Terra Shin
17-04-2008 22:00 Tuschinski Arthouse 4
Die malle Zuid-Koreanen toch! Waar anders dan in dat vrijgevochten landje
kan een volbloed horrorfilm als Black House zo’n enorme
bioscoophit worden? Wat begint als een thriller over een
verzekeringsoplichtingszaak, eindigt in een waanzinnige geweldsorgie die
herinneringen oproept aan seriemoordenaarsfilms als Silence of the
Lambs en The Texas Chainsaw Massacre, terwijl het vervallen huis
uit de titel de concurrentie met Bates Motel met gemak aan kan. De kijker
krijgt meerdere films voor de prijs van één, en of u daar wat
mee kunt hangt waarschijnlijk sterk af van uw stemming van het moment en uw
voorliefde voor Aziatische gekte. Een aantal bezoekers had vooral moeite
met vergezochte plotwendingen en een hoofdrolspeler die heen en weer
geslingerd wordt tussen blinde paniek en heldendom. Ondergetekende
daarentegen offerde deze twee uurtjes van zijn leven er graag voor op. En
niet stiekem wachten op de Amerikaanse remake!
Chris Stapp
16-04-2008 22:20 Tuschinski Arthouse 6
Die gekke Kiwi’s! Dól dat ze zijn op bloederige toestanden als
afgerukte ledematen en al dan niet vers verminkte lichamen, zolang er maar
om gelachen kan worden en er een love story aan vastzit. Het is dan ook
prettig biertjes drinken bij deze bewust smakeloze splatterkomedie met een
gouden hartje, die zich concentreert rond de rivaliteit tussen twee
stuntmannen.
Eersteklas eikel Dick ‘you assholes!’ Johansonson gaat niet met lede ogen toezien hoe zijn oersympathieke voetveeg Randy ‘The Kid’ Cambell hem in populariteit overstijgt, maar doet er alles aan om hem uit de weg te ruimen. Die pogingen resulteren vooral in veel inventief uitgevoerde collateral damage. Een van Dicks eerdere slachtoffers, Tracey (bijgenaamd Tragedy, en dat is niet omdat ze geboren is voor het geluk) valt als een blok voor Randy, en dat is de zoveelste doorn in Dicks oog. Mayhem ensues! Grijsgebieden tussen goed en kwaad kent de film niet, elke nuance wordt in dieprood bloed gesmoord, en dat is precies zoals we dat in films als deze het liefst hebben, hetgeen ook geldt voor de in dit genre welhaast onvermijdelijke happy ending. Voor liefhebbers van het vroegere splatstick-oeuvre van die andere, wereldberoemde Kiwi Peter Jackson is dit een film om niet te missen. Hou een oogje open in uw lokale cultvideotheek en laat u niet misleiden door de lage waardering op de Imdb, ongetwijfeld door mensen met een 'goede smaak'.
Eersteklas eikel Dick ‘you assholes!’ Johansonson gaat niet met lede ogen toezien hoe zijn oersympathieke voetveeg Randy ‘The Kid’ Cambell hem in populariteit overstijgt, maar doet er alles aan om hem uit de weg te ruimen. Die pogingen resulteren vooral in veel inventief uitgevoerde collateral damage. Een van Dicks eerdere slachtoffers, Tracey (bijgenaamd Tragedy, en dat is niet omdat ze geboren is voor het geluk) valt als een blok voor Randy, en dat is de zoveelste doorn in Dicks oog. Mayhem ensues! Grijsgebieden tussen goed en kwaad kent de film niet, elke nuance wordt in dieprood bloed gesmoord, en dat is precies zoals we dat in films als deze het liefst hebben, hetgeen ook geldt voor de in dit genre welhaast onvermijdelijke happy ending. Voor liefhebbers van het vroegere splatstick-oeuvre van die andere, wereldberoemde Kiwi Peter Jackson is dit een film om niet te missen. Hou een oogje open in uw lokale cultvideotheek en laat u niet misleiden door de lage waardering op de Imdb, ongetwijfeld door mensen met een 'goede smaak'.
Voor wie even iets anders wil dan in het donker zitten: overmorgen vindt de
tweede Zombiewalk van Nederland plaats in Overvecht. Trek uw oudste kleren
aan, schmink uzelf grijs en/of groen, wees scheutig met de tomatenketchup
en loop alsof u zojuist twee flessen Johnny Walker achterover heeft
geslagen. Lamelosser Jeroen Funcke (die echt een hele overtuigende zombie
kan spelen, ook als hij nuchter is), stuurde ons de volgende
oproep:
Hee, doe ook allemaal mee aan de zombiewalk in Overvecht.
19 april vanaf 14:00
YEAH!!!
Wees ook eindelijk zombie in de tweede (voor zover ik weet) zombiewalk van Nederland. April 2007 was er al de Amsterdam Zombiewalk. En wereldwijd al veel langer, zoek op YouTube maar naar Zombiewalk. Zomaar een greep:
http://www.youtube.com/watch?v=btwo9Yx0wL4
http://www.youtube.com/watch?v=rFRaQDPThFY
http://www.youtube.com/watch?v=6UhJm_Xkjgs
Overvecht Zombiewalk
Zaterdag 19 april 2008, 14:00
Buurthuis Transit, Moldaudreef 15, Utrecht.
