Milan Hulsing
Liefhebbers, Fans en Volgelingen
En dat was het weer...
Terwijl het Zone 5300-team nog aan het herstellen is van een week van krappe bioscoopstoelen, voorverpakte broodjes en vele blikken bier, kunnen we alvast vaststellen dat het programma van het afgelopen Amsterdam Fantastic Film Festival weer bijzonder was. Wat hierbij opvalt is dat veel van de beste titels slechts met één been in het horror- of sciencefictiongenre staan en, zoals 'Calvaire', 'The Machinist' en 'Nothing', zelfs potentiële arthouse-hits zijn.

Voor de fans van onversneden horror en science fiction was de oogst niet optimaal. Voor de gore moest vertrouwd worden op zombiekomedies als 'Dead Meat', 'Night of the Living Dorks' en 'Sars War', maar waar de één qua budget tekortschoot ('Dead Meat'), miste de ander een echt goeie bimbo ('Sars War'). Voor good, clean horrorfun boden 'Saw' en Jeff Lieberman’s sympathieke 'Satan’s Little Helper' uitkomst. Een groot deel van het horrorprogramma was door de programmeurs doelbewust in de smoezelige hoek gedrukt. Het “How far can too far go?”-programma bestond voornamelijk uit oude titels (vaak DVD-projectie) die problematisch zijn omdat ze of te vrouwonvriendelijk zijn ('Ilsa, She-Wolf Of The SS', 'I Spit On Your Grave') of te dicht in de buurt van een snuffmovie komen ('Men Behind The Sun', 'Africa Addio'). De enige recente titel in dit programmaonderdeel, 'Murder-Set-Pieces', is op beide fronten problematisch. Voor de rechtgeaarde horrorfan was dit niet de beste editie van het festival, met als dieptepunten de prequel van 'The Exorcist' en het waardeloze 'Tamara', waarin alleen de jeugdpuisten van de cast voor vertier zorgden.

Ook de serieuze sciencefiction-fan kon eigenlijk alleen terecht bij 'Ghost in the Shell 2: Innocence', omdat de twee andere sf-films parodieën betrof. Vooral 'The Hitchhikers Guide To The Galaxy' getuigde van heel weinig affiniteit met het genre en is helaas als komedie jammerlijk mislukt. Dat valt ook wel te verwachten van regisseur Garth Jennings die eerder een documentaire over de humorloze band R.E.M. regisseerde. Dat de film desondanks een respectabele negende plaats op de publiekswaardering scoort, zal komen door de toegewijde volgelingen van het boek. Iets dergelijks geldt ook voor de vijfde plaats waarop 'Steamboy' eindigde. Als je niet a priori van manga houdt, is 'Steamboy' een wel heel lange zit. Daarentegen wist de film 'Kung Fu Hustle' - een hybride martial-artskomedie - zelfs de meest verstokte martial-artssceptici voor zich te winnen. Deze wervelwind aan inspiratie en talent won niet voor niets de publieksprijs.

Hoewel het AFFF van dit jaar het voor een deel moest hebben van arthouse-films was de sfeer voor de horrorliefhebber weer bijzonder prettig, met leuke 16mm-filmpjes in het Melkweg Café, een te gek optreden van Claudio “Goblin” Simonetti met zijn band Daemonia, een masterclass van animatieveteraan Ray Harryhausen en, niet in het minst, door de enigmatische aanwezigheid van Paul Naschy. Het programmeren van Naschy’s 'Operation Terror' was een gouden zet van de organisatie en het was bijzonder om de volstrekt weirde film - met de man zelf in de zaal - op het grote doek te kunnen zien.

Ondanks de punten (puntjes) van kritiek is het bewonderenswaardig hoe het programma al die verschillende aspecten van de genrefilm weet te presenteren. Die diversiteit is te prijzen en het maakt de groei van het festival mogelijk. Maar het zou wel mooi zijn als in het vervolg het hart van het festival zou bestaan uit een handvol horror- en sciencefiction-hits. Vooropgesteld dat die nog worden gemaakt natuurlijk.