27 oktober t/m 1 november, EYE
Van een klein eendaags festival met zo’n 250 bezoekers in 2007 (het heette dat jaar nog KLIT! en werd op bescheiden locaties in Amsterdam-West gehouden) naar zes volgepakte dagen in het EYE: KLIK! Amsterdam Animation Festival is uitgegroeid tot een internationaal animatiefilmfestival waar rekening mee moet worden gehouden.

Naast maar liefst negen programma’s met gevarieerde animated shorts zijn er de nodige thematische programma’s te zien (o.a. Political Animated Shorts, Dutch Delights, Arab Spring And Fall), en enkele lange fims. Opvallend is dat in die laatste categorie lijnanimatie helemaal terug is: Long Way North (Rémi Chayé, 2015), het door Salma Hayek geproduceerde Kahlil Gibran’s The Prophet (Roger Allers, 2014) en April and the Extraordinary World (Christian Desmares en Franck Ekinci, 2015). Die laatste, winnaar van de Cristal Award in Annecy, is gebaseerd op de wereld van striptekenaar Jacques Tardi. De meester had zelf een hand in de art direction, waarmee in elk geval verzekerd is dat de film een stuk dichter bij de sfeer van zijn strips ligt dan Luc Bessons Isabelle Avondrood-verfilming uit 2010. (De film wordt zondag overigens ingeleid door ondergetekende.)

Bij een festival horen ook gasten en lezingen. Onder de verzamelnaam The Art Of... geven o.a. Disney-EFX-animator Eric Daniels, animator Johnny Kelly en filmmaker Tomm Moore (o.a. Kahlil Gibran’s The Prophet) acte de présence. Uit eigen land komen o.a. Job, Joris & Marieke en Harrie Geelen aan het woord. Die laatste heeft een grote staat van dienst als scenarist, animator en regisseur bij de Toonder Studio’s, maar bij veel veertigers heeft hij vooral naam gemaakt als schrijver van de legendarische televisieserie Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? En dan hebben we het nog niet gehad over het optreden van Sonja van Hamels nieuwe band The Leonids op vrijdagavond, die er hun debuutplaat zullen spelen - uiteraard met Van Hamels legendarische live-animaties.

Speciale vermelding verdient Midnight Madness op de vrijdagavond. Daarin worden de animaties die het daglicht niet kunnen verdragen (lees: te slecht of te weird - en vaak allebei - voor selectie) in één ruk op het argeloze publiek losgelaten. Hoewel, argeloos? Inmiddels weten de liefhebbers wel wat ze kunnen verwachten tijdens dit hoogte- annex dieptepunt van het festival: wat te denken van misvormde abortussen die de huizen van jonge gezinnetjes binnendringen om te komen spelen met hun broertjes en zusjes (in het Kroatische Why Did They Come By Train)?

KLIK! slaagt er als een van de weinigen ook in om het afstandelijke en aan allerlei huisstijlregels gebonden EYE een festivaluitstraling te geven, met installaties en activiteiten die door het hele gebouw te vinden zijn. Zo is er de Oculus Rift-installatie in de foyer, dat op de KLIK!-website wordt aangeprezen met: "Immerse yourself in virtual reality and experience new possibilities for animated storytelling. You’ll have the chance to experience a variety of projects on the Oculus Rift, ranging from music videos to seemingly endless worlds waiting to explored, from 360 degree stories to being right in the middle of scenes from films like Spirited Away and My Neighbor Totoro."

KLIK! Amsterdam Animation Festival
27 oktober t/ 1 november, Eye
www.klik.amsterdam


Tonio van Vugt
The Wind Rises info
*****
Hayao Miyazaki
Wanneer de grote Hayao Miyazaki zijn afscheidsfilm aankondigt, zijn de verwachtingen natuurlijk hooggespannen. Met animes als Princess Mononoke, Spirited Away, My Neighbor Totoro en Howl’s Moving Castle leverde hij moderne klassiekers af die niet meer weg te denken zijn uit de animatiecanon en die een publiek bereikten dat vele malen groter is dan de kring van liefhebbers van fantasy en anime. Het is dan ook met pijn in het hart dat ik moet bekennen dat The Wind Rises niet het afscheid is waar ik op gehoopt had.

De film is gebaseerd op de memoires van de Japanse vliegtuigingenieur Jiro Horikoshi. De jonge Jiro wil graag piloot worden, maar moet dit opgeven omdat zijn ogen te slecht zijn, en hij besluit luchtvaarttechniek te gaan studeren. Al snel groeit hij uit tot ’s werelds beste en meest innovatieve vliegtuigontwerper. Jiro trouwt met een ziekelijk meisje dat hij ooit tijdens een grote aardbeving in Tokio hielp om thuis te komen, en op de achtergrond spelen zaken als een tubercolose-epidemie en het aandeel van Japan in de Tweede Wereldoorlog.

Het zijn geen geringe gebeurtenissen, maar Jiro lijkt ze zowat allemaal te ondergaan als een autist op prozac. En daar zit het eerste pijnpunt: de echte Jiro mag dan naar eigen zeggen een sociaal teruggetrokken persoon zijn geweest die vooral goed was in het oplossen van problemen, voor een filmpersonage waar je in wilt meegaan is wel wat meer nodig dan dat. De epische liefde waarvan de vooruitgesnelde berichten spraken is ook al ver te zoeken: wanneer Jiro’s vrouw dreigt te bezwijken aan TBC en er stilletjes vandoor gaat omdat ze wil dat hij haar herinnert zoals ze was, gaat hij haar niet achterna. Miyazaki ruimt net zo veel tijd in voor verhandelingen over vleugelophanging en verzonken klinknagels als voor de liefdesgeschiedenis tussen Jiro en Nahoko.



De 73-jarige Miyazaki heeft lang getwijfeld of en hoe hij dit project moest aanpakken; het onderwerp was naar zijn idee te volwassen, en anime zou niet alleen voor volwassenen moeten zijn. Het is natuurlijk flauw om te verlangen dat hij een nieuwe Spirited Away of Princess Mononoke zou maken, maar het is veelzeggend dat de fraaiste en meest effectieve scènes van de film in het eerste halfuur zitten - scènes die overigens niet in Jiro’s memoires voorkomen - zoals de indrukwekkende aardbeving en de zwierig vormgegeven dromen van de jonge Jiro.

In die dromen wordt hij de weg gewezen door de fictieve Italiaanse vliegtuigbouwer Caproni, die hem vertelt dat hij vliegtuigen moet gaan ontwerpen om mensen te vervoeren, en niet bommen. De ironie wil dat Jiro juist dát deed: gevechtsvliegtuigen ontwerpen die werden ingezet in de oorlog tegen China, en bommenwerpers in de Tweede Wereldoorlog. Het is een ambiguïteit die in de film verder nergens uit de verf komt; als een medewerker van een Duitse vliegtuigfabriek Jiro komt vertellen dat de fabriek nu voor de nazi’s wordt ingezet haalt hij zijn schouders op, bij foto’s van de wrakken van kamikazevliegtuigen idem dito.

Er wordt gezegd dat dit Miyazaki’s meest persoonlijke project is (hij is een groot liefhebber van vliegtuigen) en dat hij veel van zichzelf herkende in Jiro Horikoshi, maar de vraag is: wát dan precies? Want het wil er bij mij niet in dat de maker van zulke ontroerende, grappige spannende en meeslepende anime het liefst herinnerd wil worden door een weliswaar prachtig geanimeerde, maar ultimo emotieloze voetnoot in zijn oeuvre. Oscar- en Golden Globe-nominaties ten spijt.

The Wind Rises draait sinds gisteren in de Nederlandse bioscopen
Tonio van Vugt
Der Samurai info
*****
Till Kleinert
Een wolf die de bossen onveilig maakt, een postpakket met een samoeraizwaard en een psychopaat in een jurk bezorgen de sukkelige politieagent Jakob een op zijn zachtst gezegd onrustig nachtje. Er zijn van die films die weliswaar niet perfect zijn, maar die een hoge sympathiefactor hebben, bijvoorbeeld omdat het een afstudeerfilm betreft. Zou dat feit met opzet uit de Imagine-catalogus zijn gehouden om te voorkomen dat het publiek wegblijft? Dat zou onterecht zijn, want de jonge Duitse regisseur Till Kleinert presteert een knap staaltje. In 75 minuten haalt hij het ondersrte uit de kan: er zijn talloze zeer vindingrijke en technisch ingewikkelde shots (noot aan de liefhebbers: op gore wordt ook niet bezuinigd), en er is een interessante subtekst rond seksuele identiteit. En wie ooit met dieren heeft gefilmd weet hoe ontzettend moeilijk dát is.

Kleinert kent zijn klassiekers, en dus zijn er knipogen naar onder meer The Hitcher, Fight Club en The Shining; die laatste verwijzing levert een elegant shot op waarin Jakob door de straten van een modelspoorbaan rent. Scenariotechnisch valt er weliswaar het een en ander af te dingen op Der Samurai (de interne logica vertoont tegen het einde enige scheuren), dus krijgt Kleinert die vierde ster vooral voor de chhutzpah waarmee hij zich van zijn taak kwijtte. Want we mogen het in Nederland bijzonder vinden dat iemand van de filmacademie afstudeert met een lange speelfilm, in Duitsland mag je het voor minder niet doen. Het kostte Kleinert naar eigen zeggen dan ook drie jaar voor hij het geld bij elkaar had om te kunnen afstuderen.

