Peter Moerenhout
De wandelende man - Jirô Taniguchi
*****
(Casterman)
Jirô Taniguchi is een Japanse grootmeester. Ondanks het feit dat strips daar “manga” heten leunt zijn werk zeer dicht aan bij de Europese traditie. Casterman brengt al een tijdje de ene vertaling na de andere van Taniguchi uit. De wandelende man, de recentste die zij uitgaven, is het boek waarmee hij doorbrak in Europa. In België of Nederland zal dat niet geweest zijn. Dit is de eerste Nederlandstalige uitgave sinds dit boek zo’n twintig jaar geleden debuteerde.

De opzet van het boek is zeer simpel. Het bestaat uit een reeks kortverhaaltjes over de wandelingen die een man maakt. Soms heeft hij een aanleiding, zoals het huren van een videoband (voor de jongeren: dat is een voorloper van de blu-ray) of het kopen van rieten zonneblinden. Evengoed is er geen beweegreden te bekennen. Soms zien we hem thuis vertrekken, soms niet, soms zien we hem thuis aankomen en soms (u raadt het al) niet. Zijn thuis is belangrijk omdat zich daar zijn eega en hond bevinden. Zij vormen zijn klankbord en uitvalsbasis. Zij horen de avonturen die de man meemaakte op zijn tochtjes aan en fungeren zo een beetje als anker met de lezer. Zij zijn ook praktisch de enigen tegen wie de wandelaar in dit boek spreekt.

De wandelingen spelen zich dus veelal in stilte af. Taniguchi geeft in een zeer traag ritme en met prachtige grote platen, het leven in Japan weer. Pure poëzie. U bent gewaarschuwd. De man lijkt zijn wandelingen aan te grijpen om het kind in zich de vrije loop te laten: hij gaat naakt zwemmen in een gesloten zwembad, ziet de zon opkomen van op het dak van een onbekend gebouw en verkent steegjes die zo smal zijn dat hij zich zijwaarts moet bewegen. Soms durft Taniguchi iets te ver gaan en verworden de verhalen tot anekdotes die wel heel dicht bij meligheid aanleunen.

Waarom dan toch dit boek bespreken? Om te beginnen is het tekenwerk van een ontstellend hoog niveau. Taniguchi hanteert een soort klare lijn met heel fijne lijntjes en verwerkt gigantisch veel detail in de pagina’s. Wanneer hij een boom tekent kun je de blaadjes ervan tellen. Ook zijn paginaopbouw, kadrering en perspectieven zijn van een oerdegelijke kwaliteit. De flow die de man bereikt is fantastisch. Dit boek is een schat aan informatie voor mensen die het opbouwen van een strippagina en strips maken in het algemeen onder de knie willen krijgen.

De tweede reden is simpel: ik vind Japan een boeiend land. Zonder veel uitleg krijg je in dit boek een hele hoop simpele details uit het Japanse leven van alledag voorgeschoteld. En dan eens niet Tokio maar een rurale voorstad. Dat maakt dit boek ook ongewild exotisch. Eén minpunt, maar dan wel een gigantisch, zijn de dialogen. Taniguchi wilde die, synchroon met de rest van het boek, waarschijnlijk eenvoudig houden, maar de slinger slaat teveel door naar de verkeerde kant. Ik vermoed dat er zeer veel verloren gegaan is in de vertaling. Mijn tenen krulden bij het lezen van sommige tekstballons. Gelukkig is dit een kijkboek. Ik zal het nooit meer lezen maar vermoed dat ik het wel nog veel zal openslaan.