Bereikbaar met stadsbus 1 (halte Atlasdreef) of stadsbus 8 (halte Medusadreef).
Tot zover het zombiebulletin.
Op de vraag of er een goed Nederlands woord is voor zombie, jazekerwel: schijnlijk.
Zo dan, weet u dat ook weer.
Hee, doe ook allemaal mee aan de zombiewalk in Overvecht.
19 april vanaf 14:00
YEAH!!!
Wees ook eindelijk zombie in de tweede (voor zover ik weet) zombiewalk van Nederland. April 2007 was er al de Amsterdam Zombiewalk. En wereldwijd al veel langer, zoek op YouTube maar naar Zombiewalk. Zomaar een greep:
http://www.youtube.com/watch?v=btwo9Yx0wL4
http://www.youtube.com/watch?v=rFRaQDPThFY
http://www.youtube.com/watch?v=6UhJm_Xkjgs
Overvecht Zombiewalk
Zaterdag 19 april 2008, 14:00
Buurthuis Transit, Moldaudreef 15, Utrecht.
Bereikbaar met stadsbus 1 (halte Atlasdreef) of stadsbus 8 (halte Medusadreef).
Tot zover het zombiebulletin.
Op de vraag of er een goed Nederlands woord is voor zombie, jazekerwel: schijnlijk.
Zo dan, weet u dat ook weer.
Akihiko Shiota
15-04-2008 21:50 Tuschinski Arthouse 6
De legendarische manga-auteur Osama Tezuka, een paar nummers geleden in
Zone 5300 nog uitgebreid besproken inzake de Nederlandse uitgave van zijn
epos Boeddha, is vooral bekend door Astro Boy. Minder bekend,
althans hier, is zijn strip Dororo, dat de inspiratie leverde voor
deze film.
Hyakkimaru is een jongeman die grotendeels uit prothesen bestaat; in een pact met maar liefst 48 demonen heeft zijn op wereldmacht beluste vader hem bij zijn geboorte in 48 deeltjes ‘verhandeld’, waarna Hyakkimaru te vondeling is gelegd. Om zichzelf te ‘hervinden’ moet hij de demonen één voor één verslaan; bij elke overwinning krijgt hij een origineel lichaamsdeel terug. Dat levert smakelijke en humoristische schermutselingen op met uiteenlopende gedrochten. Hulp (en komisch tegenspel) krijgt hij van o.a. een dievegge met een grote mond en een gigantisch babyfantoom, dat is gevormd uit de zieltjes van overleden kinderen. Dan komt hij oog in oog te staan met de wrede heerser Daigo: zijn vader, die hem al dit leed berokkende.
Tweeënhalf uur is een lange zit, maar het pleit voor de film dat dat niet zo voelt, zelfs niet als het de laatste film van de dag is. Toegegeven, de CGI zijn hier en daar wat onevenwichtig en komen niet bij elk monster even goed uit de verf, maar dat wordt ruim gecompenseerd door een strak tempo en soms Tom & Jerry-achtige monstergevechten (die hun oorsprong zeer waarschijnlijk in de originele strip vinden). Voeg daaraan toe een passend stukje familiedrama en de nodige existentiële en morele vraagstukken à la Tezuka, en ziedaar een verrassende mangaverfilming.
Hyakkimaru is een jongeman die grotendeels uit prothesen bestaat; in een pact met maar liefst 48 demonen heeft zijn op wereldmacht beluste vader hem bij zijn geboorte in 48 deeltjes ‘verhandeld’, waarna Hyakkimaru te vondeling is gelegd. Om zichzelf te ‘hervinden’ moet hij de demonen één voor één verslaan; bij elke overwinning krijgt hij een origineel lichaamsdeel terug. Dat levert smakelijke en humoristische schermutselingen op met uiteenlopende gedrochten. Hulp (en komisch tegenspel) krijgt hij van o.a. een dievegge met een grote mond en een gigantisch babyfantoom, dat is gevormd uit de zieltjes van overleden kinderen. Dan komt hij oog in oog te staan met de wrede heerser Daigo: zijn vader, die hem al dit leed berokkende.
Tweeënhalf uur is een lange zit, maar het pleit voor de film dat dat niet zo voelt, zelfs niet als het de laatste film van de dag is. Toegegeven, de CGI zijn hier en daar wat onevenwichtig en komen niet bij elk monster even goed uit de verf, maar dat wordt ruim gecompenseerd door een strak tempo en soms Tom & Jerry-achtige monstergevechten (die hun oorsprong zeer waarschijnlijk in de originele strip vinden). Voeg daaraan toe een passend stukje familiedrama en de nodige existentiële en morele vraagstukken à la Tezuka, en ziedaar een verrassende mangaverfilming.
Stuart Gordon
12-04-2008 16:10 Tuschinski Arthouse 6
Na naam gemaakt te hebben onder liefhebbers met een fijne reeks films in
het horrorgenre (o.a. H.P. Lovecraft-adapties als Re-Animator en
Dagon), stortte Stuart Gordon zich de laatste jaren vooral op de
gruwelen die mensen elkaar aan doen - daar is geen bovennatuurlijke hulp
voor nodig. Dat resulteerde in even pikzwarte als sterke films als King
of the Ants en het op een toneelstuk van David Mamet gebaseerde
Edmond.