Der Samurai is morgen nog te zien in EYE 2 om 11.30.

Tonio van Vugt
De Poel info
*****
Chris W. Mitchell
Wie in Nederland een film wil maken met een behoorlijk budget kan bijna niet om de investering van een omroep heen. En wie in Nederland een horrorfilm wil maken moet sterk in zijn schoenen staan: ‘Toen de omroepen hoorden dat het om een horrorfilm ging, gingen de deuren extra op slot,’ aldus producent Herman Slagter van House of Netherhorror tijdens de première gisterenavond. ‘En dan heeft mijn collega-producent ook nog eens de bijnaam Mr. Horror en zit mijn eigen achternaam ook al niet mee.’ Dat een van Neerlands beste acteurs, Gijs Scholten van Aschat, zowel de hoofdrol speelt als heeft meegeschreven aan het scenario, mag dan blijkbaar ook niet baten.

En is het wat, De Poel? Laten we het zo zeggen: de omroepen hadden flink ongelijk. Want de productie mag dan wel met een klein budget en veel liefdewerk oud papier gedraaid zijn, het is een geslaagde en volwassen exercitie in old school horror. Twee gezinnen, de scheurtjes in de relaties duidelijk zichtbaar, gaan wildkamperen aan het bosvijvertje uit de titel. In dat modderige plasje schuilt iets engs, en je hoeft geen doorgewinterde genrefan te zijn om te voorspellen hoe het zal gaan aflopen. Het is dan ook vooral de weg naar de ontknoping die zo amusant is, met grote dank aan de natuurlijke dialogen (courtesy of Scholten van Aschat), de uitstekende acteerprestaties en de soms inktzwarte, dan weer gortdroge humor. Als de onfortuinlijke kampeerders keer op keer proberen te ontsnappen uit het bos maar telkens tóch weer bij de poel uitkomen, kijkt vader Scholten van Aschat beteuterd naar zijn digitale kompas: ‘Hij kwam toch als beste uit de test...’

Hoewel De Poel nooit écht heel eng wordt, is de sfeer voldoende creepy en zijn er een aantal goed getimede shockeffecten die ook de genreliefhebber zullen bevredigen. Op de aftiteling wordt een bedrijf in kampeergerei bedankt voor de sponsoring, maar het is maar zeer de vraag of mensen na het zien van deze film massaal naar de kampeerwinkel zullen rennen.

De Poel is nog te zien op 19 april om 10.00 uur in EYE 2 en gaat op 1 mei in zo'n 20 Nederlandse bioscopen in roulatie.

Tonio van Vugt
Killers info
*****
Kimo Stamboel & Timo Tjahjanto
Als we u dit festival één film mogen aanraden die u moet zien omdat hij waarschijnlijk hierna niet in roulatie zal gaan is het Killers van de Indonesische Mo Brothers: een knappe thriller die nét even dat stapje verder durft te gaan. De film, een co-productie met Japan, neemt - zoals het een Aziatische film betaamt - de tijd, en heeft een paar aardige verrassingen in petto.

Het zit de van zijn vrouw en dochter vervreemde ex-onderzoeksjournalist Bayu niet mee. Eerst wordt hij overvallen in een taxi, en als hij zich met meer geluk dan wijsheid uit deze situatie weet te schieten, filmt hij in een opwelling het resulterende bloedbad met zijn mobiel en zet het op internet. Daarmee trekt hij de aandacht van de meer dan gestoorde Japanse seriemoordenaar Nomura, die in Bayu een volgeling ziet. Oka Antar zet een likeable antiheld neer, die in de in dit soort films Onvermijdelijke Neerwaartse Spiraal terechtkomt. Dat gaat gepaard met veel zwarte humor, zoals Bayu’s onhandige ontsnapping aan een horde bewakers uit een hotel waar hij zojuist een ‘gangster’ heeft omgelegd. Maar ook de scène waarin één van Nomura’s slachtoffers probeert te ontsnappen uit diens kofferbak, terwijl de Peppie en Kokkie van het Japanse politiekorps zijn rijbewijs op verkeersovertredingen checken, geeft net dat beetje lucht aan een film die er op momenten ook behoorlijk in hakt. Het commentaar op onze mobieltjescultuur in de slotscène is een leuke bonus.

Indonesië is een genrefilmland om rekening mee te houden. The Raid 2 voert momenteel de Imagine-hitlijst aan, maar Killers is dé geheimtip. Hij draait morgen nog om 21.30 uur in EYE 1.

Voor de site van Schokkend Nieuws hield Zone's Tonio van Vugt een interview met regisseur Ate de Jong naar aanleiding van zijn nieuwste film, die momenteel op Imagine draait.

Om de teleurstelling over de ontvangst van Het bombardement te verwerken zat er voor regisseur Ate de Jong naar eigen zeggen maar één ding op: zo snel mogelijk een nieuwe film maken. Gisterenavond ging Deadly Virtues: Love.Honour.Obey. in première tijdens het Imagine Film Festival in een afgeladen EYE1. Deadly Virtues: Love.Honour.Obey. is met een kleine cast en crew op één locatie geschoten, zonder subsidie. De film werd gefinancierd met Nederlands privégeld. De genreliefhebber kan tevreden zijn, want achter de wat gekunstelde titel gaat een bij vlagen zeer beklemmende thriller schuil.

In de mooie, ruime etage van De Jong in hartje Amsterdam hangen aan het plafond twee opmerkelijke gevaartes met de tekst ‘R. De Jong Aardenburg’. Ze hebben wel wat weg van grote melkbussen. Ik blijk er met mijn associatie met de veeteelt niet eens zo ver naast te zitten; het zijn speakers die door De Jongs vader werden gemaakt en die hij in de jaren zestig gebruikte op de veemarkt van Zeeuws-Vlaanderen. Ze bleken na al die tijd nog te werken. Nu maken ze onderdeel uit van het surround system van De Jongs thuisbioscoop.

Maar we zijn hier om te praten over Deadly Virtues, een claustrofobische thriller waarin een man het huis en leven van een jong echtpaar binnendringt. ‘May I cut in?’ vraagt hij wanneer hij het stel op een liefdeloze sekspartij betrapt, waarna hij de heer des huizes bewusteloos slaat. Als de echtgenote de indringer niet accepteert als haar nieuwe hubbie, zal haar man het moeten ontgelden. Vinger voor vinger. De film, die na een ongemakkelijk eerste halfuur lijkt toe te werken naar een rape/revenge-exercitie, krijgt een paar zeer onverwachte wendingen.

Deadly Virtues is tot stand gekomen met hulp van het Londense Raindance Film Festival. Hoe kwam dat zo?
‘Het was drie weken na Het bombardement, en ik zat een beetje in zak en as. Hoewel ik recensies eigenlijk nooit lees, maar iedereen vertelt het je, en de kritiek was niet mals. Ik was in die tijd in Engeland en ik zat met Elliot [Grove, producent en oprichter van Raindance, TvV] in de kroeg om eens lekker een potje te klagen. Maar na tien minuten heb je dat ook wel gehad en ga je het over andere dingen hebben. Hij had een script gekregen van één van zijn studenten. Hij vond het niet passen bij Raindance en vroeg of ik het niet wilde maken voor een laag budget. Ik vond het absoluut geweldig. En ik vond: de allerbeste remedie tegen een teleurstelling is een nieuwe film maken.’

Kon u de artistieke beslissingen nu ook meer in eigen hand houden?
‘Absoluut. Het gekke is: als je geen geld heb, koop je vrijheid. Niets ten nadele van mijn andere films, hoor, want de films die ik in Amerika heb gemaakt vind ik ook hartstikke leuk. Hoewel ik bij Highway to Hell eerst mijn naam van de film af wilde laten halen. Ik heb hier ergens nog de brief liggen aan de Directors Guild. Ik wilde dat het een Alan Smithee-film werd, omdat de toenmalige distributeur en uitvoerend producent de film opnieuw had gemonteerd. Scenarist Brian Helgeland heeft me ervan weerhouden. Nu zou ik niet meer zo’n stampij maken. Een film is wat ’ie is.’

Lees verder op de site van Schokkend Nieuws
*****
Tsui Hark
Eigenlijk is er niet zo gek veel veranderd sinds Tsui Harks Chinese Ghost Story uit 1987. De films van deze Hongkongse regisseur zijn nog steeds een onweerstaanbare mengeling van actie, martial arts, romantiek, fantasy, horror en komedie, maar de productietechnieken zijn in bijna dertig jaar natuurlijk enorm geëvolueerd. En de ondertitel Rise of the Sea Dragon 3D zegt het al: deze prequel op de Detective Dee-film die twee jaar geleden op Imagine draaide is nóg bigger and better. Het is in het begin even opletten geblazen met de snelle ondertitels, maar mist u hier of daar een plotduidinkje, dan geeft dat niks. Lees dus eerst even de korte inhoud op de Imagine-site en geef u daarna over aan dit spektakel.

Waar in de meeste 3D-films de effecten tegenwoordig nauwelijks nog kunnen verrassen, slaagt Tsui vooral in de eindstrijd met het zeemonster er een flinke schep bovenop te doen; ik daag u uit om niet een stukje in uw bioscoopstoel te kruipen wanneer het monster hoog boven u uittorent. En ook het gevecht dat Dee en zijn kompanen voeren tegen een bergwand is letterlijk adembenemend. Alsof u er zelf bij was.

