemand in real time op haar gemak een kopje koffie drinken. We zien iemand een biertje drinken en een bakje rijst eten, eveneens in real time. We zien hoe iemand met de trein reist. We zien hoe iemand van de trein gehaald wordt. We zien iemand uit het raam staren, minutenlang. Er wordt een telefoongesprek gevoerd. We zien iemand uit beeld verdwijnen, we zien een leeg decor, en we zien iemand weer in beeld verschijnen, en ondertussen is de kijker alweer vergeten wat het personage ook alweer buiten beeld ging doen. Op éénderde in de film vertelt een schrijfster aan haar ouders dat ze zwanger is van haar Taiwanese vriend, maar dat ze niet met hem wil trouwen. Wel gaat ze met een boekverkoper (Tadanabu Asano, inderdaad, hij alwéér) trainspotten, en op zoek naar een café dat ze niet vinden (maar ze lijken er ook niet erg hun best voor te doen). Aan het eind van de film, na ontelbare kopjes koffie en thee en glaasjes saké, wil papa nog steeds niet over de zwangerschap praten, en besluit dochterlief de trein te pakken. Enzovoort. Aangaande de stelling zou je kunnen zeggen dat ‘Café Lumière’ van een serene saaiheid is, af en toe hinderlijk onderbroken door een dialoog. Je zou ook kunnen stellen dat, zodra het schilderen van een muur oneindig veel interessanter lijkt dan de film die je zojuist gezien hebt, die film met een probleem kampt. Eén extra ster voor de aanwezigheid van Tadanabu Asano, zodat het niet helemáál verloren tijd was.
De toetsing: We zien iemand in real time op haar gemak een kopje koffie drinken. We zien iemand een biertje drinken en een bakje rijst eten, eveneens in real time. We zien hoe iemand met de trein reist. We zien hoe iemand van de trein gehaald wordt. We zien iemand uit het raam staren, minutenlang. Er wordt een telefoongesprek gevoerd. We zien iemand uit beeld verdwijnen, we zien een leeg decor, en we zien iemand weer in beeld verschijnen, en ondertussen is de kijker alweer vergeten wat het personage ook alweer buiten beeld ging doen. Op éénderde in de film vertelt een schrijfster aan haar ouders dat ze zwanger is van haar Taiwanese vriend, maar dat ze niet met hem wil trouwen. Wel gaat ze met een boekverkoper (Tadanabu Asano, inderdaad, hij alwéér) trainspotten, en op zoek naar een café dat ze niet vinden (maar ze lijken er ook niet erg hun best voor te doen). Aan het eind van de film, na ontelbare kopjes koffie en thee en glaasjes saké, wil papa nog steeds niet over de zwangerschap praten, en besluit dochterlief de trein te pakken. Enzovoort. Aangaande de stelling zou je kunnen zeggen dat ‘Café Lumière’ van een serene saaiheid is, af en toe hinderlijk onderbroken door een dialoog. Je zou ook kunnen stellen dat, zodra het schilderen van een muur oneindig veel interessanter lijkt dan de film die je zojuist gezien hebt, die film met een probleem kampt. Eén extra ster voor de aanwezigheid van Tadanabu Asano, zodat het niet helemáál verloren tijd was.