John Porter
29-01-2007 14:15 Lantaren 2

‘Om technische redenen vergelijk ik mijn korte filmpjes met
schilderijen. Ten eerste zijn alle filmpjes die jullie zodadelijk gaan zien
originelen: er zijn geen kopieën van, net als een schilderij. De reden
daarvoor is dat ik voor kopieën van super 8-films moet uitwijken naar
de States of zelfs Duitsland. Ik vind het een te groot risico om de enige
print die ik heb per post te versturen, bovendien zijn de verzendkosten te
hoog en is mijn budget per filmpje doorgaans niet hoger dan 50 dollar. Ten
tweede zijn bijna al mijn filmpjes vanuit één hoek gefilmd,
net als een schilderij. En ten derde zijn mijn meeste filmpjes zonder
geluid, net als een schilderij. De reels die jullie dadelijk gaan
zien kun je beschouwen als een wandeling langs een galerij.’
Aan het woord is John Porter uit Toronto, Canada. Op het programma staat een selectie uit de ruim 300 super 8-filmpjes die hij sinds 1968 heeft gemaakt. Wat op papier nog alle kanten uit kan (het kunnen pretentieuze experimentele films zijn, maar ook banale homemovies), pakt in de praktijk uit als een van de wonderlijkste filmervaringen op het IFFR 2007. Terwijl Porter zijn eerste filmpje Landscape vertoont, waarin hij met zijn moeder buiten aan het schilderen is, mag het publiek tussendoor ook vragen stellen. Hij uit legt hoe hij een speciale super 8-camera (‘op de filmacademie werkte ik met 16 mm, maar dat vond ik te groot, veel te veel informatie’) gebruikt, met een timer die hem in staat stelt bijvoorbeeld elke seconde één frame te schieten, zodat bij afspeling de tijd 24 keer versneld wordt. Of hoe je elk frame telkens tot maar liefst twee minuten kunt belichten, zodat er een blur ontstaat. De resultaten zijn allesbehalve pretentieus, eerder komisch, zoals een Santa Claus-parade in Toronto die in drie minuten wordt gepropt, waardoor de grootste kerstoptocht ter wereld tevens de snelste wordt.
Er wordt verderop in het programma druk geëxperimenteerd met rondzwaaiende camera’s aan touwtjes en verschuivingen van perspectieven, maar het lekkerste bewaart Porter voor het laatst. Eerst komt wat hij zijn ‘epos’ noemt, Toy Catalog 3 (zie afbeelding hiernaast), een deel van een lange film waar hij al tien jaar aan werkt en waarin Porters enorme collectie ‘gekleurd plastic’ voorbijkomt, van speelgoedjes bij cereals tot horloges, vliegtuigjes en zelfs restvormen van bouwpakketjes uit verrassingseieren (‘tegenwoordig zitten bouwpakketjes in verrassingseieren niet meer in frames, dus deze restjes zijn echte collectors items!’). Het is een bonte verzameling verzamelingen, die door Porters vasthoudendheid bewondering opwekt, maar ook hilariteit. En last but not least is er de projector in een box, die Porter op schoot neemt en waarmee hij op het doek een filmpje projecteert, waarbij hij de bewegingen van de camera volgt. Klinkt lullig? Het resultaat is verbluffend: alsof je door een steeds verschuivend venster naar een wereld achter het witte doek kijkt, die bij iedere nieuwe beweging meer wordt prijsgegeven.
John Porter en zijn show zijn niet meer op het IFFR te zien, maar niet getreurd: op dinsdag 13 februari komt hij in het kader van het Starting from Scratch-festival naar Groningen (Vera Zienema) en op zaterdag 17 februari naar Amsterdam (Cinema De Balie). De show op het IFFR was niet uitverkocht, en dat was een grote misser. Zorg dat u er dit keer bij bent!
Aan het woord is John Porter uit Toronto, Canada. Op het programma staat een selectie uit de ruim 300 super 8-filmpjes die hij sinds 1968 heeft gemaakt. Wat op papier nog alle kanten uit kan (het kunnen pretentieuze experimentele films zijn, maar ook banale homemovies), pakt in de praktijk uit als een van de wonderlijkste filmervaringen op het IFFR 2007. Terwijl Porter zijn eerste filmpje Landscape vertoont, waarin hij met zijn moeder buiten aan het schilderen is, mag het publiek tussendoor ook vragen stellen. Hij uit legt hoe hij een speciale super 8-camera (‘op de filmacademie werkte ik met 16 mm, maar dat vond ik te groot, veel te veel informatie’) gebruikt, met een timer die hem in staat stelt bijvoorbeeld elke seconde één frame te schieten, zodat bij afspeling de tijd 24 keer versneld wordt. Of hoe je elk frame telkens tot maar liefst twee minuten kunt belichten, zodat er een blur ontstaat. De resultaten zijn allesbehalve pretentieus, eerder komisch, zoals een Santa Claus-parade in Toronto die in drie minuten wordt gepropt, waardoor de grootste kerstoptocht ter wereld tevens de snelste wordt.
Er wordt verderop in het programma druk geëxperimenteerd met rondzwaaiende camera’s aan touwtjes en verschuivingen van perspectieven, maar het lekkerste bewaart Porter voor het laatst. Eerst komt wat hij zijn ‘epos’ noemt, Toy Catalog 3 (zie afbeelding hiernaast), een deel van een lange film waar hij al tien jaar aan werkt en waarin Porters enorme collectie ‘gekleurd plastic’ voorbijkomt, van speelgoedjes bij cereals tot horloges, vliegtuigjes en zelfs restvormen van bouwpakketjes uit verrassingseieren (‘tegenwoordig zitten bouwpakketjes in verrassingseieren niet meer in frames, dus deze restjes zijn echte collectors items!’). Het is een bonte verzameling verzamelingen, die door Porters vasthoudendheid bewondering opwekt, maar ook hilariteit. En last but not least is er de projector in een box, die Porter op schoot neemt en waarmee hij op het doek een filmpje projecteert, waarbij hij de bewegingen van de camera volgt. Klinkt lullig? Het resultaat is verbluffend: alsof je door een steeds verschuivend venster naar een wereld achter het witte doek kijkt, die bij iedere nieuwe beweging meer wordt prijsgegeven.
John Porter en zijn show zijn niet meer op het IFFR te zien, maar niet getreurd: op dinsdag 13 februari komt hij in het kader van het Starting from Scratch-festival naar Groningen (Vera Zienema) en op zaterdag 17 februari naar Amsterdam (Cinema De Balie). De show op het IFFR was niet uitverkocht, en dat was een grote misser. Zorg dat u er dit keer bij bent!
De strip van Sandra de Haan kunt u elke dag lezen in de Daily Tiger,
de dagkrant van het IFFR. Onderstaande strip echter niet, want bij het
verschijnen van de eerste Daily was het onderwerp alweer bijna nostalgie.
Wij willen die nostalgie, nu we alweer over de helft van het festival heen
zijn, echter alsnog graag met u delen.

