De verfilming van Komt een vrouw bij de dokter wordt ongetwijfeld een kaskraker. Toch ben ik er niet erg over te spreken. De debuutfilm van Reinout Oerlemans mag dan gaan over een man die vreemdgaat terwijl zijn vrouw sterft aan kanker, veel diepgang heeft de film niet.
Laat ik vooropstellen dat ik de gelijknamige bestseller van Kluun waar de film op gebaseerd is niet heb gelezen. Tijdens het kijken van de film werd ik dus niet gestoord door beelden die ik tijdens het lezen van de roman zelf had voorgesteld. Vanuit technisch oogpunt valt er weinig aan te merken op de eersteling van succesvol tv-producent Oerlemans (die voor de gelegenheid zijn baard liet staan tijdens de productie, zoals echte filmregisseurs dat doen). Het camerawerk van Lennert Hillege is stijlvol. De cast bestaat niet uit de minste acteurs: Carice van Houten, Anna Drijver, Barry Atsma en Jeroen Willems slaan zich kranig door het scenario dat het verloop van de relatie tussen Carmen (Van Houten) en Stijn (Atsma) en de ziekte van Carmen behandelt.
Stijn is een notoire vreemdganger en als Carmen kanker krijgt en ernstig ziek wordt zoekt hij troost, seks of afleiding (dat is mij niet helemaal duidelijk geworden) bij Roos (Drijver).
Onopgeloste kwesties
Ondanks de veelvuldig voorkomende voice-over die ons de gedachten van Stijn
laat horen, wordt er eigenlijk maar verdomd weinig duidelijk van zijn
motivatie. Eigenlijk zijn de beweegredenen van Stijn ook helemaal niet zo
interessant. Die zoekt afleiding van zijn zieke vrouw en vreemdgaan is zijn
hobby, dus wat valt er eigenlijk te raden? Interessanter is de vraag waarom
Carmen besluit bij hem te blijven als ze achter zijn eerste slippertje
komt. Op dat moment is ze nog niet ziek en is het stel net gaan samenwonen.
Ook vraag ik me af waarom Roos het aanpapt met Stijn terwijl ze weet dat
hij een doodzieke vrouw thuis heeft. Niet dat ik hier de rechtschapen
christen wil uithangen, geenszins, maar een beetje onderbouwing van het
handelen van de personages was wenselijk geweest. Nu zien we vooral het
vreemdgaan en heel veel functioneel naakt in beeld. Lijven zonder inhoud.
Oerlemans contrasteert de scènes vol lust met het ziektebeeld van Carmen en toont hoe de kanker haar meedogenloos sloopt. Deze scènes zijn aangrijpend, puur door het feit dat we zien wat deze ziekte een mens aan doet, het is alleen jammer dat we niet de kans hebben gekregen Carmen beter te leren kennen vóórdat we haar zien doodgaan. Als pamflet voor KWF Kankerbestrijding is Komt een vrouw bij de dokter zeker geslaagd. Als relatiedrama scoort de film matig. Gezien het succes van het boek en het aantal bezoekers dat de film in korte tijd zag, verwacht ik desondanks dat dit een van de best bezochte Nederlandse films van het jaar zal worden.