My Joy - Het slaperige Russische platteland vol tandeloze oude
mannetjes blijkt hoe langer hoe meer een verzamelplaats van nare types.
Deprimerende beginfilm zo vlak na het ontbijt.
Julien - Frans portret van zich stierlijk vervelende jongeren op het platteland. Omringd door korenvelden oefenen ze met de ghettoblaster de nieuwste technodansjes of doen een vechtcursus om ridder te worden (in volle Middeleeuwse uitrusting). Gaap!
New Jerusalem - Hoge verwachtingen ruimschoots waargemaakt: wat een mooie film! Will Oldham blijkt een dubbeltalent. Naast zingen in de neofolkband Palace Brothers en later als Bonnie Prince Billy heeft hij zich ook als acteur in de schijnwerpers gespeeld. Zijn rol in Old Joy was op het iFFR van 2007 al een hoogtepunt en ook deze hoofdrol is erg geslaagd. Hij speelt een automonteur die zich ontfermt over een zwaar depressieve Ierse collega. Hij probeert die er weer bovenop te helpen door vrij hardnekkig de liefde van God zijn kant op te sturen. Spirituele liefde kwam in Oldham’s muziek al regelmatig langs dus deze rol leek hem op het lijf geschreven. De Ierse Afghanistanveteraan, gespeeld door Colm O’Leary, is al even indrukwekkend. Weinig tekst, veel uitstraling. En natuurlijk zingt Oldham een gospelnummer bij de aftiteling.
A little closer - De jonge regisseur Matthew Petock maakt indruk met dit levensechte familieportret. Menselijk geworstel met intimiteit en de toch vrij optimistische toon houden elkaar goed in evenwicht. Levensechte en ontroerende scenes met jongens van 11 en 15 die hun sexuele onzekerheid achter bravoure verbergen. En een alleenstaande moeder heeft het ook niet makkelijk met zulke brokkenpiloten in huis. Fijne film.
Julien - Frans portret van zich stierlijk vervelende jongeren op het platteland. Omringd door korenvelden oefenen ze met de ghettoblaster de nieuwste technodansjes of doen een vechtcursus om ridder te worden (in volle Middeleeuwse uitrusting). Gaap!
New Jerusalem - Hoge verwachtingen ruimschoots waargemaakt: wat een mooie film! Will Oldham blijkt een dubbeltalent. Naast zingen in de neofolkband Palace Brothers en later als Bonnie Prince Billy heeft hij zich ook als acteur in de schijnwerpers gespeeld. Zijn rol in Old Joy was op het iFFR van 2007 al een hoogtepunt en ook deze hoofdrol is erg geslaagd. Hij speelt een automonteur die zich ontfermt over een zwaar depressieve Ierse collega. Hij probeert die er weer bovenop te helpen door vrij hardnekkig de liefde van God zijn kant op te sturen. Spirituele liefde kwam in Oldham’s muziek al regelmatig langs dus deze rol leek hem op het lijf geschreven. De Ierse Afghanistanveteraan, gespeeld door Colm O’Leary, is al even indrukwekkend. Weinig tekst, veel uitstraling. En natuurlijk zingt Oldham een gospelnummer bij de aftiteling.
A little closer - De jonge regisseur Matthew Petock maakt indruk met dit levensechte familieportret. Menselijk geworstel met intimiteit en de toch vrij optimistische toon houden elkaar goed in evenwicht. Levensechte en ontroerende scenes met jongens van 11 en 15 die hun sexuele onzekerheid achter bravoure verbergen. En een alleenstaande moeder heeft het ook niet makkelijk met zulke brokkenpiloten in huis. Fijne film.

Andrei Ujica
28-01-2011 18:15 Cinerama 3
De autobiografie van Nicolae Ceausescu, verteld aan de hand van een
complatie van propagandafilms tijdens zijn hele regime van 1966 tot aan
zijn dood in 1989. Fascinerend materiaal, van Nicolae en zijn vrinden:
Brezhnev, Honecker, Mao, Kim il Sung: staatbezoeken over en weer, met de
bijbehorende bonhomie die zelfs Brezhnev doet ontdooien. (Denk aan: Albert
Mol, aangeschoten.) Bezoeken aan volle winkels, toegezongen worden op z'n
verjaardag, een potje volleybal en op berenjacht (berenjacht
Ceaucescu-style: je hangt een dood paard aan een boom en gaat wachten op de
eerste beer).
Samen met Nixon in parade door Boekarest; in de open koets door de straten van Londen (al waar de lokale bioscoop 'Deep Throat' op de marquee heeft staan); de zoveelste 1-mei parade; bouwplannen voor het presidentiele paleis. Geleidelijk aan wordt de grootheidswaan hoger, en komen we dichter bij de einddatum.