Voor Stuck liet Gordon zich inspireren door een krantenbericht: vrouw schept dakloze met haar auto en rijdt - met zwaargewonde dakloze klem in de voorruit - haar garage binnen om over te gaan op de orde van de dag. Teveel verraden over de plot van Stuck, dat enige overeenkomsten vertoont met het Oostenrijkse Immer Nie Am Meer, doen we hier niet. Wel willen we verklappen dat het inventieve scenario, het uitstekende spel van de hoofdrolspelers (Stephen Rea en Mena Suvari als slachtoffer en dader, die laatste is ook co-producente) en de claustrofobische setting van deze film een must see maken, een hoogtepunt in de ‘trilogie’ die met King of the Ants werd ingezet.
Voor Stuck liet Gordon zich inspireren door een krantenbericht: vrouw schept dakloze met haar auto en rijdt - met zwaargewonde dakloze klem in de voorruit - haar garage binnen om over te gaan op de orde van de dag. Teveel verraden over de plot van Stuck, dat enige overeenkomsten vertoont met het Oostenrijkse Immer Nie Am Meer, doen we hier niet. Wel willen we verklappen dat het inventieve scenario, het uitstekende spel van de hoofdrolspelers (Stephen Rea en Mena Suvari als slachtoffer en dader, die laatste is ook co-producente) en de claustrofobische setting van deze film een must see maken, een hoogtepunt in de ‘trilogie’ die met King of the Ants werd ingezet.
Jonathan Levine
15-04-2008 20:00 Tuschinski Arthouse 4
Een intrigerende titel, en dito premisse: iedereen wil met Mandy (blonde
bombshell Amber Heard) de koffer in, of op zijn minst haar handje
vasthouden - soms met de dood tot gevolg. Dat het in Mandy’s
gezelschap ongezond vertoeven is blijkt eens temeer wanneer tijdens een
uitstapje haar vrienden (jongen én meisje) één voor
één slachtoffer worden van een seriemoordenaar.
Mandy Lane is een overduidelijke post-modernistische ode aan het slashergenre, zij het minder openlijk relativerend als pak ‘m beet Scream. Er wordt met de conventies van het genre gebroken als na één moord de identiteit van de moordenaar al aan het publiek wordt getoond. Pas in de laatste vijf minuten blijken de zaken toch anders in elkaar te zitten dan gedacht. In die slotscènes komt de film dan alsnog op zijn pootjes terecht. Tot die tijd erger je je als kijker aan de hersenloze, egocentrische tieners die alleen maar op seks uit zijn, en erom smeken om op gruwelijke wijze afgeslacht te worden. Nooit wordt echt helemaal duidelijk of de makers bewust zulke irritante acteurs met stompzinnige dialogen hebben gekozen; vermoedelijk wel, maar je vraagt je toch af of de mokerslag aan het eind niet beter had gewerkt als je werkelijk om de karakters kon geven. Nu blijft deze slasher een interessante en goed gemaakte variatie op een thema, maar niet meer dan dat.
Mandy Lane is een overduidelijke post-modernistische ode aan het slashergenre, zij het minder openlijk relativerend als pak ‘m beet Scream. Er wordt met de conventies van het genre gebroken als na één moord de identiteit van de moordenaar al aan het publiek wordt getoond. Pas in de laatste vijf minuten blijken de zaken toch anders in elkaar te zitten dan gedacht. In die slotscènes komt de film dan alsnog op zijn pootjes terecht. Tot die tijd erger je je als kijker aan de hersenloze, egocentrische tieners die alleen maar op seks uit zijn, en erom smeken om op gruwelijke wijze afgeslacht te worden. Nooit wordt echt helemaal duidelijk of de makers bewust zulke irritante acteurs met stompzinnige dialogen hebben gekozen; vermoedelijk wel, maar je vraagt je toch af of de mokerslag aan het eind niet beter had gewerkt als je werkelijk om de karakters kon geven. Nu blijft deze slasher een interessante en goed gemaakte variatie op een thema, maar niet meer dan dat.
Andrew Currie
12-04-2008 22:00 Tuschinski Arthouse 6
In een pastelkleurige jarenvijftigversie van George Romero’s
universum heeft men het zombieprobleem aardig onder controle: de mensheid
is als overwinnaar uit de strijd tegen de levende doden gekomen. Het
semi-militairistische ZomCom-imperium biedt zombies aan als postbode,
fabrieksarbeider, melkman of hulpje in de huishouding; een halsband houdt
de levensgevaarlijke mensenetende lijken gedomesticeerd. Ook Timmy’s
perfectionistische moeder heeft, zeer tegen de zin van vader, een zombie in
huis gehaald - want zonder eigen zombie tel je niet mee in het iddyllische
suburbia. Deze zombie-met-hoge-knuffelfactor (Schotse komiek Billy
Connolly, straks ook te zien in de X Files-sequel) steelt al gauw de
harten van Timmy en zijn snel ontdooiende ma. Maar zombies blijven zombies,
en wanneer de tot Fido gedoopte ondode goedzak zich per ongeluk aan de
buurvrouw vergrijpt - eigen schuld dikke bult, moet je maar geen zombies
molesteren met je looprekje (wat blijkt: zombies hebben ook gevoel, mensen)
- zijn de poppen aan het dansen voor je ‘zombie outbreak’ kunt
zeggen.
