tekst: Liorah Hoek / beeld: Marijn van der Waa
Filmfestival Logboek 2002
iorah\'s survival guide logo 125 x125 (bij artikel)
aflevering 2: vrijdag 25 januari, 2002

Reisziekte
"Heb jij dan niet het gevoel dat je in een parallel universum terecht bent gekomen?" vraagt een festivalgangster/bekende als ik haar vertel dat ik dit jaar erg moet wennen. We zitten in Pathe vlak voor de laatste voorstelling van donderdagavond en het is hartstikke druk. Nog geen drie uur geleden heb ik me voor het eerst in het gewoel gestort en ik heb inderdaad last van iets dat je als jetlag kan typeren. Ik moet nog mijn eerste film gaan zien en de meeste mensen hebben er al duidelijk een aantal films op zitten. De festivalgangster/bekende zelfs al een stuk of vier. De anderen zijn al verzadigd voor die dag en ik wacht hongerig op het begin van mijn eerste filmvoorstelling van dit jaar. Ik zit duidelijk nog niet in het juiste filmritme.

Ritme is namelijk een belangrijk overlevingsmechanisme. Sommige vrienden van mij zijn niet zo dol op het filmfestival. Ze pikken graag een filmpje of hooguit een stuk of vijf tijdens de gehele periode.
Ik: "Ik zie er liefst een stuk of 45 a 50"
Zij (verbijsterd): "Zoveel?! Hoe doe je dat toch? Als ik meer dan een film per dag zie, word ik gek."
Ik: "Ach, het is helemaal niet moeilijk. Het is een kwestie van ritme."
Een ritme waarbij je vier tot zes films op een dag ziet. Het is het best te vergelijken met een achtbaan. Je moet er gewoon aan beginnen en stug doorgaan, ongeacht enge bochten, ups en downs. De eerste drie dagen is het altijd wat moeilijk, maar gek word je er niet van, hooguit een beetje gaar. Na de eerste dagen treedt er gewenning op en als er een gat van twee films in je programmering valt, roepen je lichaam en je hoofd om een filmvoorstelling. Je ogen willen de donkere zaal weer in en je wilt je weer overgeven aan het licht op het witte doek. Die verslaving is misschien wel het voor het grootste deel verantwoordelijk voor het genot.

Het was jaren geleden, op een zondagochtend om 12.00 uur dat ik verslaafd werd aan het filmfestival. Die zondag was ik notabene om 8 uur opgestaan om ervoor te zorgen dat ik ruim voor negenen in Lumiere 4 zat. Mijn eerste Greenaway zou weldra beginnen. Dat kleine donkere hok verruilde ik na 3 uur in de wereld van The Falls vertoefd te hebben voor de Rotterdamse Lijnbaan. De stad en vooral de mensen daarin waren nog aan het wakkerworden. Mijn geimponeerde staat werd door de lome sfeer versterkt. Het besef dat ik al een hele andere wereld was ingestapt en alweer was uitgekomen terwijl die slaperige zondagochtendwandelaars nog traag op weg waren zonder bewustzijn van wat zojuist had plaatsgevonden. De filmervaring was op dat moment voor mij even echter dan de realiteit en mijn dag moest nog beginnen. Ik kon nog veel meer films gaan zien die dag.

Jetlag is dus misschien niet een gevoel van onwennigheid, zoals ik bij mijn aankomst dacht. Reisziekte is een intergraal onderdeel, het ritme van het festival. De filmfestivalbezoeker reist juist als een razende door al die films om een jetlag op te wekken.

lees verder »
1/2/3/4/5/6/7/8/9/10