En oh ja: doe uzelf een plezier en blijf gedurende de aftiteling lekker zitten. Dat biertje wacht nog wel even.

Tonio van Vugt
Imagine 2014 info
Heksen, kannibalen, de apocalyps, Fantastic Science en de afscheidsfilm van grootmeester Miyazaki
09-04-2014 00:00
Vanavond start in het EYE de 30ste editie van Imagine. Nou ja, 30ste editie van Imágine - in 2009 heette het filmfestival nog Amsterdam Fantastic Film Festival, in 2003 nog gewoon Festival van de Fantastische Film, en het begon allemaal in 1982 als The Weekend Of Terror. Wacht even, 1982? Dan is dit dus de 33ste editie van het Festival. Iemand heeft zich een beetje verteld. Daar moeten we, kniesoren als we zijn, de organisatie maar eens een keer naar vragen. Maar wat doet het er toe, als het aanbod op deze als vanouds editie weer zo gevarieerd is? Van old school horror tot anime, van psychologische thrillers tot oogstrelende sprookjes, het is allemaal vertegenwoordigd. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vele films die zich niét zo makkelijk in een hokje laten plaatsen.

Waar we vooral naar uitkijken is de afscheidsfilm van animegrootmeester Hayao Miyazaki, The Wind Rises. Het belooft geen lichte kost te zijn, met thema's als afscheid en dood, maar de man die ons Spirited Away bracht zal ongetwijfeld weer overrompelen met magie en momenten van ontroering. Dan is er de wereldpremière van de Nederlandse indie Capsule van Djie Han Thung (terug van lang weggeweest), een apocalyptische scifi-thriller waarin een gedragswetenschapper 900 zielen selecteert die in een capsule het einde van de wereld mogen overleven. Ook de Nederhorror De poel, met Gijs Scholten van Aschat (tevens co-scenarist) zal op Imagine voor het eerst te zien zijn. Jim Mickle (Mulberry St., Stakeland) levert met We Are What We Are een naar verluidt geslaagde remake van een eigenzinnige Mexicaanse kannibalenfilm, en Alex de La Iglesia sluit het festival af met zijn uitzinnige heksenkomedie Witching & Bitching. Tussendoor zijn er weer lezingen en masterclasses (allen gratis toegankelijk, maar reserveer wel een kaartje), en omdat Fantastic Science als een rode draad door het festival loopt, is er op dinsdag 15 april in EYE 2 de Grote Geek-Q Test, waarin teams elkaar bestrijden met hun kennis van comics, games, tv-series, geeky films en wetenschap. Komt dat zien, komt dat zien!

Terzijde: ook Imagine lijkt enigszins (maar niet te veel) onder de crisis geleden te hebben: in plaats van de gebruikelijke drie zalen zijn er nu maar twee in gebruik door het festival. Ach, dat maakt het kiezen weer gemakkelijker. De eerste tegenvaller heeft het festival al moeten incasseren: Career Achievement Award-winnaar Alejandro Jodorowsky kan ‘wegens privé-omstandigheden’ niet zelf zijn prijs in ontvangst nemen, maar stuurt zijn zoon. We wensen Jodorowsky vanaf deze plek het allerbeste. En u een fijn en wonderlijk Imagine.

De komende tien dagen kunt u als vanouds op deze plek de nodige recensies van Imagine-films verwachten. Hou ons blog dus in de gaten!

Tonio van Vugt
Snowpiercer info
*****
Bong Joon-ho
Er zijn drie redenen om Snowpiercer te gaan zien. Ten eerste is de film gebaseerd op de Franse postapocalyptische jaren 80-strip De ijstrein. Ten tweede staat Bong Joon-ho (The Host, Mother) aan het stuur. En ten derde zijn Tilda Swinton, John Hurt én vaste Bong-acteur Song Kang-ho aan boord.

Wanneer een Aziatische regisseur de overstap maakt naar het Engelse taalgebied houden de puristen hun hart vast. En niet zonder reden, want naast succesvolle pogingen (John Woo) zijn er ook minder geslaagde (Kitano Takeshi, Park Chan-Wook) geweest. Zou dit dan de eerste stinker van Zuid-KoreaanBong Joon-ho worden? Het antwoord luidt gelukkig nee, en als co-producent revancheert Park Chan-Wook zich wat mij betreft voor zijn ernstig overschatte draak Stoker. Bong Joon-ho ontdekte de strip Le Transperceneige van Jacques Lob en Jean- Marc Rochette (hier destijds als De ijstrein gepubliceerd in het tijdschrift Wordt Vervolgd) tien jaar geleden tijdens de voorbereidingen van The Host en was meteen verkocht. Met die monsterfilm liet Bong al zien hoe hij op intelligente wijze alle vallen van de Hollywoodblockbuster omzeilde door een scherp oog te tonen voor groot en klein menselijk leed, en er een flinke portie weirdness in te stoppen - terwijl hij toch de spanning tot het maximum wist op te voeren. Ook Snowpiercerstelt op dat vlak niet teleur.



Het verhaal speelt zich af in 2031: een experiment om de opwarming van de aarde tegen te gaan heeft geresulteerd in een nieuwe ijstijd, en de laatste mensen ter wereld bevinden zich in een immer voortrazende, kilometerslange trein. Het is een kunstmatige biotoop waar de armen onderdrukt en uitgebuit worden door de rijken, en onder leiding van de oude Gilliam (Hurt), Curtis (Chris Evans) en de aan de drug Kronol verslaafde Namgoong (Song) wordt een opstand voorbereid. Daarop volgt een soort roadmovie annex afvalrace doorheen de trein, van de sloppenwijken in de achterste wagons naar het hoofdkwartier van kwade genius Wilford in de neus. Typisch Bong: halverwege de trein wordt een gevecht op leven en dood tussen de opstandelingen en het tot de tanden bewapende leger onderbroken voor de viering van het nieuwe jaar. Dat die scène ook nog een ander belangrijk doel dient, wordt veel later pas duidelijk.

De filosofische aspecten die aan bod komen - over onderdrukkers en onderdrukten - zijn leuk meegenomen, maar ultimo heeft Bong met Snowpiercer een van de enerverendste en knapst gemaakte actiefilms van de afgelopen jaren afgeleverd. Bonuspunten zijn er voor een geweldige schmierende Swinton als vileine Eerste Minister en Song (die we nog kennen uit The Host en Memories of Murder) als chagrijnige medeplichtige-tegen-wil-en-dank Namgoong. Leuk weetje: het personage Edgar, gespeeld door Jamie Bell, is vernoemd naar regisseur Edgar Wright. Aan wie zou het personage Gilliam een eerbetoon zijn, denkt u?

Snowpiercer draait sinds gisteren in de Nederlandse bioscopen
Tonio van Vugt
FIN info
*****
Jorge Torregrossa
Het Imagine loopt ten einde, en het persoonlijk programma wordt gevuld met restjes: films die niet hoog op je prioriteitenlijst stonden, maar hé, what the heck, je kunt nooit weten. FIN blijkt dan een meer dan aangename verrassing. Jorge Torregrossa bewerkte met vaste Alex de la Iglesia-scenarist Jorge Guerricaechevarría de apocalyptische roman van David Monteagudo tot een prachtige, ingetogen film waarin het einde van de mensheid nu eens niet door een storm van special effects wordt bewerkstelligd, maar waarin de dreiging wordt versterkt door een op hol geslagen kudde berggeiten of een roedel uitgehongerde honden - tevens twee van de meest indrukwekkende scènes uit de film.

FIN staat diametraal tegenover een apocalyptischse thriller als The Divide (2011), waarin de mens wordt afgeschilderd als een cynisch en opportunistisch wezen. Het groepje vrienden dat in FIN probeert te overleven en langzaam uiteenvalt is weliswaar ook niet perfect - het einde van de wereld is wat dat betreft een mooie metafoor voor broze vriendschapsbanden en verloren idealen - maar je bent wel begaan met hun lot. De conclusie van de film is een mooie boodschap aan de mensheid: met liefde en vriendschap kun je nog een behoorlijk eind komen. Laat u niet van de wijs brengen door de idioot lage rating op IMDb: FIN is een klein meesterwerk dat een grotere distributie verdient.

Tonio van Vugt
Evil Dead info
*****
Fede Alvarez
Tegenover elke geslaagde remake staan er minstens vijf die nog niet de schoenen van het origineel mogen likken. Bij Evil Dead houd je dan ook je hart vast: hoe kan een film zonder Ash die titel dragen? Dat zowel Bruce Campbell als Sam Raimi in de productiestoel zaten stelt enigszins gerust. Maar de festivalwebsite verklapt het al: debuterend regisseur Fede Alvarez kiest voor een hardcoreversie van het origineel - géén humor, géén knipogen. En al is dat op zich een te respecteren keuze (post-moderne grappen in remakes heeft in het verleden meer kapotgemaakt dan ons lief is), de generieke hedendaagse special effects van de demonen (gekleurde lenzen, gescheurde huid) doen terugverlangen naar de groteske rubberpakken van weleer. Ook beschikt de cast over te weinig charisma om de ironische, kick-ass Campbell te doen vergeten, en het liet me ook min of meer koud wat hun lot was. Géén goed teken.