Fido zou je de eerste echte zombiefamiliefilm kunnen noemen. Met een salonfähige cast (Carrie-Anne Moss, Tim Blake Nelson, Dylan Baker), puike satire, intelligente maatschappijkritiek, functionele gore, een kleurrijke technicolor-fotografie (denk Todd Haynes’ Far From Heaven) en zelfs romantiek (‘I wish I would have known you before... before you died’) is dit een film waar je met een gerust hart je date mee naar toe kunt nemen; een veel fijnzinnigere versie van Shaun of the Dead als het ware, die op de gulle lach mikt en daarin uitstekend slaagt. Ontzettend jammer alleen van die pixelige dvd-projectie; dit is nou precies een film die ik graag in de oorspronkelijke 35 mm-versie had willen zien. U weet wel, vanwege die speciale bioscoopervaring die zich onderscheidt van thuisprojectie-met-beamer.
Fido zou je de eerste echte zombiefamiliefilm kunnen noemen. Met een salonfähige cast (Carrie-Anne Moss, Tim Blake Nelson, Dylan Baker), puike satire, intelligente maatschappijkritiek, functionele gore, een kleurrijke technicolor-fotografie (denk Todd Haynes’ Far From Heaven) en zelfs romantiek (‘I wish I would have known you before... before you died’) is dit een film waar je met een gerust hart je date mee naar toe kunt nemen; een veel fijnzinnigere versie van Shaun of the Dead als het ware, die op de gulle lach mikt en daarin uitstekend slaagt. Ontzettend jammer alleen van die pixelige dvd-projectie; dit is nou precies een film die ik graag in de oorspronkelijke 35 mm-versie had willen zien. U weet wel, vanwege die speciale bioscoopervaring die zich onderscheidt van thuisprojectie-met-beamer.
Ole Bornedal
12-04-2008 20:10 Tuschinski Arthouse 5
Regisseur Bornedal kennen we nog van zijn bloedstollende thriller
Nattevagten. Bloedstollend is The Substitute niet, want dat
is dan ook in de eerste plaats een kinderfilm - maar wel een
Déénse kinderfilm, wat betekent dat hij alles behalve
kinderachtig is en er voor volwassenen genoeg valt te beleven (het publiek
in Tuschinski vermaakte zich in elk geval te pletter). Voor wie de Deense
cinema een beetje volgt is de cast een feest van herkenning. Naast Paprika
Steen in de even duivelse als hilarische (en jawel, sexy!) rol van de
vervangjuf uit de titel (stel je voor: Paprika Steen, Nikolaj Kaas en Kevin
Bacon in een door Albert Broccoli geproduceerde culinaire film, muziek van
Herman Brood) zien we ook Ulrich Thomsen, de neonazi uit Adam’s
Apples.
De titel van de film zou ook ‘My Teacher is an Alien’ hebben kunnen heten: juf Steen komt van een oorlogszuchtige planeet om de liefde op aarde te bestuderen, en alsof dat allemaal niet genoeg is, een complete klas met kinderen te ontvoeren om als studieobjecten te gebruiken. Maar de kinderen, aangevoerd door de uitstekend acterende Jonas Wandschneider, zijn ook niet van gisteren. De afloop staat vast, maar de weg ernaartoe is vol verrassende bochten en met overduidelijk plezier aangelegd. Aanrader!
De titel van de film zou ook ‘My Teacher is an Alien’ hebben kunnen heten: juf Steen komt van een oorlogszuchtige planeet om de liefde op aarde te bestuderen, en alsof dat allemaal niet genoeg is, een complete klas met kinderen te ontvoeren om als studieobjecten te gebruiken. Maar de kinderen, aangevoerd door de uitstekend acterende Jonas Wandschneider, zijn ook niet van gisteren. De afloop staat vast, maar de weg ernaartoe is vol verrassende bochten en met overduidelijk plezier aangelegd. Aanrader!
Sean Meredith
11-04-2008 18:00 Tuschinski Arthouse 5
Toeval of niet, binnen korte tijd verschenen er twee zeer eigenzinnige
bewerkingen van Dante’s Inferno. De eerste is een
stripbewerking van mijn collega Marcel Ruijters, kortweg Inferno
getiteld, waarin de afdaling van de dichter Vergilius en Dante Alighieri
door de negen cirkels van de hel vanuit vrouwelijk perspectief wordt
verteld. Dante heet hier Danta en is een kloosterzuster, de tekenstijl is
die net als in Ruijters’ vorige boek Sine Qua Non: Jeroen
Bosch met een moderne twist en flinke knipoog.
