Leos Carax
De Franse regisseur Leos Carax maakt heftige films over onstuimige mensen die intens in het leven staan. De rauwe hartstocht van zijn personages toont hij het liefst in imposante decors, en die combinatie van emotie en esthetiek leverde hem de naam op van redelijk geniale filmmaker. Opmerkelijk, want die reputatie berust op slechts vier lange films en een paar korte, die bovendien geen van alle een groot succes waren. De meeste aandacht kreeg Les amants du pont neuf uit 1991, met in de hoofdrollen zijn toenmalige partner Juliette Binoche en vaste Carax-acteur Denis Lavant. Daarna maakte hij in 1999 de incest-flop Pola X, en vervolgens was het maar liefst dertien jaar wachten op Holy Motors, zijn vijfde, die afgelopen voorjaar in Cannes zijn première had. De film riep daar gemengde reacties op: sommigen vonden het een meesterwerk, anderen vonden het een pot bagger met een strik erom. Ook de kritiek is verdeeld: in sommige besprekingen buitelen de superlatieven over elkaar heen (De Filmkrant heeft het over een ‘orgastische ervaring’), anderen vegen er de vloer mee aan. En onder bioscoopbezoekers zal het niet veel anders zijn: bewondering of ergernis.
Het verhaal dat Carax in Holy Motors vertelt laat zich niet zo makkelijk duiden, en als kijker krijg je pas gaandeweg in de gaten waar het om draait. Hoofdpersoon is ene monsieur Oscar, die van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht in een limousine met chauffeuse door Parijs rijdt. Hij blijkt een acteur te zijn. Zijn chauffeuse brengt hem naar locaties waar hij (onvoorbereid) een toneelstukje moet opvoeren - elf in totaal - en onderweg verkleedt en schminkt hij zichzelf en bereidt hij zich op zijn rollen voor. De toneelstukjes zijn nogal bizar. Weird hoogtepunt is de scène waarin monsieur Oscar in de rol van hypermobiele creepy eenoog een model van een fotoshoot op een begraafplaats ontvoert.
De elf verhalen vertellen ongetwijfeld iets over het leven - la vie, zo u wilt - en over de rollen die we tijdens ons leven moeten spelen, en over de onontkoombaarheid van dat alles, en dat soort zaken. Maar Carax weigert om meer te doen dan het aanreiken van losse ideeën, en hij laat het aan het publiek over om er zijn eigen chocola van te maken. Dat zal zeker lukken als je bereid bent de film over je heen te laten komen als een diepzinnig en mysterieus delirium, maar doordat de elf toneelstukjes eigenlijk als los zand aan elkaar hangen - je zou er zelfs een verzameling korte films in kunnen zien - is het gevaar groot dat die betovering nooit plaatsvindt, en dat je je enkel nog zit te ergeren aan de pretentieuze quasi-diepte en de visuele krachtpatserij (want op zulke momenten kunnen al die perfect uitgelichte decors je ook niet meer boeien).
De slotscène, ten slotte, is een curieuze epiloog waarmee Carax de hele film op een wat flauwe manier weer in een ander licht plaatst - maar wie daarvóór al was afgehaakt zal dat op dat moment worst wezen. En wie het allemaal prachtig vond ook.
Holy Motors draait vanaf 9 augustus in de Nederlandse filmtheaters.