Is deze remake dan een verloren zaak? Nee, de film zal het vermoedelijk wel goed doen bij een jonger publiek dat nog niet zo veel gewend is. Hij is angstaanjagend en snel, en heeft de meest memorable elementen van het origineel behouden, zoals het camerawerk in het bos en de verkrachtingsscène met boomwortels - al is die ondanks alle CGI lang niet zo naar als in het origineel. Ook de gendertwist aan het eind van de film is een goede vondst. Eindoordeel: er zijn veel slechtere remakes gemaakt, maar deze is nog net een maatje te klein voor de schoenen van het origineel. En wie nog een glimp van díe magie wil opvangen, moet even blijven zitten tot na de aftiteling.

Tonio van Vugt
John Dies at the End info
*****
Don Coscarelli
Don Cascarelli maakte naam met de Phantasm-films, een reeks die startte in 1979 en per deel in kwaliteit afnam. In 2002 verraste hij echter vriend en vijand met de vijfsterrencultfilm Bubba Ho-Tep, gebaseerd op een kort verhaal van Joe R. Lansdale, waarin een bejaarde Elvis (een geweldige Bruce Campbell) en een tot neger omgebouwde J.F. Kennedy het opnemen tegen een moordzuchtige eeuwenoude mummie. Totale gekte, inderdaad, maar wel één met een sterke interne logica. Diezelfde gekte, maar dan nóg een graadje erger, vinden we terug in John Dies at the End, dit keer gebaseerd op de cultroman van David Wong. De plot in het kort: de vrienden David en John komen in aanraking met de drug Soy Sauce, een soort levend, parasitair goedje dat hen in staat stelt door de tijd en tussen verschillende dimensies te reizen. Dat is verdomde handig, vooral als er een invasie dreigt uit een parallel universum.

Wat Wong en Cascarelli vervolgens uit de hoge hoed toveren is te bizar voor woorden, maar vooruit, hier zijn er een paar: geesten, worstmonsters, honden achter het stuur van een auto, een hotdog als mobiele telefoon. Totale gekte, had ik dat al gezegd? En toch valt het allemaal op zijn plaats. Dan zijn er ook nog de vele verwijzingen naar Cascarelli’s eigen werk: naast het parallelle universum en de ‘sphere’ in de slotscène, herkennen we in Father Shellnut niemand minder dan Angus Scrimm, ofwel The Tall Man uit de Phantasm-reeks. Het zou me niets verbazen als Wong zijn roman heeft geschreven met die films in zijn achterhoofd.

Wie niet mee wil gaan in de heerlijke waanzin die ons wordt voorgeschoteld ziet in John Dies at the End wellicht niets meer dan een rehash van de Bill & Ted-films, maar wie zich twee uurtjes wil vermaken met een visueel vindingrijke film vol bizarre wendingen en weirde humor: look no further. Dat zal dan wel op dvd worden, want hij zal hier na Imagine vermoedelijk niet meer op een groot doek te zien zijn.

Tonio van Vugt
Maniac info
*****
Frank Khalfoun
Gaat Elijah Wood ooit nog van het Hobbit-stigma afkomen? Of hij nou wordt gecast als hitman in Sin City of heel zieke seriemoordenaar in Maniac: die puppy-ogen blijven je aanstaren en je wilt hem een koekje geven. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat fotografe Anna valt voor de schijnbaar zachtaardige Frank, die mannequins restaureert in de shop van zijn moeder. Die puppy-ogen zijn vermoedelijk ook de reden dat Anna geen aandacht heeft voor Franks handen, die hij met een staalborstel schrobt tot de vellen erbij hangen. Want Frank heeft een minder zachtaardige kant: in de nachtelijke uurtjes verzamelt hij pruiken van echt mensenhaar, die door de rechtmatige eigenaressen nou niet bepaald vrijwillig worden afgestaan. En daarna voelt hij zich schuldig. En dan pakt hij de staalborstel. Vanwaar die vrouwenhaat? Flashback: ‘Ga maar even wachten in de auto’, wordt een jeugdige Frank toegebeten door zijn moeder die zich op straat van achteren laat nemen door een anonieme minnaar. Maar hee, wie weet, misschien is Anna wel degene die Frank kan genezen…

Maniac is een remake van de gelijknamige film van William Lustig uit 1980. Die heb ik nooit gezien, dus ik kan geen enkele vergelijking maken. Wel roept de film de sfeer op van de video nasties uit de jaren 80 waartoe het origineel ook behoort. Waar de nieuwe versie (met een scenario van o.a. Alexandre Aja ‘Haute Tension’ Aja) in elk geval in slaagt is het oproepen van beklemming, mede door de gimmick die wordt gebruikt: we zien alles letterlijk door Franks ogen, we zitten in zijn hoofd en komen er gedurende de hele film niet meer uit. Maar die gimmick legt tevens de zwakte van Maniac bloot: ondanks het inkijkje in Franks gekte maakt de film enige identificatie nauwelijks mogelijk. Frank is gewoon een very sick puppy., en Maniac een seriemoordenaarsfilm die meer wil zijn dan zijn genregenoten maar daar helaas onvoldoende in slaagt.

Tonio van Vugt
Grabbers info
*****
Jon Wright
Waar de aliens uit H.G. Wells' War of the Worlds het aflegden tegen aardse bacillen, daar blijken de bloedzuigende buitenaardse monsters die aan de kust van het Ierse eilandje Erin aanspoelen héél slecht tegen alcohol te kunnen. Dus wat doe je dan als - stereotype-alert! - rechtgeaarde Ier? Je sluit je op in de lokale pub en zuipt jezelf bijkans in coma voor je de strijd aangaat. Waar zagen we dat verschansen in de kroeg tegen een monsterlijke overmacht trouwens al eerder? Juist, in Shaun of the Dead. Geeft niks, Grabbers is sowieso één groot eerbetoon aan monsterfilms als Tremors en, in een scène in een verlaten bar, Gremlins. En wat Jon Wrights tweede lange film aan originaliteit tekortschiet, wordt ruimschoots gecompenseerd door de scherpe oneliners, geslaagde grappen, spannende actie en het fraai ogende monster. Zelfs de lovestory tussen de alcoholistische cop Ciarán (Richard Coyle) en rookie Lisa (Kate Myers) voelt hier op zijn plaats, en je hoopt van harte dat ze het einde van de film halen.

Grabbers bewaart net als zijn voorbeelden een perfecte balans tussen comedy en horror, en voor de liefhebbers: er wordt niet gekeken op een onthoofdinkje meer of minder. Tot slot een speciale vermelding voor Russell Tovey (weerwolf George uit de Britse serie Being Human), die in de rol van stijve lokale wetenschapper alle registers mag opentrekken en daarmee voor een van de leuskte personages tekent. Een perfecte afsluiter van de Imagine-dag, deze film, en daarna snel naar de bar voor een biertje, want je weet tenslotte wat er 's nachts aanspoelt uit het IJ...

Tonio van Vugt
Robo-G info
*****
Shinobu Yaguchi
Op het Imagine is ook plaats voor een hartverwarmende Japanse komedie. En dan is het niet nodig dat er iets bovennatuurlijks gebeurt, een oude man in een robotpak is al genoeg. Drie stuntels van ingenieurs, die in opdracht van een overambitieuze witgoedfabrikant bezig zijn met het ontwikkelen van een androïde huishoudrobot, laten hun creatie namelijk per ongeluk uit het raam wandelen. Met nog maar een week te gaan voor de Robot Fair zit er maar één ding op: iemand inhuren die precies in het robotpak past. En laat dat nou net de norse senior Suzuki zijn, die met zijn slechte rug over precies de juiste motoriek beschikt. Wat een eenmalig optreden zou moeten worden, groeit echter uit tot een nationaal fenomeen wanneer de ‘robot’ op de fair het leven van een meisje redt. Hoe lang zal het duren voor het bedrog uitkomt?

Het innemende personage van Suzuki, gespeeld door de Japanse rockster-op-leeftijd Mickey Curtis, is de grote kracht van de film, waarin verder vooral plaats is voor licht clichématige karakters als wereldvreemde nerds en scoopgeile journalistes. Dat is overigens geen heel groot bezwaar: het scenario is inventief en grappig genoeg om je bij de les te houden en regisseur Shinobu Yaguchi beschikt over een uitstekende komische timing. Eén minpunt: Robo-G duurt als zoveel Aziatische films net even te lang. Vooral tegen het eind gaat de boel een beetje slepen, maar in de laatste tien minuten komt alles voorbeeldig samen en is er plaats voor een aantal van de leukste grappen uit de film. Wie riep daar ‘Amerikaanse remake’?

*****
Q
Hoera! Bollywood heeft de arthouse ontdekt! Maar dan wel het soort arthouse waar je moeder je voor je heeft gewaarschuwd. Regisseur Q ontpopt zich als de Indiase Khavn De La Cruz, ook wel bekend als de schrik van het IFFR, en de goede verstaander weet dan genoeg. Het ‘experimenteel vormgegeven sprookje’ dat de Imagine-catalogus ons belooft blijkt vooral experimenteel te zijn, als in: zeer moeilijk kijkende acteurs in armetierige decors die existentialistische dialogen opdreunen als betrof het het telefoonboek, doorsneden met ongetwijfeld pregnant bedoelde beelden die uit minstens drie andere films lijken te komen. Ook met liedjes, dat dan weer wel, want Bollywood blijft blijkbaar Bollywood, hoe non-conformistisch je je als filmmaker ook opstelt. Een monologue intérieur van het ontevreden prinsje dat de hoofdrol speelt, ‘I want to go, I want to fly away’, spoort aan om precies dát te doen en na drie kwartier vlieg ik naar de uitgang.