De tweede bewerking draait momenteel op het AFFF: een verfilming met uitgeknipte poppetjes in papieren decors. Met Ruijters heeft de film de humor en het stripachtige karakter gemeen, maar daar houdt de vergelijking wel zo’n beetje op. Dante is een verveelde literatuurstudent die na een dronken nacht in een steegje in een hedendaagse achterbuurt ontwaakt; inderdaad het voorportaal van de hel. Vergilius, die hij nog vaag kent uit literatuurcollege’s, nodigt hem uit voor een moderne helletocht. En een moderne hel is het: het Limbo is een rechtbank waar mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan het downloaden van Metallica, worden opgeslorpt door een gigantische stofzuiger, en waar de aanklager eenzelfde lot wacht (had ze de kleine lettertjes maar moeten lezen). De reis leidt langs ontelbare personages uit de moderne wereldgeschiedenis, die elk om de een of ander reden, gemeten naar de maatstaven uit Dante Alighieri’s tijd, de 14e eeuw, hun plaatsje in de hel hebben verdiend: overspelplegers (JFK), zelfmoordenaars (Marilyn Monroe) en massamoordenaars (Pol Pot). Het is ook een plek waar homoseksuelen veroordeeld zijn om tot in de eeuwigheid op slechte discomuziek te dansen. Adolf Hitler krijgt ook zijn straf, zij het op een ‘technicality’: hij draagt zijn hoofd achterstevoren zodat hij verdoemd is om eeuwig achterom te kijken, omdat hij tijdens zijn leven gebruik maakte van waarzeggers om in de toekomst te kijken - een big nono waarbij zijn andere misdaden blijkbaar verbleken. Het is een vorm van satire die uitstekend werkt, ook als je niet bekend bent met de originele Dante’s Inferno.
Dat laatste is sowieso geen voorwaarde om van deze intelligente en originele film te genieten. De grafische uitwerking is wat minder stijlvast - toch wel een minpunt - maar daar zet je je na vijf minuten overheen. De vindingrijkheid waarmee de makers hun papieren universum leven inblazen verdient respect en is op zichzelf al een grote bron van vermaak. Een tweede film als deze zul je niet gauw tegenkomen.
De tweede bewerking draait momenteel op het AFFF: een verfilming met uitgeknipte poppetjes in papieren decors. Met Ruijters heeft de film de humor en het stripachtige karakter gemeen, maar daar houdt de vergelijking wel zo’n beetje op. Dante is een verveelde literatuurstudent die na een dronken nacht in een steegje in een hedendaagse achterbuurt ontwaakt; inderdaad het voorportaal van de hel. Vergilius, die hij nog vaag kent uit literatuurcollege’s, nodigt hem uit voor een moderne helletocht. En een moderne hel is het: het Limbo is een rechtbank waar mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan het downloaden van Metallica, worden opgeslorpt door een gigantische stofzuiger, en waar de aanklager eenzelfde lot wacht (had ze de kleine lettertjes maar moeten lezen). De reis leidt langs ontelbare personages uit de moderne wereldgeschiedenis, die elk om de een of ander reden, gemeten naar de maatstaven uit Dante Alighieri’s tijd, de 14e eeuw, hun plaatsje in de hel hebben verdiend: overspelplegers (JFK), zelfmoordenaars (Marilyn Monroe) en massamoordenaars (Pol Pot). Het is ook een plek waar homoseksuelen veroordeeld zijn om tot in de eeuwigheid op slechte discomuziek te dansen. Adolf Hitler krijgt ook zijn straf, zij het op een ‘technicality’: hij draagt zijn hoofd achterstevoren zodat hij verdoemd is om eeuwig achterom te kijken, omdat hij tijdens zijn leven gebruik maakte van waarzeggers om in de toekomst te kijken - een big nono waarbij zijn andere misdaden blijkbaar verbleken. Het is een vorm van satire die uitstekend werkt, ook als je niet bekend bent met de originele Dante’s Inferno.
Dat laatste is sowieso geen voorwaarde om van deze intelligente en originele film te genieten. De grafische uitwerking is wat minder stijlvast - toch wel een minpunt - maar daar zet je je na vijf minuten overheen. De vindingrijkheid waarmee de makers hun papieren universum leven inblazen verdient respect en is op zichzelf al een grote bron van vermaak. Een tweede film als deze zul je niet gauw tegenkomen.
Jon Knautz
11-04-2008 22:00 Tuschinski Arthouse 4
Wie zich altijd al afvroeg hoe het zou zijn als Buffy the Vampier Slayer
een man was, luidt het antwoord Jack Brooks: Monster Slayer. Nadat
zijn ouders en zijn zusje voor zijn ogen werden vermoord door een
monsterlijke bosbewoner, heeft loodgieter Jack last van ongecontroleerde
driftbuien. Komt het dan even goed uit dat een eeuwenoude demon besluit om
zich te manifesteren via de scheikundeleraar bij wie hij avondlessen volgt:
eindelijk eens iets om al die opgekropte agressie op te botvieren. Met
loodgietersgereedschap, wel te verstaan. Canadese horror en humor, meer
(old school) Peter Jackson dan David Cronenberg, met een hoog
splatstickgehalte en het hart op de juiste plaats. Geen cgi dus, maar
gigantische rubberpakken en een hilarische rol van Robert
‘Freddy’ Englund als de scheikundeleraar met een onstilbare
honger naar chicken wings en studenten.
Carter Smith
12-04-2008 20:00 Tuschinski Arthouse 6
Het moet gezegd: tot nu bevat het AFFF onder kersverse directeur Phil van
Tongeren een ijzersterk programma. Neem bijvoorbeeld deze film (die
overigens na het festival groter wordt uitgebracht): een bonafide
nagelbijter.
