Hayao Miyazaki
Wanneer de grote Hayao Miyazaki zijn afscheidsfilm aankondigt, zijn de
verwachtingen natuurlijk hooggespannen. Met animes als Princess
Mononoke, Spirited Away, My Neighbor Totoro en Howl’s Moving
Castle leverde hij moderne klassiekers af die niet meer weg te denken
zijn uit de animatiecanon en die een publiek bereikten dat vele malen
groter is dan de kring van liefhebbers van fantasy en anime. Het is dan ook
met pijn in het hart dat ik moet bekennen dat The Wind Rises niet
het afscheid is waar ik op gehoopt had.
De film is gebaseerd op de memoires van de Japanse vliegtuigingenieur Jiro Horikoshi. De jonge Jiro wil graag piloot worden, maar moet dit opgeven omdat zijn ogen te slecht zijn, en hij besluit luchtvaarttechniek te gaan studeren. Al snel groeit hij uit tot ’s werelds beste en meest innovatieve vliegtuigontwerper. Jiro trouwt met een ziekelijk meisje dat hij ooit tijdens een grote aardbeving in Tokio hielp om thuis te komen, en op de achtergrond spelen zaken als een tubercolose-epidemie en het aandeel van Japan in de Tweede Wereldoorlog.
Het zijn geen geringe gebeurtenissen, maar Jiro lijkt ze zowat allemaal te ondergaan als een autist op prozac. En daar zit het eerste pijnpunt: de echte Jiro mag dan naar eigen zeggen een sociaal teruggetrokken persoon zijn geweest die vooral goed was in het oplossen van problemen, voor een filmpersonage waar je in wilt meegaan is wel wat meer nodig dan dat. De epische liefde waarvan de vooruitgesnelde berichten spraken is ook al ver te zoeken: wanneer Jiro’s vrouw dreigt te bezwijken aan TBC en er stilletjes vandoor gaat omdat ze wil dat hij haar herinnert zoals ze was, gaat hij haar niet achterna. Miyazaki ruimt net zo veel tijd in voor verhandelingen over vleugelophanging en verzonken klinknagels als voor de liefdesgeschiedenis tussen Jiro en Nahoko.
De 73-jarige Miyazaki heeft lang getwijfeld of en hoe hij dit project moest aanpakken; het onderwerp was naar zijn idee te volwassen, en anime zou niet alleen voor volwassenen moeten zijn. Het is natuurlijk flauw om te verlangen dat hij een nieuwe Spirited Away of Princess Mononoke zou maken, maar het is veelzeggend dat de fraaiste en meest effectieve scènes van de film in het eerste halfuur zitten - scènes die overigens niet in Jiro’s memoires voorkomen - zoals de indrukwekkende aardbeving en de zwierig vormgegeven dromen van de jonge Jiro.
In die dromen wordt hij de weg gewezen door de fictieve Italiaanse vliegtuigbouwer Caproni, die hem vertelt dat hij vliegtuigen moet gaan ontwerpen om mensen te vervoeren, en niet bommen. De ironie wil dat Jiro juist dát deed: gevechtsvliegtuigen ontwerpen die werden ingezet in de oorlog tegen China, en bommenwerpers in de Tweede Wereldoorlog. Het is een ambiguïteit die in de film verder nergens uit de verf komt; als een medewerker van een Duitse vliegtuigfabriek Jiro komt vertellen dat de fabriek nu voor de nazi’s wordt ingezet haalt hij zijn schouders op, bij foto’s van de wrakken van kamikazevliegtuigen idem dito.
Er wordt gezegd dat dit Miyazaki’s meest persoonlijke project is (hij is een groot liefhebber van vliegtuigen) en dat hij veel van zichzelf herkende in Jiro Horikoshi, maar de vraag is: wát dan precies? Want het wil er bij mij niet in dat de maker van zulke ontroerende, grappige spannende en meeslepende anime het liefst herinnerd wil worden door een weliswaar prachtig geanimeerde, maar ultimo emotieloze voetnoot in zijn oeuvre. Oscar- en Golden Globe-nominaties ten spijt.
The Wind Rises draait sinds gisteren in de Nederlandse bioscopen
De film is gebaseerd op de memoires van de Japanse vliegtuigingenieur Jiro Horikoshi. De jonge Jiro wil graag piloot worden, maar moet dit opgeven omdat zijn ogen te slecht zijn, en hij besluit luchtvaarttechniek te gaan studeren. Al snel groeit hij uit tot ’s werelds beste en meest innovatieve vliegtuigontwerper. Jiro trouwt met een ziekelijk meisje dat hij ooit tijdens een grote aardbeving in Tokio hielp om thuis te komen, en op de achtergrond spelen zaken als een tubercolose-epidemie en het aandeel van Japan in de Tweede Wereldoorlog.
Het zijn geen geringe gebeurtenissen, maar Jiro lijkt ze zowat allemaal te ondergaan als een autist op prozac. En daar zit het eerste pijnpunt: de echte Jiro mag dan naar eigen zeggen een sociaal teruggetrokken persoon zijn geweest die vooral goed was in het oplossen van problemen, voor een filmpersonage waar je in wilt meegaan is wel wat meer nodig dan dat. De epische liefde waarvan de vooruitgesnelde berichten spraken is ook al ver te zoeken: wanneer Jiro’s vrouw dreigt te bezwijken aan TBC en er stilletjes vandoor gaat omdat ze wil dat hij haar herinnert zoals ze was, gaat hij haar niet achterna. Miyazaki ruimt net zo veel tijd in voor verhandelingen over vleugelophanging en verzonken klinknagels als voor de liefdesgeschiedenis tussen Jiro en Nahoko.
De 73-jarige Miyazaki heeft lang getwijfeld of en hoe hij dit project moest aanpakken; het onderwerp was naar zijn idee te volwassen, en anime zou niet alleen voor volwassenen moeten zijn. Het is natuurlijk flauw om te verlangen dat hij een nieuwe Spirited Away of Princess Mononoke zou maken, maar het is veelzeggend dat de fraaiste en meest effectieve scènes van de film in het eerste halfuur zitten - scènes die overigens niet in Jiro’s memoires voorkomen - zoals de indrukwekkende aardbeving en de zwierig vormgegeven dromen van de jonge Jiro.
In die dromen wordt hij de weg gewezen door de fictieve Italiaanse vliegtuigbouwer Caproni, die hem vertelt dat hij vliegtuigen moet gaan ontwerpen om mensen te vervoeren, en niet bommen. De ironie wil dat Jiro juist dát deed: gevechtsvliegtuigen ontwerpen die werden ingezet in de oorlog tegen China, en bommenwerpers in de Tweede Wereldoorlog. Het is een ambiguïteit die in de film verder nergens uit de verf komt; als een medewerker van een Duitse vliegtuigfabriek Jiro komt vertellen dat de fabriek nu voor de nazi’s wordt ingezet haalt hij zijn schouders op, bij foto’s van de wrakken van kamikazevliegtuigen idem dito.
Er wordt gezegd dat dit Miyazaki’s meest persoonlijke project is (hij is een groot liefhebber van vliegtuigen) en dat hij veel van zichzelf herkende in Jiro Horikoshi, maar de vraag is: wát dan precies? Want het wil er bij mij niet in dat de maker van zulke ontroerende, grappige spannende en meeslepende anime het liefst herinnerd wil worden door een weliswaar prachtig geanimeerde, maar ultimo emotieloze voetnoot in zijn oeuvre. Oscar- en Golden Globe-nominaties ten spijt.
The Wind Rises draait sinds gisteren in de Nederlandse bioscopen