De catalogus vermeldt bij het Bollywood & Beyond-programma: ‘De Indiase publieksfilm bevindt zich op een interessant kruispunt: blijft hij naar binnen gericht, of zal hij proberen een wereldwijd publiek aan te spreken?’ Als het aan Q ligt vrees ik dat eerste, want het was lang geleden dat ik een film zag die zó in zijn eigen aars verdween, en zó misplaatst was op een festival voor de fantastische film.

Tonio van Vugt
Trance info
*****
Danny Boyle
Jawel, gisteren is het Imagine, festival voor de fantastische film, voor de 29ste keer van start gegaan. Mét een nieuwe directeur, Chris Oosterom, en een aantal opvallende premières (Jurassic Parc 3D, bijvoorbeeld) en intrigerende programma-onderdelen als House of Psychotic Women en Bollywood & Beyond, die min of meer voor zichzelf spreken. Later hierover meer, want we gaan als vanouds het Imagine verslaan op dit blog. Duidelijk is dat Oosterom een paar verrassend goeie deals met filmmaatschappijen heeft weten te sluiten, en de openingsfilm van gisterenavond zette wat dat betreft de toon.

Laten we één ding vaststellen: Danny Boyle is niet in staat om een slechte film te maken. Zelfs een ‘tussendoortje’ als Trance, dat niet de urgentie heeft van pak ‘m beet Trainspotting, Slumdog Millionaire of 127 Hours), weet ons in elk geval van begin tot eind aan het grote scherm gekluisterd te houden. Dat komt in de eerste plaats omdat het scenario (waar we verder niet te veel over verklappen), dat het heistgenre combineert met de hypnosethriller, een alleraardigste mindfuck is: scenaristen Joe Ahearne en John Hodge geven je telkens genoeg houvast om je het idee te geven dat je het allemaal wel doorhebt, om vervolgens het tapijt met brute kracht onder je uit te trekken. Daarnaast worden de hoofdrollen vertolkt door Vincent Cassell, James McAvoy en Rosario Dawson. Punt. Tot slot is de fotografie van Boyle’s vaste cameraman Anthony Dod Mantle, dus ziet de film er weer prachtig uit. Rest ons nog een chapeau-de-luxe voor Rosario Dawson, die het aandurfde op een wel heel bijzondere manier full frontal naakt te gaan; niet-functioneel, al probeert Boyle wel die indruk te wekken, maar u hoort ons niet klagen.

Tonio van Vugt
The Hypnotist info
*****
Lasse Hallström
Het Zweedse The Hypnotist (Hypnotisören) is de eerste uit een serie van acht speelfims rond politieinspecteur Joona Linna. Yep, het gaat hier om de nieuwste Scandinavische thrillerserie, maar voordat u ‘KRO Detective’ roept: de film markeert tevens de terugkeer van regisseur Lasse Hallström naar zijn geboorteland - en er zijn slechtere manieren denkbaar om een nieuwe reeks te lanceren dan met een Oscar-genomineerde filmmaker aan het roer. Dat pakt verrassend uit doordat Hallström, die toch vooral bekend is van veilige arthousefilms als Chocolat en het recente Salmon Fishing in the Yemen, al in de eerste minuten een aardig Argento-sfeertje weet neer te zetten en ook de gore niet schuwt. Die beklemmende sfeer blijft de hele film goeddeels aanwezig, en tegen het eind van de film is er zelfs, al dan niet bedoeld, een vrij letterlijke Argento-verwijzing - ik verklap hier niets als ik ‘Profondo Rosso’ zeg.

De premisse: een gezin wordt op gruwelijke wijze omgebracht, op de oudste zoon na, die de slachting ternauwernood overleeft. Linna (Tobias Zilliacus) wordt op de zaak gezet en roept de hulp in van gewezen hypnotiseur Erik Bark (Mikael Persbrand) om de jongen, die in coma ligt, als getuige te kunnen horen. Het whodunnit-element is overigens niet de sterkste kant van The Hypnotist: wie genoeg thrillers heeft gezien kan de meeste wendingen wel van tevoren zien aankomen - een enkele verrassende uitzondering daargelaten, zoals een scène waarin een galeriehouder wordt geconfronteerd met de moordenaar. Nog een minpunt is dat de motivatie van de dader ongeveer net zo geloofwaardig is als die in de gemiddelde giallo (daar hebben we Argento weer). De beklemmende sfeer echter maakt veel goed, zeker in de eerste helft. Verder krijgt het drietal hoofdrolspelers (naast Zilliacus en Persbrand zien we Hallströms vrouw Lena Olin als de echtgenote van de hypnotiseur) alle ruimte. Waarbij Zilliacus, die ook in de volgende zeven delen de rol van Linna zal spelen, het wel af moet leggen tegen de screen presence van Persbrand als de door zijn verleden gekwelde hypnotiseur. Het is voor Zilliacus te hopen dat hij in een volgend deel een minder charismatische tegenspeler krijgt…

The Hypnotist is a.s. zondag te zien tijdens het Lumière Crime Festival in Pathé Buitenhof, Den Haag en draait vanaf 3 januari 2013 in de bioscopen.

Vijf dagen met niet te missen animatiefilms in EYE
Wie nog niet eerder de gelegenheid had om het nieuwe EYE-filminstituut te bezoeken, heeft nu een uitstekende reden: de komende week strijkt het KLIK! Amsterdam Animation Festival er neer. Van woensdag 7 t/m zondag 11 november kan de bezoeker kiezen uit een uiterst gevarieerd, met grote expertise en verfijnde smaak samengesteld internationaal programma, waarin grote en kleine namen om de aandacht strijden: van Tim Burton tot vers afgestudeerde talenten. Alle disciplines komen aan bod: van kleianimatie tot de modernste computertechnieken, en er zijn speciale kinderprogramma's waarin de dialogen live worden vertaald door stemkunstenaars.
Ook is KLIK! uw kans om het weergaloze Junkyard van Hisko Hulsing te zien, dat de Nederlandse inzending voor de Oscars is. Uiteraard is - op zaterdagnacht 10 november - het onderdeel Midnight Madness weer van de partij: een revue van de bizarste, meest mislukte en ronduit gestoordste animaties die het reguliere programma niet haalden, maar die u - zoals wij uit eigen ervaring weten - niet mag missen.
Eregast is het tegendraadse en vaak controversiële South Park. De animatieserie van Trey Parker en Matt Stone bestaat inmiddels 15 jaar, en dat wordt onder meer gevierd met een South Park Tribute Night & Sing-Along op vrijdag 9 november.

Zone 5300 geeft 3 x 2 kaartjes weg voor Animation + Comic = Motion Comic?
Een voor de Zone-lezer interessant onderdeel is Animation + Comic = Motion Comic? op vrijdag 9 november 13.00 uur, waarin opgenomen de motion comic The Art of Pho:
'Motion comics hebben het uiterlijk van een traditionele strip, maar zijn verrijkt met animatie, audio en soms zelfs interactiviteit. The Art of Pho - genomineerd voor twee Webby Awards - vertelt het verhaal van een klein wezen, genaamd Little Blue. De serie werd vanuit de bestaande strip geadapteerd door Submarine Channel. Creatief directeur Remco Vlaanderen neemt je mee door de geschiedenis van de motion comic; na de vertoning van The Art of Pho zullen Lois van Baarle, regisseuse, en Karel Brascamp, interaction developer bij Submarine, aansluiten voor een gesprek over het combineren van strip, animatie en interactie,' aldus KLIK!.
We geven samen met KLIK! voor dit onderdeel 3 x 2 kaartjes weg (toegangsprijs normaal € 9,50). Alles wat u moet doen is een mailtje sturen met als onderwerp 'Motion Comic' en vermelding van uw naam en adres. Sluitingsdatum: donderdag 8 november 12.00 uur. Prijswinnaars krijgen direct bericht.

De kaartjesactie is inmiddels afgelopen. De drie prijswinaars hebben inmiddels bericht gekregen. Op de hoogte blijven? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief via het Nieuwsbrief-formulier !
Tonio van Vugt
Midnight Madness info
*****
Echt het aller-, allerslechtste van KLIK! Echt waar!
Van de 1100 korte en lange animaties die het KLIK!-festival opgestuurd krijgt, worden er zo’n 250 geselecteerd. De rest is uiteraard niet goed genoeg. Maar tussen ‘niet goed genoeg’ en ‘zo slecht dat het weer leuk is’ zit een groot verschil. Uit die laatste categorie werden de allerbeste (of liever: allerslechtste) geselecteerd voor het Midnight Madness-programma dat met enig vertraging vannacht van start ging. Nadat de sfeerverhogende Ren & Stimpy-clip Royal Canadian Kilted Yaksmen was uitgemond in een bescheiden singalong, kon het ramptoerisme beginnen: goedwillend amateurisme, studentenfilms uit de Oekraïne die uit de rails gaan, onbegrijpelijke Japanse (kinder?)films en pijnlijk serieus gemeende poëzie. Had programmeur Luuk van Huët ons niet van tevoren gewaarschuwd waar de uitgangen zich bevonden? Nou dan!