Het scenario voor The Ruins werd geschreven door Scott B. Smith, is gebaseerd op zijn eigen boek, een stunt die hij ook al uithaalde met zijn debuutroman A Simple Plan (verfilmd door Sam Raimi). Nog wat grote namen: Darius Khondji (My Blueberry Nights) verzorgde de prachtige fotografie, Graeme Revell (Planet Terror) de muziek. Een grote studiofilm dus, maar met een onbekende cast, hetgeen de vraag ‘wie krijgt er taart en wie gaat er dood’ tot op de laatste spannende minuut onbeantwoord laat. De premisse: een zestal studenten besluit op de laatste dag van hun vakantie een bezoekje te brengen aan een Maya-tempel die niet op de officiële kaarten staat. Dat hadden ze beter niet kunnen doen, want The Ruins is een onvervalste old school horrorfilm. En hoewel Smith het oorspronkelijke einde van zijn boek voor de film aanpaste, is het resultaat nog altijd behoorlijk compromisloos en re-te-eng. Met voor de doe-het-zelvers een snelcursus amputeren met tequila en gloeiendhete koekenpan. Aiieeeee!
Het scenario voor The Ruins werd geschreven door Scott B. Smith, is gebaseerd op zijn eigen boek, een stunt die hij ook al uithaalde met zijn debuutroman A Simple Plan (verfilmd door Sam Raimi). Nog wat grote namen: Darius Khondji (My Blueberry Nights) verzorgde de prachtige fotografie, Graeme Revell (Planet Terror) de muziek. Een grote studiofilm dus, maar met een onbekende cast, hetgeen de vraag ‘wie krijgt er taart en wie gaat er dood’ tot op de laatste spannende minuut onbeantwoord laat. De premisse: een zestal studenten besluit op de laatste dag van hun vakantie een bezoekje te brengen aan een Maya-tempel die niet op de officiële kaarten staat. Dat hadden ze beter niet kunnen doen, want The Ruins is een onvervalste old school horrorfilm. En hoewel Smith het oorspronkelijke einde van zijn boek voor de film aanpaste, is het resultaat nog altijd behoorlijk compromisloos en re-te-eng. Met voor de doe-het-zelvers een snelcursus amputeren met tequila en gloeiendhete koekenpan. Aiieeeee!
David Bruckner, Dan Bush & Jacob Gentry
10-04-2008 22:10 Tuschinski Arthouse 5
De bevolking van een niet nader genoemde Amerikaanse stad (en wellicht de
hele wereld?) wordt getroffen door collectieve razernij, veroorzaakt door
een signaal dat verspreid wordt via televisie, radio en mobiele telefoon.
Het bierviltjesconcept van deze film zou aldus kunnen luiden: 28 Days
Later meets Pulse, maar daarmee doe je deze dystopische thriller vol
zwarte humor ernstig tekort. Al is het maar omdat de film is opgebouwd als
een drieluik waarbij de regisseurs, tevens scenarioschrijvers, elk een deel
voor hun rekening nemen. Wanneer je dat niet van tevoren weet valt dat
echter niet op, en dat is een van de sterkste punten van deze film: ondanks
de stemmingswisselingen (van het apocalyptische openingsdeel via het meer
humoristische midden naar de ontknoping) word je meegesleept door een
gelaagd scenario dat nooit voorspelbaar wordt en je tot op de laatste
seconde in zijn greep houdt. Een geslaagd experiment en een dikke thumbs
up voor de Amerikaanse independent (horror)film.
Paul Andrew Williams
10-04-2008 20:00 Tuschinski Arthouse 4
Twee stuntelende ontvoerders en hun ‘slachtoffer’, een
nachtmerrie in legging, zoeken hun toevlucht tot een hutje op de Engelse
hei. Maar ze blijken niet alleen... Met Andy ‘Gollum’ Serkus en
Reece Shearsmith (uit de geweldige BBC-serie The League of
Gentlemen) in de mannelijke hoofdrollen is dat in potentie een recept
voor een uitstekende Engelse zwarte komedie in de sfeer van pak ‘m
beet de eerste twee Guy Ritchie-films, maar het aanvankelijk vindingrijke
script laat het halverwege een beetje afweten, wanneer er iets te
nadrukkelijk geleend gaat worden uit Amerikaanse voorbeelden als The
Hills Have Eyes (en dan met name de remake). Dat The Cottage
niet gaat vervelen komt door het spel van veteranen Serkus en Shearsmith en
de mij onbekende Jennifer Ellison als de vuilbekkende, hard van zich
aftrappende Tracey, maar ook door het enorme tempo dat gedurende 90 minuten
strak wordt volgehouden. En ja, er zijn genoeg momenten voor de liefhebbers
van goudeerlijke gore. Eigenlijk drieënhalve ster, maar we doen
niet aan halve sterren.
Tip: blijf nog even zitten na de aftiteling, want er volgt nog een toegift.
Tip: blijf nog even zitten na de aftiteling, want er volgt nog een toegift.