3 Uur lang voer voor liefhebbers van geschiedenis: fenomenale beelden van een tijd die nooit meer terugkomt, of: eigenlijk ook nooit bestaan heeft. Het is maar hoe je het bekijkt.
Samen met Nixon in parade door Boekarest; in de open koets door de straten van Londen (al waar de lokale bioscoop 'Deep Throat' op de marquee heeft staan); de zoveelste 1-mei parade; bouwplannen voor het presidentiele paleis. Geleidelijk aan wordt de grootheidswaan hoger, en komen we dichter bij de einddatum.
3 Uur lang voer voor liefhebbers van geschiedenis: fenomenale beelden van een tijd die nooit meer terugkomt, of: eigenlijk ook nooit bestaan heeft. Het is maar hoe je het bekijkt.
Iguchi Noboru
29-01-2011 09:45 Pathé 5
Leuke film om mee wakker te worden, deze film-remake van 'Denjin Zaboga'
een Japanse TV-serie uit de jaren 70. De geheim agent Daimon moet met zijn
transformerende karate-motorfiets Zaborger vele robotvijanden bestrijden,
ook hier! Doctor Who op z'n Japans: een film waarin iedereen vrolijk tussen
goed en kwaad wervelt, en de typische manier om weer tot leven te komen is
om je slechte ik te laten sterven. De Samoerai-robot blijkt een
varkenssnuit te hebben om het DNA van zijn slachtoffer mee op te zuigen, de
American Footballende robotmeisjes vallen aan met gevaarlijke voetbalbommen
en natuurlijk ook met hun twee sterke pluspunten. Er is uiteraard een een
finale met een robot van 25 verdiepingen hoog.
De aankleding van de film komt precies overeen met die van de TV-serie, wat een nogal goedkope indruk geeft. Maar we zijn hier in Japan, waar precieze namaak nogal eens een hommage aan het origineel is. Met opzet dus!
Fragment uit de originele TV-serie. Oplettende kijkers zien waar de makers van The Transformers leentjebuur hebben gespeeld.
De aankleding van de film komt precies overeen met die van de TV-serie, wat een nogal goedkope indruk geeft. Maar we zijn hier in Japan, waar precieze namaak nogal eens een hommage aan het origineel is. Met opzet dus!
Fragment uit de originele TV-serie. Oplettende kijkers zien waar de makers van The Transformers leentjebuur hebben gespeeld.
Paddy Considine
28-01-2011 22:15 Luxor

Het is welhaast een cliché, maar je kunt er vergif op innemen: als
de Britten zich op sociaal drama storten, is het altijd raak. Ook het
avondvullende regiedebuut van acteur Paddy Considine (Stoned, Dead
Men’s Shoes) valt in die categorie. Considine (die ook het
scenario schreef - hij schreef ook mee aan Dead Men’s Shoes)
baseerde Tyrannosaur op zijn korte film Dog Altogether uit
2007. We maken kennis de werkloze Joseph (Peter Mullan), die zijn agressie
niet onder controle heeft, en zien in de eerste vijf minuten hoe hij zijn
hond doodschopt, een winkelruit ingooit en drie jongeren in een bar zonder
reden aanvalt. Overmand door wroeging verschuilt hij zich in de charity
shop van de religieuze Hannah (Olivia Colman), die hem opvangt. Als de
relatie tussen de twee zich ontwikkelt, blijkt (uiteraard) dat Peter niet
de grootste klootzak is hier: die eer gaat naar Hannahs mishandelende
echtgenoot (karakterkop Eddie Marsan in een van zijn engste rollen). Het is
Josephs beurt om Hannah op te vangen en zijn leven te beteren.
In minder capabele handen zou een dergelijk onderwerp kunnen resulteren in een schmaltzy woensdagavondsoap, maar Considine neemt geen gevangenen en laat ons nooit vergeten dat Joseph een wandelende tijdbom is, een zwaar getergd man met een verleden en een gat zijn ziel. Mullan levert een formidabele performance: zijn Joseph roept beurtelings compassie en afgrijzen op, diens geleidelijke bekering tot een geweldloos(?) bestaan is geloofwaardig. Daarnaast heeft Considine heeft nog een paar aardige wendingen voor ons in petto en trekt hij een aantal malen vaardig het tapijt onder de voeten van de kijker vandaan. Tot nog toe wat mij betreft de beste film van het festival.