Er was een filmpje bij dat de wansmaak met opzet opzocht, over twee kinderen met een frisbee in een idyllische tuin, kleurrijk maar klunzig getekend, met een manisch vrolijke soundtrack met kinderkoor (die voor hen die het meegemaakt hebben de EO Kinderkrant uit de jaren 70 akelig helder in de herinnering bracht). Maar wanneer de frisbee over het tuinhhek belandt, komt de punchline: de kinderen bevinden zich in een concentratiekamp. Ja, lachen! (En dat deden we dan ook met overgave.) Hilarisch diepte/hoogtepunt: een jeugdherinnering over een jongetje dat moet leren fietsen, maar nog voordat zijn zadeltje op de juiste hoogte staat van een steile helling naar beneden raast, elke vorm van inventiviteit en kwaliteit meenemend in zijn val. Alle clichés uit klassieke animatie worden gebruikt, maar op een perfect verkeerde manier: stelt u zich de uitpuilende ogen à la Tex Avery voor in diezelfde EO Kinderkrant. De verteller leest voor met alle emoties en joie de vivre van een begrafenisondernemer. Grootste grap: er worden vijf story editors vermeld op de titelrol van dit (Canadese?) mirakel.

Eén filmpje sloeg de plank wel raak: vijf abominabel slecht getekende characters bespreken hun handicaps - zoals slecht functionerende gewrichten, en niet-gesloten lijnen, waardoor het inkleuren van de vlakken een probleem is. Maar het modebewuste meisje dat in zwart-wit is getekend, heeft het het zwaarst: ‘You guys have it easy in full colour, but I have to dress in contrasts!’. Zodra ik weet wat de titel van dit filmpje is, plaats ik een link.

NB Er is ook nog een Best Of KLIK!, met alle prijswinnaars. Dat programma draait aansluitend op de Closing Ceremony, vanavond om 20.00 uur in Kriterion 1.
10-09-2010 00:00
Het BUTFF is nog niet over, of we geven alweer kaarten weg voor het KLIK! Amsterdam Animation Festival, dat van 15 t/m 19 september voor de vierde keer plaatsvindt in Kriterion. We geven drie dagkaarten weg voor de vrijdag, die toegang verschaffen tot alle voorstellingen en evenementen van die dag.

Op het KLIK! zijn weer meer dan kleine 100 korte en lange animatiefilms te zien uit de hele wereld. Een van de hoogtepunten is de Nederlandse première van de prachtige documentaire Deconstructing Dad van Stan Warnow over zijn vader Raymond Scott, de fameuze excentrieke componist, muzikant en grondlegger van de elektronische muziek. Scott is verantwoordelijk voor de iconische animatiemuziek in de klassieke Looney Tunes-animaties rond Bugs Bunny & Daffy Duck uit de Golden Age of Animation (1928- 1945). Stan Warnow is bij de vertoning aanwezig voor een uitgebreide Q&A, waarna een jamsessie wordt gehouden in de geest van Raymond Scott met muzikale animatiegrootheden onder wie Nik en Nancy Phelps.

Er zijn workshops en lezingen op zaterdag: Gouden Kalf-winnaar Eric Steegstra (Metro, Rif) gaat in op het arbeidsintensieve medium van de poppenfilm en animatiehistoricus Thomas Weynants vertelt over de eerste animaties aan het einde van de 19e eeuw, die hij illustreert met eenvoudige maar spectaculaire optische trucages.
De grote prijsuitreiking van alle KLIK!-awards vindt zaterdagavond plaats in de grote zaal van Kriterion, waarna het feest losbarst op de klanken van de KLIK!-huis-dj’s. De prijswinnende films zijn op zondag te zien in het Best of KLIK!-programma.
Tijdens het speciale KLIK! Symposium in de UvA gaan N.A.S.A.-wetenschapper Harry Kloor en filosoof Bas Haring het debat aan met animatoren, astrofysici en studenten over de raakvlakken en breekpunten tussen animatie en wetenschap. Ook staat er een mysterieus animatie-experiment met het publiek op het programma. Redenen genoeg om eens een kijkje te nemen, dus!
Meer info vindt u op www.klikamsterdam.nl.

Zone 5300 geeft drie dagkaarten weg!.

Zone 5300 geeft drie dagkaarten weg die u toegang verschaffen tot alle films en voorstellingen op vrijdag, dus ook voor die unieke Raymond Scott-avond. Al wat u moet doen is ons een mailtje sturen met als subject ‘KLIK! 2010’ en vermelding van uw volledige naam en adres. Sluitingsdatum actie: woensdagochtend 15 september 10.00 uur. Prijswinnaars krijgen direct bericht.

Wilt u ook op de hoogte blijven van dit soort weggevertjes? Abonneer u dan nu op de nieuwsbrief via het Nieuwsbrief-formulier!

B-films, underground en trash op de alweer vijfde editie
01-09-2010 00:00
Wie zijn films graag een beetje anders heeft (lees: ondergrondser, weirder, culter-dan-cult) kan voor het vijfde jaar terecht op het Bredase BUT Film Festival, waarbij die eerste drie letters staan voor B-movie, Underground en Trash. Als 17 Nederlandse premières, 4 Europese premières én de wereldpremière van live-action-crime-noir-extravaganza The Diamonds of Metro Valley van Aaron Arendt en Mary McIlwain, een bizarre animatiefilm over een robothagedis, op zich al niet genoeg aanbeveling is, dan is zeker de komst van Jörg Buttgereit een reisje naar het zuiden waard. Deze sympathieke en praatgrage Berlijnse cultregisseur zal graag al uw vragen over zijn destijds uiterst omstreden Nekromantik-reeks beantwoorden. Uit Italië komt Francesco Campanini, wiens Solitario (2008) zijn Nederlandse première zal beleven. Spaans bloed stroomt rijkelijk in Carlos Atanes' Maximum Sham (2010), een twisted post-apocalyptische 'trip down the rabbit hole', aldus de organisatie. Van César del Lamo is er de verrassende thriller Mi (2009) en Norberto Ramos del Val, eerder al te gast op BUT 2009, vertoont zijn korte film INVSN in één van de vier korte filmblokken.

Ook dit jaar is er een bijzondere randprogrammering, met als nouveauté het underground-dichtersprogramma met o.a. Diana Ozon en Nick J. Swarth en op zaterdag Boxring I&II, een boxmatch met woorden van Dastrugistenda. In het performanceprogramma treedt het Italiaanse, klassiek geschoolde Hexperos op: een kwartet met harp, viool, bas en een zangeres met een geluid waar, in de woorden van het BUT, Wagner alleen maar van zou hebben kunnen dromen. Aan de beste BUT-filmmakers wordt op zaterdag 11 september de BUT-award uitgereikt in de categorie 'BUT-lange film', 'beste BUT-korte film' en 'BUT-studentenfilm'. Het is tenslotte pas goed als het echt BUT is!

Vijf keer twee vrijkaartjes!
Zone 5300 geeft in samenwerking met BUT vijf keer twee vrijkaartjes weg voor een film naar keuze. Alles wat u hoeft te doen is ons vóór 8 september 12.00 uur een mailtje te sturen met als subject 'BUT 2010' en vermelding van uw volledige naam en adres. Prijswinaars krijgen direct bericht!
Zie voor het volledige programma en verdere info de officiële BUT-site.

Tonio van Vugt
De Weg naar Cádiz info
*****
Jonathan Herzberg & Shariff Korver
Coen staat op het punt om te vertrekken naar Cádiz, waar een oom hem als erfenis een boerderij heeft nagelaten. Dan staat plots zijn ex Suzanne bij hem op de stoep: of ze mee mag. Dat mag, en een roadmovie ontvouwt zich, waarbij de relatie tussen beide ex-geliefden onder het chirurgisch mes gaat en hier en daar het onvermijdelijke skeletje tevoorschijn komt. Suzanne vlucht weg van haar getroubleerde relatie, Coen blijkt vooral op de vlucht voor zichzelf.

Of het voor het eerst in de geschiedenis is dat eerstejaars filmacademiestudenten een lange speelfilm hebben gemaakt, zoals de makers beweren, weet ik niet, maar het zou zomaar heel goed kunnen. Wat echter belangrijker is: het dondert niet. Want wie ook zonder deze voorkennis naar De Weg naar Cádiz kijkt, ziet een volwassen debuutfilm met een sterke cast, een uitstekend scenario en gedegen camerawerk, dat wars is van alle hippe trends.

Om maar met het scenario te beginnen: de grootste verrassing is dat dit is geschreven door Merel Barends, bij Zone-lezers en volgers van het Imagine-blog in 2008 en 2009 vooral bekend als stripmaker. Dat ze als stripauteur tussen haar generatiegenoten een unieke plaats inneemt is bekend, maar dat er eveneens scenarioparels uit haar pen vloeien, waarin het euvel van geforceerde ‘literaire’ dialogen plaats maakt voor naturelle, diep invoelbare teksten, waarin ze niet alleen een groot inzicht in menselijke relaties toont maar ook de humor niet schuwt, dat zag ik eerlijk gezegd niet aankomen - in elk geval niet op basis van haar beeldverhalen. Het doet vermoeden dat haar werkelijke kracht op de lange baan ligt. Dat belooft wat voor de graphic novel waar ze mee bezig is.



