Door televisie wordt de aandachtsspanne van mensen steeds korter,
constateerde de Amerikaanse dichter Allen Ginsberg (1926-1997) begin jaren
'90, wat voor hem de aanleiding was om zijn alom erkende meesterwerk
Howl in stripvorm uit te brengen. De strip, getekend door de New
Yorkse illustrator Eric Drooker, komt terug als animatie in de speelfilm
Howl, over de bewogen geschiedenis van het gedicht.
Achteraf gezien is Howl van grote invloed geweest op de jongeren die Ginsberg in dit gedicht uit 1955 omschrijft, jongeren van een naoorlogse generatie vol potentie die hij ten onder ziet gaan aan waanzin en die zich laven aan drank, drugs en seks, maar nergens van kunnen genieten. In het gedicht wijst Ginsberg naar de oorzaak van al die gekte: Moloch, symbool voor het allesoverheersende militair-industriële complex waar president Eisenhower zes jaar later tevergeefs voor zou waarschuwen in zijn afscheidstoespraak.
Ginsberg was tegelijk profeet en entertainer. Howl is een lang gedicht, maar zoals hij het door de jaren heen voordroeg, geïnspireerd door de solo's van jazzmusici, wist hij iedereen moeiteloos 20 tot 30 minuten in zijn greep te houden. Daarbij hielp het dat hij gevoel voor humor had, dat hij de taal van de straat sprak en dat hij woorden als 'fuck', 'cunt' en 'cock' niet schuwde.
Om de vermeend obscene taal in Howl kreeg Ginsbergs uitgever Lawrence Ferlinghetti in 1957 een proces aan zijn broek, het proces dat centraal staat in de film. We zien aanklagers en verdedigers hartstochtelijk pleidooi voeren, afgewisseld met beelden van Ginsberg, die in zijn appartement geïnterviewd wordt. Ginsberg wordt geacteerd door James Franco, die weer een compleet ander gezicht laat zien dan in 127 Hours. De rechtszaak en het interview lopen parallel met passages uit Howl die verspreid zijn over de film en samen het volledige gedicht vormen.
In hun prachtig geconstrueerde monument voor Howl leggen filmmakers Rob Epstein en Jeffrey Friedman niet zozeer de nadruk op het revolutionaire karakter van het gedicht. Net als in hun documentaires Celluloid Closet en Times of Harvey Milk maken ze zich vooral druk over het wegwissen van homoseksualiteit uit de geschiedenis en het vertekende beeld dat dit geeft voor toekomstige generaties. Daarmee brengen ze een ode aan Ginsberg, die zelf homoseksueel was; hij uit het openlijk in Howl en tegelijk beschrijft hij welke ellende er voort kan komen uit het onderdrukken van iemands seksuele voorkeur.
Mede door het taboedoorbrekende karakter is Howl zo belangrijk en daarom zou iedereen op de hoogte moeten zijn van de geschiedenis achter het gedicht. Epstein en Friedman leggen het allemaal glashelder uit, met als nadeel dat hun film soms iets te voorgekauwd overkomt. Dit geldt ook voor de animaties van Drooker, die te weinig in contrapunt gaan met het gedicht. De film wordt gered door Franco, die zich bewijst als een van de betere acteurs van zijn generatie.
Achteraf gezien is Howl van grote invloed geweest op de jongeren die Ginsberg in dit gedicht uit 1955 omschrijft, jongeren van een naoorlogse generatie vol potentie die hij ten onder ziet gaan aan waanzin en die zich laven aan drank, drugs en seks, maar nergens van kunnen genieten. In het gedicht wijst Ginsberg naar de oorzaak van al die gekte: Moloch, symbool voor het allesoverheersende militair-industriële complex waar president Eisenhower zes jaar later tevergeefs voor zou waarschuwen in zijn afscheidstoespraak.
Ginsberg was tegelijk profeet en entertainer. Howl is een lang gedicht, maar zoals hij het door de jaren heen voordroeg, geïnspireerd door de solo's van jazzmusici, wist hij iedereen moeiteloos 20 tot 30 minuten in zijn greep te houden. Daarbij hielp het dat hij gevoel voor humor had, dat hij de taal van de straat sprak en dat hij woorden als 'fuck', 'cunt' en 'cock' niet schuwde.
Om de vermeend obscene taal in Howl kreeg Ginsbergs uitgever Lawrence Ferlinghetti in 1957 een proces aan zijn broek, het proces dat centraal staat in de film. We zien aanklagers en verdedigers hartstochtelijk pleidooi voeren, afgewisseld met beelden van Ginsberg, die in zijn appartement geïnterviewd wordt. Ginsberg wordt geacteerd door James Franco, die weer een compleet ander gezicht laat zien dan in 127 Hours. De rechtszaak en het interview lopen parallel met passages uit Howl die verspreid zijn over de film en samen het volledige gedicht vormen.
In hun prachtig geconstrueerde monument voor Howl leggen filmmakers Rob Epstein en Jeffrey Friedman niet zozeer de nadruk op het revolutionaire karakter van het gedicht. Net als in hun documentaires Celluloid Closet en Times of Harvey Milk maken ze zich vooral druk over het wegwissen van homoseksualiteit uit de geschiedenis en het vertekende beeld dat dit geeft voor toekomstige generaties. Daarmee brengen ze een ode aan Ginsberg, die zelf homoseksueel was; hij uit het openlijk in Howl en tegelijk beschrijft hij welke ellende er voort kan komen uit het onderdrukken van iemands seksuele voorkeur.
Mede door het taboedoorbrekende karakter is Howl zo belangrijk en daarom zou iedereen op de hoogte moeten zijn van de geschiedenis achter het gedicht. Epstein en Friedman leggen het allemaal glashelder uit, met als nadeel dat hun film soms iets te voorgekauwd overkomt. Dit geldt ook voor de animaties van Drooker, die te weinig in contrapunt gaan met het gedicht. De film wordt gered door Franco, die zich bewijst als een van de betere acteurs van zijn generatie.