Andrew Piddington
30-01-2007 12:00 Cinerama 2

Je verplaatsen in het hoofd van een moordenaar is niet het
allermakkelijkste, zeker niet als het om Mark Chapman gaat, die met de
moord op John Lennon een van de zinlooste misdaden jegens een beroemdheid
beging. Ruim vijfentwintig jaar en een film verder is Chapman nog steeds
een enigma. Ondanks de pogingen van Brit Andrew Piddington om in dit
docudrama meer licht te werpen op de persoon, blijft de film een brave
invulling van de feiten zoals we die kennen uit de geschiedenisboeken en
interviews met Chapman. Mensen die een rol in zijn leven speelden, zoals
zijn vrouw en zijn ouders (ooit had Chapman het idee opgevat om zijn vader,
die niet staat was om liefde te tonen, te vermoorden), blijven sjablonen en
werpen geen nieuw licht op de zaak. Een scène aan het slot van de
film, waarin een priester exorcisme bedrijft (!) op Chapman, slaat als een
tang op een varken en maakt de zaken er niet duidelijker op. De
continuiteitsfouten (Chapman met beurtelings halflang krullend en lang
steil haar tijdens zijn arrestatie) en anachronismen (de scène in de
tweedehansviynlshop waar Chapman een exemplaar van Double Fantasy
koopt om door zijn toekomstige slachtoffer te laten signeren) helpen ook al
niet. Chapeau echter voor de rol van Jonas Ball, die Chapman niet alleen
als monster maar ook als mens weet neer te zetten. Chapman zelf, wiens
motief voor de moord -deels- roem was (‘I was a nobody until I killed
the biggest somebody om earth’) kan in elk geval tevreden zijn: er is
eindelijk een film over zijn leven gekomen.
Kumakiri Kazuyoshi
29-01-2007 22:00 Luxor
Hollen of stilstaan met deze film: of extreem geweld, of moeilijk kijkende
zwijgende mensen. Alsof iedere denkplaatje in het originele
manga-stripverhaal in deze film 45 seconden moest duren.
Extreem geweld is op zich een handig middel: het maakt dingen grappig die anders niet grappig zijn. Van die humor wordt hier te weinig gebruik gemaakt. Ach, misschien bedoelt de film het ook allemaal wel serieus.
Extreem geweld is op zich een handig middel: het maakt dingen grappig die anders niet grappig zijn. Van die humor wordt hier te weinig gebruik gemaakt. Ach, misschien bedoelt de film het ook allemaal wel serieus.
Yamashita Nobuhiro
29-01-2007 19:30 Cinerama 1
Een dode vrouw wordt er gevonden in de sneeuw, maar is ze wel dood? Een
aaneenschakeling van gebeurtenissen, waarin een afgehakt hoofd en enkele
goudstaven een hoofdrol spelen. Het dorpje is nooit meer hetzelfde.
Gemoedelijke Twin Peaks-variant, waarin het gehanteerde geweld op
z'n Japans gemoedelijk expliciet is. Met genoeg aandacht voor de dorpsagent
op z'n witte dienstfiets.