Maar een knap scenario met fantastische dialogen is één ding, als er wordt geacteerd door een stel amateurs met meer goede bedoelingen dan talent, leidt het tot niets. Dat regisseurs Jonathan Herzberg (levensgezel van Barends) en Shariff Korver en producent Edwin Goldman erin slaagden de professionele acteurs Bart de Vries en Lidewij Benus te strikken voor de rollen van Coen en Suzanne is een geschenk - zij verleenden geheel belangeloos hun medewerking en namen ruim de tijd om hun rollen te repeteren - liefdewerk pur sang. Maar dat is niet de enige reden dat Coen en Suzanne zo levensecht lijken: De Vries en Benus zijn in het echt ook een stel, en je voelt aan hun spel dat veel van de ruzietjes tussen de twee ex-geliefden hen niet geheel onbekend zijn. Niet alles wat tussen hen speelt wordt in dialogen gevat; vooral Benus weet in haar expressie een tragiek te vatten die meer zegt dan woorden. Show, don’t tell. Een prachtig voorbeeld daarvan is te vinden tegen het eind van de film, wanneer Coen een monoloog houdt onder de douche, terwijl de camera strak op Suzanne gericht blijft: het inzicht van waar ze nou precies mee bezig is, trekt langzaam als een donkere waas over haar gelaat.

Herzberg, Korver, Goldman en Barends hebben met hun debuut een knappe prestatie geleverd. Zij die beweren dat het altijd zo beroerd is gesteld met de Nederlandse film, worden keihard en zonder pardon in de hoek gezet door drie filmacademiestudenten en een stripauteur.

De weg naar Cádiz draait vanaf vandaag in diverse filmhuizen in het land. Kijk voor een overzicht op de officiële website .
Tonio van Vugt
The Lovely Bones info
*****
Peter Jackson redt zijn film... op het nippertje
24-02-2010 00:00

Er zijn van die films waar je naar uitkijkt zodra de eerste berichten binnenkomen. The Lovely Bones is zo’n film. Na Peter Jacksons enigszins teleurstellende remake van King Kong (te lang, te overdone, te veel van alles eigenlijk) klonk het nieuws dat zijn verfilming van Alice Sebolds roman terug zou grijpen naar zijn eerdere, kleinere werk vóór de Lord Of The Rings-trilogie als muziek in mijn oren. De premisse - een vermoord meisje kijkt vanuit het hiernamaals toe hoe haar familie met het verlies omgaat en haar moordenaar in alle rust zijn volgende moord voorbereidt - was veelbelovend: Heavenly Creatures met een snufje The Frighteners, of andersom wellicht. Oh, wat zou ik The Lovely Bones graag in mijn hart hebben willen sluiten, zoals ik díé twee films in mijn hart heb gesloten.

Maar het leven zit vol teleurstellingen. The Lovely Bones is geen emotionele mokerslag zoals Jackson zijn publiek met Heavenly Creatures toebracht, maar een natte doek in het gezicht. Jackson trekt weliswaar alle registers op om de kijker te betrekken bij het verdriet van de familie van de vermoorde Susie, maar of het nu de kleffe pianomuziek van Brian Eno is of de beperkte gezichtsuitdrukkingen van vader Mark Wahlberg, het komt allemaal veel te Amerikaans-sentimenteel over om echt te ontroeren. De hemel die Jackson uit zijn CGI-doos tovert zou ook een stuk beter te pruimen zijn geweest zonder die ersatz-Enya (of is het de echte?) in de soundtrack. En de zo typerende Jackson-humor die van The Frighteners (om over Braindead nog maar te zwijgen) een tegendraads horrorfestijn maakte, wordt plichtmatig in vijf minuten afgeraffeld in een scène met slonzige grootmoeder Susan Sarandon.

Deugt er dan helemaal niets? Gelukkig wel. Stanley Tucci, met watten in de wangen, gekleurde lenzen en comb-over, maakt van de moordenaar een uiterst angstaanjagend en gestoord personage; een scène die de kijker wél naar de keel grijpt is het moment voor de moord, waarin Tucci de transformatie van neighbour next door naar psychopatische killer overtuigend gestalte geeft. Maar het duurt daarna nog tot het einde van de film, waarin Jackson de verwachtingen doorbreekt door een ander pad te kiezen dan de Hollywood-toon van de film doet vermoeden, voor we weer rechtop in de bioscoopstoel zitten. Daarmee redt hij The Lovely Bones op het nippertje. Al kan het goed zijn dat u voor die tijd al in slaap bent gevallen of murw gebeukt bent door alle zoetigheid.
En plots word ik overvallen door een gedachte: áls er een hemel bestaat, mag die dan alsjeblieft vrij van CGI zijn?

The Lovely Bones draait vanaf vandaag in de Nederlandse bioscopen.

10 t/m 24 februari in Melkweg Cinema

Van 10 februari (ja, dat is vandaag al) t/m woensdag 24 februari zijn in Melkweg Cinema (Lijnbaansgracht 234a, Amsterdam) De 10 van Schokkend Nieuws te zien: de tien beste horror-, scifi-, cult- en fantasyfilms van 2009 volgens dit gerenommeerde genrefilmtijdschrift. Een aantal van die films worden ook persoonlijk ingeleid door SN-medewerkers, onder wie ondergetekende.
Aldus de Melkweg: ‘Een paar dingen die opvielen aan de lijstjes en bijhorende argumentatie: de Schokkend Nieuws-medewerker ziet zijn sf-film graag old school opgediend, houdt erg van de doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg-stroming (te merken aan het grote enthousiasme voor Cory McAbees low budget-knutselfilm Stringray Sam) en is blij dat Sam Raimi weer eens ouderwets tekeer ging met zijn Drag Me To Hell.’

Het volledige programma:
- wo 10 feb: Lake Mungo, Joel Anderson (Australië 2009, 89 min, inleiding Phil van Tongeren)
‘Sterk onderschatte horrorfilm bespeelt breed register van emoties, van huiver tot brok in de keel.’ (Phil van Tongeren)
- do 11 feb: Let The Right One In, Tomas Alfredson (Zweden 2008, 115 min, inleiding Rob van der Velden)
‘Een film om heel dicht bij je te koesteren, zo mooi.’ (Erik Kriek)
- vr 12 feb t/m za 13 feb: District 9, Neil Blomkamp (VS 2009, 112 min)
‘Herboren: het scifi-genre. Geboorteplaats: Zuid Afrika. Gewicht: Heavy-weight.’ (Ruben van Eijl)
- zo 14 feb: Moon, Duncan Jones (UK 2009, 97 min.)
‘Duncan Jones geeft de liefhebbers van old school mindfuck SF weer hoop.’ (Mark van den Tempel)
- ma 15 feb: The Chaser, Hong-jin Na (Zuid-Korea 2009, 125 min, inleiding Tonio van Vugt)
‘Een nagelbijter van Zuid-Koreaanse origine, dus dan weet u het wel: snoeihard, genadeloos en vol plotwendingen en blunderende cops - wie overleeft en wie gaat zonder toetje naar bed?’ (Tonio van Vugt)
- di 16 feb t/m wo 17 feb: Antichrist, Lars von Trier (DE, DU, FR, SE, IT, PO 2009, 104 min, di 16 feb: inleiding Jan Doense) ‘Verontrustendste film van het jaar.’ (Jan Doense)
- do 18 feb, ma 22 feb: Drag Me To Hell, Sam Raimi (VS 2009, 99 min, ma 22 feb: inleiding Barend de Voogd) ‘Sam Raimi maakte eindelijk weer een ouderwets grappige griezelfilm. Zigeunervrouwtjes en schattige katjes moeten het ontgelden.’ (Barend de Voogd)
- vr 19 feb t/m za 20 feb: Inglorious Basterds, Quentin Tarantino (VS 2009, 153 min)
‘Sterk staaltje nazi-bashing van Tarantino, met een van de meest geraffineerde schurken uit de recente filmgeschiedenis.’ (Rob van der Velden)
- zo 21 feb: Stingray Sam, Cory McAbee (VS 2009, 61 min.)
‘Mobiele telefoons zijn in de bioscoop een gruwel, maar de bioscoop op een mobieltje kan een feest zijn, zo bewees space cowboy McAbee met zijn hilarische multiplatform scifi-serial.’ (Bart van der Put) wo 24 feb: Martyrs, Pascal Laugier (Frankrijk/Canada 2009, 97 min)
’ Briljant en grotesk of één grote shit sandwich? (Milan Hulsing)’

Alle voorstellingen beginnen om 19.00 uur, de toegangsprijs bedraagt € 6,00 (€ 5,00 met korting), dus daar hoeft u het niet voor te laten. En titels als Lake Mungo, Stingray Sam en Martyrs zullen niet gauw nog eens op het witte doek worden vertoond (of in de dvd-bakken verschijnen), dus laat deze kansen niet voorbij gaan.
Tonio van Vugt
Moon info
*****
Space Oddity Junior

Dat Duncan Jones de zoon is van David Bowie (Duncan ging lange tijd door het leven als Zowie Bowie - je zou je ouders voor minder vervolgen) is natuurlijk geen verdienste, maar het leverde wel de nodige buzz op voor zijn regiedebuut Moon. En een ijzersterk debuut ís het.