In minder capabele handen zou een dergelijk onderwerp kunnen resulteren in een schmaltzy woensdagavondsoap, maar Considine neemt geen gevangenen en laat ons nooit vergeten dat Joseph een wandelende tijdbom is, een zwaar getergd man met een verleden en een gat zijn ziel. Mullan levert een formidabele performance: zijn Joseph roept beurtelings compassie en afgrijzen op, diens geleidelijke bekering tot een geweldloos(?) bestaan is geloofwaardig. Daarnaast heeft Considine heeft nog een paar aardige wendingen voor ons in petto en trekt hij een aantal malen vaardig het tapijt onder de voeten van de kijker vandaan. Tot nog toe wat mij betreft de beste film van het festival.

Een man in midlifecrisis met een veel te jonge vriendin is op zich al een tragikomisch gegeven. Oscarwinnaar Danis Tanovic (No Man’s Land) gebruikt het als vertrekpunt voor Cirkus Columbia, een familie-dramedy gesitueerd in een arm doch pittoresk dorp in Herzegovina, dat bedreigd wordt door de Joegoslavische burgeroorlog.
Divko (Miki Manojlvic), de man in kwestie, keert terug naar zijn oude huis na 20 jaar in Duitsland te hebben gewoond. Ooit moest hij vluchten voor de communisten en nu komt hij zijn gram halen. Zijn ex-vrouw Lucija (Mira Furlan), die hij verdenkt van verraad, wordt het huis uitgeveegd met medewerking van wat bevriende revolutionairen.
Trots paradeert hij met zijn trophy wife door het dorp. Al snel klinkt er achter zijn rug gelach, dat verstomt zodra hij zijn portemonnee trekt. Wanneer hij zijn ziekelijke huiskat kwijtraakt belooft hij een flinke buidel Deutschmarks aan de vinder, waarna het hele dorp uitloopt en zelfs ’s nachts met zaklampen door blijft zoeken.
De enige met wie Divko het goed voorheeft is zijn zoon, die hij nooit eerder zag. Zoonlief Martin (Boris Ler) heeft het te druk met het versieren van trophy wife annex speelbal Azra (mooie rol van Jelena Stupljanin). Zij houdt zich voornamelijk stil, maar haar gezicht spreekt boekdelen.
Eigenlijk zijn alle personages aan het begin van de film verdacht en soms onuitstaanbaar; het is knap hoe Tanovic gedurende de film hun sympathieke kanten onthult. Nog knapper: je verlaat de zaal met een goed gevoel, terwijl de oorlog letterlijk in de laatste secondes van de film uitbreekt. Cirkus Columbia toont de mechanismes van de oorlog op micro-niveau en stemt toch hoopvol, in tegenstelling tot het gitzwarte No Man’s Land.
Nog te zien op di 1-2, 10:00, Cinerama 4.
Shion Sono
27-01-2011 21:45 Doelen Jurriaanse Zaal

Shamoto, eigenaar van een slechtlopende handel in tropische vissen, is een
apathische sul die alleen passie vindt in sterrenkijken en alledaagse
problemen heeft als een liefdeloos huwelijk met een tweede vrouw en een
opstandige tienerdochter. Hij ziet zijn problemen echter rap uit de klauwen
lopen wanneer Murata, eigenaar van het concurrerende
tropischevissenparadijs Amazon Gold, hem bij zijn zaken betrekt.
Murata’s zakenpartners eindigen namelijk altijd als visvoer, en
Shamoto mag de koffie zetten als Murata en zijn vrouw vol gezond
arbeidsethos met het fileermes aan de slag gaan.
Cold Fish vertelt het inmiddels overbekende verhaal van de Japanse burgerman die doordraait. Het is geen kwestie van óf, maar van wanneer en hoe. Want dát de sullige Shamoto tot een uitbarsting komt, staat van het begin al vast. Maar je moet wellicht toch Shion Sono heten (of Sono Sion, volgens de IFFR-site) om de film in de finale een dergelijke wending te geven. Sono, regisseur van Suicide Club en Hazard is het onechte jongere broertje van Takashi Miike: een maverick veelfilmer die het groteske niet schuwt. Er zal dan ook bloed zijn. Veel bloed. Onder andere vanavond te zien op een heel groot scherm in Luxor.
Cold Fish vertelt het inmiddels overbekende verhaal van de Japanse burgerman die doordraait. Het is geen kwestie van óf, maar van wanneer en hoe. Want dát de sullige Shamoto tot een uitbarsting komt, staat van het begin al vast. Maar je moet wellicht toch Shion Sono heten (of Sono Sion, volgens de IFFR-site) om de film in de finale een dergelijke wending te geven. Sono, regisseur van Suicide Club en Hazard is het onechte jongere broertje van Takashi Miike: een maverick veelfilmer die het groteske niet schuwt. Er zal dan ook bloed zijn. Veel bloed. Onder andere vanavond te zien op een heel groot scherm in Luxor.