Je kunt wel stellen dat de belangstelling voor Tim Burton groot was: er
waren 160 kaartjes vrijgegeven terwijl er eigenlijk maar 135 plaatsen
waren. Iedereen die een kaartje had was ook daadwerkelijk gekomen, dus
moest een deel van het publiek staan. Dat had men er graag voor over, maar
je vraagt je ondertussen wel af waarom Tuschinski hun grootste zaal niet
beschikbaar had gesteld; is een middagmatinee - die naar alle
waarschijnlijkheid niet uitverkocht wordt - belangrijker dan de komst van
een groot regisseur? (Voor de goede orde: het AFFF moet voor elke
voorstelling in Tuschinski de zaal ‘uitkopen’; voor een gratis
voorstelling als het Burton-interview is dat dus ondoenlijk, maar voor
Tuschinksi levert het anderzijds wel goede publiciteit op.)
Dat gezegd zijnde, viel het interview met Burton enigszins tegen. De twee interviewers, AFFF-directeur Phil van Tongeren en journalist/programmeur Mark van den Tempel, namen met Burton aan de hand van wat prozaïsche vragen (Hoe bereid je je films voor? Hoe was het om bij Disney te werken?) diens carrière door, maar voor wie enigszins bekend is met Burton (alle aanwezigen in de zaal dus) leverde dat nauwelijks nieuwe inzichten op. Mario Bava en Roger Corman zijn grote invloeden geweest, werken in Hollywood is dansen op een slap koord tussen artistieke integriteit en schaamteloze commercie, Planet of The Apes was een mislukking, we wisten het al. Al is het natuurlijk wel bijzonder om het from the horse’s mouth te horen.
De verrassendste onthullingen hadden slechts indirect met Burton te maken: over hoe hij slechts één keer eerder in Amsterdam geweest was, om Michael Jackson te ontmoeten inzake een musicalversie van The House of Wax, die (godzijdank, aldus Burton) werd afgeblazen door de studio. Eveneens opmerkelijk, naar aanleiding van een publieksvraag (‘Ooit plannen gehad voor een biopic over Edgar Allan Poe?’): de onthulling dat er in Hollywood ooit een dergelijk script circuleerde… met Sylvester Stallone in de rol van Poe. De beste publieksvraag kwam van een jongetje dat wilde weten wanneer Burton weer een kinderfilm zou gaan maken, en leverde ook meteen het beste antwoord op: ‘Ik vond Sweeney Todd eigenlijk wel een kinderfilm, net zoals Sleepy Hollow. Maar dat zal wel komen omdat ik in mijn kinderjaren naar hardcore horror keek. In feite beschouw ik dus ál mijn films als kinderfilms.’
Dat gezegd zijnde, viel het interview met Burton enigszins tegen. De twee interviewers, AFFF-directeur Phil van Tongeren en journalist/programmeur Mark van den Tempel, namen met Burton aan de hand van wat prozaïsche vragen (Hoe bereid je je films voor? Hoe was het om bij Disney te werken?) diens carrière door, maar voor wie enigszins bekend is met Burton (alle aanwezigen in de zaal dus) leverde dat nauwelijks nieuwe inzichten op. Mario Bava en Roger Corman zijn grote invloeden geweest, werken in Hollywood is dansen op een slap koord tussen artistieke integriteit en schaamteloze commercie, Planet of The Apes was een mislukking, we wisten het al. Al is het natuurlijk wel bijzonder om het from the horse’s mouth te horen.
De verrassendste onthullingen hadden slechts indirect met Burton te maken: over hoe hij slechts één keer eerder in Amsterdam geweest was, om Michael Jackson te ontmoeten inzake een musicalversie van The House of Wax, die (godzijdank, aldus Burton) werd afgeblazen door de studio. Eveneens opmerkelijk, naar aanleiding van een publieksvraag (‘Ooit plannen gehad voor een biopic over Edgar Allan Poe?’): de onthulling dat er in Hollywood ooit een dergelijk script circuleerde… met Sylvester Stallone in de rol van Poe. De beste publieksvraag kwam van een jongetje dat wilde weten wanneer Burton weer een kinderfilm zou gaan maken, en leverde ook meteen het beste antwoord op: ‘Ik vond Sweeney Todd eigenlijk wel een kinderfilm, net zoals Sleepy Hollow. Maar dat zal wel komen omdat ik in mijn kinderjaren naar hardcore horror keek. In feite beschouw ik dus ál mijn films als kinderfilms.’
Jaume Balagueró & Paco Plaza
Gezien: IFFR 2008
Zolas gezegd: de engste film op het IFFF was [REC], die voor
mederegisseur Jaume Balagueró na twee eerdere redelijke zeperds
(Darkness en, in iets mindere mate, The Fragile) een
rehabilitatie van jewelste betekende. En het liep niet alleen de argeloze
IFFR-bezoeker dun door de broek, ook onder de stoel van menig
doorgewinterde genreliefhebber vormde zich een plasje. Wat schreef Zone
5300 op het IFFR-blog?
"George Romero kan wel inpakken. REC leent elementen uit diens zombietrilogie, The Exorcist en Rubber Johnny en brouwt dit tot een explosief horrorwerkje dat wel eens dé kneiter van dit IFFR zou kunnen zijn. Een camerateam, bestaand uit presentatrice en cameraman, gaat mee met een ploeg brandweerlui voor een nachtelijk reality-tv-programma en krijgt veel meer actie voor de lens dan waar ze op rekenden. Meer bloed ook. Het gezelschap raakt opgesloten in een appartentencomplex waar een virus lijkt te heersen dat de bewoners redeloos en bijtgraag maakt. Claustrofobisch en hysterisch, zeer effectieve horror." (Marcel Ruijters)
"Dé festivalkneiter van 2008. Over het plot kan maar beter niets verteld worden. Van begin (een overtuigende, naturelle ontvangst door enthousiaste brandweerlieden op de kazerne) tot eind zeer effectief en tot in de puntjes verzorgd." (Hans van der Riet)
Genoeg aanbeveling?