Is het toeval dat Bowie Junior doorbreekt met een kleinmenselijk, surrealistisch sciencefictiondrama, zoals zijn vader 40 jaar terug met Space Oddity? Voor Jones geen adrenaline-geïnjecteerde achtbaanritten à la de jongste Star Trek, maar een gruizige, psychologische thriller die teruggaat naar de sf-films waar vooral de jaren 70 het patent op leken te hebben, zoals Silent Running, Alien en Soylent Green. Geen razendsnelle CGI, maar ploeterende schaalmodellen in miniatuurdecors. Geen sterrencast en duizenden figuranten die met elkaar in een intergalasctische strijd zijn verwikkeld, maar één personage dat met zichzelf in de clinch raakt. Sam Rockwell speelt Sam Bell, eenzaam en alleen gestationeerd op een basis op de maan, waar hij duurzame energie wint die hij eens in de zoveel tijd naar de aarde stuurt. Af en toe krijgt hij een videoboodschap van zijn vrouw en opgroeiende dochter, maar direct contact is onmogelijk, en de maatschappij waar hij voor werkt doet geen enkele moeite om dat te herstellen. Om gek van te worden, en het lijkt erop dat dát exact is wat gebeurt: eerst ziet Sam schimmen, om vervolgens zichzelf tegen te komen wanneer hij bijkomt na een ongeluk. En Sam 2 lijkt vastberaden om te blijven…

Sam Rockwell levert een formidabele prestatie; hij heeft alleen zichzelf als tegenspeler, zijn twee personages zijn in de computer bijelkaar gevoegd. Dat levert een fraai staaltje op wanneer de twee Sams met elkaar tafeltennissen - zó natuurlijk dat je het gezichtsbedrog voor echt neemt. Het enige andere tegenspel dat Rockwell krijgt is dat van de computer/robot Gerty, met de stem van Kevin Spacey (die er pas in de post-productie aan toegevoegd werd, Rockwell voerde tijdens de opnamen dialogen met verschillende crewleden). Moon is een van de filmverrassingen van het jaar, met de potentie om uit te groeien tot een cultklassieker.

- - - - -

Moon draait vanaf donderdag 15 oktober in de Nederlandse bioscopen.
Tonio van Vugt
Watchmen info
*****
Zak Snyder versus Alan Moore

De Engelsman Alan Moore is een van de meest gevierde stripscenaristen aller tijden, en zijn bekendste boeken zijn bijna allemaal verfilmd: From Hell, V For Vendetta, The League of Extraordinary Gentleman. Het aantal verfilmingen dat Moore’s goedkeuring kan wegdragen is te tellen op de vingers van een hand waarin zojuist een kilo widowmakers is afgegaan. Ik meen me te herinneren dat hij ooit in een interview zei dat ze wat hem betreft net zo goed het telefoonboek mogen verfilmen. Aangaande Zak Snyders Watchmen-verfilming hoeft niemand dus te vragen naar de mening van beroepsknorrepot Moore (die oogt als een gezellige kruising tussen een Hell’s Angel en Catweazle met overgewicht, maar dat terzijde). Het is niet voor niets is dat Moore’s naam op de titelrol ontbreekt.

Nu leent de complexiteit van Moore’s strips (bijna zonder uitzondering honderden pagina’s dik) zich ook eigenlijk niet voor het Hollywood-formaat. Dat geldt ook voor Watchmen. Interessant in dat verband is dat bijvoorbeeld Terry Gilliam, in een ver verleden als regisseur aan het project verbonden, er eigenlijk een miniserie van had willen maken. En wat zijn opvolger, de gelauwerde Paul Greengrass (United 93, The Bourne Ultimatum) met de materie zou hebben gedaan, we hebben er het raden naar; ook hij werd van het project gehaald.

De voorgeschiedenis van Watchmen is dus al even gecompliceerd als de legendarische strip zelf (de filmrechten lagen eerst bij Warner voordat Universal de fakkel overnam - Gilliams ongetwijfeld prachtige preproductie-artwork zal dus voor altijd in de kluizen blijven) en dat is meestal geen goed teken. Eindeloos herschreven scenario’s en rijen van ontslagen regisseurs, het zijn geen ideale omstandigheden voor een film. Herinnert iemand zich Superman Returns uit 2006 nog? Precies.

Maar als we niks van de moeizame voorgeschiedenis van Watchmen zouden weten en onbevooroordeeld zouden kijken, wat zien we dan? Zien we dan een intelligente film die recht doet aan de strip en zijn fans? Of zien we een ‘film als een videogame’, zoals regisseur Zak Snyder zich onheilspellend eens in een vroeg interview liet ontvallen; een film waarin de complexiteit en alle diepere filosofische, psychologische en morele lagen opgeofferd zijn aan platte actie? Snyders vorige film, de stripverfilming 300, deed het ergste in die richting vermoeden, maar supermanzijdank, alle paniek blijkt grotendeels ongegrond.

Voor wie de strip niet heeft gelezen volgt hier een kleine inleiding op de plot:
In de jaren ’60 heeft Amerika, dankzij de inmenging van superhelden, de oorlog in Vietnam gewonnen. In het ‘filmnu’, midden jaren ’80, is Richard Nixon mede dankzij die overwinning voor de derde keer gekozen als president; Watergate heeft nooit plaatsgevonden, op de achtergrond heerst de dreiging van een nucleaire oorlog met Rusland. Rasopportunist Tricky Dick kan het nu makkelijk af zonder zijn in kleurige maillots gehesen bondgenoten, van wie sommigen trekjes hebben die zo duister zijn dat Hannibal Lecter er nog een puntje aan kan zuigen. Aldus worden de superhelden, van wie alleen Dr. Manhattan (Billy Crudup) echt superkrachten bezit, bij de wet verboden. Want ‘Who watches the Watchmen?’, zo luidt de terechte vraag die de het Amerikaanse volk stelt. In een flashback zien we hoe The Comedian (een uitstekende Jeffrey Dean Morgan), niet écht de leukste van het stel, een burger tijdens een demonstratie tegen de buiten de wet opererende superhelden in de rug schiet. Nee, padvinders als Spiderman zijn in Moore’s universum ver te zoeken. Het is diezelfde Comedian die alle verwikkelingen in beweging zet, wanneer hij aan het begin van de film door een onbekende op gewelddadige wijze wordt vermoord, in een scène die eindeloos veel langer duurt dan in de strip.

Het ‘whodunnit’(of liever: ‘whydunnit’)-element is slechts een klein onderdeel van de strip en de film, die in veel opzichten opvallend trouw aan de strip is gebleven. Er is weliswaar meer nadruk gelegd op de actiescènes, maar in de 162 minuten die de film duurt is er genoeg ruimte genomen voor plotontwikkeling. Voor wie de strip niet heeft gelezen, is die ontwikkeling behoorlijk goed te volgen, dankzij de eliminatie van een aantal zijlijnen (één daarvan zal later als extra op de dvd-versie worden uitgebracht).

De film ziet er prachtig uit, maar dat zal eenieder die de publicity stills de afgelopen maanden heeft gezien niet verbazen. Veel scènes zijn letterlijk uit de strip overgenomen, vaak zelfs gefilmd vanuit hetzelfde ‘camerastandpunt’ van tekenaar Dave Gibbons, die in tegenstelling tot Alan Moore wel nauw bij de film betrokken was (en dus -hoe ironisch- wél op de titelrol wordt vermeld). De casting van de acteurs is spot-on: de keuze voor de tamelijk onbekende Jackie Earle Haley als de verknipte Rorschach is niet minder dan briljant, en de van oorsprong Zweedse Malin Akerman spettert van het scherm als de verleidelijke Silk Spectre. De film kreeg in Amerika overigens een ‘Rated R-vignet: er wordt niet kinderachtig gedaan over bloot of gore (de film bevat een aantal wegkijkertjes, en dan bedoel ik niet het bloot).

Zijn er ook minpunten? Jazeker, maar die zullen voor hen die de strip nooit lazen veel minder tellen. Hoewel er over het aangepaste einde vast schande gesproken gaat worden, is het niet zozeer een werkelijke verandering maar meer een accentverschuiving, die voortkomt uit het feit dat enkele zijlijntjes uit de strip hebben moeten sneuvelen. Kwalijker is dat je zonder voorkennis van de strip nooit helemaal betrokken raakt bij de filmpersonages. Zo is de psychopatische kant van Rorschach in de film zwaarder aangezet dan in de strip, waarin we veel meer van zijn achtergrond te weten komen en dus meer sympathie voor hem voelen. Om die reden komt ook de dood van een van de hoofdpersonages in de strip veel harder aan dan in de film. Terry Gilliam had wat dat betreft gelijk met zijn idee voor een miniserie; niet zozeer de plot alswel de personages hadden daar zeker van geprofiteerd.

Tot slot mag nog één element niet onvermeld blijven, en dat is de uitstekende, zorgvuldig gekozen soundtrack. Zodra de filmtitels over het doek rollen en we in hoog tempo een geschiedenislesje Watchmen-universum krijgen, rolt Bob Dylans The Times They Are A’Changin’ uit de speakers. Het is direct duidelijk dat dit geen doorsnee superheldenflm wordt. Beeld en geluid vallen (even goed opletten!) op sublieme wijze samen in een scène tegen het eind van de film: wanneer Nite Owl met zijn vliegschip een schuiver op het poolijs maakt, klinkt exact op dat moment Jimi Hendrix’ slideguitarsolo uit All Along The Watchtower. Het is een geniaal moment dat uiteraard níét in de strip zit, en ik zie in gedachten de editors een vreugdedansje doen in de montagekamer.

En oh ja, Alan Moore mag dan niks met de film te maken willen hebben, de verkoop van de opnieuw in allerlei versies uitgebrachte Watchmen-strip zal hem geen windeieren leggen. Crying all the way to the bank, heet dat dan.

- - - - -
Watchmen draait vanaf vandaag in de Nederlandse bioscopen.