"George Romero kan wel inpakken. REC leent elementen uit diens zombietrilogie, The Exorcist en Rubber Johnny en brouwt dit tot een explosief horrorwerkje dat wel eens dé kneiter van dit IFFR zou kunnen zijn. Een camerateam, bestaand uit presentatrice en cameraman, gaat mee met een ploeg brandweerlui voor een nachtelijk reality-tv-programma en krijgt veel meer actie voor de lens dan waar ze op rekenden. Meer bloed ook. Het gezelschap raakt opgesloten in een appartentencomplex waar een virus lijkt te heersen dat de bewoners redeloos en bijtgraag maakt. Claustrofobisch en hysterisch, zeer effectieve horror." (Marcel Ruijters)
"Dé festivalkneiter van 2008. Over het plot kan maar beter niets verteld worden. Van begin (een overtuigende, naturelle ontvangst door enthousiaste brandweerlieden op de kazerne) tot eind zeer effectief en tot in de puntjes verzorgd." (Hans van der Riet)
Genoeg aanbeveling?
George A. Romero
Gezien: IFFR 2008
De nieuwe Romero vindt u op het AFFF weer gewoon onder de D van Diary in
plaats van de G van George; verder is er niet veel veranderd sinds de
vertoning op het IFFR. Dit schreef ik in januari over de film, en al was
lang niet iedereen het met mij eens (het verwante [REC], ook op het
IFFR, kreeg de meeste bijval), mijn mening blijft onherzien:
Laat er geen misverstand over bestaan, de godfather van de moderne zombiefilm is terug!
In dit vijfde deel uit Romero’s drieluik, dat kort volgt op het commercieel redelijk succesvolle Land Of The Dead uit 2005, gaat Romero teug naar de uitbraak van het zombievirus ten tijde van Night Of The Living Dead, maar dan verplaatst naar het heden. Een heden van cameramobieltjes, reality shows en YouTube, zien en gezien worden.
De zombie fodder bestaat ditmaal uit een groep filmstudenten en hun docent, maar het zijn wederom geen lammetjes die zich naar de slachtbank laten leiden. En Romero zou Romero niet zijn als ook deze Dead-film niet een metafoor is voor het tijdperk waarin hij gemaakt is. Was LOFTD een sneer naar de Bush-regering, ditmaal komen de (televisie)media in alle sooren en maten aan bod, gepersonificeerd door Jason die met zijn onafscheidelijke camera alles registreert en zelfs niet ingrijpt wanneer zijn vrienden gevaar lopen. Het belerende vingertje is hier en daar wat van het niveau ‘ome George vertelt’, maar afgezien daarvan spat (excusez le mot) de lol en inventiviteit er vanaf. De nieuwe vondsten zijn vooral van komische aard: de zombie in mummiepak, de zombieclown op het kinderfeestje (hé, die neus kan er af!), en de ass-kicking, met dynamiet gooiende Amish Samuel.
Je kunt Romero verwijten dat de zombiefilm inmiddels een beetje een platgetreden pad is, maar het is wel een pad dat Romero zelf heeft aangelegd, en er blijkt toch nog steeds rek in te zitten. Benieuwd naar het maatschappelijk fenomeen in het zesde deel...
Laat er geen misverstand over bestaan, de godfather van de moderne zombiefilm is terug!
In dit vijfde deel uit Romero’s drieluik, dat kort volgt op het commercieel redelijk succesvolle Land Of The Dead uit 2005, gaat Romero teug naar de uitbraak van het zombievirus ten tijde van Night Of The Living Dead, maar dan verplaatst naar het heden. Een heden van cameramobieltjes, reality shows en YouTube, zien en gezien worden.
De zombie fodder bestaat ditmaal uit een groep filmstudenten en hun docent, maar het zijn wederom geen lammetjes die zich naar de slachtbank laten leiden. En Romero zou Romero niet zijn als ook deze Dead-film niet een metafoor is voor het tijdperk waarin hij gemaakt is. Was LOFTD een sneer naar de Bush-regering, ditmaal komen de (televisie)media in alle sooren en maten aan bod, gepersonificeerd door Jason die met zijn onafscheidelijke camera alles registreert en zelfs niet ingrijpt wanneer zijn vrienden gevaar lopen. Het belerende vingertje is hier en daar wat van het niveau ‘ome George vertelt’, maar afgezien daarvan spat (excusez le mot) de lol en inventiviteit er vanaf. De nieuwe vondsten zijn vooral van komische aard: de zombie in mummiepak, de zombieclown op het kinderfeestje (hé, die neus kan er af!), en de ass-kicking, met dynamiet gooiende Amish Samuel.
Je kunt Romero verwijten dat de zombiefilm inmiddels een beetje een platgetreden pad is, maar het is wel een pad dat Romero zelf heeft aangelegd, en er blijkt toch nog steeds rek in te zitten. Benieuwd naar het maatschappelijk fenomeen in het zesde deel...